Historisch Archief 1877-1940
1816
TYT?
D L
A°. 1912,
WEEKBLAD VOOE NEDERLAND
Onder redactie -vsm.
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
. HL :F. L. wrEssnsro-.
Uitgevers: VAX HOLKEMA & WARENDORF, Keizersgracht 333, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden ? 1.50, fr. p. post / 1.65
Voor Indië per jaar, bij vooruitbetaling, mail , 10.
Jfronderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar ..... v 0.12'/
Zondag 14 April,
Advertentiën van l?5 regels ? 1.25, elke regel meer. .
Advertentiën op de finantieele- en kunstpagina per regel
Reclames per regel
/0.25
.0.30
,0.40
INHOUD:
VAN VESRE EN VA.N NA.BIJ: Regout
en de H. 8. M. Frausche
bevolking?corgeo, door JohandeZeenw. E m Staats
commissie aan bet werk, door dr. R. A.
KolléwiJD. FEUILLETON: Hoe Filibert
de Bléconrt tot een cynicus werd, door J.
EvertP. KUNST EN LETTEREN: Met
Toonkntst naar Frankfort, door Balthazar
Verhagen. Een nagelaten werk, van
Adriaan van Ooidt, beoordeeld door Frans
Eren B. Napoleons Moeder, door P. M.
Westra. BERICHTEN. INGEZON
DEN. VROÜWENRUBRIEK: Tutti Frutti,
door N. Mansieldt-de Witt Hnberts. Volks
zang, door Herman Soijder'. ALLERLEI,
door Allegra. UIT DE NATUOR, door
E. Heimans. Herinneringen aan Vincent
van Gogb, met af b., door Anton
Kersaemakerg. De Darabebouwing, met af b.,
door J. de Grny'er. Donatello, II, door
Jast Havelaar. Tentoonstellirg in 't
Modelbnis, Keizersgracht 734, met af b., door
W. Stepnhcff. CBARIVARI.
FISANCIEELE E* OECONOMISCEE KRONIEK,
door v. d. M. en v. d. 8. Bneven van
Oom Jodocw. D AM SP KL. SCHAAK
SPEL. ADVERTENTIËN.
Regout en de H. S. M.
Dit opstel zou tot ondertitel kunnen
voeren: Bcmvard et Pécuchet, of De
,eene Hand waseht de Andere schoon.
Er is zooals men weel een wetsontwerp
ingediend tot bekrachtiging van nadere
overeenkomsten met de Staatsspoorwegen
en de Hollandsche Ijzeren
SpoorwegMaatschappij, betreffende de pensioen
regeling van haar personeel".
De trage e van de wij «e waarop de
H. S. M. zich in dezs zaak, naderhand
door dei heer Minister van Waterstaat
gesteund, tegenover haar personeel heeft
ge- en mis-dragen, zij hier geboekt. En
aan de reeds oude historie ervan zij
vooraf herinnerd.
Dan len Januari 1845 werd het pen
sioenfonds1' opgericht van de Hollacdtche
Uzeren Spoorwegmaatschappij en hier
mede werd aan het betrokken personeel
natuurlijk een heel groote dienst bewe
zen. Wij spreken met voordacht van het
betrokken personeel", omdat nog niet */4
gedeelte lid was van dit pensioenfonds,
immers alleen waren lid de ambtenaren,
machiiiistjn, leerling-machinisten, en de
conducteurs. Het overige personeel werd
waarschijnlijk met het oog op diens nóg
lagere bezoldiging niet in dit fonds op
genomen, maar out dag eenvoudig, als
de tijd daar was, een pensioin, dat net
als het p-nsioen van het minder
nooddrufcig '/4 gedeelte, naar rato der in
komsten en dienstjaren berekend was.
Als bijdrage werd door de
deelgenooten" slechts 2 pCt. betaald, een
veel te luttel pircen age natuurlijk om
deugdelijke basis te vormen voor een
pensioenfonds.
Hit betrokken personeel zag dat in, en
hetfc meerdere malen der d rectie om
inlichtingen verzocht, maar steeds was
ten hardnekkig stilzwijgen hierop het
antwoord.
Toen nu na de staking van 1903 door
de reg ering o.a. het instituut der
Groepsvertegenwoordiging" werd inge
steld, welks taak het in den vervolge
zou zijn de wenschen en bezwaren van
het spoorwegpersoneel met de betrokken
directiëa te gaan bespreken, opdat
voortaan langs minnelij ken weg" vogr
de geschillen tueschen directie en per
soneel een oplossing zoude kunnen ge
zocht worden, hebban ook de door het
personeel gekozen groepsvertegenwoor
digers der belanghebbande groepen
eetracht zich wetenschap te verschaffen
omtrent den stand van zaken van het
pen sieren fonds, steeds echter zonder
resultaat
Uit dit alles bleek, dunkt ons, vol
doende, dat de directie onder geen voor
waarde het personeel met het pensioen
fonds zich bemoeien liet, en nu lag,
zooals men begrijpt, juist in deze manier
van optreden per slot voor dat personeel
een zekere geruststelling; het kwam
nu immers tot het volgende oordeal: wij
weten htèl goed, dat onze bijdrage voor
het pensioen te gering is, wij hebben
der directie om openbaarheid in zake
het pensioen fonds en zijn draagkracht ver
zocht, s t eed j heeft ieder gepensionneerde
op tijd het hem toekomende pensioen
ontvangen, dus komt de verantwoordicg
in deze materie eventueel geheel voor
rekening der zoo machtige directie.
Zoo dacht men tot in December 1909.
Toen kwam, als een donderslag bij hel
deren hemel eene circulaire de
deelgenooten verrassen, waarin werd medege
deeld, dat het fonds op den duur niet
aan de verplichtingen zal kunnen voldoen
zonder aanmerkelijke verhoogiag der bij
dragen zoowel van de deelgenooten als
van de maatschappij".
Er werd in dit markwaardige stuk o.a.
den leden het voorstel gedaan f maar
eens eventjes 7 pCt. te gaan betalen en
het pensioenfonds in stand te houden
f zonder eenige schade voor henzelf
het pensioenfonds te ontbinden en dan
2 pCt. op te brengen in plaat s van
l pCt. (zooals men tit vór het verschijnen
dezer circulaire deed) voor het
ziekteondersteuningefonds: De deelgenooten
zouden dan in den vervolge evenals het
andere personeel uit de baten der
spoorontvangsten gratis worden
gepensioaneerd.
't Valt te begrijpen, dat deze pensioens
circulaire onder de betrokkenen heel wat
beweging en ontroering bracht. Zaven
procant betalen was waarlijk onmogelijk
voor zooveel minimumlijders, die juist
sedert j aren vroegen om salarisverhooging.
Pensioen voor niets... zeker maar kon
het wel ernstig gemeend wezen, en zoo ja,
wat zat er achter?
Met een angstig hart, waar hier een
zózonderlinge en ingrijpende keuze
gesteld werd, spraken zich alle voor
malige deelgenooten" (op n na) voor
de liquidatie van het fonds uit en deden
das afstand van hunne rechten daarop,
tegelijk daarmee aanvaardend de
gratisverzekering.
Hoe allerz mderlingst dit heele geval
zich voordoet, wij willan beginnen met
aan te nemen, dat tot dit oogenblik toe
de directie in deze delicate quaeatie ter
goeder trouw is geweest, dat zij werke
lijk gedacht heeft op deze manier den
deelgenooten van het pensioenfonds een
dienst te bewijzen. Zij had dan echter
buiten den waard, in dit geval buiten
de Règeering gerekend.
In de in 1890 tusschen den Staat en
de Spoorwegmaatschappijen geslo'en
overeenkomst is o. a. ook de bepaling
opgenomen, dat büeveatueele naasting
de Staat dezelfde
pensioens-verplichtingen op zich neemt, welke de maatschap
pijen tegenover haar personeel hadden.
Hieruit volgt, dat, bleef dize nieuwe
regeling gehandhaafd, zooals ze tusBchen
Directie en Personeel was tot stand ge
komen, de Staat bij mogelijke overname
het geheele H.S.M.-personeel uit de gel
den der sp oor-ontvangsten zou moeten
pensionneeren.
De regeering ging met deze nieuwe
regeling niet accoord. Dit 'zou, zoo niet
te b II ij ken toch te bagrijpea zijn, indien
de Rageering dan ook veel eerder haar
protest had laten hooran ] Het overgroote
deel van "het H. S. M.-personeel genoot
immers al sinds jaren gratis-pensioen!
Het drie-kwart gedeelte ervan l
Toen in 1890 de bovengemelde overeen
komst tusschen Stiat en Maatschappijen
bfklotken werd, wist de Regeering im
mers dat zij bij naasting dit overgroote
deel gratis te p-nsionneeren kreeg!
In Msi 1911 bereikte dan den
oud-deelgenooten eene iiieuwe circulaire van de
directie, waarin o. a. werd medegedeeld,
dat het peraoneel voor pensioan bij te
dragen had:
a. eene afloopende korting op de be
zoldiging, en wel het bedrag van
elke verhoogin? van b3Z3ldiging,
telkens gelijkmatig over vier jaren
verdeeld;
b. eene doorloopende korting op de
bezoldiging van 3 pOt.; voor het
met ingang van l April 1911 of
later aaniesteldepersoneel van 4pCt.;
c. eene doorloopende korting op de
bezoldiging van ten hoogste l pCt.
indien eene verbetering van de
weduwe- en weezeopensi oenen, waar
toe de maatschappij binnen vijf
jaren een voorstel aan de regeering
zal doen, tot stand komt.
Zoo iets te ontvangen a's men nauwe
lijks van zijn salaris kan laven en juist
een toezegging gekregen* heeft, dat men
voortaan gratis zal worden gepen
sionueerd, is zeker allerminst verkwikkend.
Zulk een circulaire te zenden, als men
aan '/4 Tan zijn personeel hetzelfde
gratispensioen beloofd heeft, dat het
overige 3/4 sedert jaren ontving, is zeker
allerminst behoorlijk.
De Directie gevoelde wellicht dat er
iets niet in den haak was. Het bes'uit
te nemen, de kosten van haar cot niet
met de Regeering zelve te dragen, kwam
natuurlijk niet in haar op. Te zeggen:
laat voor het nog aan te nemen perso
neel deze nieuwe regeling gelden, maar
de kosten ervan voor hen, die reeds in
dienst wsr jn, toan wij onze belofte deden,
dragen wij natuurlijk zalf, was voor die
Directie blijkbaar al te rechtvaardig.
Zij trad op da volgende elegante wijze
op: Zij vroeg haar personeel of het van
de gratispensioenbelofte afstand wilde
't Spreakt van zelf, dat de oplossing
van dit vraagstuk voor velen een moei
lijke en pijnlijke zaak was.
De directie had gratis pensioen beloofd,
de Minister Tan Waterstaat was hier
tegen, das", redeneerde men, wat zal
da Regeer ing doen, wanneer na eventueele
overname door den Staat het aan de
beurt zijnde personeel gepensionneerd
wordt?"
Men kende algemeen de lijdensgeschie
denis (en dat men hiermede bekend was
wist eene slimme" directie!) van het
voormalig Ned. Rijnspoorweg-personeel,
waarvan de meesten binnen enkele jaren
pensioen-gerechtigd zullen zijn, m mr
wier behoorlijke penaionneering zelfs
thans nog in de lucht hangt.
't Was bekend, dat die menschen «He
mogelijke zeilen hebben bijgezet om toch
pensioenszekerheid te verkrijgen, maar,
dat tot op heien feitelijk alles vergeefs
geweest is, en dat, als za misschien toch
mogen slagen, dit feite'ijk te danken zal
zijn aan hun betrekkelijk gering aantal
(plm. 40). waardoor da Staat te hun
nen aanzien niet op groote lasten zal
komen.
Zoo kon in de Tweede Kamer een der
leden dan ook zelfs uitroepen dien
menschen hun zin maar te geven, om
van het gezeur af te zijn".
Zo»iets zou natuurlijk nooit kunnen
gezegd worden, wanneer 't aantal der
b langhabbenden, zaoals dat der
ouddeel genooten van het H. S. M. pensioen
fonds, bijna honderd maal grooter is.
En daarom oordeelden de betrokkenen,
zij het dan pok met de dood in het
hart, dat hier vór alles zekerheid ver
kregen moest worden.
Zekerheid voor bun?,onden dag, waar
mede door een Directie zonder rechts
gevoel, maar met koopmansslimheid, een
onwaardig spel werd gedreven!
Da verschillende vakvereenigingen
kwamen in actie. Da groepsvertegen
woordiging, bet anemische
Regeeringskind, werd bij de Directie ontboden en
mocht over aan te brengen wijzigingen
wat batreft de penaiosnsquaestie zijn
meezing zeggen: maar de nieuwe
r*geling lag reeds gedrukt op tafel! Toch
scheen de Directie nog welgezind wat
te doen'1! Bij den aanvang eener twee
weken na de Mei-circulaire gehouden
vergadrring van oud-deelgenooten ont
ving de voorzitter bar<cht van de Directie,
dat zij eene tegemoetkoming kon geven
in de afl lopende korting! De vergade
ring wist waarlijk niet meer wat te
doen: Moest ? zij aan da eens gedane
be'ofte van gratis-pensioen vasthouden,
of mo<?st zij liever de zoo bezwarende
cieuwe regeling aanvaarden ? Da voor
zitter durfde geen rasd geven....
De Broederschap van H. S.
M.-commiezpn, die in dcza pansioenzaak een
groote rol heeft gespeeld, had zich voor
den rechtskundigen bijstand verz kerd
van een d°r meest bekende advocaten
in dan lande. Deze kwam na onderzoek
tot de conclusie, dat iedere aanspraak
op persteen, na mogelijke naastiug der
H. S. M. door den Staat, door den bur
gelij ken rechter zou moeten uitgemaakt
worden, en al'e^n pensioen zou ver
zekerd zijn, zoolang de H. S. M. zelve
blpf f exploiteren.
Da betrokkenen werden door deze
uitspraak feitelijk gedwongen de nieuwe,
duurdere regeling te aanvaarden, hoewel
hun rechtsgevoel hun zeide, dat ze recht"
hadden pp gratis -pen pioen.
De Minister van Waterstaat (candide
ziel (zooals o. a. gebleken is in zijn houding
tegenover de ambtenaren der Posterijen
en Telegrafie!) heeft daarom zoo opgewekt
kunnen zsjrgen in de Kamer, dat allen
rust de nieuwe regeling accoord singw",
daar men vrijwillig afstand gedaan had
van 't gratis-pensioen"!
Dat die afstand, noodgedwongen plaats
vond, dat er bovendien dingen gebeurd
zijn" met hen, die niet direct afstand
wilden doen, dat er daarom een dwang
is uitgeoefend op sommigen, die niet door
den beugel kan, daarvan heeft Zijne
Excellentie ciet gesproken. Zoodra het
maar het personeel geldt, kan men van
Directie en Re?eering zes'gea: Zwei
Seelen, eme Gedanke, Bouvard et
Pécuchet!
Deze nieuwe regeling gold nu niet alleen
voor de o' d-deelgenooten, maar voor het
geheele H. S. M.-personeel, dus ook voor
de meer dan 10,000 H. S. M. mannen,
die nooit iets voor hun pensioen hadden
behoeven bij te dragen en wifn nooit
gevraagd is of zij voor hun recht op
gratis-pensioan, na 1903 vastgelegd
in de bepalingen omtrent het personeel
afstand wilden doen !
Het II.S.M.-personeel, dat al jaren en
jaren op lotsverbetering wacht,zoowel wat
betreft hoogere bezoldiging, korteren
arbeidsduur als betere rechtspositie, werd
door het ingrijpen van dan minister van
Waterstaat en de houding van zijne Direc
tie in niet geringe mate gedupeerd.
Ook vooral nog door wat er volgdel
Het kwam nu immers in het hoofd
der vindingrijke H.S.M.-direclie op, de
salarissen) die sedert jaran op verhooging
wachtten, een kleine verhooging te gun
nen. Zie, hebben deza heeren gedacht,
verhooging geven moeten wij toch eene, en
binnen korten tijd. Waar wij nu ean
voor ocze Maatschappij
bijna-gratispensioen en een beloofd
geheel-gratispensioen gaan veranderen in een
heelemaal niét gratis-pensioen daar kunnen wij,
wat wij als premie nemen wel als salaris
geven. Wij hebben dan salaris-verhooging
toegekend, en tien of twintig jaren lang
hebben wij nu recht, dat men ons van
het lijf blijft!
Het is waarlijk, behalve edelaardig ook
een beetje doorzichtig!
De salarisverhooging van l Jan. 1912
is aldus ingericht, dat slechts zij, die
hun maximum bereikt hadden of daaraan
toe kwamen, da salarisverhooging" na
aftrek der nieuw te betalen premifs als
f en klein geldelijk voordeeltje voelen :
Een commies Ie klasse stationsdipnst,
voorheen maximum ?1670, thans ? 1680,
beeft b.v. iets aan zijn salarisverhooging:
B.I., let wel, 28 gulden. Twee en dertig
gulden worden hem gekort. Van ben,
die aan het maximum lang niet toe zijn
wordt ongeveer alles gekort.... Zelfs
zijn er bij, die schade lijden!
DlT 18 GEES BALARISVERHOOGING EN
WORDT ALS ZOODANIG DOOR HET PERSO
NEEL DAN OOK NIET GEVOELD. DlT 18
LOUTER COMPENSATIE VOOR DE ONVER
SCHULDIGD VERHOOGDE PENSIOENLASTEN.
Ean kind en een eerlijk meLsch kan
dit inzien.
Het is echter ook zeer gewenscht, dat
de Tweede K 'tner het inziet, en dat
gevolgelijk de M'nister van Waterstaat
en de Directie der H. S. M. e*n verklaring
t neggen in dezen geest. Het is noodzake
lijk dat met de belangen van een voor
een deel zelfs sedert 1890 op salaris
verhooging wachtend personeel niet aldus
kan worden gthanseld.
Badriegelijke manieren straffen op den
duur zich zelf.
En aan wie de schuld als op den
duur weer eens ontevredeaheid tot ver
zet wordt ?
Fransehe bevolkingszorgen.
De officiëele weg is met zijn tallooze
kronkelingen en bochten altijd de langste
en zoo zijn eerst dezer da<en de amb
telijke Fransehe
bevolkiitgeBtatigtiekenopenbaar gemaakt roet betrekking tot de resul
taten van het jaar 1910. Daaruit blijkt, dat
de totale be>olking toen 39 252,245 zielen
bedroeg, het sterfte -cijfer 703777, bet ge
boorte-cijfer 774,358. zoodat er dus «en
surplus was van 70,581 zielen- Een cijfer,
waarvan de beteekenis eerst recht duidelijk
wordt, wanneer men bedenkt, dat voor
datzelfde jaar het geboorte-overschot in
Duitschland 884,061 bedroeg.
Weliswaar overtreft het gfiboorte-cijfer
van 1910 dat van 1909 met 4389, maar, zegt
de bekende Parijsche statisticu»dr
Bertillon, l'avantage est si minime qu'il ne
mérite pas d'o re mentionné" Ook moet
het sterfte cijfer buitengewoon laag ge
noemd worden, maar dr. Bertillon ziet
daarin al evenmin een reden tot -vreugde:
s'il y a peu de dé< es, cela tient en grande
partie a ce qu'il n'y a plus d'erjfants."
In alle geval zijn er in dat jaar immers
nog 90,000 zuigelingen gestorven. De
CommisBion de la dépopulation dringt daarom
in haar orgaan aan op strerg toezicht op
de vroedvrouwen en particuliere inrichtin
gen voor kraamvrouwenverfjleging, want
les crimes contre l'erjfance ont pris la
forme la plus hypocrite et la plus ratfinée,"
en op verder doorgevoerde bescherming van
kraamvrouwen en moeders.
De Cornmission de la mortalitébrengt
over c en algemeenen gezondheidstoestand
een gunstig oordeel uit: de hoogste sterf te
onder de volwassenen wordt teweeggebracht
door de tuberculose, waarvoor gewoonlijk
door het alcoholisme de weg geëff-nd wordt.
De Directeur van de afdeeling Armver
zorging en Gezondheidsdienst van het
Ministerie van Binnenlandsche Zaken
(Assistance et hygiëne publiques) heeft eenige
mededeelingen gepubliceerd over les famil
ies nombreuaes", waarvoor oeconomische
tegemoetkomingen in uitzicht worden ge
steld. Als een kinderrijke familie geldt een
gezin met vier kinderen; zóheeft Frankrijk
er 218,458. Verder ziju er 93,544 met -vüf
kinderen, 36,3.^8 met zes, 13,545 met zeven,
4473 met acht, 1481 met negen, 780 met
tien en meer kinderen. In het g< heel ziin
er dus 368,629 gezinnen met 1,712,322
kinderen. Het rapport vordert een staats
subsidie van 8 tot 15 francs per maand
voor ieder kind boven het vierde. BÜde
begrooting voor 1912 zijn vopr^deze uit
gaven echter nog geen gelden uitgetrokken,
zij zijn trouwens nog niet eens in een wets
ontwerp belichaamd.
D.e Ligue populaire des pères et mères
de families i ombreuses de France gaat in
haar eischen nog veel verder; zij dringt
aan op het verleenen van subsidie of be
lastingvermindering, het verschaffen van
woningen voor groote gezinnen (wat geen
weelde schijnt: de dagbladen hadden nóg
dezer dagen een verhaal, waaruit blykt,
dat de meeste huiseigenaren aan groote
huishoudens niet verhuren willen), h t bij
de wét waarborgen van all", staatsgunsten
aan r\jk met kinderen gezegenden enz.
Eenige socialistische hoogleraren aan
de Sorbonne hebben de Cornmission de la
dépopulation er opmerkzaam op gemaakt,
dat, wil de bevolking stijgen, de belasting
druk, welke op het gezin rust, verlicht
moet worden, d.w.z. het gezamenlijk in
komen moet in zooveel afzonderlijke in
komens gesplitst en als zooveel afzonderlijke
inkomens aangeslagen worden als het gezin
hoofden telt. Leven twee personen dus
büvoorbeeld van 12000 francs, dan zou elk
van 6000 belasting moeten betalen, leven
vier personen van 12000 francs, dan zou
elk voor 3000 moeten worden aangeslagen.
De wetgever heeft het in zekeren zin in
zijn hand het sluiten van huwelijken te
bevorderen of tegen te gaan. In het jaar
1910 heeft hu ze' in Frankrijk bevorderd,
er werden er 309 289 gesloten, een buiten
gewoon groot aantal: L'éaormitéde ce
chitt're est due au législateur". Boe dat
mogelijk is P Dank zij de wet van 21 Juni
1907 op de vereenvoudiging der
huwelijksfurmaliteiten. 11 n'est donc pas exact de
dire", zoo besluit dr. Bertillon, que Ie
législateur est futalement désarmécontre
un mal moral."
Kaar men weet, wordt het platteland van
Frankrijk meer en meer ontvolkt en het
zijn vaak zeer rijke provincies, welke hun
boeren zien wegtrekken. Lss paysans
quittent la terre parce q u'el Ie a cesséde les
interester", besluit een plattelandsdokter,
dr. Labat, een studie over het wegtrekken
uit Gascogne. Bij de bekende, ook voor
andere landen geldende oorzaken voegt hij
nog deze: de werking der volksschool,
waarvan het onderwijs een algemeen abstract
karakter draagt, geen liefde voor de geboorte
streek aankweekt, geen kennis van diestreek
ontwikkelt, geen rekening houdt met de
locale omgoving, in n woord: vergeet dat
ze met kinderen van het land te doen heeft.
De volkeschopl overschat, volgens hem, de
boekenwijsheid en onderschat den handen
arbeid.
Een ander geneesheer uit Gascogne, dr.
Belbèze, heeft de term la murasthénie
rurale" uitgesproken. Hij heeft een aantal
plattelandsgemeenten in Tarn et-Garpnne
bestudeerd, een departement dat sinds
1842 gestaag in bevolking afneemt, in
een halve eeuw (1842-1899) 40000 in
woner* heeft verloren en daarbij een steeds
verminderend sterfte-cijfer, maar ook een
steeds verminderend geboorte-cijfer vertoont.
De schrijver verklaart dit verschijnsel als
volgt: de vroegere welvaart der wjjnbfieren
i»door de dru fluiscrisïs geknakt, hennep ,
vlas- en moerbeziebouw zijn als weinig
winstgevend opgegeven, de veeteelt is
weinig ontwikkeld; daarbij komt dan nog
slechte voeding (hoogst zelden vleesch,
heel weinig melk en vruchten), een steeds
erger onderling huwen, zware zoreer (een
hectare grond, welke vroeger '2tOO francs
waa'd was, brengt tegenwoordig nauwelijks
de helft op) enz. En het een met het ander
veroorzaakt een verzwakking van het
zenuwstelsel, een vrees voor verantwoor
delijkheid, een onbekwaamheid om door
tastende maatregelen te nemen: «les paysass
garonnais souffrent surtout d'un
puisement de la race."
De schrijver komt tot het besluit, dat
alleen verbeterirg te verwachten is van
gezonde immigratie, bij voor beeld: les colons
espagnols qui ont déja commencéS, pétrer
dans Ie Gers" (een naburig departement).
Deze merkwaardige conclusie opent on
getwijfeld een interessant uitzicht op
Frankrijks binnenlandsche kolonisatie.
Groningen. JOHAN DE ZEEUW.
Een Staatskommissie aan 't werk.
Bij Koninklik Besluit van 22 Jnnie 1909
werd een Sraatskom missie ingesteld om de
vraag te overwegen welke de gedragslijn
der Regeering behoort te zijn ten opzichte
?van de schrijfwijze der Nederlandsche taal,
wanneer inzichten omtrent die schrijfwijze
met'elkander in strijd geraken." Tot voor
zitter en lid werd benoemd dr. A. Kuyper,
tot leden mr. W. H. de Beaufort, dr. D.
Bos, mr. 'J. A. Loeff, prof. dr J. te Winkel,
prof. dr. W. L. van Heiten, dr. H. J. Kiewiet
de Jonge, dr. A. Kluyver, jhr. mr. L F.
H. Michitls van Kessenich en mr. J. H.
Abendanon; tot lid en sekretaris mr. C.
Bake In Maart 1910 werd laatstgenoemde
van het sekretariaat ontheven en mr. J.
A. de Wilde als sekretaris aan de kommissie
toegevoegd.
Prof. van Heiten kon wegens ongesteld
heid de latere vergaderingen" niet by wonen.
De kommissie was niet zonder zorg
Famnngestelii. Het bestuur van de Vereniging
tot Vereenvoudiging van, onze Schrijftaal
was er niet in vertegenwoordigd. En naast
ieder lid waarvan men vermoeden kon dat
hij wellicht iets voor vereenvoudiging voelde,