De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 17 maart pagina 8

17 maart 1912 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

8 ' D,E A tt S TE B DA M MER W E E K B L A D V O O R N E JXE R LAND. Nö. 1812'.'. Xaigtlbtrg, GhHta»Mahkr. Het ia na de goede tftd om te aokifjven OTWT Willem Mengelberg, die al enkele jaren geleden een.nienwecoheppliigsperiode begon, waarin ztfn hartstochtelijk en daimocisch GUSTAV MAHLBB, naar een ets van Emil Orlik. .karakter tot volle uiting geraakte en tot opaerate, gulle effaaie van leven en muziek. Htf'ii «o wakker vaa g«oetdii/t m tchoonaa|| of tot bat goaiaio vaa afla wezen behoort 4* af «e BMMleepende macht bezit " vaiiiart het ook ia doa Wfcwaumeo. h| betoovert, te : bt aet beal»we»kt bfl als oen va»dw, mraa, dan gaaat.de muziek - ?^**£j^&JlF ***** *?* in "a«artl«4wS5WeTnwwr «en nietb *FH babeewohl atea en i»tcigalHkertfld ' impreaHol.!»* dat h|j de golving Mis aaotttweoaual det elfde cadans Bi woat sfla vertolker»onder to teeafoa vaa s?a phaBtaaUsch 'ad porieJ, doch «teut het do beteokoaia en motorische coaeopUe to verdaldetaae klank bovaait ham, ?9»«<lpl»jlaa «blak»«on gedeht krijgt ~"-t-J-"-T «B»verschiet van 2= if *, fc S, de compeelüe ia de efeweatratie ea doordringt «?om. «peten out die rlaaiiBea, terwijl men aa* 'J!»bewustzijn ontgaat, t.tMM»wfcrk, bezonnen en op vaa «eiiatie. Bet is bfl «alken te betreuren dat de muziekbeschoawing der aeathetikers, en hierin stemt d* wetejeviAg voor leligiense (katholieke) ea opeabare masiak eigenaardig overeen, dat beiden gekerkerd liggen en kwenen in het Terra! «ener tastende, bedachtzame en ach?aHoohtige eeow, het is te betreuren da «-die * nog im»«r bet dne-en-vierkwarU. moBOpoUaeeren, elk mathetnatiich erkatzOTMlkeQ en teder meester honen bttterheden of bittaraoete waardeering. weet dat Mengelberg niet weinig t* kampen had met dese schoonhddspaehters, eYahem ban eigen saehtaardighedea verwfltea aa haa eigoa panMbraxe elegieën van de, Poeh; er sfa andere dingen te schrijven Doodsmasker van Gtutav Manier. eb men wil enthousiasme gaarne anders niten al staat men dan weer voor het onbeschrijfbare. Zaterdag gebeurde de uit voering der Achtste Symphonie, Mengelbergs Zondagmiddag-program ma verraste met de Vierde, 's avonds werd de Achtste herhaald en de intensiteit van z|jn geest was straf genoeg om elke stemming te heffen tot haar hoogste uitdrukking, welke men geen oogenblik voelde in takken. En men kan niet kiezen tnsschen dese bewonderenswaardige reproductie», wanneer men den gloed der visie vergelijkt, de kristallen kiank en klaarte der Tierde en den oneindigen weerglans van de zonneliefde der melodie of de schroeiende koorlyriek van den Veni, Creator Spiritus Mengelberg gaf ze vol, krachtig, verlokkend beide, en ia hét gejuich (onmetelijk 1) der hoorden en vereerders van den kunstenaar, werd hu de Paraclitus, de aangeroepen e. Mahlef zag den mensen in eeuwigen jammer, in _ eenzaamheid, in jeugd in strüdgrage schoonheid, in. dronken wanhoop, in den sachten herfatavond van H leven, en deze gevoelens, die ook een, volgende eeuw rollen kwellen en ontroeren w|jl ze opdoomèn uit elke herinnering, smart en weemoed, liggen verstrooid over ijjaseven eerste gymphonieën; die stemmingen iïk verdrongen in de Achtste door de onverwinl|jke vreugde, jubel en vertrouwen. Dese klankea heerscbten vroeger in het lied der aarde, doch na de gloria's en gigan tisch»Amena van Palestrina kwamen M immer seldiamer voor, niemand weet waarom, Bach vond se niet, Beethoven eerst toen het ongeluk hem dwong tot ondergangof algeheele zelfverloochening, alleen deze gèsteltenia van ?UB sielalevcB hebben sfln epigonen nooit geïmiteerd»en men kan zeggen, ondanks de prometheoaiaohe pogingen van Berüoz in sfin vaandelmanchen en visicnnahe atiaatmuziek, dat Mahler de eerste is, die Beethoven's vreugde-hymne voortzet. Of net werk gebreken heeft t Misschien evenzeer alt de Mlata Solemnis van Beet hoven doch dit |jn dingen waarover- men BOK aiet «preekt bfl des* vierde uitvoering (München, Frankfort, Leipzig, Amsterdam) en waarover men waarschijn) jjk nooit «preken zal, omdat ia deze compositie eeae schoonheid roep», hare essence enkel daarait voort vloeit, daar behalve dat de techniek meester lijk is. Ea het koor, hoe het de muziek ook beheersehte en intensief voordroeg, zal een volgende maal aet werk nog veel .losser" weergeven, melodischer en golvendar; klaarheid en expressie zullen groeien, terwijl de zaag reeds beeft verrukt; er waren fragmenten, gelijk de&loria- finale die vertolkt werden met een duizelend lan, ea men voelde dat er niet alleen eeaa sensatie uit ging van de muziek, doch ook van koor; dit «nidam ea die spoatane weUgaeid, die tinteüng vaa verlangen en hartstocht, die vlugge opatnwJag van klank aa vrije rythmicohe vaart, galQk b.v. ook de herhaling vaa deaVeai iaartto, ea wüd wegsidderde,of zooals «opraaen «a altaa haa roaealied aeariedea.. zie, men ajteat zelf 10»% beetje beven fan aaaatto ea vwüatt ,z|ja- op da melodie, of knnkeren naar alting gel^k da dirigent. Die prachtige hoedanighedeB waren er ea ik bewonder ia te meer, omdat de worsteling met het cffort /want Mahler schrijft soms ongehoord moaUok) nog recent is, en er valt niet aan te twijfelen Of dit blijkt eea vol genden ken al ovarweaaea; die zwarigheid immers bestaat zelfs b|j de solisten en natuurlijk in sterker mate b|j het jongenskoor, dat machinaal geoefend moet worden. Boa muziek zelfi bfl knasteaaam" methode ia geworden, eeae foat waarvoor de doctri naire boeten verantwoordelijk «Dn, zag mea aan dan Pater extaticnr, wiens voordracht voor hetanf-und-abechwebendruitcbendeniet toegankel||k was «a Mengelberg,trachtte te vorgasfa haai er bevattelijk voor te makev. Eén goede stem overigens, maar Gertrud Forstel en Ottüie Metzger, de twee sopranen, bezitten tienmaal meer temperament, na* leve aanvoeling en bovendien haa magni fiek gelald. Ik wil lader dar zevea solisten niet bespreken, maar kan niet laten om: den. Lvriaoben teaer dar Italiaansche Opera (Nadal) even te vergeleken met dr. Folix Senios; twee tegenstellingen. Senins is het osagekeerde vaa een Italiaanschen of Franschen tenor, h|j is een Daitachr. Ik eet m|jn voorkeur voor warmen en weelderigea toon, TOOT gouden ea lachende kleur, voor Lyrische ingeborenheid op z^, doch verlaag dan dat de tegenoverstaande Daitscher als zoodanig redelijk goed ir. Wat i* echter een tenor mot oen register tot f? En Benin*, ronduit, loeit b|j g reeds als eea koe, terwijl man bfl hoogere attiques(l) riskeert om te vaüon. Men had hier Jac. TJrlas moeten nemen, die dat partijtje wel even zou instadeeren. Er ligt voor den musicograaph eene zeldrijkheid ia deze Achtste Bymphonie aa over polyphonie, harmoniek, stemvoering, orgel begeleiding, boege trompetten, tekst-exegese, niaawoa koontf^ de twee kwart-intervallen der Gloria-melodie, de rythmische construc tie vaa het heele tweede deel op de versmaat. van Allee Verf.angUche" over de tonaliteit der twee orkost-taaschea-van den Voai'Creator, de moüvlsche oenheid, etc. onuitputtelijk! kan h& artikelen op steller. Maar aet nut van dit alles bluft twgfelachtig omdat délevend»musiek bier alpha en omega ia; daarom staakte ik de analyse vaa het F»ust-tafereel. En ik sta even machteloos tegenover de impressie van den klank, want voor elke tinkeling dezer maziek verstomt alle woord. Ik kan n lederen speler van hot Goncertgebonw-orchest roe men, doch de uitdrukking en. kracht der melodieën niet duidelijk maken, zelfs niet ten naaste b|j. Men had Rodin's Mahlerbuste in de zaal moeten plaatsen met een krans, want de componist is dood, h|j verging in het lied' der aarde, de groote meester, en het smart me hem niet te kunnen eeren, want z|jn dood is jammerlijk, nu, w|jl die liebe Erde allüberall blühet anf im Lenz and giünt aufs nen allüberall, nnd e»ig blanen licht die Fernen..." Het is echter de gewoonte dat een mengchsteifr, voor h|j gecanoniseerd wordt! Ik benijd Arnold Sckönberg, de Oostenr|jksche Debussy, die hartstochtelijk schrijven kan (h|j draagt hem z|jne Harmonielehre" op, een zeer origineel boek): Dieser Mart y r er, dieser Heilige aüsste gehen, ehe er sein Werk anch nnr so weit gefördert batte, dass eresrnbig seinen Frenaden berlassen konnte. Ich batte mich damit begenügt, ihm eine Freude zn bereiteB. Aber hente wo er tot ist, wüosche ich, dass mein Bnch mir Achtung einbrlnge, damit niemand daran voiübergehen könne, wenn ich sage: Das Ut ein Crsnz-Grosier gewesen.' MATTHIJS VÏBMEULEN. Soms wilt ge, voor een 8childer|j van laraëls «taande, nu er eenzaamheid, en minder uitleggend détail dan h|j er op bracht en er op schilderde. De No. 7 en No. 9 van deze tentoonstelling bij Tersteeg: Schemering" en Het Einde van den Dag" 2yn bier-van voor mij duidelijke voorbeelden. In beide werken wordt beproefd de zachtmoedige, en toch 'lyrische eenzaamheid van een mensch in den avond gaand, weer te gever. En het is den schilder b|j deele gegeven dit te ver werkelijken. Met meer intensiteit aangezien, of soberder be*repen,badden beide werken echter gewonner.. Want de hutten die als het doel van den avond-gang op de schilderijen ge bracht z|jn, l|jken soms een toe-geven aan een minder begrijpend wezen (het publiek) dan waarnaar het overige van het werk zich richt. Het. insinneeren in schoonheid" wordt er door verminderd. Het lijkt, in werke lijkheid, alsof . de schilder zichself ver kleinde in dit toegeven, en ook in de realiseering van deze batten (sooals soma in de platte" pir ken die b|j schilderde) .de derde afmeting niet voldoende gaf. En, niet waar, m|)n vriendelijke volger, niets is meer te mijden dan toe-geven; het ver mindert de schat die nagelaten wordt door de besten. )*?;?;? i^ *r. ,, ,? - ,.-? ' " *'___JP r '-I 'S *? EEN CHBTIHCHX FOUTHKK FJBXKT. Bovenstaande potloodsehets werd oas gezonden door eea hier te lande vertoevend Chinee», die ia oen begeleidend iehr|ven de volgende verklaring geeft van z|jn politieke teekoniag: De overal opstekende onlusten, zoo werd m|j alt China bericht, z|jn voornamelijk door toedeen van de jonge Mandsjoe-prinaen ontbrand. Joanfjikay staat daar machteloos tegenover soolang h|j geen arootea finandeolea steun erlangt. Bot ia te weaschen dat dit spoedig gebeurt, want *an hen hangt op 't oogenblik hit wel en wee van Chiaa af. Ik «tel China voor door de Draak, want deze is niet, zooals men wel meent, het symbool der Mandfjoes, doch dat van ons land." Een eigenaardig werk is No. 6, hot Mans portret uit 18 S 7, ea het eigendom van den heer 8. Muiikant te Amsterdam. Zoo de datum hiervan juist if, was Israëls non zeer jong. Het werk heeft een zekere kracht, en hoewel de naam van Holbein hier b|j ge noemd ia geworden Itfkt bet m|j, in zijn realisme moer aaa de zwaardere werkwijze der Breughel'a verwant dan aan die van Holbeir, den Ijlen en atand-vastigen ichilder. Hot ir, ook om den datum" een der merk waardige zaken hier te zien gegeven. Om iets anders noem ik n No. 10 Naaistertje'' Voor eea open raam zit een meisje met den rug naar het licht. Het schilderij is vol van symmetrie. EB door deze, en door de verhoudingen dost bet in s|jn geheel (ea toch met met welke verschillen l denken aaa de Italiaansehe Madonna's. Er ia wellicht oen weinig gelijk .gevoel in. Maar wanneer ge zoo'n werk van G.orgione ziet: de Madonna met Franetsens en Liberalis ter weerazfjde van haar, of ge aiet een Bsllini, even eens symmetrisch, dan U daarin de in nigheid zeker niet minder, maar stellig en veel maal meer. Dit is niet te vergeten. De innigheid van een Italiaan is soms in oen Madonna die eener vrouwe en die eener Kor>ingin; en de innigheid van een der Fiesole wiegelt even diepzinnig eq, diepzin niger dan Isuë.'s intimiteit, ah een klare bloem op ranken, blanken, stenge1. Dit is altijd te bedenken b|j het oordeel dat wij uitgeven ala een met eigen beeldenaar ge ?lagen mant... Van de overige werken noem ik n: een schets van David en Saul (No. S); de «trljkstei" uft 18847; de Wandelaar; de zware Last" met de sterke evenwijdigbeid der vormen aan de basis van het schil derij; op weg naar huis, uit Juni 1911 met de lucht en het vreemde licht er in dat in de laatste werken van Israëls als een adieu eea teeken van het komend scheiden; te vladen ia; ten slotte No. 5 Moeder en Kind. ' Ook dese tentoonstelling gaf in de verte geen overzicht, maar ook zjj ia n «teen van het gebouw der waardeering en van dat van het definitieve oordeel voor ona. en ge gevoeldet dat wel, ala wij; het stille ziften van den Ttfd is bezig met Israël»; het werk wordt ge-wand ter eeuwigheid... E. van der 7en; S. Qaif. Knnatzaal Kleykamp. In een vorig artikel trachte ik j niet te bepalen, wat het gevaar is voor van der Ven. Deze schilder van bloemen, en strevend naar het te prijzen, zorgzaam modelleeren, moet zyn ontroering bewegelijk houden. Ik weet dat niets eenvoudiger te schrijven is ea nieta moeieljjker soms te doen. Want bet moot hem gaan, als ieder ander: op zekeren leeftijd moet een zucht tot stil. zitten en gedijen overwonnen worden; er ia voor ona allen altijd waarheid ia de bewe ring dat «e tteedi m «enig gevaar trmtig moeten leven. Het doet de persoonlijkheid niet alleen zich handhaven, maar het doet tevens den geest zich reppen tot nieuwe mogelijkheden en het winnen van deze ia weer de noodzake lijke verrijking... Het stilleven b|j van der Ven is m|j tot nu toe meer dan z|jn Landechap. De werke», van 8. Gaif die te ge lijk met die van van der Ven te eten ge geven z|jn, vertoonen weinig inventie, weinig vinding-vollekracht. In een kinderportretje Baby" is iets rechtstreeksch te waardeeren. PLABBCHXB»T. (Mart. Het Hoofdbestuur der Pad vinders organi satie vreest, blijkens een ingezonden stuk in het N. v. d. D., voor een afschuwelijk mis verstand door verwarring van de Organiiatie, met den fndrindeK-Bond", waar niet deze beginselen: het b|j de jeugd hooghouden eener anti atheïstische levensbeschouwing, gepaard met trouw aan den vont en liefde Voor het vaderland een van/ de fundamenteele kenmerken vormen." Zon niet alle gevaar voor afschuwelijk misverstand ver dwijnen, ala men de Organisatie eenvoudig noemde de Eerste Nederlandsche Antiathtïstische Levensbeschouwing Hooghou dende Padvindera Orgacitatie", en den Bond kortweg: de Eerste Nederlandgche C-mtraanti-atheïstiache Levensbeschouwing Hoog houdende Padvinders Organisatie?" * Volgena art. 28 van de Nieuwe Militie-wet wordt wegens broederdienet van elk aantal bioedera de helft, of, is hun getal oneven, de grootste helft vrijgesteld." Deze bepaling kan tot moeilijkheden aanleiding geven, in geval men het er niet over eens kan worden, welke van de twee helften de grootate i°. De arr. rechtbank te Haarlem heeft in den j are 1600 en twaalf, den vierden Maart, b|j vonnia verklaard... enz., dat er ten aan zien van den gedaagde sedert 19 October llllllllllllHIIMItUflIlltlHIIimiltlllllllfUIIIIIIIIMHIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIlllllllir 1903 rechtavermoediea van o verlijden bestaat, dat aan eiacheres wordt vergund een ander huwelijk aan te gaan, en eindelijk dat ge daagde zal worden veroordeeld in de koeten van het geding." Zon dit nu niet oen goede gelegenheid geweest «|jn het halveeringstyateem van de militiewet toe tépassea, en gedaagde op grond van zjjn precairea toe stand te veroordeelea in de kleinste rJMftr Te meer daar het vonnia eindigt we hadden het bijna vergeten met de woorden: De kosten z|jn nihil." * Het N. v. d. D. vertelt van een dame die t|jdig wist te besluiten. Reeds vór haar dood," schrijft het blad, stond het bij haar vast een gebouw te stichten voor dit doel." * Parlementaire manuren. De Minister deelt mode, dat w|j in afwachting van het rapport van den Rijkswater . Déberaadslagingen worden. geslo'.en." (O, D.) * De vertooning had een raizesnkaip," (ff. S. Ct.) De phonetiache spelling ia van ons. De welwillende lezer zal het woord besjUiseji", dat uitgevallen is vór een", ingevuld hebben. * Een kilometervreter. De Fiansche gezant Regnault ia te Fez aangekomen en zal over een dag of tien verder reizen naar Fes." (17. D.) * Van je vrienden... Beden overleed m|jn trouwe knecht Jan, die mjj 47 jaar goed en eerlijk ge diend heefr. K|ju heengaan zal mij een dan kbare herinnering blij ver." (Adv. L. D.) * Se wonderen der natuur. Te koop zeven jonge kippen met Haan (aan den leg)." (Adv. O. H. Ct.) * Hnwely'ks-Barean Fortnna", Jericholaan 506, Rotterdam. Voor de Dames een Dame aanwezig." (Adv. N. v. d. D.) Ja, maar daar komen ze nu eigenlijk niet voor. MimimilMllimiMmiMiiMil De uitgestrekte kolenstapelplaataen te Cardiff, zooals ze direct na het uitbreken der Engelache mljnwerkerestaking verlaten achterbleven.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl