Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1816
stonden twee onverdachte tegenstanders.
Het vaderland kon gerust z\jn. De verwach
ting van de vereen voudigers was niet hoog
gespannen. Dr. C. Gr. N. de Yooys schreef
voor enige maanden in het orgaan van
de Vereniging: ?Wüzien het (rapport van
de Staatscommissie) niet tegemoet met
boyenmatige nieuwsgierigheid of bezorgd
heid. De nieuwsgierigheid geldt alleen het
bijeengebrachte materiaal en de argumenten.
De slotsom zal waarschünlik eren vaag
zijn als de opdracht. Een doortastend advies
ten gunste van ons streven wacht niemand
die . de samenstelling van de kommissia
kent. In het ergste geval wordt de Regering
aangeraden hij de tegenwoordige houding
te volharden. Vandaar dat ook onze bezorgd
heid niet groot kan ziin "
Dr. J. A. Vor der. Hake liet zich in z\jn
brochure De tegenwoordige stand van de
Spelling kw stie uit in gelijke geest.
Nu ligt het Verslag dan voor ons.
Werkelik biedt het weinig verrassingen en is
het niet overbelangrjjk Maar toch verdient
het en niet alleen om de welklinkende
namen der sa mens el Iers?de aandacht ook
van h «t grote i'ubliek.
De kommissie heeft enkele delen van de
vrywiilig. opgenomen taak breed opgevat.
Er ,i»een onderzoek ingesteld naar da
houding die in een vijftiental andere landen
door de .Regering wordt aangenomen tegen
over de spelling va i de landstaal; men
hèf' nagegaan in hoeverre by ons de ver
schillen'e departementen in de van hen
nitgaa< dfl stukken een vaste regelmatige
(chryfwgze der Nederlandse taal veror
denen; er is onderzoo-U hoe de toestand is
bij ons hoger, middelbaar en lager onder
wijs. (Eigenlik was dat minder nodig, daar
het onderwijzen van de vereenvoudigde
?peiling op nagenoeg alle scholen ver
boden werd).'Er is becijferd in welke ver
houding boekwerken, talschrift- en krante
artikelen in de vereenvoudigde staan tot
pnnchriften in de spelling-de Vries en te
Winkel, enz *)
Dan volgen theoretiese beschouwingen,
die wij voor 't grootste deel uit roeriger en
met de naam van de geestelike vader er
onder, als nota's vinden afgedrukt vór de
bijlagen".
EQ eindeük de hoofdzaak .'dertien advie
zen aan de Regering t
Ik zal mijn lezers niet vermoeien door
die 13 voorstellen, die trouwens in alle
grote bladen hebben gestaan, hier letterlik
in te lag en. Te minder is het nodig, daar
wüze kort en krachtig aldus kunnen samen
vatten :
IN ABSTRACTO de grootst mogelike vrijheid;
IN CONCKETO de grootst mogelike dwang.
Man uurdele. ,
In abstracto wordt geredeneerd:
Als hoofdsteun g plaatste (de Commissie)
op den voorgrond, dat het niet op den weg
der Regeering ligt, om aan het volk de
schrijfwijze der L tnd«taal voor te schrijven,
dat de schrijf vrij ze van een taal uu het
gebruik opkomt en door Het gebruik moet
beheerscht blijven...." Uit dien hoofdeis
het zelfs gewenscht, dat de Rsgeerins zich
. zoo weinig mogelijk «mef de sphsijfwijae
der taal inlate, beziffhöttde en bemoeie.
En dr. Kuypw in zjja nota: .
DxRegee' rioi?,, die, wat haar hooge-antoriïeit i«treft,
in d"ze autoriteit geen gezag bezit, dat 0p
taalgebied in dit organisch proces ture SMO
'zou mogen ingrijpen, is daaro/n voor wat
de volkstaal aangaat aan hei gezag van
het taal makend volk en aan den usus van
'dat volk onderworpen. Op eigen terrein
. heerschappij uitoefenend, haeft z\j op taal
gebied te volgen, niet de wet te stellen."
Nu in concreto
De Regering behoort de door haar aan
vaarde «ohrijfwijze (in dit geval: de Vries
en te Wiukel) alu regel te stellen voor alle
Departementen van algemeen bestuur, voor
de Hooge Kolleges van staat, voor de
pro.vinciale besturen, gemeentebesturen, en
voor de instellingen die onder haar gezag
?taan.
De Reohterlike macht voege zich naar
de schrijfwijze, die officieel door de Regering
is aanvaard.
H>t Notariaat eveneens.
Bij het onderwijs op de openbare scholen
en op de van regeringswege gesubsidieerde
biezondere scholen, ook voor die welke in
het buitenland gevestigd zijn, moet als eis
worden gesteld dat zg zich ten deze naar
de Regering voegen.
BU de van overheidswege af te nemen
examens moet in de sctmftelike proefstuk
ken de door de Regering aan vaarde schrijf
wijze gevoljd worden.
Ia de Kulonieëa en overzeese bezittingen,
waar een gebruikte spelling het spoedigst
verloopt [?], moet de Regering in alle stuk
ken en b\j het van harentwege te geven of
gesubsidieerde onderwijs aan de door haar
aanvaarde schrijfwijze vasthouden.
Wat bly'ft er zodoende van vrijheid P
Niet eens de schijn.
Door de verplicating om de oude spel
ling te volgen, die de Staat opleggen zal
aan alle ambtenaren, examinandi, ouderwij
zers tracht hij iedere mogelikheid om tot
verandering te komen de kop in te rijpen-.
Hoe and«rs was 't in de dagen toen de
spelling-de Vries en ta Winkel het
Siegenbeeks verdrong! Toen bleef de R'gering
terecht k eerst bij 'r oude en wachite
af; maar vij waren de tcholnn!
In 1865 verzocht het Nederl. Oaderw.
Genootschap de Minister om mede te wer
ken tot de invoering van de spelling-de
Vries en te Winkel.
En T nor beek e antwoordde op 8 Februari
'66: Die medewerking kan niet worden
verleend. De Regering, een ieder, en zoo
ook de onderwijzers, volkomen vrij latende,
de nieuwe spelling al of niet te volgen,
blijft onzijdig.'
Dat was vrijheid, niet alleen in abstracto!
Wanneer de Regering de voorstellen van
de meerderheid van de Staatskommissie tot
wet verheft, acht ik bet niet waarsuhijnlik
dat di* wet een hoge oulerdom zal berei
ken. Maar is dat wél zo, dan kan er in
lange tijd geen sprake zijn van'een gezonde
en hoognodige spellingevolutie. Onze «pei
ling loopt dan gevaar te verstenen. Want
steeds zal de onverschillige grote hoop
(waaronder ik de overtuigd konservatieven
natuurlik niet versta) zo lang mogelik be
weren de orthoerafi-) voor te staan, indertijd
ep school geleerd of niet geleerd.
Dr. B is en dr. Kiewiet de Jonge zeggen
volkomen juist in hun noia: Voor wijziging
(in de spelling) van welken aard ook, be
hoort... de mogelijkheid te worden open
gelaten. Zooals evenwel thans in het rapport
door de Staatscommissie aan de Regeering
wordt voorgesteld, is die mogelijkheid feite
lijk buitengesloten....
Wat toch is het geval? De Regeering
eischt hare schrijfwyze en de stipte na
koming daarvan, bij hare ambtenaren in
den meest uitgebreiden zin... bij al Ie leer
krachten van het openbaar en het bijzonder
gesubsidieerd onderwijs, voorts in alle schrif
telijke stukken voor alle onderdeelen van
het onderwijs, zoomede bij de van staats
wege afgenomen examers.
Wat in het afgetrokkene onthouding
mag heeten, blijkt zoodoende metterdaad
stellig en algemeen voorschrift. De
Regeering, die tiet doet dan het algemeen gebruik
volgen, verspert feitelijk alle groote wegen
voor elk nieuw spellingstelsel."
De meerderheid van de kommissie zal
wellicht de opmerking maken dat het niet
zóis bedoeld. En werkelik, in het derde
advies is een klein stroef kraantje aan
gebracht, waaruit, als 't dan beslist moet
ziin, _ enkele nieuwigheden kunnen
drup) eleri. Wanneer.zich onzekerheden voordoen
of er hebben afwijkingen in breder kring
[dat zal wel moeten betekenen: bij de meer
derheid] ingang gevonden, dan komt de
R egering tegen wil en dank voor een keuze
te staan. Dan wordt door de Regering een
kommissie benoemd die een voorstel doet,
en dan kan de Regering het aannemen, en
weer is men klaar.
' De'heren Bos en Kiewiet de Jonge ver
wachten van een kommissie als hier bedoeld
wordt geen heil.
Taak van deze toch is aan de Regeering
uitsluitsel te geven o vereenige twijfelingen
ten aanzien van de schrijfwijze van een
technischen term, van een nieuw gesmeed
woord of van eeoe samenstelling, volgens
de toelichting steeds onderwerpen van
ondergeschikten aard, zelfs dan wanneer
het afwijkingen geldt van het meeralgemeen
gebruik."
