De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 10 maart pagina 7

10 maart 1912 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

Jfoj 1811 ' DE AMSTERDAMMEK WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. ook «au taster tydens zy"n arbeid, het werk is Btvdlen^arbeU wgder van spanning en weid?eè> ran^ omvadmen dan ooit in de verte hult taf»aal en M! vermogen. Van logen ?ttap *j|n belt (en celdsamer is dat, als geIrfeaan1 wordt) een eenzame droomer, die tast ;e*reea werk aanvat em hervat, en 100 doend ,aam* da klenren bereikt en de modelleeringen <foi feeaoeg schoen-weemoedig zijn, om ooit weemoed schoonheid te doen vermoeden... ' Bet is zeker een eigenaardig toeval, dat twee «mildert la wie op «ra verscheiden wijze de werkeiykheid" ontstaat, belde Droomers, maar de eene dat In reëaler tin dan de andere, bon werk laten sien, han eigenschappen en h«a tekwtkouUtgea, ter telfder tgd ter «elfder «téde. Het itfa vondsten v«r den kriticns, en nieuwe aasdetdmgeb telkens, on eigen weeën la dat van anderen te kaatsen, en weerkaatst to clea... ? En als eindoordeel volge hier, dat noch Vaas noch vaa logen bebooren tot de ban tijd dwingende krachten, maar dat beide (al eea setdcaamheid') meer en minder naar de «ohoonheld toegaandan en bewogeaen zy"n. PLABSOHABRT. faiücilKertttist? .,. steeds aHn Schilderen n Beeldhou wen Boa weade Kantten en Ambachten geweest. De nieuwere tyden hebben een her leving dier kantten naar dézen zin gewekt en mogelgk gemaakt, en voegiaam is het do8 te elsehen, dat *ij allereerst rolmer vallen worden opgevat en onder wazen aaar het oude Ambachts-begrip. De Schilderkunst, thans alleen onderWMea met betoog op kabinet-schilderyen, ia! baar gebied weer «ien completeeren met «l de v«nn»n van Maarsobilderkonst ea bef laieefcllderen. Ba de* taege 'a Luds onderwijs weer verWadea worden aan 's Lands werk, «Mat* 41* ook in groeter tyden het , . 1. ft W»KIHDBB«N. Over Kunst- en / . ATBbÉohtfrOnderwiJs. Bic. «2 en 68. . l In het gebonw der Rjjks-Academie voor SveMende Kantten te Amsterdam i* deier oagttt een tentoonstelling gehoodea van het werk: doop den winnaar van den Prix-da-Bome voo* MhUdctkaait, Tjesrd Bottema, in sQn vier*»stipendium-jaar gemaakt Benige op dese tentoonstelling aanwe^fcSwerk stokken leggen getuigenis af, dat bet streven on In h«t academische kwut-oadsrwijs met het alleencaUgmakend geloof ia de MhilderU-knnit te brekeir, sica offitiaatéwaardeeting begint te verwerven. Uit het volgeade aal, naar ik hoop, blaften, dat feet on meer dan n reden van belang te dés* gebeurtenis niet onopgemerkt te laten. Voor het eent is afgeweken van het verpUekté«tadie-Miien der Prix-de Rome-winnaarren de schilder, in plaats van copleën naar ende meestors of reis-schetsen te gaan maken, cag aiéh tet taak gesteld om ajjn vierde ea laatste «tadie-jaar .te bes'eden met het ontwerpen en uitroeren van vier schil?deringen, bestemd ter watering van een openbaar gebouw, ds Koninklijke BibUotheek ie 't Gra venhagé. Wie weet hoe 't in on* land gesteld ia met «e waardeering der' monumentale schilherkanst, en hoe weinig ome regeering iloh tot nu toe aan die kunst gelegen heeft laten liggen, aal niet «adrakkeiyk genoeg sgn verhengenit over 4e ideiele beteekenis van dit Isit kunnen uitspreken; en voor den fijndnnigen baanbreker der nieuwere hollandeche wandschilderkanst, Der Kinderen, den directent der Academie, cal het leker een froote voldoening zijn gestadig-aan het veld?winnen afiner denkbeelden te den plaats Tinden. Het is, geloof ik, geen geheim, dat iet ««n gróote illusie is het instituut, dat jhy beheert, alt te breiden van een hoogere '«imiiiHNUiunuiiiiiniiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiirtiiiiiiiiiiiuiHiiiiiiMiiiiiiii ETENSWAPPEÜJKE LIV. Waaneer sten ia«deean igd van het jaar in dea loop van d«a avond aaar den ZnidWeatelijken hemel aiet, vah dadelijk het fraaie sterrebeeld Orion in het oog. Dit beeld dat vooral midden in den winter het best waargenomen kan worden en dat na al nei gingen vertoond om al te vroeg to verzinken in westelijke richting, bestaat nit een onregelmatigea vierhoek van heldere sterren, met in haa midden een scheeve lijn van drie dichtbij «Ikaar gelegen sterren, die samen de gordel van Orion" héeten. Trekt men een Ifln door deten gordel en verlengt men de ljjn naar links, dan ontmoet men spoedig de helderste ster van onzen hemel, n.]. Siriui of de hond*ter, het fraaiste object van een toch reeds schitterende omgeving, die alleen door con trast met Sirios wat op den achtergrond treedt. Sirias is nit een sterrekundig-geschiedkondig oogpunt merkwaardig, omdat deie overatraling van zwakkere baren ook door hem toegepast wordt op een eigen familielid, dat pas laat door de menschheid ontdekt is. Dese ontdekking geschiedde, evenals die van onse uiterste planeet Neptnnus, eerst door de punt van de pen", a.l. doorberekening, en pas later door werkelijke waarneming. Alle vaste sterren sijn, in tegenstelling met haar naam, ia beweging, en wanneer cjj niet «66 ver van ons verwijderd cfjn dat haar > Beweging geen merkbare verplaatsing aan den hemel ten gevolge heeft, dan kan men als regel zeggen dat de verplaatsing langs een rechte lij a geschiedt en met steeds een«elfde gangetje-. Slechts in betrekkelijk zeld zame gevallen wijken se van dezen regel af en beschrijven een onregelmatige baan. Sirios, die betrekkelijk dichtbij ons gelegen ii, vergeleken met andere sterren, n.l. slechts een achttal lichtjaren of ongeveer een half nüllieen maal -verder dan de zon van ons verwijderd ia, heeft een meetbare verplaatsing die men al jaren lang gemeten had en die niét volgens een ree ite Mjn geschiedde, maar volgens een eigenaardig golvende lijn, waar van men zich een voorstelling kan vormen teekemcliool, met al de daardoor meege brachte ambachts-vijandige conventies, tot eea werkplaats waar de kanst-ambachts-beoefening in dien ruïneren ein, die onze tijd daaraan weer heeft teraggetreven, zich vrachtbaar, kan ontwikkelen. Dat de studie der monumentale wandschilderkunst een gróote plaats in het program van een dergelijk instituut cal innemen behoeft geen betoog voor ieder, die Der Kinderen's geschriften betreffende dit onderwerp, nit een waarvan ik mij veroorloofde hierboven iets af te drukken, heeft gelezen. Als de Nederlandsche Begeering een uit breiding der Acakemie in desen ein zon bewerkstelligen, zou zrj daarmede blijk geven overtuigd te zijn van de noodzakelijkheid om déversierende kansten de ban toe komende plaats in het maatschappelijk ver band der kunsten en ambachten te hergeven. Een ojertuiging. die de regeering dan in werkwfkheid tal hebben te huldigen door, als eerste Nederlandsohe werkgeefster, voor te gaan met het verstrekken vanopdrachten aan hen, die zij tot vervuiling dier opdrachten deed opleiden. Na hier echter een loffalQk streven al onmiddellijk begint langs verdachte wegen «ich al te snel een baan to zoeken en met de in-eere herstelling der versierende kunsten ep eenigsdns avereohtsche wij se wordt aangevangen, kan niet met on vermengde verheugenis aan den gang van zaken worden deelgenomen. Wanneer er redenen zijn om te vreeiea, dat het grif erkennen van een noodzakelijken eisch niet de wezenlijke voldoening, maar een louter vormelijke vervulling ervan ten gevolge cal hebben, wordt het verheugende feit aanstonds een zorgwekkend feit. Wil men van regeeringswege Der Kinderen's stre ven bevorderen, iaat men dan tenminste konsekwent zijn door den door hem aange geven weg to volgen. Laat me a niet beginnen met het geven van opdrachten aan onbe voegden, maar met de reorganisatie van het academisch institant. Of dat mogelijk sal blijken en welke de resultaten ervan zullen zijn is een vraag, die te cijner tijd zeker ernstige beschouwing ver dient: maar dat men op eea wijze, gelijk waarop hier is aangevangen, in elk geval onmiddellijk dood loopt en tot niets anders komt dan tot het parodieeren ranDerKinderen's bedoelingen, Is batten kijf. De tentoonstelling vaa de Priz de-R >mewerkstukken-in-qnaesie illustreert dittreffand. Met bedroevende surrogaten blokt daar aan de aanvraag om wandschilderingen voldaan: uit de schilderingen zooals ze daar zijn, blijkt in het inlast niet de erkenning van han bestemming en beteekenis. Dat moet betreurd worden! Betreurd, omdat het toch niet ontkend kan worden, dat hier niet allén een prece dent geschapen is voor de richting van vol gende daden n.m. de richting der monu mentale schilderkunst maar helaas ook voor den aard en het karakter dier daden. Daarom worde vooral de gevaarlijke zijde van dit avontuur onder oogen gezien. Dea schilder, wiens weinig geslaagde arbeid de ongelakkige oorzaak van vele misver standen kan worden, is niets ie verwijten: hij is eigenlijk maar liet slachtoffer van een proefneming waarna het onomstootelijk is geworden, dat het academische instituut onvoldoende opleiding waarborgt voor den schilder die monnmentaai-decoratieve werken cal hebben alt te voeren. Het is ook niet verbazingwekkend, dat die schilder niet in staat bleek op eenigszins bevredigende wijce zijn taak te volbrengen. Opgeveel als hy werd tot schilderij-schilder, kon het beswaarlijk van hem verwacht worden, dat hij, voor ean opgave gesteld, die met cjjn gewonen arbeid slecht a in het gebruik van kwasten overeenkomt, zich onmidde lijk inleven zon in de eigenaardige formeele en technische eischen, die de opgave meebrengt laat staan nog, dat zijn aanleg, blijkens ijn andere werk, geheel niet in de richting van het monumentaal decoratieve gaat. De wandschilderingen, zeg liever wandschilderijen, die hy maakte, hebben dan ook niets van wandschilderingen omdat «üniet iiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiimiiiiiiiiii door uit fig. 2 de opeenvolgende helderste vonten met elkaar te verbinden. Ia geval een ster een dergelijke niet-rechte baan be schrijft zijn de golfingen alleen te verklaren door een kracht die bezig is de ster nit baar rechte baan te trekker. De eenige kracht die hiervoor in aanmerking komt is de aan trekkingskracht uitgeoefend door een bege leidende ster. Als twee sterren elkaar bege leiden doen zij dat op dezelfde manier alsof twee menechen elkaar by de handen pakken en gaan ronddraaien met vooroitgestrekte handen. De spieren hunner armen stellen de Fig. 1. BAAN VAN DEN BEGELEIDER VAN SIRIUS. Deze baan verkrijgt men als men telkens de plaats van den begeleider bepaalt ten opzichte van Siriui als centrum. In werkelijk heid wijkt de baan minder van een cirkel af. aantrekkingskracht der sterren voor; hun lichamen cijn de sterren zelf. Men zal wel inzien, desnoods na het geprobeerd te hebben dat beide personen een cirkel beschrijven om een gemeenschappelijk punt, en dat zy steeds aan tegenovergestelde ponten van hun banen staan (dus recht tegenover elkaar). Evenzoo gedragen de sterren zich. Zy draaien om een gemeenschappelijk punt: het zwaarte punt van hun stelsel, en bij dat draaien liggen tij steeds aan tegenover elkaar gelegen zy'den van het zwaartepunt De ster met de meeste massa ligt altijd het dichtste by het zwaarte punt; de lichtste ster ligt het versta weg en dese afstanden staan in vaste verhouding tot het ster-gewicht. Geen van beide sterren cal das, als het geheele stelsel zich door de wereldruimte verplaatst, een rechte lijn be schrijven. Zy' zullen schommelen om.de rechte om een uitdrukking van den wandschilder Boland Holst to gebruiken in ambachte lijke zuiverheid zijn uitgeroerd, d.w.i. niet in een zich daartoe leenende techniek op den muur zelf cijn geschilderd, zy hebben ook niets van wandschilderingen omdat zij noch in den opbouw van het conpositioneele schema, noch in de opvatting der uitvoering iets van dat rythmtache blijken to bezitten, van'dat in vrye gebondenheid met het vlak en de omgevende architectuur samenhangende, dat het essentiëele is van een decoratieve ?compositie. Het ty"n middelmatige schilderyen, bestemd om op een maar te worden geplakt, vieax jen met al de onaantrckkeiykheid daarvan. Men begrype welke alles behalve ftewenechto ge velgen uit de tegenstrijdigheid tnsscben de opdracht en een dergelijke nit voering kannen voortkomen. Het is immers zeer onwaarschijnlijk, dat de opvatting van dese zaak, gelyk die in den kleinen kring van belangstellenden in de monumentale kansten wordt gehuldigd, algemeen gedeeld zal worden. Ware het zoo, dat velen met ons de hier besproken pogingen als een kokografie der wandschilderkunst zouden opvatten, dan werd zeker in dezen tijd niet met zooveel opoffering en onder zooveel miskenning door een klein aantal het-le ven-wel gezinden een harde strijd tegen stompzinnig conventionalisme gestreden. Daarom ligt het voor de hand, dat bj] andere overeenkomstige gelegenheden, zoowel door opdrachtgevers als door schilders, door gees telijke apathie of door onmacht dwalende, een beroep cal worden gedaan op de voorbeel dige wandschilderingen, die, sal men insinueeren, het rijk heeft doen uitvoeren onder auspiciën van Nederlandsen eersten wandschilder. Dat mag niet l Ea het móet hier nadruk kelijk gezegd worden, dat wie met dergelijk beweren sich sal zoeken te beschermen, van grove miskenning blijk geeft van datgene waarvoor Der Kinderen met woord en daad steeds heeft gestreden. Er worde Inge tien, dat de academische opleiding in haar huldigen staat niet slechts ten eenenmale onvoldoende is als voorbe reiding tot de monumentale schilderkunst, maar dat sy tot een geheel ander doel voert: dese proefneming bewijst het. Wil de regeering het sehoone doel be vorderen van hem, aan wien ry de leiding toevertrouwd heeft van de academie, dan volge sy een anderen weg. Slechts zij, die van nature de uitdrukkings mogelijkheden der monumentale kunst beheerschen en de daarmede samenhangende technieken machtig syn, kannen opdrachten op dat gebied met vracht volbrengen. Het werk van lieden, die noch op het eerste als een gave, noch op het tweede als een ver overing kannen bogen, moet, waar het pre tendeert monumentaal schilder-of beeldhouw werk te weien, wel van een in hooge mate smaakmisleidend gehalte zijn. Daarom sal condor ophouden tegen de openbare expositie van dergelijke werkstukken moeten worden geprotesteerd: de kaas op meer algemeen* waardeering van elk», betere poging op het gebied der monumentale- kunst wordt er in niet geringe mate mede verminderd. WA&TKB :VAHuit eei miniet lemieeerlei Mtl m GustaT lallcr rer zi| acïtsle syaplonie ia yerüaii iet GoiJtte's Faast". De brieven van Gosiav Mahler sullen nog wel gernimen tijd een verborgen schat blijven. Als een bisonderhefdvolge onderstaande brief door den componist, ia 1909 geschreven aan zyne vrouw Alma Maria Ma bier. De brief cal voor hét eerst opgenomen worden in den weldra te verschenen derden druk van Panl 9tefans Studie over Gns|av Mahler. Men zal den inhoud te beschouwen hebben als een soort verklaring der slotverzen vanGoethe's Fanst in verband met' Mahler's Achtste Symphonie". iyn, die bescbre 'en wordt door het zwaarte punt van het stelsel. De plaatsen, die Sirins telkens inram heeft men in een figuur by elkaar gebracht (figuur 2.) Sirins wordt hier voorgesteld door de grootste der heldere stippen. Daar de onregelmatigheden in haar baan om de 50 jaren terugkeerden, werd verondersteld, na bovenstaande overwegin gen, dat Sirias een begeleider had, die be trekkelijk dichtby Sirius kwam in elke 50 jaar, als de baan afwijkingen het opvallendst waren, en die das in 50 jaar om Sirius moest heenloopen (of liever om han gemeen schappelijk zwaartepunt.) Deze opvatting werd al geuit door den grooten astronoom Bessel HOK voor 1850. Twaalf jaar later (1862) had de Amerikaaneche lensenslyper Ai van Clarke, die een genie ia geweest oplenzengebied.juiateengrootelens voltooid; om de zaiverheid der gevormde beelden te onder, o sken r chtte hjj de nieuwe lens op Sirius en zag dftielyk een uiterst zwak sterretje in de onmiddellijke nabijheid vvn Sirias staan. Waarnemingen, gedurende een paar jaar voortgezet, leerden met over tuigende 'zekerheid dat men hier te doen had met een sterretje dat meeging met Sirius en dat er om heen draaide met een omlooptijd van 49 jaar, dus slechts een jaar korter dan de door Bestel opgegeven omlooptijd. Fig. 2 geeft de plaatsen aan van Sriusen zijn begeleider vanaf 1850 tot 1920 met inter vallen van 5 jaren. De gróote stippen stellen Sirius voor, de kleine stippen den begeleider. Het zwaartepunt van het stelsel, dat aange geven wordt door een kruisstreepje op de ver bindingslijn dar twee sterren, verplaatst zich, zooals de theorie reeds aanwees, in een rechte baan (flauw gestippeld in fl?. 2). De begelei der, die 2.5 maal verder van het s waartepunt staat dan Sirins, beschrijft evenals Sirius zelf, ronddraaiende om het swaartepant, dat zelf zich verplaatst, een gebogen baan met wis selende snelheid. Fig. l geeft de baan aan, die de beseleider om Sirina heen beschrijft, als wy Sirins als vast punt beschouwen. Dexe baan ia in werkelijkheid meer gelijk aan een cirkel, terwijl zij echter een uitge rekte ellips gelijkt, doordat wy de cirkel in perspectief zien; hetzelfde verschijnsel ziet men als een gewoon rond bord echeef van terzijde bekeken wordt.. De gemiddelde onderlinge afstand van Sirias en begeleider is ongeveer twintig maal grooter dan de afstand aarde tot zon, maar om dat de baan-van den begeleider ellips vormig is, varieert de afstand sterk (fig. 1) n.l. van 8 tot 32 maal den afstand aarde?zon. In 189}, L. H, CuliQÜl. (In dtjrol «m Figaro). L. H. Chrippün, regisseur en acteur der Kon. Ver. Het Nederlandsen Tooneel", herdenkt 13 Maart a.s. zijn 40-jarige tooneelloopbaan. Men cal hem dan in de eerste plaats huldigen als de medestichter der Nederlandiche Tooneelvereeniging", maar het meest als artistiek leider dier Vereeniging, voorts om het op 't repertoire brengen der werken van Henrik Ibaen, Ger. Hanptmann, Shakespeare enz. en om zijne moderne regie en toepassing der stemmingsknnst. MiMimiiitiiiii iiltilliilliiimiif ... Kan, mit Dentungen eines Kunstwerks bat es seine eigene Bawandtnis, wie Du ja von der bildenden Kan&t her weieztl Das Nationale daran (das heisct das vom Verstand anfgulösende) ist faet immer nicht das wesentliche: nnd eigentlich ein Schleier, der die Gestalt verhüllt. 80 weit eben eine Seele einen Laib braacht es ist ja gar nichts dagegen zn sagen , musz der Kunstier seine Mittel zur Darstellang aas der rationalea Welt herausjreifen. Dort, wo er solos t noo t nicht zur Klarheit, oder eigentlich zur Ganrheit darchgedrnngen, wird das Rationale das Künstlerische, Unbewnscte berwnchern nnd zur Ausdentung barmiUzig aasfordern. Der Faast ist nan allerdings ein rechtes Gemisch von alledem nnd wie seine Schafiang ein ganzes Leben umfaszte, so Bind nun anch die Bansteine, ans denen er sich zasammensetzt, recht nngleich und oft blosses Material geblieben. Das macht, dasz man dem Werk anf verschiedene Art and von venchiedenen Seiten beikommen masz. A'ier die Hauptsache ist doch das künstleriache Gebilde, das sic h in dorren Worten nicht ausdentea Ifiszt. Die Wahrheit iet lür jeden nnd für jeden zu verEchiedenen Epochen verschieden anders geartet; so wie es mit den Symphonien Beethovens ist, die anch für jeden nnd zu jeier Zeit immer wieder e t was anderes und neues sind. Soll ich Dir nun sagen, in welchem Sradinm sich gegenwartig meine Rationalitat' diesen Schluszversen gegenber befindet, so will ich also versnchen IIIMHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlflIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIHIIIIIIIIHIIIIII Fip. 2. STAND VAN SIRIUS EN ZIJN BEGBLEIDEB, VAN 1850 TOT 1920. De heldere stippen genen Siriug weer, de kleine ttippm den begeleider. Hei truieitreipje op hun ver binding ilijn it het zwaartepunt van het stelsel. Dit zwaartepunt betchijft een rechte baan, waaromheen de beide sterren schommelen. Deze onregelmatige beweging van Sirius was de eerste aanleiding om de aanwezigheid van den toen onzichtbaren begeleid* te veronderstellen, die later werkelijk gezien werd. toen de begeleider zoo dicht mogelijk bij Sirius was, overstraalde de heldere glans van Sirius den bescheiden begeleider, die 10,000 maal minder helder is dan Sirius, geheel, zelfs voor de grootste en beste verre kijkers. De volgende maal dat de begeleider weer zoo dicht nadert tot Sirius, n.l. in 1943, zullen onze kijkers wel zooveel verbeteid zijn dat de begeleider niet meer voor ons onzicht baar behoeft te worden. Uit baan en omloopstijd heeft men kunnen berekenen, dat de massa van Sirins ongeveer twee en een ob es gehen wird, weise ich nicht. Also: diese vier Zeilen nehme ich in engster Verknupfang mit dem Vorangegangenen als direkte Fortsetznng der letcten Zeilen emerseits and andeierseits als Spitce der ongehenren Fyramide des gansen Werkes, welches uns eine Welt in Gestalten, Sitnationen, Entwicklnngen vorgefflhrt bat. Alledeuten raerst ganc schaltenhaft nndvonHaene ca Szene (besonders im c weiten Teil. woder Antor selbat dazn herangereift war) immer be wasster aaf dieses Eine nicht lasandrtikkende, kaan Geahnte aber innigst Empf andene l Alles ist nar ein Gletchnis für etwas, dessen Gestal tang nnr ein nnznlaagllcher Aasdruek für das sein kann, was hier gefordert ist Es l&szt sich eben VerganKliehes wohl beschreiben; aber was wir fühlen, ahnen, aber nie erreichen werden (also was hier nie Ereignis werden kann), aber das hinter allen Erscheinnngen Dauernde, TJnver£angliche, ist nnbe-chreiblich, das was uns mit mystiecher (3e wal t hinanzieht was j ede Kreatnr, vielleicbt sogar die Steine, mit uabedingter Sicherheit als das Zentrnm ihres Seins empfiadet was Goethe hier wieder in einem Gleichnis das ewig Weibliche lamlich das Bnhende, das Ziel Gegensatz zn dem ewigen Sehnen, Streben, sich Hinbewezen zu diesem -Ziele also dem ewig Mannlichen! Dn bast ganz recht, es als die Liebesgewalt zn charakterisieren. Es gibt nnendlich viele Vorstellongen, Namen dafür (denke nar, wie es iiiiiiiiiiiiiiiiiHiiimmiiiiiiiHiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiimiMii half maal grooter ia dan die der zon, terwijl de begeleider, onze zon vrijwel in massa evenaart. Al deze feiten geven al aardig wat bijzonders over een lichaam, dat zóver van ons ver wijderd is, dat de beste kijkers er niets anders dan een lichtpunt van blijven maken. Er ia echter nog wel meer te conclndeeren, al treden we op het gebied der gedeeltelijke schattingen. Zoo kan men de vraag onder handen nemen hoe groot Sirias eigenlijk is en hoe hm t. Afgaande op het zoogenaamde spectrum der ster, d. w. t. op den klenrenband, die men krijgt als het sterrelictit door een glasprisma passeert, kan men zelfs de temperatuur vrij zeker schatten. Alle sterren, die hetzelfde spectrum als Sirias vertoonen, hebben vermoedelijk een oppervlakte-temperataur van plm. 10.000 graden Celsius. Ter vergelijking diene: de zon-opper vlakte heeft een temperatuur van plm. 6000 graden, en een electrische booglatnp bijna 4000 graden. Afgaande op deze temperaturen en op de helderheid van Sirius, vergeleken met de helderheid die onze zon vertoonen zou, als z\j even ver van ons verwijderd was ah Sirius, schat men dat Sirins ongeveer vijf maal grooter is dan onze zon. De begeleider zou op dezelfde wy'ze onderzocht kunnen worden, maar zyn spectrum is onzichtbaar door de lichtglans van Sirias zelf. Men schat echter zyn tem peratuur tnsschen de uiterste waarden 3000 en 2400 graden Celsius, in verband met zyn vermoedelijke grootte en waargenomen licatsterkte. Hoewel de begeleider das, vergeleken met Sirias een betrekkelijk koel en donker lichaam is, moet men zich niet voorstellen, dat hu in werkelijkheid zoo erg donker is, gemeten met aatdgche maten. De oppervlakte is toch altijd nog heeter en helderder dan onze beste aardache lichtbronnen en wanneer een lichaam met een oppervlakte van vele millioenen vierkante kilometers op alle punten nog heeter en helderder is dan de draad in de beate gloeilamp, dan schikt het nogal met zijn koelheid. Na de ontdekking van Sirins' begeleider zijn er nog vele dubbelsterren ontdekt, wier onderlinge afstand nog veel kleiner is dan bühet besproken stelsel, zóklein zelfs dat alleen een vernuftige spectroscopische methode geleerd heeft dat deze stelsels be stonden, maar het Sirius-stelsel blijft toch, niet het minst door de toepassing van latere waarnemings-methoden, een aantrekkelijk onderwerp uit de sterreknndige wetenschap. P. VAN OLST.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl