Historisch Archief 1877-1940
Np.
DEAMSTERDAMMER WEE K-BLAD VOOR NEDERLAND.
f ''
?
l
if.t
Jlv
i*
hoJy." (The gnostios and their remains', 2 d
ed.i p. 427.) Op bis. 12 van de brochure
Pro «a Contra keef t Dr. W. Znidema beweerd,
dat- de w(j»e, waarop men zich onder
vrijmetselaren als broeder deet kennen, hetetnige
geheim der vrijmetselarij is, en in zekeren
zus mag dat al te waar zijn. Want wat wórdt
eigenlijk met de kinderachtige gekeimdoenerij
onzer bloeders vsÉ^de drie punten aan de
openbtturbeiil ontbonden? Geene verborgene
waarheid, dat staat vast. De heer Jac. P. van
Term echter heeft op blz. 17 eeneplaatsnit
het Maconnieke Weekblad van 5 Augustus
1872 bijgebracht, waar het heet, dat iedere
Trijmetaelaar bet deel, het geheim, der
VrflKetaelarij zoekt, doch dat er weinigen zijn,
'die, het zoeken waar «ij het «ouden kannen
vinden. En Mr. H. Maarschalk bad in '1872
(op bl». 21) herinnerd aan den enden eed,
dat men liever wilde, dat ons de keel werd
afgesneden, het, lichaam verbrand eüdeasch
?aar de vier hoeken des winds ventrooid
werd, dan dat men de geheimen der
vrjjmetselary. sonde verraden." Heeft men die
dan ooit gekend, of heeft men enkel wat
geheim gedaan en gehandeld? Zeer weinig
ordeleden," aldus den 18 Februari 1883 het
Weekblad voor Vrfjmetselaren, hebben bet
(are) L(icht) gezien, en plu minns 07 van
100 laat men nog in de pikdonkere
duisternis ronddolen." Of 'wel de schrijver
?elf tot de overblfty«nde3 pCt. behoord beeft?
Maarschalk gewsijp (°P bis. 71 en 72} van
de ziekte der hooge graden," van den twQmel
der oppergradenkoorts." Waarmede .dan bij
TOOT *$? deal den waan beeft verloochend,
dat de graden van leerling, gezel en meester,
de zoegenoemd Uawee graden of
Johannesgraden, neg-* verre badden gelaten van het
eigenlgke* geheim der Vrijmetselarij, of ook
een uitverkoren nteeiter of oppernit verkoren
meester bier sinds bet bekend worden der
Keuliche eorkonde meer verborgene waarheid
beeft leerea kennen dan de meester zonder
meer. Maar in de Freimaurerzeltung van
1874' no. 19 bli. 150 moet gestaan hebben,
dat het zwaartepunt van den arbeid der Log
In de hoogere graden ligt, dat daar de voor
uitgang, de staatkunde en de wereldgeschie
denis worden bewerkt; overigens worden de
hoogere graden,.als van 'de orde' deel uit
makende, in de Nederlandsche jaarboekjes
TOOT vrijmetaelaren geregeld opgegeven. In
.on»>land zfln uitverkorene en
pperultverkorene meesters anno 1819 door prins
Frederik- ingeveerd met het oog op het
charter van KevMfc»dat tot stilling van
de 'oppergradenkodrts' vervaardigd schijnt;
of men -ten onzent ais uitverkoren meester
of opperaitverkoren meester in
geestesontwikkeling na toch feitelijk iets hboger
staat dan de andere broeders van de blauwe
graden? Want onder hen blijkt, geUjk te
verwachten was, het geestespell niet hoog.
Men klaagt," zoo 'moet wér gestaan hebben
in het M*cannitk~Weekblad van 16 December
1872; «over 'gebrek aan genoegzame
intelleetoeele ontwikkeling bij vele broeders
rrijmetselaren; die kladt is ever het geheel
(genomen) billijk en (bevat) eene treurige
waarheid, die ook wij in vele loges hebben
opgemerkt." '
Blijkbaar far de eigenlijke intellectueel in
.de Vrjjmetselaarsloges even weinig op zijne
plaats ajts in de Blavatskyloge van 's-
Gravenof ia de W&hanaloge van Amsterdam.
. . j''1' ^'*-'- ? ?' " ' '??'"'''
G. J. P. J. BOLLAND.
Mijnheer de Redacteur,
In de Amsterdammer van Zondag 10 Maart
komt een artikel voor van den heer Walter
van Diedenhoven, dat handelt over
WandBehilderingan".
Voor zoover dat artikel de academie betreft
en wat W. v. D. hare tekortkomingen noemt,
ligt het niet pp m|jn weg om daarop in te
güin.
Waar ik evenwel eveneens een anauir van
dezen beer te verduren krijg, wil ik, als
het slachtoffer", van het recht om mij te
verweren, gebruik maken.
Ontdaan van ajby echoone frasen, komt
bét hierop neer: De vier betrokken schilde
rijen z$n geen wajraschilderiBger. Ze hadden
ep den muur geschilderd moeten worden,
en in bouw en compositie bad van meer
decoratieven fin blijk gegeven moeten worden.
Den maker zijn deze feilen en misvattingen
niet ten kwade te duiden, hij kent de tech
niek niet, waarin zoo iets uitgevoerd had
moeten worden en zijn aanleg en opvoeding
maken hem ongeschikt voor decoratieven
arbeid.
De heer Walter van Diedenhoven had
rijper mogen nadenken voor bümet ijjn
prachtig theatraal: .Dat mag niet l", z\jn
tttttiiitmiititmnttnmimtiuiitiiiiimmiiimimmiiiutmmiiiiiiiimui
niets vragend en niets verwachtend, zich
buigend voor den harden onwil aller dingen.
Kom" zei de dochter, ,,'k zal de loike is
sloite gaan".
Zjj ging naar buiten en neep een
oogenblik de kamer tot dichte duisternis ineen,
alleen de flauwe glans van een stukje spiegel
en een Christnsbeeldje op het kastje waren
nog herkenbaar in het vertrek. De kinderen
waren in een hoek gekropen, en vochten
en lachten ingebonden, met snijdend scherp
gefluister. Toen de vrouw de olielamp had
aangestoken, zei ze tot het grootste meifje:
Allo Na .. ga koffie halen.."
Het kind trok een gezicht vol onwil, maar
kwam dan met de uitgestoken hand naar voren.
Vooruit maar . ." beval de vrouw, ,,laa'
. se 't maar op de lat schraiven.."
En haar terugroepend van den drempel:
En 'n ons allerhïande bai de Bakker..
Na. .. gauw. . . k maar.."
De andere kinderen sprongen plotseling bU]
en dansten uitzinnig rond, tot de vrou ir
hen bescbreenwde, de klomp van de voeten
nam om hen die naar bet hoofd te slingeren
en «e wegvluchtten, het meisje achterna
en de deur uit.
Toen de man binnenkwam, hadden moeder
en dochter nog geen woord verder gewisseld.
Moeder Zijpe zag op, en keek den schoon
zoon een oogenblik angstig in zijn grooten,
vierkanten glad-velligen kep, met onder het
smalle platte voorhoofd kleine spleetige
helgroenlge oogen, waarachter weggehouden was
/ de. loerende kreuning van rauwe wilde driften
als in de voren om de kaken en den dunnen
heimelijk lachenden breeden mond.
machtige persoonlijkheid in 't geweer bracht
tot heil en schut der ware kunst.
Een kunstenaar krijgt een opdracht om in
een zaal, die geheel in Holl. Lod. XIV stijl
is gebouwd, eenige schilderingen te maken.
Nu vraagt de heer Van Diedenhoven niet
of er misschien in die zaal ook een stak
muur zichtbaar is, waar een decoratieve com
positie op aangebracht kan worden. Hu vraagt
soo iets niet, hy doet geen moeite het te
weten, alleen bij pent vellen vol bolle
rethoriek en levert het vermakelijke schouwspel
van een die in dramatische pose in de lucht
staat te schermen.
Inderdaad is in de zaal, waarvoor de slak
ken bestemd zijn, geen vierkante duim
muurvlak zichtbaar.
Dat deert Van Diedenhoven niet. HU
decreteert de schilderingen hadden op den muur
aangebracht moeten worden.
Dat is een domme vergissing.
Maar er is meer.
De zaal is, zooals ik schreef, zuiver in Hol).
Lod. XIV stijl gebouwd.
Ieder met een weinig stylge roei is het dui
delijk, dat een schildering, daarin aangebracht,
in den stijl en in de techniek uitgevoerd
moet worden, als waarin ze destijds geschil
derd werden.
Dan denken we aan het werk van Watt eau,
Boucher, en van De Wit in Holland.
Dat zgn toch geen muurschilderingen, geen
fresco's, mijnheer Van Diedenhoven?
Alzoo is de klaagzang geheel misplaatst
als hy in schoone woorden jammert, dat
deze werken .niet in ambachtelijke zuiverheid
z|jn uitgevoerd, dat ze niets van dat
rythmische bUgken te bezitten, van dat, in vrije
gebondenheid met het vlak en de omgevende
architectuur samenhangende, dat het
essentieele is van eene decoratieve compositie."
Als verder de heer W. v. D. op vaderlijk
vergoelijkende wijze laat merken, dat den
schilder zijne feilen in dezen niet ten kwade
gedold moge worden, omdat de techniek der
wandschilderkunst hem vreend is, dan zij
het müvergund even op te merken, dat de
ironie van het toeval wil, dat ik in Florence
aan de Scnola di Arte decorative e in
ustriale bij professore Lolli het frescoschilderen
geleerd heb.
Daarmee heb ik doer een daad, door iets
positiefs, van mijne belangstelling in deze
machtige kunst blijk gegeven.
Dat ik van de kennis, daar opgedaan, wei
nig gelegenheid heb gehad iets in praktijk
te brengen, is een andere zaak.
Maar de heer Van Diedenboven is zelf
schilder; wat heeft hu zelf ooit gedaan om
de vergeten techniek van het freccoschilderen
hier te lande omhoog te brengen?
Inderdaad, de gedachte dringt zich op
wat hebben w$, wat heeft het land aan de
KChoone frasen van deze onproductieve
scribenten.
In het algemeen zijn schilders goedmoe
dige proefdieren in wie de critieker zonder
Teel ge raar het mes kan zetten.
Al te goedmoedig.
Maar wanneer een jongmenEch, die als
kunstenaar mislukt is, zich als criticms op
werpt en met een geweldige pose zich zei ven
naar voren schuift en in holle frasen dingen
schrijft .die kant noch wal raken, dan is er
meer geduld en goedmoedigheid noodig, dan
zëifa een schilder bezitten kan, wil men dat
in schapige gedweeheid laten voorbijgaan.
TJEEKD BOTTEMA.
***
Bovenstaande apologie van den beer
Bottema lijkt werkelijk nog zoo kwaad niet
en het zou overwogen kunnen worden of
het der moeite waard zou ijn deze indruk
wekkende afstraf fin g an serieus te nemen...
indien ik inderdaad tegen het werk van den
beer Bottema en niet tegen iets anders, b
de beteekenis waarvan de prestatie van den
heer Bottema geheel onbelangrijk is, ware te
velde getrokken. Men moet al een zeer slecht
lezer zy'n om niet te begrijpen, dat de inten
ties van mijn opstel verre boven genoemd
werk uitgaan. Mijn critiek trof niet deze vier
schilderijen, maar kunstvijandige tendensen,
die officieel gehuldigd blijken te worden en
die toevallig aan die schilderijen en meer
nog aan de omstandigheden, waaronder z#
ontstonden en getoond werden, uitkwamen.
Waar ik dan ook, omdat het volkomen over
bodig was, geen appreciatie gaf van deze
schilderijen als meer of minder welgeslaagden
schildersarbeid, is het niet aan den heer
Bottema tegen mün beschouwingen op te
komen... tenzij hij het offioialisme zou willen
verdedigen.
Nu hij dat niet doet, geeft hij onwille
keurig een draai aan de zaak waardoor hy'
sckynbaar in de heroïsche positie van een
door mij in 't nauw gebrachte komt, die
zich nu duchtig verweren moet. Daarmee
geeft dese heer werkelijk blijk van te veel
bewondering voor zichzelf en doet hij dat,
wat ik angstvallig heb vermeden te doen:
hy maakt zichzelf belachelijk. Belachelijk
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
Was jai ook hier..?" vroeg hij bot, en hy'
zag haar zijdelings aan. Vrouw Zjjpe beefde
en zag weer voor zich. Zy'n kil-flitsende
honende blikken waren als messteken.
Za was jarig vandaag" zei de dochter,
wat kopjes te voorschijn nemend.
Daar steek 'k een paip bai op", besloot
hu. Hy' schoof achteruit en dampte haar
de rook in het gezicht.
En hoe oud was je nou moeder?" vroeg
de dochter.
Dft's vaif en zeventig", zei ze, ietwat ver
schrikt op haar stoel heen en weer schuivend.
Schreeuwend, en allen knabbelend, storm
den de kinderen binnen. Het meisje reikte
het boter vette zakje over, verfrommeld in
het moeilijk hervonwen.
Wa' vreet je?" vroeg de vrouw, de zak
bekijkend, ha'j d'r weer met je pooten
angezeten f'
He'we toegekregen l" snauwde het kind
terug met beslissende vermetele sluwheid.
De restjes kalm verkrabbelend en
verzuigend, slopen de andere kleinen rond. En de
dochter zette koffie, het dunne vale brouwsel
dadelijk schenkend tot over den rand der
koppen die ze rondgaf. Moeder Zijpe greep
met beide handen haar kommef je en slurpte
schrokkend met haar dunne lippen de eerste
verkwikkende slokken van haar verjaardag.
De vrouw lei op elk der schotelt j es een bruinig
vettig koekje, en toen de kinderen om koffie
dwongen en schreeuwden onder het gedurig
zwijgend en smalend lachen van den vader,
gaf züze samen een kom, waaruit ze vech
tend en schreeuwend om beurten te slurpen
.stonden, spuwend en hortend en elkander
omdat hu wat zeggen wil en niet weet wat
hij zeggen zal en hoe. Zyn verdediging ont
aardt dan in het debiteeren van een aantal
persoonlijke grofheden aan mijn adres, die
noch zin hebben, noch iemand interesseeren
zullen en slechts de zwakte van des heeren
Bottema's positie aan het licht brengen. ?
Theatraal, holle frasen, onproductieve
scribent, als kunstenaar mislukt", ziedaar
een aantal billijke en beruchte termen, die ge
bruikelijk zijn om iemand te overschreeuwen,
waar exacte argumenten om hem te ont
wapenen ontbreken. Termen trouwens die
al te banaal zyn om iemand te kunnen
imponeeren,
En wat door den heer B. ter argumentatie
wordt aangevoerd maakt zijn positie nog
hachelijker.
Om te beginnen is het een sofiame van
het laagst allooi te beweren, dat geen wand
schilderingen kannen gemaakt worden waar
geen muur zichtbaar zon zijn. Wandschilde
ring wil niet alleen zeggen schildering op de
naakte muur. Even 200 goed in de betim
mering besloten aupraportaV, als bier het
geval was, en paneelen hebben den eisch
van een met die betimmering samenhangende
decoratieve compositie en techniek.
Dat de heer Bottema heeft loeren
frescoschilderen mag evenmin gelden als een daad
ten opzichte der decoratieve schilderkunst,
zoolang hy niet zyn kennis practiscb. bewijst,
als het feit dat hy gewandeld zal hebben
langs de fresco's vaa Giotto of onder den
koepel van de Sixtyneche kapel.
Het is natuurlijk afkeurenswaardig dat in
onzen tijd een rijksboawmeester een
zaalbetl mmering doet uitvoeren in een historischen
stijl, die niet de teekenen van ons eigen leven
draagt. 'Dat een stuk modern decoratief
werk in . zpo'n betimmering zou misstaan
is buiten ky'f, en het ligt voor de hand, dat,
zoo noodig, er dan gevraagd wordt om schil
deringen, die zich bij die betimmering aan
sluiten, die dus geen kunstwerken zy'n
kunnen, omdat g«en levend kunstenaar van
onzen ty'd het voorbije als het eigene be
leven kan, maar hoogstens kunstige
stijlcopieën. Dat men zulk werk dan opdraagt
aan een jong schilder, die niets beters te
doen heeft, is ook al weer vanzelfsprekend.
Tot zoo ver is een geval als het onderhavige
evenmin van belang om publiek besproken
te worden als de beschildering van een
stoomcaronsse). Het staat op zich zelf ionder
eenig verband met het leven, en men kan
glimlachen om de armsaligheid van het bur
gerdom, dat in de kunst niets anders ziet
dan een gelegenheid om de werkelijkheid
te ontvluchten.
Maar wanneer een dergel uk geval voor
komt in den aanvang van een reeks her
vormingen, die pretendeeren tot de realisatie
van een der lieflijkste droomen van onzen
tijd, van ons leven te zmllen medewerken,
Waaneer een dergelijk geval wijd strekkende
consequenties medebrengen kan, dan is de
tijd gekemen om te waken en te waarschuwen.
Wel stumperig de mensen, die in de
verdediging der idee een subjectieve aan
randing ziet en op een herinnering om het
allerbeste niet te verloochenen, niets anders
weet te zeggen dan kijk naar je zelf."
VAN DIEDENHOVEN.
STEDENBOUW. Binnen enkele dagen ver
schijnt van de hand van den Utrechtschen
wethouder mr. J. P. Fockema Andreae een
geïllustreerd werk over den hedendaagschen
stedenbouw. In een zestal hoofdstukken geeft
de schiijver met gebruikmaking van de
omvangrijke literatuur, welke vooral in de
laatste jaren over dit onderwerp het licht
zag een overzicht van de uitgebreide en
moeielyke taak, welke in den tegenwoordigen
tyd op den stedenbouwer rust.
Na eenige inleidende beschouwingen, han
delende o.m. over de jongste geschiedenis
van het vraagstuk, worden achtervolgens
de verschillende zijden daarvan bezien, den
invloed en de beteekenis van de plaatse
lijke omstandigheden aangetoond, de voor
naamste viaagpvnten, die de hedendaagsche
stedenbouwer moet oplossen, onder de
oogenj gezien en eenige bladsijden gewijd
aan het instituut der z.g. tninsteden, waarna
enkele slotopmerkingen het geschrift be
sluiten.
Aan den tekst, welke ruim 100 bladzijden
groot kwarto formaat beslaat, zijn 87 af
beeldingen in lichtdruk, op zwaar karton
toegevoegd, van binnen- en buitenlandsche
stadsgezichten.
BBSÏBIJDINO VAN SCHADELIJKE LECTDUK. De
bekende uitgeverefirma Philipp Reclam te
Lsipzig heefc het voornemen om in verschil
lende plaatsen, voornamelijk d air waar geen
boekhandelaar gevestigd is, en verder in
hotels, restaurants, schouwburgen, scholen,
ziekenhuizen, wachtkamers, enz. het publiek
in de gelegenheid te stellen, door het plaatsen
stootend en trappend zonder naar de grooten
om te zien.
In het zwijgen van den man en de vrouw
vroeg vrouw Zjjpe: Waarom be'j verhuisd?"
We zijn d'r oitgezet," zei de dochter,
schuw naar den man op blikkend. ,,'Dè' was
te duur", trachtte ze dan te verbeteren, de'
was 'vaife en veertig stoivera... hier doet
't maar een gulden.., da scheelt..." Zjj stiet
met een feilen stomp een jongen van haar
weg, die zeurend om meer lekkers aan haar
arm stond te rekken.
Je het gehad... je het toch gastolen...
d'r was balkans niks meer over..." bitste
de vrouw.
Niewaar niewaarl" schreeuwde het
meisje, we hèw we toegekrege... kai-je zelf
vrage, awwe niet toegekrege hewwe..." De
tweede en derde jongen begennen mee te
schreeuwen en te lawaaien-, en tergend tram
pelen l met hatelijke grimassen de handen
uit te steken naar het zakdodje op tafel; zy'
stonden hun moeder op te jagen, en, onder
het beweegloos zitten en onafgebroken sma
lend lachen van den vader, dansten zij ein
delijk lallend en bulkend de kamer rond,
tot de vrouw het laatst gebleven lekkers
verdeelde en de kruimels op hun handen
uitschudde.
En nou naar bed... all&h l" riep de vrouw.
Zy opende de deur van de zolder en duwde
moeizaam de schreeuwende kinderen er door
naar boven. De gr jotmoeder was stil blijven
zitten, angstig, verontrust, wachtend en slee hts
hopend op het tweede bakje koffie, om
daarbij haar zuinig bewaarde koekje op te
eten. Doch op eens had een der jongens
van boeken-automaten, voor weinige pf
nningen goede, boven alle verdenking verhe
ven, en daarbij boeiende" boeken te koopen.
Daardoor wordt das ieder degelegenbeid ge
boden de dure kolportage-literatuur te mijden.
Elk der automaten zal steeds een dozyn
verschillende deeltjes van Raclam's niwnal
SMiothek ter keuze bevatten, waarvan elk
zal voorzien zy'n van een kroisband, bevat
tende een korte mededeeling over den inhoud
van het boek of bijzonderheden over den
schrijver. De werkjes worden achter glas
tentoongesteld, zoodat de kooper, na de ver
schillende mededeelingen gelezen te hebben,
het werkje kan kiezen, wat hem ket best
aanstaat.
Voorloopig zal alleen ontspanningslektaar
worden aangeboden, terwijl de verkochte
werken steeds door die van andere schrijvers
sullen worden vervangen, zoodat de automaten
telkens iets nieuws zullen aanbieden.
VICTOB Huao TE WATBELOO. Talrijk zün
de monumenten voor militaire helden en
regimenten, die aan den strijd deelnamen
opgericht op het veld van Waterloo.
Nu schijnt er een streven om op die slag
velden ook gedenkteekenen voor letterkun
digen op te richten. Er is n.l. te Parijs eene
beweging op touw gezet om daar een
gedenkteeken voor Victor Hugo op te richten.
Ia het comitédat zich daartoe gevormd heeft
hebben o.m. zitting Sarah Barnhardt, Rodin
en Maeterlinck.
PBIJSVEAAG. Aan het verzoek de termijn
voor inzending, die met l Maart eindigde,
te verlengen, hebben wüniet kannen voldoen.
De billijkheid jegens de inzender?, die op tijd
hunne bijdrage inleverden, verbood bétons.
Bovendien is de taak van de jury reeds
zwaar genoeg: er zijn, zooals men uit een
baricht op da eerste bladzijde gelezen heeft,
honderde feuilletons ingekomen.
InM ran TöMflei.
De FZa«»weft« id». Maart?April 1912. Van
Zadelhoff, Da Neder), legerwetten. E. D.,
Caïro. Edmond Verstrooien, Dnjfijs.
Dr.' Paul de Gottal, De tentoonstelling van
gezondheidsleer te Dreaden, Lod. Van
Hierop, De Rain-Levenbeweging. en*.
De Boekzaal No.2. Monegrafiën voor boek
en bibliotheekwezen, ter inleiding, H. E.
Greve, Een nieuwe wijze van aanbrengen
der signatuur op bibliotheekbanden. C.
Veth, Jongensboeken. M. H. van Campen,
Brieven over litteratuur IL
De Bibliothecaris No. 3. Wat is bibliotheek
wetenschap. Het antiquariaat III. Onse
vakbibliotheek. enz.
Set Theosophisch Pad No. 8. William Q.
Jndge, De begoocheling van'tijd en
ruimteLeerling, Een nieuwe Oermensch".
Ariomardea, De Zwarte Eeuw" H. Gorijn,
Intra-atomische energie. Marjorie Tyberg,
Raja Yoga en moederliefde. Leerling, Is
het christendom iets afzonderlyks ? enz. enz.
Leventkracht Ne. 3. D. Roskes, Waar en
welke zijn uw idealen? Wat ons volk te
slikken krijgt voor oog en oor en ziel.
Frans Coeckelbergï, Eene gelegenheid tot
ontucht enz. eng.
Vegetarische Bode No. 3. Onze toongevende
medici over vegetarisme I. K. Kuiper,
Vleeechetend Holland. Gravin M. Ceaaresco,
Seneca's vegetarisme. enr.
De Kevue der uitvindingen en Ontdekkingen
No. 11. Charles Dallery (1?W?1835),
Versljjten in het levensproces. Kolenladen
zonder stuiven. Da temperatmur van de
zon. Een beeld van den Oermensch.
Da bacteriën in dienst van het zoivelbedrijf.
De strijd tegen de muggenplaag. De zinnen
der planten. enz. enz.
He Nieuwe Tijd No. 3. J. H. Schaper, Het
tien uren-ontwerp der Soc. Democr. kamer
fractie (alot). J. Saks,
Programbeschonwingen. D. J. Wijnkoop, Nieuwe
strooMingen in China I. F. M. Wibaut, Vrij
handel en bescherming (slot). Dr. W. v.
Ravesteijn J r., Een vademecum van het
Reformiame. enz.
MUI ....... mi ........ ii ...... in ..... mm ..... m ....... m ........ MUI ........... mini "'"'»...... "'m ..... iinmiii
niiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiii
40 cents per regel.
BOUWT TlJHSPEET.
Inlichtingen by het bouwbureau ARTI",
aldaar.
DELAÜNAÏ BELLEVILLE
AUTOMOBIELEN.
Ho«fd-Ag«Mt TOOF
J. LEONARD LANo,
Stadhouderskade,
Hoofddepöt te AMSTERDAM: Kalverstr.166
K. E. DEÜSCHLE-BENGEB.
Piano-, Orgel- en Hozieithandel
meyroos <S? Halsboven,
ARNHEM, KONINGSPLEIN g.
Interc. Telefoonnummer 913.
VLEUGELS en PIANO'S
in Koop en in Huur.
REPAREEREN STEMMEN RUILEN.
Hei esi toetsende Me r h*
AUTO-GARAGE RENAULT. - FREDERIK HENDRIKLAAN 84.
's-GRAVENHAGE. Telefoon Schev. 1533.
Voor hartziekten, jicht, rheumatiek, zenuwen, ruggemergziekten,
acophulose, vrou wenziekten, bezoekt men, het door de geneeskrachtige werking zijner baden
beroemde
1911 34793 bezoekers, 474719 baden. Seizoen van 16 April tot 18
October. Drinkbron-, badzout- en moederloogverzending. Prosp. gr. door de
Kurverwaltang Bad Nauheim en het Interr. Verkeersbnr., Raadhnisstr. 16 bij het Singel, Amsterdam,
(ITALIAANSCHE MEREN). Schoonste Win
ter- en Voorjaar-verblijfplaats. 1ste kl. Hotel,
prachtig gelegen, met gr. Panorama. Kamer
vanaf fr. 4.?, Pension vanaf fr. 9.?. Eigen.:
C. CAMENZ1ND. Proep. gr. en fr. Intern.
Verkeersbureau Raadhnisstr. 16, Amsterdam.
Hotel Bristol.
zijn weg langs haar stoel genomen, en met
een kreun en een grijn»lach graaide hy naar
het schoteltje. Moeder Zijpe zag met
hevigspijtigen blik aan, hoe haar koekje gegrepen
werd en onmiddellijk weggestoken en
stukgevreten in den wild-lachenden mond van
het kind, dat met een scheut van zijn
zwenkende ly'f naar boven vluchtte. Zg zag
naar haar dochter, en al wat zij doen kon
was slechts even haar hoofd te schudden:
Die kinders toch," zei ze met een
machtelooze poging tot glimlachen. Het was haar
eenige voedsel sinds van morgen. Schuchter,
tersluiks, zag ze toen op naar den schoon
zoon, en vond op zijn gezicht wat ze in haar
angst verwacht had: een stillen, nauw ver
borgen lach van verheugenis. Moeder Zjjpe
voelde een trilling van vrees rukken aan de
stevigheid van baar mond.
Een oogenblik bieren zy nog sprakeloos
zitten. Dan stond opeens de van op.
Ik ga slape," zei-ie.
't Is alle avende vroeg bedtaid bai ons,"
verklaarde de vrouw naar de moeder.
Jan," sprak vrouw Zjjpe, knikkend.
Zjj keek een oogenblik onbeholpen om zich
heen, bangelijk, niet in staat tot besluiter.
Dm stond ook zij op. Denman had de
bedsteedeuren opengeworpen en was reeds bezig
zich te ontkleeden.
Ga je dan nog dór naar stad dan?" vroeg
de vrouw.
Moeder Zijpe zag haar dochter aan met
een blik zonder inhoud. Zy voelde zich
oveigaleverd aan den dwang, den greep, waarmee
de machtige tegenstand der dingen baar be
ving en voortdreef. En zonder iets a. israte
willen dan antwoorden op de vraag die haar
gedaan was, niets hopend en niets eischend,
veegde zij zich den mond af, en trok haar
doekje om de schouders.
Zoo waid a'k komme kan," verklaarde ze
eenvoudig.
Da dochter liet haar uit; schuw knikte ze
naar den schoonzoon. Zy zag, hoe hy reeds
byna geheel ontkleed, langs haar groet
heenblikte, en als een bliksem in haar lyf voelde
zy de verholen flikkering van nu plots open
lijker, verscheurend-honende verachting.
Gendag," groette de dochter kalm. Maar
flksch anhone dan, maar niet te wild."
Heimelijk bang voor wat er zou gaan ge
beuren, keerde zich moeder Zijpe om, en
knikte, zonder een woord.
Zy wilde reeds den donkeren avond
instrompelen, de rivier langs, om nog ergens
een stuk brood en een bos stroo te zoeken,
toen zij plots opschrok en staan bleef. Binnen
beukte een nitzinnig-woedende vuistslag op
de tafel neer, het glaswerk te rinkel stootend.
Ean vloekende en schreeuwende bek braakte
een geweld van opgekropten haat uit, in een
uitgescheurde drift die het krotje scheen te
zullen splijten. Moeder Zjjpe stond een kort
o ogenblik en beefde over haar gansene lijf.
Dan sjokte ze haastig heen, in de richting
van de stad.