De schrijvers van de nota menen daarom
dat het aanbeveling verdienen zou, indien
de Regeering de taak der in de derde stelling
bedoelde oommissie zóopvatte, dat deze
haar in den geheelen omvang zou kunnen
voorlichten ook in gevallen, als welke zich
thans voordoen."
Het is bier niet de plaats om geheel het
uitvoerig Verslag met zijn nota's en bijlagen
te beoordelen. Er zou anders vrij wat te
zeggen zijn over de vriendelike onderstelling
dat de onderwijzers vooral door gemakzucht
tot vereenvoudigen worden gedrongen;
over 't negeren (door de" kommissie) van
Zuid-Afrika; over de door niet»gestaafte
bewering dat de vereenvoudigen in ludië
aandringen op algeheele vrijlating van de
schrijfwijze; onzer taal" bij het in de
kolonieën te geven onderwijs; over 'c niet instellen
van' een onderzoek naar de vooruitgang
van de ver een v. schrijftaal, vooral in de
laatste jaren enz. enz.
Eéa kwestie wil ik hier nog slechts ter
sprake brengen.
Wij zagen hjoe de Eeceriog herbaaldelik
?op 't hart werd gedrukt, niet z«lf regels
te stellen.' De Regering moet volden".
Al was dus 't gezag va a de stelling van
de Vries en te Winkel po ^ meer
oudermu'nd dan het gevat is, dat is geen reden
voor de kommissie om een verdediging van
dat stelsel te beproeven. Er wordt immers
niet gevraagd naar beter of minder goed,
niet naar prakties of onprakties, alleen maar
naar meerderheid van gebruikers. En 't
scbynt buiten kijf dat de overgrote meer
der beid zich naar de Vries en te Winkel richt.
Ten minste...
Nu ja, dat die meerderheid niet schrijft
naar de regels van onze "Vereniging, geeft
ieder grif toe. Maar dat de meerderheid
zou de-Vries-en-te Winkelen,' is in de
grond van de zaak toch niet waar.
De oude spelling wordt met grote moeite
op school zo'n beetje geleerd en daarna
toegepast met 'n slordig handje, zodat er
om van de brede schare niet eens te
spreken dag aan dag door schrijvers van
beroep, door journalisten en auteurs, talloze
feilen van allerlei soort tegen het weldra
allén zaligmakend systeem worden begaan.
Tot de zondaars behoren mensen met brede
ontwikkeling, letterkundigen, hoogleraren,
regeringspersonen.
In mindere mate betreffen die fouten"
de e (ee) en o (oo), de n(ch), de verbindings-w.
Het grote struikelblok is de
geslachtsregeling. Gaen Nederlander, of van hon
derden dageliks door hem gebezigde sub
stantieven is het hem onbekend met wi Ik
geslacht ze in de woordenlijst van de Vries
en te Winkel begiftigd zijn. EQ 't kan
hem nut schelen ook Nu en dan de een
doet hè; vaak, een ander zelden, een derde
en vierde nojit sUat iemand' het Woor
denlijstje op, om zich te vergewissen of de
voorkeur van de vervaardigers zich in een
bepaald geval op mannelik of vrouwelik
hei-fc gericht.
't Natuurlik gevolg is dat in duizenden
gevallen de en dei, zijn en haar, hij en zij
enz. geheel willekeurig door elkaar worden
gebruikt. Herhaaldeük is dit aangetoond
met tal van voorbeelden. Maar allen die
medeplichtig zijn aan die willekeur, roemen
zich volgens v«n de Vries en te Winkel.
Nu get-ft de vereenvoudigde schrijftaal de
regel: Waar men den, haar of zij z'iu willen
zeggen, schrijve men den haar, zij. Waar
men de bedoelt, en zijn, en hij, schrijve
men dat.
Hier vindt men dus bij de
Vereenvoudigers een kern, die een vaste en juiste
regel huldigt. Hun tegenstanders daaren
tegen komen elk ogenblik met elkander
niet zelden met zichzelf in strijd.
_Het komt mij voor,dat professor Kluyver
dit heeft gevoeld, toen bij schm>f in zijn
nota: Wameer men aanwint |)i dat op
een bepmld oogenolik een bepaald stelsel
door de meerderheid der beschaafde Ne
lerlanders wordt gevolgd, dan zal men daarbij
moeten nagaan, ot niet soms verschillende
regels van dat stelsel door rel-n worden
verwaarloosd of inconsequent worden toe
gepast, doordat zij te moeilijk in het ge
bruik zijn." Ea verder:
De ondergeteekenue veroorlooft zich de
hoop uit te spreken, dat de Regeering moge
bereid zijn telkens Hare voorschriften te
doen afleiden uit wat inderdaad voor de
pructijk der meerderheid moet worden ge
houden."
Voor ieder onpartijdige die beseft dat de
strijd vooral loopt over wat we kortheids
halve de den of de (hij of «ö'i-kwestie kunnen
noemen, moet het wel duidelik worden dat
het eerste advies van de Kommissie: De
Regeering volge 't gebruik van de meerder
heid, op losse schroeven komt te staan, als
blijkt d*t die meerderheid alleen in naam
de Vries en te Winkel als. leidslieden
erkent....
Ware het nu niet juist 7w'er zaak geweest
om vrijhei! te laten ook op de scholen, en na
te gaan of zich niet wie weet hoe spoedig I
' een algemetn schryftaalgebruik vormt
naar het voorbeeld van het beschaafde
spreektaalgebrnik ?
Men vreze niet dat hierdoor hst goede
recht van den en zij verkort worden zon.
Wie redenaar of auteur deze woorden
behoeft, zal ze gebruiken, moet ze gebruiken,
volgens onze leer. Maar aan de andere
kant: wie wil zeggen toen ik ontwaakte uit
die bange droom, moet niet gedwongen zijn
te scfcryven uit dien bangen droom; wie
op de vraag wanneer vertrekt de boot ? wil
antwoorden hij gaat m lien tmr, moet
niet verplicht zijn, al is hij arubteiaar of
onderwijzer, om als hij die woorden neer
schrijft, hij in zij te veranderen. Dit is
geen fouten verbeteren, maar fouten aan
brengen
Eén ding is wel zeker, dunkt mij. De
bemoeiingen van de Staatskommissie hebben
de kwestie niet verder gebracht. Het Ver
slag bezorgt wie verbaast er zich over?
aan de zaak van de vereenvoudiging geen
dadelike winst. Maar wie hoopte dat het
een dodehke wond aan die vereenvoudi
ging toebrengen zou, komt bedrogen uit.
Wij houden de strijd met goed ver
trouwen vol. Wij weten: By hen die in naam
de oude spelling aanhaigen, bestaat geeu
eenheid, en eenheid kan er ook met o at
stelsel bezwaarlik komen. Al duidehker zal
dit blijken, hoe straffer de dwang wordt.
En zo zal on ze vereniging groeien»tegen de
verdrukking in.
En eindelik zal men dan wel inzien dat
men 't verkeerde pad insloeg om tot vrede
en betrekkelik grote eenheid te komen. Dan
zal de dwang op zij worden gezet en zal
't iedere ambtenaar, examinandus, onder
wijzer, vrijstaan om in zij a geschreven taal
bij 't oude systeem te blijven of 't nieuwe
stelsel te volgen, 't Advies van de meer
derheid der StaatskommUsie moge trachten
de Vrijheid de weg te versperren, slagen
kan dit opzet niet.
Dr. R. A. KOLLEWIJX.
*) Bj deze deels eenzijdige, deels onnodige
staustiese onderzoekicgen scby'nt niet altijd
de nodige nauwkeurigheid te EJJU betracht.
Er is b.v. aan de d.rekceuren van de H. B.
Scholen gevraagd hoe het staat met de spel
ling op bun echoot. De desbetreffende cir
culaire is niet ontvangen door de direkteur
van de 4e H. B. Sahool m. 3 j. k. te Amsterdam,
een niet onbekend voorstander van vereen v.
spelling. (A.an de uitkomst van de statistiek
verandert dit trouwens niet».)
Van het Weekblad voor Oymn. en tfidWb,
Onderwijs wordt beweerd dat er in 1908 *an
v-rsche'ien 528 pagina's (lert-kand op 2000
Ie ter ) en dat er an die pagina's geert enkrle
wan in v sp. D-) waarde d is: er vtu>c tenen
een 1200 pagioa's (>p 2000 Miers berekend)
en daarvan ir (naar tttnaUinp) de hei f in v. sp !
Op zichzelf is ovik dit van weinig belang.
Vfair voorzie itigheid m<rt de sta'istiese ge
gevens van de kommissie schijnt toch wel
aan te raden.
Nog iet*. Uit de berichten, door uitgevers
ingezoid-n, ecbynt te blijken, dat in 19' 8
alec-iti i uitgever te Ams erdam iets in
Vereenvoudigde verschijnt n deed. Was bet
oatnogelik, na te gaan hoe 't gesteld was
met de uitgevers die op de hun ges el de
vraag niet antwoordden? (Ik wil niet aanne
men dat men enkele uitgevers heeft over
geslagen). Men maakt er mij opmerkzaam
op, dat by voorbeeld bjj H. J. W. Beent te
Amsterdam in 19. 8 in ver een v. spelling ean
tweede druk ver ebeen van B'and t van
Doorne's blijspel De Spreektaalveiedtlii gibond
en de r o CD a a Traji-Kom die.
t) Ik knrsi"eer.
Met Tooiitat im FranHirt.
Er waren er, met my, hpel wat rn
igesoaokkeld" in de beide extra treinen, die in
dea grauwen, killen morgenschemer van 2
April de Weesperpoort uiutoomden Het was
eene geheele fchare niet-zingei de,
nietfpelende contrabande, door Tjonfennt (rast <rij
ontvangen, door de Pruisen sollfrtji" toe
gelaten om geinige te zyn van de daden,
welke onze Amsterdansche vocalisten en
instrumentalisten in de oude G ethe-stad
gingen volbrengen.
In. onze digbladen die ook den
Qroenelestra onder de oogen zullen zyn gekomen
hebben vaste en gelfgenheidsv^raJagge 'ers
uitvoerig relaas tedaan van de feitelijke
gebeurtenissen, zoodat eene uitweiding daar
over mijnerzijds ach'erw.ga kan blijven.
tiet t ace as was gioot bij Bet Frankforier
pnblick, gering oy deop'alleadcianvitistiscb.
en kwaadaardig gezinde pers, waarover straks
nog een woordje.
Hntgeen mq aanleidicg geef c tot eenige
opmerkingen over het muziekfeest te
Frankfo-t is voornamelijk het experiment in de
Fasihallb", een ?6ógro«artigfls Erreiebnis",
eene 266 famoh" en kolossale" Leistunn",
d A! de Duitschers *&.&. voor, d.w.z. voor dio
krachtsontwiKk^lini? die Disiiplin", dien
MteBaobetrieb" gebeel afgescheiden van
net artistiek resultaat wei newandering
moe en tieoben opgeva'. T»eedaiaend mede
we.kurs, zeverainr, dai ei,d toet ourd^rc, de
gehHele be?o kirg eerer welvarende provincie
stad verza-neld in u gebouw l
IK voor my, heb de zaak meer van een
anderen kant bekeken en myn indrnk was
meer die van schrik, dan van bewondering.
Toen ik de zaal binnentrad, kreeg ik een
duizeling: Ik kon het eind niet zienl
Een reusachtig, granv-grijs gewelf, geschoord
door geweldige, g-t»! gever^Me ijzeren balken,
honderde schelwtite eUc'rifc e booglampen,
boog boven mij een krans van !uitervorm'ge,
wit-dnnen gelnidvangeis en dan de
menschenl De duizenden en nog eens duizenden,
krioelend in een paarsachtigen schemer,
waarin de gezichten en gestalten
wegdoezelden, nietig, laag op den grond onder het
gewelf, in de saai, op de hooge, rond de zaal
en podium loopende beide tribunes. En op
het podium het vage gewirwar der
execntanten, twee duizend individuen, een compleet
regiment, een Eomeinech legioen l
Er moet voor een spintaan en expansief
virtuoos als Mengelberg eene groote en
ook zeer zeker edele?voldoening in hebben
gelegen, door bet opsteken van ne hand
zjjn leger tot S'ille oplettendheid, zyne dui
zenden toehoorders tot adem oo ie aandacht
te heiben kunnen brengen. E lel moet zij o e
voldoening zijn, de verheven kno&tvan Bach
en Mahler i 60 inderdaad aan bet voik" te
hehbm gebracht.
Tjch geloof ik en velen zullen het met
mq gelooren dat hier het doel deerlijk
werd voorbij geschoten. De mneiek, ook m
hare meest graadiese scheppingen, is en blijft
eene kunst vol intimiteit en de schoonste
genieting van den toehoorder is het volgen
der detailleering van compos tie en instru
mentatie, het mede even oer nnanceeringen
in toon en rbytbme. Aan d«ze intimiteit en
doet men afbreuk en geweld, wanneer men
willekeurig het aantal uitvoerenden zóins
Uogeheure steigert."
Mahler, die zoozeer een man van de praktijk
was, se reef voor sijne a" ns'e een ensemble
van 1000 Minneenen voor. Te Frankfort was dit
aantal vtrdnb >eld. Op die «ij ie raken de v
-rhoudingen geheel en al te loor. Wanneer een'
dniiamg koor nn orkest op eenefort'3
imofdrmate efdniten, dan klinkt onorddellyk:
daarna ne solo-stem met begeleiding van
ne solo-viool, die bovendien een 20 met er
van el (aar verwijderd z\jn, zóschriel en
dnn dat alle warmte en illniie verloren
moeten gaan. Ware men logisch te werk
gegaan, dan had men naar verhouding ook
de solisten moa en verdriednbbelen. EQ dan
in znlk een zaait Ik wil dadelijkerkenneo,
dat ik beide avonden een slechte plaats beo
gehad, zoo Jat myae indrukken niet voor
dia vau het geheele publiek kunnen gelden.
Ik trof het dan ook wel ongelukkig: er zijn
daar maar" 3000 plaatsen, waar men slecht
hoort en door echo's van alle kanten ge
marteld word*; Er moeten plaa sen zijn,
waar men prachtig hoort. Maar is een zaal,
waar men moet zoeten naar punten van
goeda accoDsUek, aanbevelenswaardig voor
mazieknit'oenniten ? Ea hoe.-eel tan den
indrnk 'erliest men trcb. niet, wanneer men
eenue hongerde meters van het podium
verwijderd zit, den dirigent zich ais een
kiein mechaniekje ziet bewegen, van de
f x mutant en geen bewegingen, geen gelaats
uitdrukking meer onderscheid' l Het wordt
alles onwezenlijk, vlak en zielloos, het klinkt
ala door een mist, van achter een gordijn.
Want zelfs al kan man er alle tonen, ook
in volkomen zuiverheid duidelijk vernemen,
over zulke afstanden verliezen de
geluidgolven aan glans, aan innerly sen gloed en
timbre, gaan nuances en rf ythmische scha
keeringen verloren. Het onmiddellijk contact
tus enen toehoorder en werk wordt verbroken:
bet oor wordt gemflan, het hart blijft kond
en onverschillig. V*n zulk een zaal naar de
open lucit il n'y a qi'nn p»>! doe her
innerde ik mjj daar met wee-no-d de> u r ach
tige, overstelpende uitvoering van Matilers
Achtste in ons klein, intiem, zoo
voorireffdijjk resoneer-nd Concertgebouw, waar de
ttérate doorzichtigheid, het fijnste pp met
le'enwekkeida kracht het bart barei«tl
Een dergeluk materialen-monster als de
Frankf >rter Feithalle" zon geschikt zyn voor
mus ek uitvoeringen? Ik g-loof er niets van.
aet is eene ruimte, waar de tau-omachie
tot kinderlijk gepruts wordt, waar Krapp
en reuiot-kanonnen kut nan duilleeren,
waar Zeppelins en Parse 'als komen
ronddry'ven, omsnorl door Bé-iots en Wrigbts,
een zaal om minotanrnsien en nrammouihen
solo te laten zingen. Het it>, inderdaad, een
mommen! van het moderne Dnitsche G
:werbe Protzetitam, dat, met een A-nerikaancch
ver L ia bestreken, zich hoovaardig verbeeldt
^die "Cnltur" bereikt te hebben. De cultuur l
Ja, die van het portland-cement, van het
gewapend beton, van het T en U 'serl
Hoe oneindig veel schoener en inniger was
da ma'inéa der Amsterdammers in Hen kl»<nen
Sialban", e^n intiem zaaltje in Louie X[
'S'ij!. Hit-r hnbben onzsi umineuie mmici
geloond, wa'zij berei k' r ebben in de f-u tuur",
in de uicergie veifij ing en veredeiitg van
de wonderbaarlijke kunst, die muziek heet.
Zj speelden er Ifabler's goddelijke Vierde,
zooals ik baar nog nooit boorde. Wed r
hebben deze Amsterdammers A' echt f
amisc e musiceeren toch vandaan?
Zimmermatn's viool zong en lok ie als de G-aige"
uit de wonderverhalen en ballades van lang
vervlogen romanti-c'.e ty'dm. Ea bat geheele
orkest jubelde en vleide, k'aagde, snikte,
smachtte en lacbte weer op met een innig
heid en eene Verklarang", dat het publiek
eradf-mloos en l rillend en weenend by neerval.
Daarna was bet geheel en al Houandfch:
Diepenbrocks Ta Deum"! O/er dit werk
beaoef ik hi»r nu niet te spreken. Ia Hol
land wordt het besef meer en meer wakker
welk ean zeldzamen scaat wij in '/ijn oeuvre
(waarvan het Te Deu n toch maar een
orderdeel vorm ) bezutec. Koor, orchest en solisten
w\jiden zich ook nu in Frankfort met
bez elicg en enthousiasme aan bet bun zoo dier
bare werk. Hier bleek d>- saai iets tekluin voor
deze o vers'e l pen d e klat'kenwee de en werd bet
te Jaag opgestelde en in zjjne zelfstandigheid
wellicht te veel bed <vongene o c eu do'<r
het machtig bruisende koor gedrukt. De
drie trompettisten moeten zich meer newust
wirden van de be eefcenis ^aaheji aanva
gasignaal, om dit. meer ex )resMef te kunnen
voordragen. Het ao o-Kwartet klonk Joor
de medewerking van den aan stenen muzi
kale intelligentie zoo ze d'-s a m, begatfden
tenor Urlns met de dam's Niordewier en
De Haan en den voormff-.yken Zalsman
welVcht voor d-i eerste maal «o''naakt.
Welk een vette, t'aa^-t'iller de
geboor-gzet u ver, welk een bot r u tterrnansseiitirnent,
welk een verwa'en geest moeten de Herren
Krftiker" der Fransfrrter bladen buitten,
die smalend over deze uitvoering, dii o-chest,
dit kcoi', de?,e compositie hebben knnnen
fchrijvenl Wat een on nuïikale,
on<ecultiveerde sielen l Indien deze tocht ieis goedg
beeft uitgewerkt, dan zij het, dat men bij
ons afleert om mat gedachtelooze adoraue
te knielen voor al wat aan gene zijde onzer
Oostelijke grens met snorkende pedaiterie
op nusikcal gebied woidi «edecreteerd, dat
men ach hier meer en meer bewust wordt
van den zeldaamen adel der Amsterdamscbe
mnziekbeoefcning. Eerbied en bewondering
voor dit beerlijk milieu, dat daar staat als
bet brandpunt van onze Nederlandeche
cultuur, wij mogen er wel eens wat meer
aan toegeven, op gevaar af, dat men ons
van chauvinisme" zou beschuldigen.
Het was, op de terugreis, een prachtige,
luwe lentedag. In het Rijndal stonden de
boomgaarden vol in bloei, een weelde van
witte en roode <éarbeid langs den weg, tegen
de bellingen. Overal werden de wingerds
nieuw geplant, de zon verguldde de oude
ruïnes en de beroemde, romantische
berggroepen, de ontluikende wonden lagen tn
een blauw droomerig voorjaarswaas. Toen
was het genot gelijk, zich aan de vensters te
onderhouden met onze mnciai, deze vroolijke
witzige lieden, die z'.ch in hunne kunst door
jarenlangen zwaren arbeid tot da hoogste
volmaking hebben ontwikxeld, by' wie de
levensernst door volharding ia tegenspoed
en ontbering vaak tot eene hoogere levens
vreugde is geiüoT, die bun uit de wakkere
oogen st aalt. Op znlk een tocht eens in
hun midden te zjjn gewees', is, bovf na1, voor
den niet-mnaikant een ware verkwikking!
ALTHAZAK VBBHAOBK.
Nagelaten wrk, van ADBIAAN VAN OOEDT.
Bnstrnm, van Dishoeci.
De Ned rlandsche litteratuur beeft in
Adriaan van O >rdt den au'eur van Irmenlo,
veel verloren. Er is veel tchoonsi Irmuolo
en ook in Warh >ld. Het eerste v u ik nog
willen prefrreeten boven bet tweede, omd»t
bet grooischer en eenvoudiger van lijn is,
bet laatste, een rijper «eik, vooral nitn.uat
door grooleren rijkdom van déaus. Van
Oirdt is een van on se meest probe, eerlijke
schrqvers met eer e ktachtlge visie voor het
niterlyke der dingen en een fijn gevoel voor
bnn gelnid. Ojk dit nagelaten werk was
werkelijk de moeite waard te worden uitge
geven. Het eerste stuk van dezen bundel
getiteld: B-nedictyner Ahdijktrk is magistraal
van breed»en bijna forache penseeling. De
tonen begeleiden bier de viziea s een schoon
orgelspel. Zy voleen den gang van de mis
in een kerk van Bened cty'nt-n met een vol
komen harmonisch geluid. Bene zekere rust
en kalmte, de vrede, dien men steeds by
alle uitingen van Godsdienst tf kunst der
benedictijnen aantrefc, vindt men bier weer
en men zal niet te veel zeggen, wanneer men
dit brok een der schoonste prozastnkken van
de Uollandeche litteratuur der laatste j «ren
noemt.
En onderwijl begon het orgelspel te
preeken van uit de diepte opdreunend, de
lonen drijvend, nitsoreidend als tot een
boomomloveringsgeruiech, dat bijgehouden
door monikeniang, sieeds voortging zonder
versiering van modu'atie, blindelings naar
>en eindeloos doel, gelijk een zwaan door
het water vaart zonder krachtbetoog, zonder
wilsopeibaring, om sneller voait te gaan
of ergens af te dwalen.
Maar plotseling zonder voorbedacht
ontsprongen jnbelkreten, die in een zuivere
b logte altyd steiler rezen en dan verzonken
in de lang gebonden tonectucht, rog zacht
weerglanzend van verrukking.
Ea toen de 'ang all en es uitging,
omkotuen i in de koude stilte T «n bet hooge huis
bie;en de zuilen en pilaren, wier slanke
,,'töa vers eend waren to d'aaggn tarten,
onwrikbaar ttaan, boven de rondom vol
bloeiende kapiteelen een doorluchtig spel
van lyten, de, zwaarlijvigheid ontwijkend,
reikhalsden naar vt-reeniging, evenals de
bon v van in aanbidding gaamgelegde spitse
fingeren e ener heilige."
Het eenige wat ik bier aan te merken
heb is, dat ik liever de stilte als warm ge
voeld bad, inplaats van kond.
Adriaan van Ojrdt is ean schrijver, wiens
zielegang eerder naar h-t u iter ijk e dan naar
het inner y'ke ge at. Deze eigent c ^lap, tot
in het uiterste doo-gevoerd, doet hem zijn
doel missen en den invlot d 'ervagen. In een
ander opstel van dazen bundal, Lfcettershire,
krijgen we eene opeenbnoping van dingen
te zien, die chaotisch kan he-ttec. D t is geene
goede beschrijving eener reis, waar alleen
bet weergeven van den domiranten indrnk,
indruk kan maken. Na de lezing van dit stuk is
men niet wijzer geworden en zon men
evengoed de beschrijving op een lanlsc ap van
Gelderland cf Limburg kinnen toepassen.
ZulKeopeenhonpinK v»n 'lizonderheden werkt
vermoeiend, daar laagzamerband on Ier het
lezen men dan draad kwgt raakt, a lei voor
het gees'esoog begint te schemeren, men
lederen steun verliest, meedrijfc op een wir
war van woorden en telkens geneigd is
den dans te optspringen en het boek neer
te leggen of onmiddellijk naar een ander
stuk in dezen overigeis rijken butdel uitte
zier, b.v. raar het dramati ei fragment
Fioris de Z'i-arle, dat zijn goede qaahteiten
beefi en waarvan het jammer IP, dat het
een fragment is gebleven. Het is vol leven
en beweging.
O ader ecne rubriek Notities geheeten, zyn
eenive pure descripties gerangschikt, die in
litteraire belangrijkheid met da grootere
stukken op ne Irjn feuanen gasteld Borden;
b. v. Wei in Li'nburg. Werkelyk van Oordt is
onze moderne bi scriry vit g^irtuoo»bij uit
nemendheid. T jch ?. ij n ?ija dei-oripii-8 8'eeds
Ronsciectiens gehouden, veriO-gdin de déailp.
Wanneer men bem lee>t, komt telkens de
gedachte op: Wat hebben wy to,b veel
in <iien m»n verloren !
Zjoals zyn werk tot nog toe is geweest,
was het no(t te vnel uiterlijk en (trachtte
bet te weinig bat innerlijke zielr-leven taa
den metscb. Daardoor ook mist het dikwijls
de watracitige zielestemming <n Rei-f bet
meestal alleen den kouden weerschijn der
dirg-n. Tör»yl wy in ds rel-indrukkei van
C juperus steeds den dieperen ziel"grond
betreden en ons gevoel op warmen bod m
zich beweegt, zien wy by van Oordt meestal
alleen eene litteraire op^ut hooping van
stukken ein brokken, mechanisch en Fnms
wiliekeu ig neergezet, z PI der dat om gevoel
er eenig da*l aau beef of ons gehen'pn hem
willig de be n p ame hand kan bi der. Wy
zyn dan gedworg-n bem te la'en btgaan,
maar moeten bem ouze fijnste attentie en
deelneming onthou<d"n.
Toe i was van Oardt een groot man en
van zyn arbeid zal menige blad«ijde lang in
onze litteratuur blijven leven. By wat meer
dan een ander een echt litterator. Hij was
dat met lyf en ziel. Hy was niets anders dan
dat. Ea dat is veel.
Ter v«rg« ykirg Wee men den Vntidel
Reü-impn-sMes van Coip'ru», naast dezen
van van Ojidt. Die van Cjupeius zyn
ziel