De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 17 maart pagina 5

17 maart 1912 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

.vr No. DE A MS T E EDA MM E B WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. i.' ""f ** r~ MIJ. Da. CioriLM LÜIBI, da eerste gezanteobapsattaobé«. DeBepnbliak Uregnay heeft Mei. dr. Glooide Luid als wetenschappelijk attaehée aan haar gezant schap te Brussel toegevoegd. mtiiifiiNiimiiiiiiiiimliMiuimiiiiiiiiinimiiiiiiiiii «* J" (toojt DI BMBUCHX muTAim ScmueETTas). De couranten hebben in de laats'e dagen beriübten gebracht over het optraden der ?nfingectos, welka vele mcnsehen een aan1 staing gegeven hebban deze vrouwen te TAOordeelen in termen zoo hard en onrecht vaardig»dat ik my gedrongen voel enkele latten nit oe «esoWedenii dezer beweging te pablieeeren, die zeer seker als vertachtënde omstandigheden kunnen jtlelten. Deze bewe ging kan «t mag niet beoordeeld worden .naar haastig gecebrevea couranteaberichtea; zy moet bestudeerd, van aLe syden bekeken worden; men moet onderzoeken wat de aaateüende oorzaken tot dit optreden zyn ? env wteJÉehjtto moeite wil geven aal tot de hier een oordeal te vellen, want ik kan het geheel nog niet overzien; ik kan dit optreden betreuren, .doch ik moet toegaven dat ba* heel verklaarbaar te, dat "de Engelsche vrouwen haar geduld verloren, nadat zfl 60 Jaar lans; langs., wettigen weg om haar recht gevraagd hadden en mei* verkregen; dat de mannen iet gebeurde hadden kunnen voor komen doer den rechtvaardigen eisch der wouwen in te wiilijen; dat er antecedenten in»de Engelaobe geschiedenis zyn, die dit optreden sooat niet rechtvaardigen, toch bigrijpèiyk maken; dat de Regeariug door haar trouweloosheid de vrouwen tot het uiterste geprikkeld heef t. Blehler de feiten: ' ' ' De verkiezingsleuze van minister Asquith is: TaSfcttoèwithout renreaentatiqn is nulawfo). (Het is onwettig hen, die niet ver tegenwoordigd iya belasting op te leggen.) , TeJjkana^totswhCThaaltminiirterAtqutth dal de wiP van-bet volk zicb. uit door de IIIIIimMllltll UWWIMUMWHUMIIIMtlltMHlilMIINIIMH i*p "DB Vro*e voorjaar. t Ir al baart weer Pmben; de tijd dat 4»aatuu'vrienden ia 4e steden er aan gaan denken, eens naar batten te wandelen op hnn togen dag; aéa uw of wat tastenen de feUen -de* naar, nat nutte deanenboac^ of naar bet ri Hertje met «ij n wilgen ea tOpulieten j lagen h*t mldd*geten weer thufaj. Het v«**ja*r la vroeg baxotnea deseu keer, muntten* een halve maand eerder dan gewoonlijk; da Uatate ngdlge knanw die de vertegenwoordigen in het Lagerhuis en dat deze, wil geëerbiedigd moet worden. Bet is een Engelsen gebruik om op ver gaderingen den spreker door uitroepen en vragen, te onderbreken. De conservatieven doen het by de liberalen en omgekeerd. Zoodra de vrouwen het doen worden sii op cchandeiyk ruwe wjjie uit de saai verwijderd. Het Engelsche volk heeft het recht, door een der Stnarts verleend, om in een depu tatie van hoogstens 12 personen, lich direct tot den koning 100 als vroeger gebeurde en nu tot zyn plaatsvervanger den eersten minister téwenden, om ajjn belangen te bepleiten. 1832. Hevige onlusten breken uit. In Bristol warden eenigöopenbare gebouwen ia brand gestoken door een groep militant optredende menschen, die reeds sinds Jaren aangedrongen hebben op een geiyker ver deeling over het geheele land van de setels in het Parlement. De Begeering dient onmid dellijk een wetsontwerp ia. 1867. De arbeiden eisenen het kiesrecht. Ala da Kegeering niet aan hun verhuigen voldoe^ traden sf militant op. 1906. Door een lid van het' Parlement wordt een wetsontwerp voor steun aan werkeloocen, wegens groote slapte in de katoen industrie, ingediend. De conservatieve regee ring wil dit in den doofpot stoppen onder voorwendsel dat er geen tijd voor de behan deling' ia. De arbeiders in Manchestor treden militant op en nat ontwerp komt toch in behandeling. 186*. John Staart MUI dient aan wetsont werp voor vrouwenkiesrecht IE. ' 1868. De eerste Tereeniging voor Vrou wenkiesrecht wordt gesticht. Een venoektchrift met 1606 hanteekeningen wordt aangeboden 1866?1§79 worden 9000 verzoekschriften met ruim 8.000.000 handtoekeningen ten gunste van Vrouwenkiesrecht aangeboden. 1906. fiir R Qrey, de tegenwoordige Minister van Bnitenlaadache Zaken, houdt te Bireen verkiesingtred». Een werkman valt hem in de rede en wordt vriendelijk te woord gestaan. Bjj het debat vraagt Christabel Pankbnrst hoe de bonding der liberalen sal jdjn, indien ijj by de aanstaande verkiezing aan da regering mochten komer. De vraag b||ft onbeantwoord. Annie Kenney herhaalt de vraag. Weer geen antwoord. Samen her halen zy de vraag en werden daarop met ruw geweld uit de saai verwijderd. (Waarom?) Dit onhebbelijk gedrag van de zflde van 8ir E. Grty is aanleiding tot de stichting van de Women's Social and Polltical Union en tot haar militant optreden. 1906. De eerste Minister Campbell- Bannerman raadt kort voor zijn dood de leidsters van de W. S. P. U. aan militant op te tre den, by zegt dat dit de eenigste weg is om haar recht te veroveren. 1907. Februari. De W. 8. P. U. zendt de eerste deputatie naar Minister Acquith In het Pariemantsgebonw. Min. Aequith wei gert de vrouwen te ontvangen. Vanaf 1907 zendt de W. 8. P. U. 13 deputaties naar het Parlement, telkens wordt toelating ge weigerd, hoewel elke groep van mannen, die zich aanmeldt, ontvangen wordt. 1907. Mi». A quith verklaart uit naam der Bageering, dat vrouwenkiesrecht opgeIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItlll baast overwonnen winter nog aan gras en struiken gegeven heeft, is al weer vergeten. En misschien heeft die vinnig schurende remsctxoen van eind Februari nog wel goed gedaan. Als het zoo heelemaal geen /winter is geweest, zoo zeggen de menschen, dan loopt het verkeerd met den zomer; alles op zyn t]jd. Het ongedierte moet dood vrieier. Ik geloof er niet veel van, van die doodvriezerjj, van insecten tenminste. Er gaan door een langen strengen winter meer planten en insect eneter de vogels te j ronde dan insecten; die blijven juist in hnn veilige schuilplaatsen als het bar weer ie, en wachten, Beiger-Tlncht. (uit de HundltitKng voor Nat. Historie van Heimans.) nomen zal worden in het in te dienen ont werp tot wijziging der kieswet. . , 1908. Mr. Stanger, lid van het Lagerhuis dient een wetsontwerp in, dat beoogt het kiesrecht aan de vrouwen te geven op dezelfde voorwaarden als de mannen hebben. BJJ tweede lezing krijgt het een meerderheid van 178 stemmen. Dit is een duidelijke uiting van den volkswil, toch wordt het ontwerp niet tot verdere behandeling toegelaten. 1908. Min. AÉqnith herhaalt zijn belofte in 1907 gedaan en verbroken. 1909. December. Aan de vooravend der verkiezingen herhaalt Min. Atqnith zjjn be lofte in 1907 en. 1908 gedaan en verbroken. 1910. Februari. De suffragettes sluiten een wapenstilstand, nadat vele Parlementsleden beloofd hebben hun stem te zullen geven aan aan wetsontwerp voor vrouwenkiesrecht. 1910. Min. Aeqnlth zegt: wij willen de fouten van het tegenwoordige kiessysteem verbeteren, het kiesrecht mag niet aan zoo veel menschen onthouden worden. 1910. April. Sir I. Bof ns, lid van de Regeering zegt: de dagen van oproer zijn voorbij, wij behoeven geen toevlucht meer te nemen tot geweldplegingen en bloedvergieten, want wij hebben een uitgebreid stelsel vaa kiesrecht, waardoor ieder zQn wenschen kan kenbaar maken, (behalve da vrouwen). De Wetlmintter Oatette van die dagen schrift in een hoofdartikel: Toen de groote massa van het volk geen kiesrecht had, was militant optreden noodzakelijk om te toonen wat het wilde. Heden ton dage is het kiesrecht het wapen van den kiezer. (Aan da vrouw wordt dat wapen echter onthouden). 1910. Mei. Vorming van het Conciliation Gonunittee, (Comitévan verzoening) bestaande nit leden van alle politieke partyen. Dit C. C. dient een wetsontwerp voor vrouwenkiesrecht in. Er is alle tijd om bet in. behandeling te nemen, daar, wegens den dood van koning Edwara, de beslechting van den strijd tusschen Hooger- en Lagerhuis uitgesteld is. 1910. Juli. Bjj tweede lesing wordt het wetsontwerp met een meerderheid van 106 stemmen aangenomen. De ministers Lloyd George en Chnichill, die zich vcerstanders van vrouwenkiesrecht noemen,stemmen tegen, zij noemen het ontwerp niet democratisch genoeg. Naar aanleiding hiervan zegt de Manchetier Guardian, dat de democratische oplossing van een voorstel ongelukkig nooit de voorgestelde is. 1910. Juli. Lord Lytton, voorzitter van de C. C. schrijft aan Min. Aisqnith om hem te verzoeken den tijd voor de verdere behan deling van het wetsontwerp vast te stellen. 1910. Juli. Min. Atquith weigert schriftelijk, niettegenstaande al zjjn beloftef, en niet tegenstaande deze duidelijke uiting van den volkswil. Naar aanleiding van deze weigering van de Begeering oa de zaak verder in behanling te nemen, verwijt Ph. Snowden, lid van het Lagerhuis haar trouweloosheid, en wijst er op dat een dergelijk optreden de vrouwen tot militant optreden drijft. Ook andere Parlementsleden beschuldigden de Begeering van dubbelzinnigheid en oneerlijkheid, maar toch leggen allen zich bij het besluit neer. 1910. November. Er sijn opnieuw algemeene verkiezingen uitgeechrevex^JbaB den voor avond herhaalt Min. Aïqujth zijn belofte verstijfd, de betere tijden af. Ook de je op zachte winterdagen nooit veel insecten, alleen zulke, waarvan de larven in het water leven of als volwassen dieren overwinteren; deze laten zich foppen of verleiden door een winter zonnetje; muggen gaan dansen en een paar vlinders, kevert en lievenheerbeettjes vooral, die verstijfd in de schorsapleet of onder dor blad hebben gelegen, komen te voor schijn. Maar zoo gauw het weer kil of koud wordt, slapen ze weer in; de winterkonde doet se weinig kwaad. Veel minder dan de vogels; nog het meeste lijden de planten, die dadelijk reageeren op temperatuur. Dat zijn in den regel niet de wilde en by ons inheemcche gewassen. Meestal ook niet de boomen; als je elk jaar aaateekent wanneer de olmen en kastanjes bloeien, blad en vrucht krijgen, dan blijkt uit zoo'n Btatistiekje van enkele jaren al, dat de dat a zei den ver uiteen loopen; het geeft niet, of het, wat de temperatuur betreft, een vroeg of een laat voorjaar is. Maar er ay'n uitzonderingen. Dat bewijst dit jaar. De olmen by ons, in en by de hoofdstad ten minste, zijn vandaag, 8 Maart, al totaal uitgebloeid; leeggestoven zijn alle meeldraden en hier en daar zet zich al vracht; loos natuurlijk zooals de regel is. Ook de elzen zijn al leeg en van morgen op echoolwandeling vonden w\j de afgevallen kal jes van den zwarten populier, de lange roode rupeachtige slingertjes, langs den weg in de Meer. De jongens zeiden : Vol zaadjes." Zij bedoelden de roode knopjes tnaschen de lange witte plnisharen, de meel draden. Natuurlijk vallen alleen de manlijke katjes af, niet de vrouwelijke; dat zijn de katjes met de stamper?, die in vrachtjes moeten veranderen; als die ook afvielen, kwam er nooit zaad. Maar iets vreemds is er toch bij die afvallende meeldraadkatjes van den populier. Verreweg de meeste meeldraden hebbes hun helmknopjes niet een s geopend; ze xijn niet leeggestoven, zitten vol met het kostelijk bevrnchtingapoeder, waar de plant zooveel van zy'n beste lappen voor opefferf. Enkele andere natuurverschijnselen geven beter houvast b\j het vergelijken van de data van dit jaar by vorige. Zoo viel het nestelen en het eieren-leggen, of althans het begin van het broeden van de roeken, in het Oosterpark te Amsterdam, in dit jaar zonder eenigen twijfel twee weke n vroeger dan het gemiddelde van de laatste tien jaarHoe het met de reigers is gesteld, kan ik niet uitmaken, daar ik behalve in de laatste drie jaren, maar zelden reigers ban nest heb zien bouwen. Dezen morgen (9 Maart) waren er drie nesten volkomen gereed, n half klaar. Het zijn de gemeente-reigers van Amsterdam. Overal verjaagd, en gejaagd door al wat visecher is of viachwater wens cht te verpachten, hebben ze op Linnaens, de stadskweekery, een schuilplaats gevonden; zoo lang ze zich niet al te sterk vermeerderen, zijn ze er veilig; en zoolang kunnen wij ook in de E aast e omge ving van de stad hier en daar een reiger by de sloot zien staan. Vandaag hebben wy hun mooie vlucht met ingetrokken hals en ook de statige zwenkingen vlak boven ons kunnen volgen. Vliegmachinea" riepen de jongen?. Dat sneeuwklokjes op 8 Maart volkomen aitgebloed zy"n, komt meer voor, al is 16 Maart de gewone datum; maar de crocnssen zy'n gedaan in 1907, 1908, 1909, 1910 en steeds weer verbroken. Vier maal gedaan, viermaal verbroken. Is het wonder dat de vrouwen haar geloof in de goede trouw der Begeering verloren hebben? 1910. December. Min. Grey raadt de vrou wen al haar energie op 1911 te concentreeren, dan zullen zij seker het kiesrecht krijgen. 1911. April. Het C. C. dient opnieuw het wetsvoorstel ietwat gewijzigd ia. By tweede lezing krijgt het een meerderheid .van 168 stemmen. Niettegenstaande deze duidelijke uiting van den volkswil weigert de Begeering verdere behandeling toe te laten. 1911. Mei. Min. Lloyd George ontvangt een deputatie van het C. C. en zegt namens de Bsgeering, dat in 1911 geen lijd is voor de behandeling van het wetsontwerp voor Vrouwenkiesrecht, doch dat in 1912 een volle week en zoo noodlg langer daarvoor gegeven zal worden. De belofte wordt sehrifteiyk door Min. A. herhaald. 1911. October. Min. Atquith dealt mede, dat in 1912 een wetsontwerp voor algemeen mannenkiesrecht ingediend sal worden. Alle beloften den vrouwen gedaan, biyken dus valsch te zfln. Naar aanleiding hiervan htfien 4e suffra gettes de gesloten wapenstilstand op. 1911. November. Min. Lloyd George zegt in een rede te Batk, dat de Conciliation BiU nu getorpedood i», naar dat op het wets voorstel voor algemeen mannankiesrecht een amendement, mits op democratischen grond slag, ingediend kan worden. 1912. Februari. Min. Lloyd George zegt in -een rede in Albert Hall op een vergadering van de niet militante kiesrechtstrijdsters, dat bjjj spreekt uit naam van de Begeëring, doch zoodra serlense beloften van hem gevraagd worden, trekt hy bakzeil en verklaart niets te kunnen beloven, omdat er voor 1912 reeds zooveel op het programma staat. Kort daarna vindt de Begeëring wel ttjd om zich bezig te honden met de dreigende staking der mynwerkeri. Dit geldt een na tionaal belang naar het heet, maar Vrou wenkiesrecht is dat ook en zeker in niet mindere mate. Tont savoir, c'est tont pardonner. Ik ben overtuigd, dat het nageslacht dat geheel ob jectief deze zaak kan beschouwen, zacht ia zy'n oordeel zal zijn, het kan beter dan wij de motieven wegen, die deze vrouwen ge leid hebben. Ik zon ieder willen vragen: schort uw oordeel op, laat het aan den tijd over hier een vonnis te vellen en vooral beoordeel de Vronwenkiesrechtbeweging in andere landen niet naar het gebeurde in Engeland. De eiich van Vrouwenkiesrecht is rechtvaardig en bly'ft rechtvaardig trots het militant optreden van een groep vrouwen in een ander land. ? J. C. VAM LANSCHOT HVBBICHT. llllltllllllllflIlllllllllllllllltllllllllllllllllllllllllllllllllIllltllllllllllHIIIIHI ADDB^DBI. Hoedentpeld. In de Canadeesche hoofdstad Montreal heeft een ernstig ongeluk plaats gehad door een hoedepen, die gedragen werd door een jonge dame van goeden huize. Het dametje stond op het achteraalcon van een electrische iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHin er in dit jaar al weer bijsonder vlug by. Een verrassend mooi gezicht leverde tot vandaag toe het Bembrandtspleln op; de grasveldjes rondom het standbeeld stonden bezaaid met een menigte witte, gele en paarse croeusbloemen; vooral in den avond, onder de felle stralen van het electrisch Ucht, maakt dat een tooverachtig effect. Het groen lijkt veel dieper dan by dag; en de complementaire crocuEkleuren doen aangenaam aan naast het wit. Als van een paar met-elkaar-sprekende voorbij gangers de een onverwachts het crocusveld in het oog kry'gt, blijft die verwonderd staan en wijst den ander op de bloemen; de ge heele houding zegt: He, dat is mooi l Is het al zoo ver in het voorjaar ?" Het is nog zoo lang niet geleden, dat men alleen die onnataurlyke volgepropte crocnsbedden za?, in plaats van erocasvelden kooals nu, waar de bloemen los en vrij over het grasveld verspreid staan. Van de kleine zomervogels is er nog niet n gearriveerd. De wintergasten hebben nog het ry'k alleen, en die maken leven ge noeg. De merel vooral; het wijfje zit al op het nest en het zwarte mannetje schettert er druk op lop. Ook de ranglyster is vol op dreef en op de oude Ooster is er al een aan het nestelen; daar tinkelt het van den morgen tot den avond van de blauwe pimpelmeesjee. Straks, misschien van de week reeds, komt er de tjiftjaf by, het leuke piepeltje of maatslagertje, dan volgen ene! op elkaar de andere trekkere. Ka is er -nog bijhouden aan. Je kunt de boomvogels eigenlyk alleen goed onderscheiden, zoolang er geen bladeren aan de boomen zy'n. Als die komen, schuilen ze er te veel in weg en het wordt dan ook zooveel donkerder in park en boscb. Nu ziet men nog daidelyk het blauw van het pimpelmeepje; en van de koolmees het geel op de borst en de witte wangetje». Om vogels waar te nemen, moet men zich laten leiden door hun gelald. De ooren helpen ois er veel beter by dan de oogen; ten eerste ondat het geluid op grooter afstand te ondei scheiden is dan de vogel zelf; maar er is ook meer verschil in de klank en het rythme dan in den vorm van het lijfje. In de parken van de steden waar denneboomen willen leven, ia het leeren kennen van de kleine vogels in deze dagen al heel gemakkelijk. Er z^n er maar vijf, die overal voorkomen; dat zy'n de genoemde zwarte luster of merel en de grauwe lyster of zangly'eter; de blanwe of pimpelmees en de kool mees daar komen twee insecteneters by': het winterkoninkje met zy'n opgewipten staart en zy'n roffeltrillers, en htt boomkraipertje, met zijn kromme snavel, dat als een muis tegen den stam opkruipt; dan nog twee vinken: de gewone schild- of slagvUcb, die ieder onzer nog wel kent uit de kleine vinkeukooitjeg, die gelukkig uit den ty'd raken, en de groen vin k. Deze is ook een vink, wat den vorm van het lyf betreft; maar de enavel is veel dikker; de kleur is zooals de naam zegt, groen, geelgroen met heldergele strepen op de vlengela, een artistiek genuanceerd veerenpakjs; maar zoo mooi als van de vinkmannetjes in het voorjaar is het op verre na niet. Wie het treft een niet schuwen mannetjes-vink, een vryen vogel van heel naby te zien, die moet al zeer weinig gevoel voor kleur hebben, als de combinatie tram, wilde vooroverbnkken, om iets op te rapen, on stak toen met de lange, scherpe speld in het rechteroog van een bejaarde vrouw nit den werkmansstand, wat een ge ducht opstootje verwekte, en zelfs tot be toogingen aanleiding gaf, die het noodig maakten, dat ze onder poUtiegeleide naar huis werd gebracht Voor het arme slacht offer der moorddadige spelden waren de gevolgen zeer ernstig, want de spoedig inge roepen medische hulp kon niet anders dan vaststellen, dat het oog onherroepelijk ver loren was. Als een loopend vuurtje deed het voorval de ronde door de stad, en de zaak bleek een .sneeuwbal, die tot reusachtige afmetingen groeide. Er had een drukbezochte protestmeeting plaats in een der grootste zalen van de stad, en het resultaat daarvan was, dat eenr aantal dames uit de beste standen een Anti-Hatpln-league" oprichtten, die thans reed»meer dan vijfhonderd leden telt. . Een der eerste daden van dit genootschap ia geweest, dat het honderdduizend <plakaton heeft laten drukken, van reusachtige roode letten op een wit veld, waarop niets staat ala: Weg met de heedenpennenl" Dece plakaten zijn door het geheele rijk verzonden, om in de steden ep alle aanplakborden te worden bevestigd. Inmiddels heeft het genootschap een nieuwe vergadering uitgeschreven^ met het doel om . nit te maken, hoe voortaan de'hoeden aan het kaptel zullen bevestigd worden, nn de hoedenipelden in den ban zyn. Deze beraadslagingen hebben echter tot geen definitief besluit geleid. Door eenige oudere dames werd bet voor stel gedaan, era model kleinen hoed in te voeren met kin-banden. De Jongere generatie wilde echter van dese malgracieuse mode niets weten, en het voorstel werd met groote meerderheid van stommen verworpen. Aan een der leden, een vronweiyke instrument maker, is thans opgedragen, een soort knippen te bedenken, die binnen in den hoed moeten worden aangebracht, en die door een druk op twee knoppen, welke zich aan de buiten* z|de bevinden, als stevige vorkjee in het kapsel grijpen, en aldus den hoed bevestigen. De knoppen buiten aan den hoed kunnen dan tevens de prachtig bewerkte knoppen der hoedenspelden vervangen, en aan gratie en schoonheid wordt das niets te kort gedaan. JTWw. * Naar aanleiding van een merkwaardig dwergje, dat thans in Londen te kyk is, brengt een blad in de City een herinnering aan het kleinste paar mentenen, dat oeit geleefd heeft. Dete wonsaVen der natuur waren in 1880 in de Engelsche hoofdstad te kyk, en maak ten van daar uit een succesvolle reis door de wereld. Een Italiaansch meisje, Lucia Zarate, ver scheen toen als zeventienjarige jongedochter voor het eerst voor het publiek, dat haar n ongeveinsde bewondering niet onthield. j was niet voluit vijftig centimeter hoog, en woog vier en driekwart Engelsohe penden. Weldra maakte zy kennis met het ideaal haan harten, een schoenen jonkman, die zich .General Mite" liet noemen, en die slechts twee en een halve centimetor langer was lllllllimilllllUIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIHIIIHIIIIMHIHIIIIIIIIIIIIIIII van den vink hem niet by zonder treft; maar het meet helder zonnig weer zyn, anders is het blauw op den kop en den snavel grijs, en het zwavelgeel van de vleugels wit; de wynroode bont ziet dan bruin. Een paar jongelui, echte Amsterdammertjes, die van middag met my mee waren, stonden heel stil by een vink, die vergeefsohe pogingen deed de aandacht van een wijfje te trekken, zy had blykbaar geen oog voor zyn mooie pakje, wat ook wel geen nieuws voor een vinken wijfje cal zijn. Maar de Jongens vonden hem prachtig en noemden hem roodborstje. Vroeger heette het dat de Amsterdammers alle vogels vinkie" noemden, nn is het al zoo ver dat «y een vink voor een roodborstje houden, ondanks de mooie gekleurde wand platen, die ze op school zien. Zoo heel gek is dit niet, want 'de borstklenr van een roodborstje, Is veel minder rood dan van een vink. Waar behalve loofaont, ook naaldhont in de buurt is, komen by de gewene vogels nog in de eerste plaats voor: de goalhaantjes; onze kleinste vogel, op een afstand mnschgranw met een goudgeel streepje op den kop en een pan w-oog-vlekje op de vleugels. Overal verneemt ge hun jjselyk dan en hoog gepiep. En dan het roodborstje, dit drukke en makke prachtvogeltje is ook in een park zonder dennen, zooals de Amaterdamsche, niet zeldzaam. Maar by de coniferen hooren ze thuis; in den zomer ziet ge se in de stad nergens, evenmin als het baataardnachtegaaltje, dat de meeste menechen voor een musch houden; het diertje heet dan ook heggemuEcbje. Wie zyn liedje hoort of zyn puntige snaveltje ziet, weet meteen dat het geen mnsch i?, ook geen ringmnscb; want die heeft een bruin achedeltje en het heggemuscbje is geheel blauwachtig grijs, van zeer naby heel mooi, en uiterst eenvoudig. Even gemakkelijk als de vogels zy'n in deze week nog de wilde bloemen te determineerer. De witte en de purperen doovenetel bloeien al flink; ook het speenkruid dat licht voor een boterbloem wordt gehonden ; boterbloemen echter met zulke ronde of hoekige, maar niet ingesneden bladen groeien in ons land niet. Dan zult gy ook al witte bloempjes vinden, allemaal heele kleine tenminste de wilde. Vanmorgen plukten de jongens madeliefjes en vogel muur, beide heel goed in blad en bloem; dan het hongerbloempje, zoo nietig dat ge er licht o p trapt, sonder het op te merken. Het Maarteche viooltje kent iedereen en vindt haast niemand; behalve in da bloem-winkels, waar ze geen echte inlandsche verkoopen; maar van die verkweekte, haast onkenbare bloempjes met een Italiaanschen geur. Als het zoo zacht bly'ft als in deze week, moet ge eens op de byen en hommels letten; dan komt stellig ook het pracbtige wilde pefsbytje alt met zy'n vosklenrig glanzend manteltje om; als dat in de zon vliegt en de viooltjes opzoekt, kunt ge het gemakkely'k volgen op zy'n zweefvlucht; en treft ge het goudbronzen diertje op een lichtpaars wel riekend viooltje, dan hebt gy meteen de mooiste kleur- en vorm-combinatie, die er in het vroege voorjaar te genieten valt. Of er moest een atalanta bijkomen. E. HKUIANS,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl