De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 21 april pagina 3

21 april 1912 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Nó. 1817 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. een waarlijk niet minder belangrijk middel tot opvoeding in schoonheid, bjj ons schrome lijk wordt verwaarloosd; ik bedoel de wandprenten voor school versie ring. Raeds vele jaren geleden werden door my pogingen aangewend om met medewerking van eenige anderen, te geraken tot de uit ga re van een serie gekleurde lithogrsfUën om schoolvertrekken en kinderkamera te versieren. Door verschillende omstandig heden werden deze pogingen toen gestaakt, maar na mg blykt boe men in andere landen op dit geaied uitstekende resultaten verkrijgt, terwy'l bjj ons op averechtacae wyze wordt gewerkt, voel ik my ged ongen op nieuw moeite te doen om goede Hoilandacne prentkiiQBt in onze schoolgeboawen te brengen. Vooreerst dient er dan op gewezen te worden, dat prenten die voor wand versiering bestemd zyn, niets met het onderwy a in een of ander va* te maken hebban. Indien ten gebruike by het 'onderwy'a prenten noodig zyn, dan sollen die alleen d da r voor voor den dag gehiald mogen worden; dat deze leertame afbeeldingen, van wat dan ook, zoo goed mogelijk moeten sgn, spreekt van zelf, maar met kunst hebben zjj niets te maken; my dnckt dat hiervoor goede fotografieën naar dieren, planten, landschappen, eng., op duidelijke wjjse vergroot, uitstekend ge schikt zyn, althans honderdmaal beter dan de doode gekleurde prenten die tot na toe gebruikt worden; verder lijkt m decinematograaf het aangewezen hulpmiddel om aan kinderen een voerstelling te geven van ver schillende bedrijven en ambachten, terwijl alleen voor feiten en toestanden uit bet ver leden goede reproducties naar oude kunst vertoond mogen worden. Bedroevend slecht zijn de schoolprenten die in de laatste jaren hier te lande ver schenen zijn. De firma Woltera te Grocingen exposeert daarvan in den Haag en te Rot terdam een aantal, plus de oorspronkelijke teekeningen waarnaar ze gemaakt werden. Ik zal niet trachten deze afgrijselijke pro ducten van wansmaak hier te beschrijven, alleen wil ik er op wyzen, dat al deze pren ten werden op steen geteekend door zooge naamde vaklithografen naar aquarellen, wat natuurlijk nooit tot een behoorlijk resultaat kan leiden. Naar ik verneem is nog een uit gever beiig om op deselfde manier de zaak te vertroebelen. Ook door hem werden in vereeniging met een of meer onderwijsere verschillende min of meer bekende achi ders nitgenoodigd om van bepaalde Hollandsche landschappen schet sen te maken, de wijze van uitvoering daar van aan hen overlatende, maar met de bedoe ling deze echetsen op een lithografisch atelier te doen reprodnceeren. Een der genoodigde schilders, op het gebied der lithografie lang geen onbekende, stelde voor zyn ontwerp zelf op steen te teekenen, doch dit werd hem domweg verboden; de verschillende olie- en waterverf schetsen zullen das zoo getrouw mogelijk op steen worden gecopieerd, een wijze van doen waartegen door kunstenaars niet ernstig genoeg kan worden geprotesteerd. Zn den catalogus van bovengenoemde R ./tterdamsche tentoonstelling zegt de heer Hnib Luns eenige zeer juiste woorden met betrekking tot school wandprenten. Deze heer gaat echter verder en wenacht de schoollokalen met wandschilderingen te versieren; op desen radicalen wensen zal men echter verstandig doen voorloopig niet in te gaan, daar de tijd daarvoor m. i. nop lang niet rijp ia. Als men de mislukte affiche voor dese tentoonstelling en de flodderige olie verf-schets in het academie gebouw ziet, beide van den heer Luns, wordt men huiverig bij de* gedacate aan mnnrachilderingen van denze fden oorsprong. Zaer zeker ia er een sterke neiging naar het decoratieve in de moderne schilderkunst, doch te zeer nog Btaan verschillende uitingen op dit gebied apart, en voor bet versieren van schoolloialen met wandschilderingen acht ik meer eenheid in principen volstrekt noodzakelijk. Voorloopig zijn de grafi cae kunstenaars de aangewezenen om in de behoefte aan scbooiwand verstei in g te voorzien ; met hoogstens een enkele voorlichting van een onderwijaantoriteic moet de kunstenaar geheel vrij gelaten worden in de keuze van zijn onderiiillHttiiiiMimmiiiiiiiiiiiiiiitiiiiMiiiiiiiiiiiiiimiiiiitiiiiiiiiiiiiMliiiiiiii er zoo frisch en zoo vroo ijk nitzagt-n. Het waren lieve kindt-ren, zei J»n ie n, hu moest de lekkernij maar goed voor z« bergen ;'zijn vrouw was dol op kinderen. Toen was een oogenblik in boer Lammers de drift van al zyn bloed omhooggezied, waa zijn bittere baat in hem opgejammerd om uit te breken en den vijand te vernietigen, en zijd buis en zyn hof en de stad en de ganecbe, stekende, tartende, opjagende wereld. En die smartelijk-opvlagende kracht was terug gekomen in hem zonder haar werk te hebben gedaan, en baar gift had zich rerspieid in zijn lyf en zyn bloed, tot een walging; hjj had de prop van den eigen gal moeten doorslik k n en gesidderd van het leed dier doodeiy*e bitterheid. Want by had een oogenblik met wilde oogen opgezien naar den pacht heer en ay'n huis en hit had een oogeblic gevoeld, in een snelle'dooi flitsing der bewustheid, de machten die hem van dien hevig-begeerden wraak terughielden, buiten hem en in hem. De pachtboer met zijn huis en zijn eigen dom was buiten hem, en in zyn binnenste vermoordde hem de vrees voor de misdaad der opstandigheid. De pachtheer was groot en machtig; by' waa ontzagwekkend en beheerschte Lammers' erf en land en zyn vrouw en zyn kinderen. En aan die macht en aan die ontzag wekkendheid en aan zyn recht tot bevelen en regeeren leefde van den goddelyken glans, die, boven alle begrip van menschen, in haar wereldbeatnrende verhevenheid niet zonder vrees voor onder gang en verdoemenis was te weerstreven. Door die lang gekweekte en bestendigde angst voor de orerdaad en de wereld sche meerderheid was zyn kemende begeerte naar verzet en rechtvaardiging teruggeslagen en neergtjaagd. Vernederd als een hond had hij toen zyn verzoek om uitstel nog slechts kunnen stamelen, zich beroepend op de staking, die hem belette, zijn geld te ont vangen, en zich beklagend over de ramp, waarmee de dood van de koe hem weer zon gaan., trtffen. Na een zwy'genspoos, die als een diepe kuil van boozen heimeljjken haatgeest tustchen hen beefde, was zyn verzoek hem slechts aarzelend en als een zeldzame duiding toegestaan. En hjj was heengegaan, met zyn pet in zyn hand groetend, en met zyn sigaren in de eene zak en de zoetigheid voor de kinderen in de andere, als een tot veidooving nijpende sluwe kneveling. En werp, zelf zal hij Jan zyn prent .in het voer dit doel het meeat geschikte materiaal, de litbogrsfie, moeten uitvoeren en geheel voor den druk gereedmaken; slechts dan is een zuiver artistiek resultaat mogelijk, als de nitvoeiing geschiedt door den ontwerper, in het materiaal waarin het ontwerp ia gedacht. Tsr tentoonstelling te Rotrerdam is ook een inzending van de vereeniging van leer aren by het M. O. In deze vereeniging bestaat een commissie voor achoolwandversiering die er naar streeft poe de prenten en gipsafgietsels aan de echolen te verschaffen. Hoe lofwaardig dit streven ook zijn moge, deze commissie zal een anderen weg moeten inslaan om haar doel te bereiken. Da reprodnctiea in fotografie en ets die zy inzond zyn zeker heel mooi, doch niet geschikt voor den waod van het schooliokaal; wat hier vereiecht wordt is een decoratieve gekleurde prent, zooals ter tentoonstelling aanwezig; zy*n o. a. van Héne Dufau, van Henri Riviore en van de uitgevers Voigtl ander en Tenbner. Het is dunkt mij, de taak van deze commissie voor achoolwand versiering om de hier aangege ren richting te volgen en niet te rusten voor zy' een serie goede Hollandsche prenten tot hare beschik king heeft. S. Metrum. Oordeel orer ie Trometieluri ii (e I?1II« eenw, De Vry metselaars zyn in de 18e een w aan het oordeel der samenstellers van Spectators" niet ontkomen. J. Hartog heeft in de spectotariale geschriften van 1741?1800, van wat by hier en daar over hen heb/c aan getroffen het voornaamste vermeld. Menigeen had het in de 18de eeuw te kwaad met de Vrymetselaars. In het Zinrijk en achertzend Woordenboek" hadden zij een hevi&en aan val te verduren. Onder het motto: 'tQeheim derMetzelaars, het spel der razernij, Bestaat niet anders dan in at 6 bedriegerij, werd daarin een stuk opgenomen, getuigend van groote bitterheid. Het was van algemeene bekendheid, zegt de schry' rer, dat de Sociëteit der Vrijmetselaars door een vreeaely'ken eed gebonden waa. Wie" gaat hy voort heeft deze Nachtuilen, die doorgaans in den donker achermen, het regt .verleend om hunnen evenmensch zoo zwaar een juk op den bala te werpen? Weeten zy niet, dat de wettige hooge Orerheid alleen de magt toekomt om verbintenissen door middel van eenen eed, iemand af te vorderen? en dat buiten dit alle eeden, hoe genaamt, gods lasterlijk en ongeoorlooft zyn ? De zaligmaker der wereld leert ons, dat onze burgelijke verbintenissen in niets anders moeten be staan dan in : ja, ja. Dog onse zwarte Naghthoesaren zy'n veel wijzer. Zg echynen met hun gedrag een nieuw Evangelie te willen invoeren, en een zedeknnde in trein te brengen, die de ware Kristeiyke omverstoot." Anderen hadden echter gunstiger gedachten aangaande de broederscnap. De Denker, ofschoon niet zeker, dat zyn correspondent achter het geheim der Vrij metselaars was, plaatste een britf over hen, waarvan de inhoud eerder op te maken is nit het motto: Qal dit nn ennemi dn crime Caractéiise nn Fr au 9 Het hoofdoogmerk der stichting was, volgens dien schrijver, verzet tegen het priesterlijk gezag en alle inbreuk op 'a menschen vrijheid. Het waren de redelijke en braave lieden" in de gansene wereld, die zich in deze broederschap aan elkander aioten. In het Recueil des Chanrons, dat zy in hunne zamenkomaten gebruikten, laa men regels als deze: Les erreurs, les prestiges Par nous sont abattna; C 'e B t ici, qu'on erige TJn Temple a la vertu. of op eene andere plaats: Nous rompons la barrière Des préjugéd trompenra; Le compaa et l'éqnerre Dirigent nos moeara. met het onnicschreeuwbare leed van zyn onderdrukten toorn, dat iy'n gang wankel maakte van ondragelijke beladenheid. Hy drentelde rond over den weg, aarzelend en keerend, alsof hy niet besluiten kon, het huis van den pacht neer ongeschonden achter zich te laten. Zy'n nog jonge, bleeke, koortsig. gevlamde kop hing neer, met diapy'nlykheid van de wijzerplaat eener fijne veerkrachtige schaal, die dreigt te zeilen knappen van groven overlast. Intnsschen halden zijn voeten hem reeda verder gedragen; hy waa het hek van de groote villa al voorby, en liep den kant van zyn huia op, onwillig overgeleverd aan het gareel van den d win genden voort gang. De zon zat op de schitterende hoogte van den nasomerdag ten troon, tnsschen den hemel vol stryd van als groote pluimige vogels jagende wolken, over lucht en water en land en leven liefelijk reg?erend. Hy liap langen tyd orer den korten afstand naar hui?, en toen hij by zyn erf kwam, en daar zyn vader gaan zag, met da bloedschratn nog nat aan zy'n wang, overwonnen, was het als kon hy zich niet weerhouden, iets van zyn marteling te ontladen, en liep hy voelend hoa hy zichzelven wondde, in dien tengelloof-nit brekenden drang o p den oude toe. Je hoef niet meer bai me te komm 9 hoor l" kreet hy, want ik skopje van 'teif af hoor l" De oude bleef een oogenblik staan, geplant op zyn kromme wydgespreide beenen, en schudde weer zyn hoofd. De mo'j niet zegge," ried hy onverstaanbaar, en keeide zich dan om, om heen te strompelen. Vol stille gilling van wanhoop in zyn hoofd, om dit uien we bijtende en toch onher stelbare wroegingaleed, stiet boer Lammers zich voort, het bruggetje over en den hof in. In het middaguur, waarin de zomer al haar krachten scheen in te spannen, om ze in een groote en ateeda gedijende vreugdegift uit te storten o ver de aarde, lag het erf, onder de ateeda zuiverende, verjongende koelte van het water, ala een verteedering achter den witten dy'kweg in de laagte. In een volkomen afzonderende en zoete rnstigtieid omstonden de korte wy'dgetakte vruchtboomen het gry ze,groengelnikte huisje met de schuur daarachter; door de hooiige geuren van den polder zoemde er gezang van insecten, en er ging vriendelijk gekakel van trippelende kippen over het gras, als in de liefelijke vredigheid van een en de hoofdwet in hunne vermaken en uit spanningen was in dezen regel begrepen: Mesnrons nor plaiaira, Et leglona nos déairs. 't Was wereldkundig, dat de loges in Zwe den, Engeland en elders veel hadden gedaan ter bevordering van het algemeen welzijn, en dat de weldadigheid in 't algemeen on Ier de vrij metselaars krachtig werd aangedrongen en beoefend. Allen, meent de schrijver, ko men in deze vereeniging thuis, Heidenen, Joden, Giriatenen, Turken, die begrijpen, dat zedelijke deugd da hoofdzaak van allen godadietat is," en zyn oordeel over deze broederschap komt hierop neer, dat zy eene verbindtenia ia, die voormaala redelyk, thans onschuldig ia, en welke nu gaen wettelijke voordeelen, ten minste, ean aangenaam ge zelschap en onzandige uitspanning verschaft." J. H. RÖISINQ. Berichten. *Dan 29sten en SOaten April heeft by den antiquair Martin Brealanër te Berlijn een verkooping plaats van handschriften, welke voor een groot gedeelte behoorden tot de verzameling van Mevrouw Sophie Schneider te Brnnswyk?Wilhelmshöie. Onder deze ia ook een kostbare en in teressante collectie muzikale antographen. De nnmmera 471 tot 484 zyn allen hand schriften van Richard Wagner, waarbij zich bevinden een twaalftal zeer interessante brieven van den meester, die ongepubliceerde en onbekende gebeurtenissen uit zy'n leren bevatten, en bovendien de complete Urschrift des Ttxtbncb.es enm Lohengrin", waar be langrijke afwijkingen in voorkomen van den vaatgeatelden tekst. Het geheele libret ia door Wagner zelf geschreven op folio papier en draagt onderaan den datum 27 November 1845. Een facsimile van de slot-scène ia als by'age by den catalogus gevoegd. Verder bevat de collectie brieven van Beethoven, en van dezen ook een paar be langrijke, eigenhandige mudek-autographiëa, onder welke een zeer vroege copie van het Buaalied" en verder een canon van acht maten, waarvan zelfa de ly'nen door hem zelf uit de hand getrokken zyu. Beethoven noemde dergelijke muzikale extemporé'a zyn visitekaart j s" en de In deaen catalogus gefacaimileerde, werd geschreven op een dag van 1825, toen hy Dr. Braunhofer bezocht had, en desen niet thuis vond. Haastig bracht hy deze enkele mnziekmaten op papier en liet ze ten huize van zyn geneesheer achter. De tekst luidt: Ich war hier, ich war hier, Doktor, ich war hier!" Verder bevat de collectie ier mnziekmannacripfen van Mozart en n fragment van een geheel onbekend werk van dezen compooist in een copie door zy'n zoon. Het ia te verwachten, dat de Amerifcaansche verzamelaars op deze anctie hun dollars zullen doen rammelen, en dat er dna ten gevolge van de tot een belachelijke hoogte opgedreven pry'sen, weinig van in Dnitschland zal blyven. Waarde Redacteur! Even een antwoordje aan uw inzender in het No. van 14 April, den beer G. Nolat Treniié. Ik ben het, ook in 'c algemeen, volatrekt niet met hem eena. Ala wy tegen woordig een of ander, nog niet sedert eeawen gebruikelijk, Nederlandsch woord bezigen, dat door zyn klank en vorming aan het dnitsche equivalent heriinert, wordt dat onmiddellg'k door de beeren puristen een germanisme genoemd. Ik vind dat erg over dreven. Van huis uit" heb'ik al door myn grootouders hooren zeggen. Mocht dat niet, omdat de duitschers ook spreken van von Hause ans"? Beduidend", voorradig", billyk" (voor goedkoop) zyn woorden die wy niet noodig hebben; voorradig" vind ik even leelyk ah uitstedig"j(^een germanisme, maar kloosterhof. Weinig klimop kroop als een zachte beslniping van teedere genegenheid op tezen het lichte grijs van de eene muur; o 'er de ander hadden twee ruizelende popels hun lenige fi j o groene bovenlichamen gelegd, aangedrukt tegen het dak en den nok zoekend als hoopten zy nog eens het gansche huisje te kunnen omgrüpen in een zacht-bartatochteiy'k verliefde omhelzirg. Van binnen klonk zacht geklink van lepels en hakkelend kindergepraat. De vrouw verscheen aan de deur en riep hem met haar zangerige stem toe, te komen eten. Boer Lammers slingerde zyn lyf door den hof, boordevol van wanhoop, spyt en woede. Hy voelde allen stryd te moeten verliezen, en wilde toch al zyn bit terheid uitleven. Hy liep naar achter het erf op, langs de oude vergroende varkenshok j ea, de begroeide kalverschnnr, en de atil-droomerige plek, waar onda wt-ggeworpen stukken tuig in de kalme zon lagen te stoven met die molmige mijmering der in warmte verterende stof, waaruit de rust van uit gestreden leven acby'nt op te suizen. Maar hy kon nergens den stilstand van zyn kol kende en on verzwakt opjagende verbitte ring vinden. En hy dreef zich naar binnen, om zich met weinig bitse woorden aan tafel te zetten. Da kinderen zaten reeda te trampelen en van de schaal te anoepen, daar vader hen zoo lang had laten wachten. En men ontblootte het hoofd en kruiate zich borat en voorhoofd, en bad. Boer Lammere had onder het oogenaluiten aan niets van zyn gebed gedacht, hij had een hevigen tegenzin gevoeld in de ootmoedige overgave, hy waa niet in staat voor den geringsten deemoed iets van zyn opstand te breken. De vrouw vroeg of hy* uitstel gekregen had, en hy knikte; zy had zyn wilde oogen gezien en vroeg niet verder, maar snauwde bij de onbeduidende ondeugendüeden der kinderen. De lepela klikten met het drukke en onre gelmatige geluid van een onvoegzamen honger door de kamer, die was zonder een enkel woord. Opeens, terwijl van dicht langs het huis op den weg het zacht gedrnisch van rijtuig banden doorgromde in de kamer by het dartel getwinkel van een hoofdatelbelletje, riepen dekinderen vol hnnkerige bewondering: ,,'n Raitoig... 't raitoig van meheer Janstl" Zy lieten zich van de atoelen glijden, om naar het raam te gaan en de equipage na te zien. Boer Lammere sprong op met een daarom niet minder leelijk); in 't algemeen ben ik er zér voor by de (hoogst noodzake lijke) voortdurende uitbreiding van onzen taalachat rekening te honden met de wijzen van woordvorming die aan het nederlandach eigen zijn; maar zich te laten terughouden van het gebruiken eener uitdrukking,' omdat die toevallig in het dnitsch (of een andere taal) ook voorkomt, lijkt my overdreven nationale trots oftewel chauvinisme. Maar nu, meer in 't bizonder, het woord Kumtenaarshuie. [De beer Trenitéspreekt van Robbers' Ennstenaarshnis; dit ia stellig minder juist dan menig germanisme 1] Het gebouw zal worden bet Huis van de Kun stenaars, en, eerst daardoor, van de Kunst. Kunstenaarsgebonw voldoet niet, nog minder Ennstgebouw. Die woorden zyn te slap, zy zeggen niet waar het om gaat. Het zal niet alleen zyn een gebouw voor de kunstenaars, en voor hun kunst, het zal zyn hun Huis. En zonden wy dezen naam nn niet mogen bezigen, omdat de dnitechers Künatlerbanser bezitten? Duizenden woorden zijn immers in verwante talen gelijkluidend, of soo goed als gelijkluidend l Ik hoop van harte, dat wy het woord Kunstenaarshuig" spoedig gebeiteld zullen tien in den gavel van het gebouw, dat het Verbond van Nederlandsche Knnstenaarsvereenigingen bezig is te stichten. HERMAN ROBBERS. Kieiwe Uitgaien, Eenige mededeelingen naar aanleiding van het eerste jaarverslag v. h. Gemeentelijk Electrisch Bedrijf te Asaendelft, door A. ten Brink N.Jan, beheerend Venn. der Nat. Electriciteita My. te 'a Gravenhage. Publicatie No. 1. 'a Gravenhage, De -4t>oncZp(?8f-drukkerÜ. Catalogus de la Vente ;! Amsterdam Ie 16 Avril 1912, par B. W. P. DB VKIKS, de Gravures anglaiaea et f rar fiises du 18 ^siècle. Catalcqtte d'nne collection importante de liviea dont Ie vente pnbliqne aura lien dn 13 an 27 Avril 1912 dana la salie de vente de livrea de van Stocknm'a Antiquariat. Prinsegracht 15, Ia Baye. Volledig huif middel voor het waarnemen van de Centrale Zon JBclip»op 17 April 1912. 1. Een waarnemingskaart. 2. E>n oriënteeringBksart. P/ys compleet 20 ets. Uitgave van W. de Haan, Utrecht. Geïllustreerde Catalogus van KREIJMBORO'S Vereenigde Nederlandscbe Kleedingmagazijnen. Hoofdkantoor te Amsterdam. Bad Hartburg. Gebirgelnftkurort. Solbad met Krodo-Trinkqnalle nnd Inhalatorium. Heransgegeben vom Herz oglichen Badekommissariar. Bad Harzburg 1912. Dr nek von George Westermann in Braunzweig. Voor wat betreft abonnementen, adver tenties, bezorging van het Weekblad, uit betaling van het honorarium, e. d., wende men zich uitsluitend tot de ADMINISTRATH van De Amsterdammer, Keizersgracht 333, Amsterdam. Voor wat betreft artikels en ingezonden stukken, uitsluitend tot de REDACTIE en aan hetzelfde adres. Om teleurstellingen te voorkomen U het gewenscht, dat de inzender?iederen keer, dat hy' een by'drage zendt zoowel op zijn brief ala op zy'n by'drage zyn volledig adres duidelyk leesbaar vermeldt, dat de inzender een voldoend bedrag ba postzegels toevoege (los in den brief) indien by niet-plaataing terugzending verlangd wordt. 40 cents per regel. BOUWT fFÏUNSPEET. Inlichtingen by het bonwburean DE VELUWE". aldaar. DEUONAY BELLE1LE AUTOMOBIELEN. J. LEONARD LAMfi, AMSTERDA IS EEN POPULAIR RIJWIEL VOOR WEINIG GELD S 2a A. BERVELING. V J. LE MINJE, Amsterdam. OUDE GENEVER merk Nectar". ?1.38 per D literflesch. WIJNEN, COGNAC etc. GRANDS V1NS DE CHAMPAGNE Perrier-Jouet Epernay. Concessionnaires, Sauter & Polis, Maastricht. T TT/^J. A "NT ?'"l Een van de moo'8t ?a-i d VAXXJUI Vx« gelegen plaatsen van ?zzzzzzzzzHiBzzzflBiBflHitl Zwitserland. Zeer vele wandelw. en uitstapjes. Zacht, gematigd klimaat. Temper, in don winter semidH 2 6°C. Geen mixt. Heer), verblijfplaats voor de lente en den zomer. 70 hotem eu p ^u:ions met meer dan 4000 Dedden. Op verl. gr. geill. Gids No. 19, door het Off. Verkehrsbnr. in Lueano of door het Int.Verk.bur.Raadh.str.16 b/h8ingel,Amst. Voor hartziekten, jicht, rheumatiek, zenuwen, ruggemergziekten, acophulose, vrou wenziekten, beaoekt men, het door de geneeskraunuge woning zijner Daden beruemde Bad-NTauheim. 1911 34793 bezoekers, 474719 baden, Seizoen van 16 April tot 15 Oetober. Drmkbron-, badzout- en moederloogveizending. Troep. gr. uuur de Kurverwaitnng Bad Nauueim en het Interr?. Verkeersbur., Raadhuiastr. 16 by het Singel, Amaterdam. _, .__. | TT Jj ^J (IT ALIAANSGaE M EREN). Schoonste Winter- en Voorjaar-verblyfplaata. late kl. Hotel, prachtig gelegen, met gr. Panorama. Kamer vanaf f r. 4.?, Penaion vanaf fr 9.?. Eigen.: c- CAMENZINO. P/osp. gr. en fr. Intern. Verkeerabureau Raadhniaatr. 16, Amaterdam. hoofi, waarnaar alle bloeddrang gestegan scheen, roid witte plekken van beving by neus ec mond, en oogen, waaraan het pnpillenleven scheen ontnomen. Hy zaz wild om zich heen, als om zich op iets te werpen, met een aandrift om naar buiten te loopeo. Dan zette hy zich weer half neer en stoof opnieuw op. D'r hai-je n'em weer... d'r rait-ieweerl" riep hy steeds hooger krijtend, 'c Ia allemaal voor hem... wai hèw we d'r niks van... allemaal voor hem... da' kan raie... da' kan wel raie I..." Hy was weer opgesprongen en liep de kamer uit, rennend als een met gloeiende sta?en gepijnigd dier. Hy stond op het erf en zag het rijtuig gaan, rollend in z|jn zachte, veilige weelderigheid en zyn ru <tig onderhon den glans, en met even weinig bekommernis om al zyn nederlaag ala hy straks de stakers had zien heen trek ken, verhenpd, zonder een oog wenk naar hem om te zien. Een vlaag van onweerstaanbare vernielbegeerte brniscntein hem op ; maar hy kreet gedempt van onmacht, en greep met de handen naar zyn hoofd. Neen hy kon niets: van allen kant kwam de vijandigheid opgezet, om op hem aan te vallen, om hem te atooten en neer te druk ken en dood te knellen. De martelende onop losbaarheid van zyn stryd waa als een dikke laag kwaadaardige bitterheid op zyn tong, en als een giftige troebelheid van sluwe aan tasting in zyn hersenen. Hy wilde zich op alles werpen, om te vernielen en te benken, in een dierlijke zinneloosheid. Hy liep de hof in en de ruimte was als een wanhopige trei tering om hem, en hy voelde dat er slechts n ding was, waaraan hy zyn vuur kon koelen, en zich nitvieren en vergrijpen. Toen een oogenblik later de maaltijd bin nen was afgeloopen, en de vrouw bezig was het eetgerei af te ruimen, kwam een der meisjes op de moeder toegeloopen: Moeder..." vertelde het kind angstig. Vader doet zoo raar... hai lait heelendal in de boom... bai de takke..." We sai-je Mie...?" riep de vrouw, we aai je... in de boom?... we aai je?..." Zy sidderde, en stond stil, en voelde plots het ongeluk nit de kamer op haar af komen, en scheurde een kreet nit haar borst, en rende met de handen aan haar hoofd genepen naar buiten. Toen ay den man aan een grooten boomtak zag hangen, jankte zy een langen iiimiiiiiiMHiiiiiiii iiiiiiiiniiiflii gil uit, als onder een messteek, en d ukte de handen in haar oogeo. Zy liep terug en weer aan, en in de opgedreven zinnen had zy het begrip gewonnen, een mes uit huis te halen. Zy spiong op een stoel, die onder hem atond, en rekte en wrong zich met haar lyf vol angstigopgedreven lief d a naar hem heen tot by zy'n reeda paars-gezwollen hoofd,en rukteenkerfde en sneed het touw af en hield zyn lichaam tegen in den val op den grond. De kinderen stonden rond hen te jammeren, door een niet bevroede gruwzaamheid gegrepen, en de vrouw had zich op het gras geworpen en kroop om hem heen en nam zyn hoofd in haar handen en streek er over als om het van de puilende aderen te e ff men. Dan liep zy raar de pomp en begon hem met water te wasschen en te betten, terwy'l haar keel scheen volgegoten tot stikkens toe. Toen hy by was gekomen, stond zy doodswit voor hèra, met een mond, die was open gereten tot een spleet diep in haar wangen, en oogen die waren als kleine stukjes kool diep in haar hcofd gestoken. ,,Wa' hai-je gedaan... Dirk..." hokte ze zacht, ,,wa' hai-je gedaan... da'a doch nie' goed ... da'a doca nie' goed... wa'j gedaan het..." Hy stak zy'n kop vooruit; hy'wist weer wat er was, en al wat komen ging. En met de angst in zyn keel kreet hy baar zyn benauwenis toe: Ik kan d'r ook niet oit l... ik kan d'r niet oit!.." drein de hy, hai h et ons ook weer twee honderd gulden opgeslagen voor 't ander jaar... dat hait-ie ook... de smeerlap... de smeerlap... l" De vrouw stond met haar waswitte gezicht voor hem, en schrok een eind terug. Zy voelde de onoverkomenlijkheid en de ongeneeaelykheid van het lijf-vullende en wereld vullende leed, en zy vouwde de handen klem mend saam en knelde ze tegen de borst, waar binnen alles gescheurd en gebroken leek. ZQ' kneep de oogen dicht die nu pas volliepen met heete tranen, en kreunde, haar hoofd omhoog wringend van de brandende pijn, waarmee haar hart ineen kromp in haar lyf tot stervens toe. Jezus Josef Maria..." kermde zij zacht voor zich heen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl