De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 14 april pagina 1

14 april 1912 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

1816 TYT? D L A°. 1912, WEEKBLAD VOOE NEDERLAND Onder redactie -vsm. Dit nummer bevat een bijvoegsel. . HL :F. L. wrEssnsro-. Uitgevers: VAX HOLKEMA & WARENDORF, Keizersgracht 333, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden ? 1.50, fr. p. post / 1.65 Voor Indië per jaar, bij vooruitbetaling, mail , 10. Jfronderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar ..... v 0.12'/ Zondag 14 April, Advertentiën van l?5 regels ? 1.25, elke regel meer. . Advertentiën op de finantieele- en kunstpagina per regel Reclames per regel /0.25 .0.30 ,0.40 INHOUD: VAN VESRE EN VA.N NA.BIJ: Regout en de H. 8. M. Frausche bevolking?corgeo, door JohandeZeenw. E m Staats commissie aan bet werk, door dr. R. A. KolléwiJD. FEUILLETON: Hoe Filibert de Bléconrt tot een cynicus werd, door J. EvertP. KUNST EN LETTEREN: Met Toonkntst naar Frankfort, door Balthazar Verhagen. Een nagelaten werk, van Adriaan van Ooidt, beoordeeld door Frans Eren B. Napoleons Moeder, door P. M. Westra. BERICHTEN. INGEZON DEN. VROÜWENRUBRIEK: Tutti Frutti, door N. Mansieldt-de Witt Hnberts. Volks zang, door Herman Soijder'. ALLERLEI, door Allegra. UIT DE NATUOR, door E. Heimans. Herinneringen aan Vincent van Gogb, met af b., door Anton Kersaemakerg. De Darabebouwing, met af b., door J. de Grny'er. Donatello, II, door Jast Havelaar. Tentoonstellirg in 't Modelbnis, Keizersgracht 734, met af b., door W. Stepnhcff. CBARIVARI. FISANCIEELE E* OECONOMISCEE KRONIEK, door v. d. M. en v. d. 8. Bneven van Oom Jodocw. D AM SP KL. SCHAAK SPEL. ADVERTENTIËN. Regout en de H. S. M. Dit opstel zou tot ondertitel kunnen voeren: Bcmvard et Pécuchet, of De ,eene Hand waseht de Andere schoon. Er is zooals men weel een wetsontwerp ingediend tot bekrachtiging van nadere overeenkomsten met de Staatsspoorwegen en de Hollandsche Ijzeren SpoorwegMaatschappij, betreffende de pensioen regeling van haar personeel". De trage e van de wij «e waarop de H. S. M. zich in dezs zaak, naderhand door dei heer Minister van Waterstaat gesteund, tegenover haar personeel heeft ge- en mis-dragen, zij hier geboekt. En aan de reeds oude historie ervan zij vooraf herinnerd. Dan len Januari 1845 werd het pen sioenfonds1' opgericht van de Hollacdtche Uzeren Spoorwegmaatschappij en hier mede werd aan het betrokken personeel natuurlijk een heel groote dienst bewe zen. Wij spreken met voordacht van het betrokken personeel", omdat nog niet */4 gedeelte lid was van dit pensioenfonds, immers alleen waren lid de ambtenaren, machiiiistjn, leerling-machinisten, en de conducteurs. Het overige personeel werd waarschijnlijk met het oog op diens nóg lagere bezoldiging niet in dit fonds op genomen, maar out dag eenvoudig, als de tijd daar was, een pensioin, dat net als het p-nsioen van het minder nooddrufcig '/4 gedeelte, naar rato der in komsten en dienstjaren berekend was. Als bijdrage werd door de deelgenooten" slechts 2 pCt. betaald, een veel te luttel pircen age natuurlijk om deugdelijke basis te vormen voor een pensioenfonds. Hit betrokken personeel zag dat in, en hetfc meerdere malen der d rectie om inlichtingen verzocht, maar steeds was ten hardnekkig stilzwijgen hierop het antwoord. Toen nu na de staking van 1903 door de reg ering o.a. het instituut der Groepsvertegenwoordiging" werd inge steld, welks taak het in den vervolge zou zijn de wenschen en bezwaren van het spoorwegpersoneel met de betrokken directiëa te gaan bespreken, opdat voortaan langs minnelij ken weg" vogr de geschillen tueschen directie en per soneel een oplossing zoude kunnen ge zocht worden, hebban ook de door het personeel gekozen groepsvertegenwoor digers der belanghebbande groepen eetracht zich wetenschap te verschaffen omtrent den stand van zaken van het pen sieren fonds, steeds echter zonder resultaat Uit dit alles bleek, dunkt ons, vol doende, dat de directie onder geen voor waarde het personeel met het pensioen fonds zich bemoeien liet, en nu lag, zooals men begrijpt, juist in deze manier van optreden per slot voor dat personeel een zekere geruststelling; het kwam nu immers tot het volgende oordeal: wij weten htèl goed, dat onze bijdrage voor het pensioen te gering is, wij hebben der directie om openbaarheid in zake het pensioen fonds en zijn draagkracht ver zocht, s t eed j heeft ieder gepensionneerde op tijd het hem toekomende pensioen ontvangen, dus komt de verantwoordicg in deze materie eventueel geheel voor rekening der zoo machtige directie. Zoo dacht men tot in December 1909. Toen kwam, als een donderslag bij hel deren hemel eene circulaire de deelgenooten verrassen, waarin werd medege deeld, dat het fonds op den duur niet aan de verplichtingen zal kunnen voldoen zonder aanmerkelijke verhoogiag der bij dragen zoowel van de deelgenooten als van de maatschappij". Er werd in dit markwaardige stuk o.a. den leden het voorstel gedaan f maar eens eventjes 7 pCt. te gaan betalen en het pensioenfonds in stand te houden f zonder eenige schade voor henzelf het pensioenfonds te ontbinden en dan 2 pCt. op te brengen in plaat s van l pCt. (zooals men tit vór het verschijnen dezer circulaire deed) voor het ziekteondersteuningefonds: De deelgenooten zouden dan in den vervolge evenals het andere personeel uit de baten der spoorontvangsten gratis worden gepensioaneerd. 't Valt te begrijpen, dat deze pensioens circulaire onder de betrokkenen heel wat beweging en ontroering bracht. Zaven procant betalen was waarlijk onmogelijk voor zooveel minimumlijders, die juist sedert j aren vroegen om salarisverhooging. Pensioen voor niets... zeker maar kon het wel ernstig gemeend wezen, en zoo ja, wat zat er achter? Met een angstig hart, waar hier een zózonderlinge en ingrijpende keuze gesteld werd, spraken zich alle voor malige deelgenooten" (op n na) voor de liquidatie van het fonds uit en deden das afstand van hunne rechten daarop, tegelijk daarmee aanvaardend de gratisverzekering. Hoe allerz mderlingst dit heele geval zich voordoet, wij willan beginnen met aan te nemen, dat tot dit oogenblik toe de directie in deze delicate quaeatie ter goeder trouw is geweest, dat zij werke lijk gedacht heeft op deze manier den deelgenooten van het pensioenfonds een dienst te bewijzen. Zij had dan echter buiten den waard, in dit geval buiten de Règeering gerekend. In de in 1890 tusschen den Staat en de Spoorwegmaatschappijen geslo'en overeenkomst is o. a. ook de bepaling opgenomen, dat büeveatueele naasting de Staat dezelfde pensioens-verplichtingen op zich neemt, welke de maatschap pijen tegenover haar personeel hadden. Hieruit volgt, dat, bleef dize nieuwe regeling gehandhaafd, zooals ze tusBchen Directie en Personeel was tot stand ge komen, de Staat bij mogelijke overname het geheele H.S.M.-personeel uit de gel den der sp oor-ontvangsten zou moeten pensionneeren. De regeering ging met deze nieuwe regeling niet accoord. Dit 'zou, zoo niet te b II ij ken toch te bagrijpea zijn, indien de Rageering dan ook veel eerder haar protest had laten hooran ] Het overgroote deel van "het H. S. M.-personeel genoot immers al sinds jaren gratis-pensioen! Het drie-kwart gedeelte ervan l Toen in 1890 de bovengemelde overeen komst tusschen Stiat en Maatschappijen bfklotken werd, wist de Regeering im mers dat zij bij naasting dit overgroote deel gratis te p-nsionneeren kreeg! In Msi 1911 bereikte dan den oud-deelgenooten eene iiieuwe circulaire van de directie, waarin o. a. werd medegedeeld, dat het peraoneel voor pensioan bij te dragen had: a. eene afloopende korting op de be zoldiging, en wel het bedrag van elke verhoogin? van b3Z3ldiging, telkens gelijkmatig over vier jaren verdeeld; b. eene doorloopende korting op de bezoldiging van 3 pOt.; voor het met ingang van l April 1911 of later aaniesteldepersoneel van 4pCt.; c. eene doorloopende korting op de bezoldiging van ten hoogste l pCt. indien eene verbetering van de weduwe- en weezeopensi oenen, waar toe de maatschappij binnen vijf jaren een voorstel aan de regeering zal doen, tot stand komt. Zoo iets te ontvangen a's men nauwe lijks van zijn salaris kan laven en juist een toezegging gekregen* heeft, dat men voortaan gratis zal worden gepen sionueerd, is zeker allerminst verkwikkend. Zulk een circulaire te zenden, als men aan '/4 Tan zijn personeel hetzelfde gratispensioen beloofd heeft, dat het overige 3/4 sedert jaren ontving, is zeker allerminst behoorlijk. De Directie gevoelde wellicht dat er iets niet in den haak was. Het bes'uit te nemen, de kosten van haar cot niet met de Regeering zelve te dragen, kwam natuurlijk niet in haar op. Te zeggen: laat voor het nog aan te nemen perso neel deze nieuwe regeling gelden, maar de kosten ervan voor hen, die reeds in dienst wsr jn, toan wij onze belofte deden, dragen wij natuurlijk zalf, was voor die Directie blijkbaar al te rechtvaardig. Zij trad op da volgende elegante wijze op: Zij vroeg haar personeel of het van de gratispensioenbelofte afstand wilde 't Spreakt van zelf, dat de oplossing van dit vraagstuk voor velen een moei lijke en pijnlijke zaak was. De directie had gratis pensioen beloofd, de Minister Tan Waterstaat was hier tegen, das", redeneerde men, wat zal da Regeer ing doen, wanneer na eventueele overname door den Staat het aan de beurt zijnde personeel gepensionneerd wordt?" Men kende algemeen de lijdensgeschie denis (en dat men hiermede bekend was wist eene slimme" directie!) van het voormalig Ned. Rijnspoorweg-personeel, waarvan de meesten binnen enkele jaren pensioen-gerechtigd zullen zijn, m mr wier behoorlijke penaionneering zelfs thans nog in de lucht hangt. 't Was bekend, dat die menschen «He mogelijke zeilen hebben bijgezet om toch pensioenszekerheid te verkrijgen, maar, dat tot op heien feitelijk alles vergeefs geweest is, en dat, als za misschien toch mogen slagen, dit feite'ijk te danken zal zijn aan hun betrekkelijk gering aantal (plm. 40). waardoor da Staat te hun nen aanzien niet op groote lasten zal komen. Zoo kon in de Tweede Kamer een der leden dan ook zelfs uitroepen dien menschen hun zin maar te geven, om van het gezeur af te zijn". Zo»iets zou natuurlijk nooit kunnen gezegd worden, wanneer 't aantal der b langhabbenden, zaoals dat der ouddeel genooten van het H. S. M. pensioen fonds, bijna honderd maal grooter is. En daarom oordeelden de betrokkenen, zij het dan pok met de dood in het hart, dat hier vór alles zekerheid ver kregen moest worden. Zekerheid voor bun?,onden dag, waar mede door een Directie zonder rechts gevoel, maar met koopmansslimheid, een onwaardig spel werd gedreven! Da verschillende vakvereenigingen kwamen in actie. Da groepsvertegen woordiging, bet anemische Regeeringskind, werd bij de Directie ontboden en mocht over aan te brengen wijzigingen wat batreft de penaiosnsquaestie zijn meezing zeggen: maar de nieuwe r*geling lag reeds gedrukt op tafel! Toch scheen de Directie nog welgezind wat te doen'1! Bij den aanvang eener twee weken na de Mei-circulaire gehouden vergadrring van oud-deelgenooten ont ving de voorzitter bar<cht van de Directie, dat zij eene tegemoetkoming kon geven in de afl lopende korting! De vergade ring wist waarlijk niet meer wat te doen: Moest ? zij aan da eens gedane be'ofte van gratis-pensioen vasthouden, of mo<?st zij liever de zoo bezwarende cieuwe regeling aanvaarden ? Da voor zitter durfde geen rasd geven.... De Broederschap van H. S. M.-commiezpn, die in dcza pansioenzaak een groote rol heeft gespeeld, had zich voor den rechtskundigen bijstand verz kerd van een d°r meest bekende advocaten in dan lande. Deze kwam na onderzoek tot de conclusie, dat iedere aanspraak op persteen, na mogelijke naastiug der H. S. M. door den Staat, door den bur gelij ken rechter zou moeten uitgemaakt worden, en al'e^n pensioen zou ver zekerd zijn, zoolang de H. S. M. zelve blpf f exploiteren. Da betrokkenen werden door deze uitspraak feitelijk gedwongen de nieuwe, duurdere regeling te aanvaarden, hoewel hun rechtsgevoel hun zeide, dat ze recht" hadden pp gratis -pen pioen. De Minister van Waterstaat (candide ziel (zooals o. a. gebleken is in zijn houding tegenover de ambtenaren der Posterijen en Telegrafie!) heeft daarom zoo opgewekt kunnen zsjrgen in de Kamer, dat allen rust de nieuwe regeling accoord singw", daar men vrijwillig afstand gedaan had van 't gratis-pensioen"! Dat die afstand, noodgedwongen plaats vond, dat er bovendien dingen gebeurd zijn" met hen, die niet direct afstand wilden doen, dat er daarom een dwang is uitgeoefend op sommigen, die niet door den beugel kan, daarvan heeft Zijne Excellentie ciet gesproken. Zoodra het maar het personeel geldt, kan men van Directie en Re?eering zes'gea: Zwei Seelen, eme Gedanke, Bouvard et Pécuchet! Deze nieuwe regeling gold nu niet alleen voor de o' d-deelgenooten, maar voor het geheele H. S. M.-personeel, dus ook voor de meer dan 10,000 H. S. M. mannen, die nooit iets voor hun pensioen hadden behoeven bij te dragen en wifn nooit gevraagd is of zij voor hun recht op gratis-pensioan, na 1903 vastgelegd in de bepalingen omtrent het personeel afstand wilden doen ! Het II.S.M.-personeel, dat al jaren en jaren op lotsverbetering wacht,zoowel wat betreft hoogere bezoldiging, korteren arbeidsduur als betere rechtspositie, werd door het ingrijpen van dan minister van Waterstaat en de houding van zijne Direc tie in niet geringe mate gedupeerd. Ook vooral nog door wat er volgdel Het kwam nu immers in het hoofd der vindingrijke H.S.M.-direclie op, de salarissen) die sedert jaran op verhooging wachtten, een kleine verhooging te gun nen. Zie, hebben deza heeren gedacht, verhooging geven moeten wij toch eene, en binnen korten tijd. Waar wij nu ean voor ocze Maatschappij bijna-gratispensioen en een beloofd geheel-gratispensioen gaan veranderen in een heelemaal niét gratis-pensioen daar kunnen wij, wat wij als premie nemen wel als salaris geven. Wij hebben dan salaris-verhooging toegekend, en tien of twintig jaren lang hebben wij nu recht, dat men ons van het lijf blijft! Het is waarlijk, behalve edelaardig ook een beetje doorzichtig! De salarisverhooging van l Jan. 1912 is aldus ingericht, dat slechts zij, die hun maximum bereikt hadden of daaraan toe kwamen, da salarisverhooging" na aftrek der nieuw te betalen premifs als f en klein geldelijk voordeeltje voelen : Een commies Ie klasse stationsdipnst, voorheen maximum ?1670, thans ? 1680, beeft b.v. iets aan zijn salarisverhooging: B.I., let wel, 28 gulden. Twee en dertig gulden worden hem gekort. Van ben, die aan het maximum lang niet toe zijn wordt ongeveer alles gekort.... Zelfs zijn er bij, die schade lijden! DlT 18 GEES BALARISVERHOOGING EN WORDT ALS ZOODANIG DOOR HET PERSO NEEL DAN OOK NIET GEVOELD. DlT 18 LOUTER COMPENSATIE VOOR DE ONVER SCHULDIGD VERHOOGDE PENSIOENLASTEN. Ean kind en een eerlijk meLsch kan dit inzien. Het is echter ook zeer gewenscht, dat de Tweede K 'tner het inziet, en dat gevolgelijk de M'nister van Waterstaat en de Directie der H. S. M. e*n verklaring t neggen in dezen geest. Het is noodzake lijk dat met de belangen van een voor een deel zelfs sedert 1890 op salaris verhooging wachtend personeel niet aldus kan worden gthanseld. Badriegelijke manieren straffen op den duur zich zelf. En aan wie de schuld als op den duur weer eens ontevredeaheid tot ver zet wordt ? Fransehe bevolkingszorgen. De officiëele weg is met zijn tallooze kronkelingen en bochten altijd de langste en zoo zijn eerst dezer da<en de amb telijke Fransehe bevolkiitgeBtatigtiekenopenbaar gemaakt roet betrekking tot de resul taten van het jaar 1910. Daaruit blijkt, dat de totale be>olking toen 39 252,245 zielen bedroeg, het sterfte -cijfer 703777, bet ge boorte-cijfer 774,358. zoodat er dus «en surplus was van 70,581 zielen- Een cijfer, waarvan de beteekenis eerst recht duidelijk wordt, wanneer men bedenkt, dat voor datzelfde jaar het geboorte-overschot in Duitschland 884,061 bedroeg. Weliswaar overtreft het gfiboorte-cijfer van 1910 dat van 1909 met 4389, maar, zegt de bekende Parijsche statisticu»dr Bertillon, l'avantage est si minime qu'il ne mérite pas d'o re mentionné" Ook moet het sterfte cijfer buitengewoon laag ge noemd worden, maar dr. Bertillon ziet daarin al evenmin een reden tot -vreugde: s'il y a peu de dé< es, cela tient en grande partie a ce qu'il n'y a plus d'erjfants." In alle geval zijn er in dat jaar immers nog 90,000 zuigelingen gestorven. De CommisBion de la dépopulation dringt daarom in haar orgaan aan op strerg toezicht op de vroedvrouwen en particuliere inrichtin gen voor kraamvrouwenverfjleging, want les crimes contre l'erjfance ont pris la forme la plus hypocrite et la plus ratfinée," en op verder doorgevoerde bescherming van kraamvrouwen en moeders. De Cornmission de la mortalitébrengt over c en algemeenen gezondheidstoestand een gunstig oordeel uit: de hoogste sterf te onder de volwassenen wordt teweeggebracht door de tuberculose, waarvoor gewoonlijk door het alcoholisme de weg geëff-nd wordt. De Directeur van de afdeeling Armver zorging en Gezondheidsdienst van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken (Assistance et hygiëne publiques) heeft eenige mededeelingen gepubliceerd over les famil ies nombreuaes", waarvoor oeconomische tegemoetkomingen in uitzicht worden ge steld. Als een kinderrijke familie geldt een gezin met vier kinderen; zóheeft Frankrijk er 218,458. Verder ziju er 93,544 met -vüf kinderen, 36,3.^8 met zes, 13,545 met zeven, 4473 met acht, 1481 met negen, 780 met tien en meer kinderen. In het g< heel ziin er dus 368,629 gezinnen met 1,712,322 kinderen. Het rapport vordert een staats subsidie van 8 tot 15 francs per maand voor ieder kind boven het vierde. BÜde begrooting voor 1912 zijn vopr^deze uit gaven echter nog geen gelden uitgetrokken, zij zijn trouwens nog niet eens in een wets ontwerp belichaamd. D.e Ligue populaire des pères et mères de families i ombreuses de France gaat in haar eischen nog veel verder; zij dringt aan op het verleenen van subsidie of be lastingvermindering, het verschaffen van woningen voor groote gezinnen (wat geen weelde schijnt: de dagbladen hadden nóg dezer dagen een verhaal, waaruit blykt, dat de meeste huiseigenaren aan groote huishoudens niet verhuren willen), h t bij de wét waarborgen van all", staatsgunsten aan r\jk met kinderen gezegenden enz. Eenige socialistische hoogleraren aan de Sorbonne hebben de Cornmission de la dépopulation er opmerkzaam op gemaakt, dat, wil de bevolking stijgen, de belasting druk, welke op het gezin rust, verlicht moet worden, d.w.z. het gezamenlijk in komen moet in zooveel afzonderlijke in komens gesplitst en als zooveel afzonderlijke inkomens aangeslagen worden als het gezin hoofden telt. Leven twee personen dus büvoorbeeld van 12000 francs, dan zou elk van 6000 belasting moeten betalen, leven vier personen van 12000 francs, dan zou elk voor 3000 moeten worden aangeslagen. De wetgever heeft het in zekeren zin in zijn hand het sluiten van huwelijken te bevorderen of tegen te gaan. In het jaar 1910 heeft hu ze' in Frankrijk bevorderd, er werden er 309 289 gesloten, een buiten gewoon groot aantal: L'éaormitéde ce chitt're est due au législateur". Boe dat mogelijk is P Dank zij de wet van 21 Juni 1907 op de vereenvoudiging der huwelijksfurmaliteiten. 11 n'est donc pas exact de dire", zoo besluit dr. Bertillon, que Ie législateur est futalement désarmécontre un mal moral." Kaar men weet, wordt het platteland van Frankrijk meer en meer ontvolkt en het zijn vaak zeer rijke provincies, welke hun boeren zien wegtrekken. Lss paysans quittent la terre parce q u'el Ie a cesséde les interester", besluit een plattelandsdokter, dr. Labat, een studie over het wegtrekken uit Gascogne. Bij de bekende, ook voor andere landen geldende oorzaken voegt hij nog deze: de werking der volksschool, waarvan het onderwijs een algemeen abstract karakter draagt, geen liefde voor de geboorte streek aankweekt, geen kennis van diestreek ontwikkelt, geen rekening houdt met de locale omgoving, in n woord: vergeet dat ze met kinderen van het land te doen heeft. De volkeschopl overschat, volgens hem, de boekenwijsheid en onderschat den handen arbeid. Een ander geneesheer uit Gascogne, dr. Belbèze, heeft de term la murasthénie rurale" uitgesproken. Hij heeft een aantal plattelandsgemeenten in Tarn et-Garpnne bestudeerd, een departement dat sinds 1842 gestaag in bevolking afneemt, in een halve eeuw (1842-1899) 40000 in woner* heeft verloren en daarbij een steeds verminderend sterfte-cijfer, maar ook een steeds verminderend geboorte-cijfer vertoont. De schrijver verklaart dit verschijnsel als volgt: de vroegere welvaart der wjjnbfieren i»door de dru fluiscrisïs geknakt, hennep , vlas- en moerbeziebouw zijn als weinig winstgevend opgegeven, de veeteelt is weinig ontwikkeld; daarbij komt dan nog slechte voeding (hoogst zelden vleesch, heel weinig melk en vruchten), een steeds erger onderling huwen, zware zoreer (een hectare grond, welke vroeger '2tOO francs waa'd was, brengt tegenwoordig nauwelijks de helft op) enz. En het een met het ander veroorzaakt een verzwakking van het zenuwstelsel, een vrees voor verantwoor delijkheid, een onbekwaamheid om door tastende maatregelen te nemen: «les paysass garonnais souffrent surtout d'un puisement de la race." De schrijver komt tot het besluit, dat alleen verbeterirg te verwachten is van gezonde immigratie, bij voor beeld: les colons espagnols qui ont déja commencéS, pétrer dans Ie Gers" (een naburig departement). Deze merkwaardige conclusie opent on getwijfeld een interessant uitzicht op Frankrijks binnenlandsche kolonisatie. Groningen. JOHAN DE ZEEUW. Een Staatskommissie aan 't werk. Bij Koninklik Besluit van 22 Jnnie 1909 werd een Sraatskom missie ingesteld om de vraag te overwegen welke de gedragslijn der Regeering behoort te zijn ten opzichte ?van de schrijfwijze der Nederlandsche taal, wanneer inzichten omtrent die schrijfwijze met'elkander in strijd geraken." Tot voor zitter en lid werd benoemd dr. A. Kuyper, tot leden mr. W. H. de Beaufort, dr. D. Bos, mr. 'J. A. Loeff, prof. dr J. te Winkel, prof. dr. W. L. van Heiten, dr. H. J. Kiewiet de Jonge, dr. A. Kluyver, jhr. mr. L F. H. Michitls van Kessenich en mr. J. H. Abendanon; tot lid en sekretaris mr. C. Bake In Maart 1910 werd laatstgenoemde van het sekretariaat ontheven en mr. J. A. de Wilde als sekretaris aan de kommissie toegevoegd. Prof. van Heiten kon wegens ongesteld heid de latere vergaderingen" niet by wonen. De kommissie was niet zonder zorg Famnngestelii. Het bestuur van de Vereniging tot Vereenvoudiging van, onze Schrijftaal was er niet in vertegenwoordigd. En naast ieder lid waarvan men vermoeden kon dat hij wellicht iets voor vereenvoudiging voelde,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl