De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 7 april pagina 11

7 april 1912 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

No. 1815 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 11 Het Standaard-Jubileum. (Aan Dr. Kuyper wordt voor De Standaard een groote som gelda gegeven, ter gelegenheid van het jnbileum.) Frankrjjk's luchtkolder. (Simplieiuimut.) Dus, onze toekomst ligt in de lacht? Ja, dat zjj geen grond onder de veeten heeft, weten we al lang. Moeder Vrijheid. (Post-Ditpatch.) In tijd van Kolennood. (Humor. Lisiy, Praag.) VEERTIG JAREN IN HET BBLOOFDE LAND. Verzachtend. (Lwtige BliU'er.) Theologische wijsheid. (Jugend.) De Eogelechen hebben een middel gevonden om de steenkool te ver van gen. Emile hadden ze gevraagd, müte vertellen, dat mijn man dood gevallen was, om mg voor te bereiden, want Emile stottert. De pastoor heeft gezegd, wie zich na zijn daod laat verbranden, komt in de hel. Maak geen gekheid! Wat kunnen ze in de^hel dan nog aan hem ver branden? 22e Jaargang. 7 April 1912. Redacteur: RU D. J. LOMAN. 36 Heathstreet, Hampstead, London N.W. Verzoeke alle mededeelingen. deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. No. 1190. Kohtz en Kockelkorn. Mat in drie (3) zetten. a b c d e f g h Wit Kal, Dg2, Tg7, Rh3 en dé, Pf2 en f4; höen h6 = 9. Zwart Kfö, Dc6, Rel, Pf3 en eö; b4 en b.7 = 7. Oplossing van No. 1189. l Rh6 ens. Opgelost door ds. R. de Haas, Winsum; B. S. Schortinghuis, Noordbroek; Joh. Eelman, 'a-Hage; B. v. Weesep, Daventer; W. Verschoor, Nijmegen. UIT DE SCHAAKWERELD. Dr. Parus vertoeft op' t oogenblik te Londen; hij speelde Dinsdag j.l. in de Hampstead Chess Club 20 partyen simultaan. Uitslag: 8 gewonnen, 3 verloren en 9 remise. De redacteur speelde twee vrye partyen met Dr. Perlis, verloor de eerste en won de tweede. W|j zagen met genoegen uit 't hier over genomen artikel- van dr. O Hand in Utr. Dagbl. dat onze bemoeiingen in zake de groote match door sommigen op prijs wordt gesteld. NEDERLAND CONTRA ENÖELAND. Onze landgenoot L. van Vliet geeft in zijn Schaakrubriek in de Hertford Timet zjjn mis noegen te kennen over het feit, dat Rud. Loman niet voor Nederland mag meespelen. Hjj segt o. a.: de heer Loman mag niet mee doen, omdat hij in Engeland woont, een beiiiasing, die niet alleen onbillijk is tegen. over den heer Loman, omdat juist door zy'n toedoen de match tot stand is gekomen, maar bovendien ongerijmd; immers voor Nederland mag de heer Loman niet uitkomen, omdat hij Engelschman is en voor Engeland mag hij niet spelen omdat hy geen Engelsch man ie." Wy zijn het met den heer van Vliet in zoover eens, dat men inderdaad in de aller eerste plaats aan Loman's energie bet tot stand komen van de match met Engeland te danken heeft en, dat men Loman daar voor wel een bewijs van waardeering hal mogen geven, door hem bijv. te verzoeken of hy, indien n der Nederlandsche spelers verhinderd mocht zijn, in diens plaats voor Nederland wilde spelen. Verder echter meenen wy te moeten opmerken, dat het in ons Nederlanders alleszins begrypelyk is, dat wij ons land het allerliefst vertegen woordigd zien door landgenooten, die in Nederland wonen, terwijl de heer Loman al sinds jaren in Londen z\jn woonplaats heeft. Het is dus de eigenaardige positie, waarin de heer Loman verkeert, die oorzaak is, dat wühem in ons team moeten missen, en nooie missen, immers door zy'n schaakkracht kwam hem de vierde of vijfde plaats in ons team toe en zou bovendien een zwakker speler kunnen afrollen. Da heer Loman honde zich intasschen overtuigd, dat men in het schakende Nederland zy'n rnstelooze be moeiingen, die tot zulk een schoon resultaat geleid hebben, hoogelyk waardeert. Utr. Dagbl. Wij voegen hieraan toe dat, bij den tegenwoordigen stand van zaken, Holland 't best zonder ons kan stellen. Enkele der Eagelsche spelers hebben er geen bezwaar in gezien op 't laatste oogenblik, nadat alles geregeld was, hmn toezegging tot deelneming in te trekken. Nadat van Burn en Blackburne een weigerend antwoord was ontvangen, werd de hulp van de sterkste spelers van Schotland en {Ierland ingeroepen, doch ook de Schotten konden aan de dringende roepstem geen gehoor geven en van den Ier Cole was hedenmorgen (3 April) ?nog geen antwoord ingekomen. Da eenige spelers waar nu nog op te rekenen valt zy'n: Atkins, Yates, Blake, Thomas, Michell en Sergeant. Om 't achttal compleet te maken zijn gisteren door mr. Herven Fisher drin gende brieven gericht tot de volgende Londensche spelers: Allnntt, Uber en Maas. Mocht Cole bereid gevonden worden, dan zal ten minste % van 't Eng team uit cable-matcb. spelers bestaan. De belangrijke verzwakking die 't Eng. team ondergaan heeft, zal onge twijfeld de spanning verhoogen; krachtsver houding der beide teams is nu ongeveer gelijk en de uitslag ia niet langer een uitgemaakte zaak. mMiiiiiimiiHiiiiiiMiiiiMMMiniiiiiimMiiiMiHiimiMmiimiimiMiiiiiimMiiiiiminiiimMMiiiiiiHHH Blake en Thomas speelden een match om Ie en 2a prijzen in 't Kampioenschap- tornooi der City of London Club. Da eerste party' werd remise, Blake won daarop 2 partijen en daarmede 't Kampioenschap voor 1912. De algemeen geachte president van den N. S. B. is op 46 jarigen leeftijd te A'dam overleden. De heer Peekema was sedert 1910 voorzitter van den bond en zy'n heengaan is een gevoelig verlies voor 't Nederlandsche schaakleven. In een sanatorium te Ramsgate is de vorige week overleden de hetende Engelsche schaker H. W. Shoosmith. Zy'n grootste succes behaalde hy in 1904 te Londen, toen by met Blackburne en Gnnsberg 3--5 prijzen deelde (Napier I, Teichmann II). Hier volgt een mooie party van San Sebastiao. VIERPAARDEN SPEL. Wit. Zwart. aron Niemzowitsch. Dr. Ju'. Perlis. 1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 S. Pc3 Pf6 4. Rb5 Pd4 5. Ra4 Pf3:f 6. Df3: Ee7 7. Dg3 0-0 8. De5: Te8 9. Df4 Rb4 10. f3 Natuurlijker lijkt ons eö, De7 11 d4 enz. 10. b5 Een tweede pionnenoffar. 't Zwarte spel wordt hierdoor aanmerkelijk bevrijdt. 11. Rb5: c6 12. Ra4? Hierdoor geraakt wit in allerlei moei? lijkheden. Re2 was de zet, op do kon dan e5 volgen. 12. Da5 13. Rb3 Ra6 Belet O O en d3. 14. Pdl Een erg gekun stelde verdediging; maar wat moet wit doen? 14. d5 15. Pf2 c3 dan de4: 16 cb4:, ef3:f «nz. 15. de4: 16. fe4: -Ec5 17. c3 Rf2:t 18. Df2: Te4:f 19. Kdl Ed3 Wit komt nu niet meer vrij. 20. Df3 Zw. dreigde Dh5f. 20. Re2f 21. De2: Te2: 22. Ke2: Dh5f 23. Kf2 Dföt 24. Ke2 TeSf 25. Kdl Pe4 Wit geeft op. Q ?i m 9e Jaargang. 7 April 1912. Redacteur: J. DE HAAS, Graaf Florisstraat 152, Amsterdam. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende aan bovenstaand adres te richten. ONZE CURSUS." De dam. Wederom zullen wy ons met den dam bezighouden, die nog veel meer eigenaardig heden bezit, dan wij reeds bespraken, die zelfs zoozeer in werking verschilt met de schijven, dat er vele, ja zelfs sterke spelers zy'n, die hoewel uitmuntend de strategie der schyven begrijpend, toch in het spelen met den dam zwak zy'n. Ter illustratie onderstaand voorbeeld. z.?. Stand. Zwart l schijf op 37. Wit l schijf op 15 en een dam op 2. (Zie diagram.) Een hoogst merk waardig voorbeeld om de rol die de dam er in speelt en desamen werking, die tnsscben dam en schijf ontstaat. Naar deze zoo noodige samenwerking moet steeds gestreefd worden, want eendracht maakt macht. Beschouwen wüden stand nader, dan bly'kt al dadelijk, dat de zwarte schy'f niet van dam te honden is en direkt bij de damlijn staat. Het is echter lang niet hetzelfde wddr zwart dam neemt; gelukt het deze op 48 dam te balen dan is deze voor wit on bereikbaar, daar in de lijn 25 tot 48 geen witte schijf staat. Wit moet daarom voor komen, dat zwart over vak 42 speelt. Hier voor heeft wit maar n zet en wel 2 op 24. Zóvele velden zy'n ter beschikking van den dam en toch leidt slechts n tot winst. Men zon dit de sleutel van de positie kunnen noemen. Zwart heeft nu slechts n zet en wel 37-41. Wit beheerscht met zijn eerste zet de baan 15 tot 47, zijn tweede zet 24 19 is een dwingende zet, daar deze zwart tot 41-46 of 41-47 dwingt. Op 41-46 vervolgt wit met 19-5 en zwart is vast gezet. Op 41 47 vervolgt wit met 19 24 zwart 47:20, wit 15;24. De witte dam ontwikkelt een ge weldige kracht op veld 19, met zy'n dreiging naar beide zijden. De rol die de dam in dit kleine voorbeeld speelt is eenvoudig «n toch zeer leerzaam. In het volgende voorbeeld zien wy den dam in zijn verwoestend optreden. Haar Benjamin. iiiiimmjimMiuiiililHimmiitiiiimiiimiimiMiiiMimiiimMiiiii Stand. Zwart 6 schijven op 8, 9; 12, 16, 19, 34. Wit 6 schijven op 22, 27, 28, 32, en een dam op 49. (Zie dia gram.) Wit kan nu door een leuken slag winnen en wel op tweeërlei wijzen. w" Da eerste is als volgt: Wit 22-17, zwart 12:21, wit 28-23, zwart 19:37, wit 49 43, zwart 21:32, wit van 43 over de velden 21, 3, 25, 48 tot 26, en slaat 5 schijven. Wit kan ook nog als volgt winnen: wit 22-18, zwart 12:23, wit 27-21, zwart 16 38, wit slaat van 48 over ongeveer dezelfde ruiten tot 43. Zwart slaat dan van 23:32 en wit van 43:21. Wit heeft nu eveneens 5 schyven geslagen, maar niet in eenen slag. Dit voorbeeld geeft een juist denkbeeld van de verwoesting, die een dam ook dór middel van slagen kan teweegbrengen, hetgeen zich ook wel tegen den bezitter keeren kan. De volgende week eenige voorbeelden hiervan. VAN ALL^S WAT. MATCH WEISS?MOLIMARD. (vervolg.) Hierby nog een fraai eindspel van Weiss tegen Dnssaut. WEISS. ZWART. WIT. DUSSAUT. Zwart aan den zet maakt remise als volgt: Wit 45:15 27:16 15-4. Zwart 30 34 16-21 2-30 3u:37. Met niet te verhinderen remise. Moei geipeeldl Offert 3 schijven en maakt remise. (Wordt voortgezet.)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl