Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAM MEE WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Ne.Zitkamer Tan een eerateklane-appartement op de Titanic.
Slaapkamer yan een eersteklasse-appartement op de Titanic.
De Titanic, nlt Sonthampton, voor haar eerste reis, vertrekkend.
Waardoor is de Titanic vergaan?
De Tttanic, bet grootste schip ter
wereld, ÏB Op haar eerste reis vergaan,
doordat ze in volle vaart in dikke mist
m) een ijsberg of een ijsveld is gtJoopen.
Dat sehunt het antwoord te moeten zijn.
Eft een antwoord dat niemtnd
yerweadeteo «al die de moderne geschie
denis der Trans-Atlantiese navigatie Ook
ma*r tdt de verte heeft gevolgd.
Want men mene vooral niet dat hier
een ongelukkig toeval in 't spel is ge
weest. Wat hier gebeurd is, moest te
avond Of morgen gebeuren.
Wat zon men ervan zeggen, wanneer
9p em spoorwegnet alle overwegen en
kruispunten opengezet werden en de
treinen, ook in diohte mistv ia vol e
raart moeiten voor* storm»n P Dan zou
mem ongeveer de toestand hebbes, waarin
de grote Ooeaan-racers zich bevinden.
De schepen onzer Holland?Amerika
lijn do n, naar bekend is, aan dat rennen
niet mee; en men zegt dat er zelfs
Amerikanen- zijn, die daarom aan die
lijn de voorkeur geven.
Het spreekt vaizelf, dat de druk be
varen Noord-Atlanti»se Oceaan een van
de best bekende zeeëi is, al kende men
de toestand van lucht, zee en ijs er
beter in de tijd der zeilvaart, toen de
schepen over het gehele water verspreid
voeren, dan nu de meeste stomers ge
regelde koersen honden.
Of die koersen dan niet zo gekozen
kunnen worden dat het gevaar van mist
en ij»vermeden woritP Zeker zou dat
kuaien en het is vroeger ook zo
geweest. Ia 18 O zijn de grote
stoomvaartmaatechappijen overeengekomen van
15 Januari tot 14 Juli hunne schepen
Doorsnede Tan de Titanic en daarin, ter vergelijking, doorsnede van het
80 M. breede Paleis op den Dam. (Teeklhing Alg. Handelsblad
een zuifoüke koers te doen volgen, ter
vermijding van de buurt der
Newfonndland-bank, het terrein van ijs en mist;
en ia 1897 is deze weg nog meer zuid
waarts verleid.
De ijsbergen komen niet alle jaren
even vroeg opzetten. Daarin en in hun
talrykheid is groot versch l; en hoe meer
B" i, d> s te verder drijft het naar 't zuiden.
e meeste ijsbergen zijn van het kalven"
der gletsjers op Groenland's westkust
afkomstig. Wanneer daar in de zomer
oostenwinden heenen, dan geraken de
ijsbergen het snelst in de open zee en
naar 't zuiden. In de winter drijven ze
met de Ltbrador-stroom langs de kust
van Librador en gaan dan het spoedigst
zuidwaarts bij westenwind. Da
Labradorstroom trekt oostelik om de
Newfoundland-bank heen en met haar de meeste
ijsbergen, vooral de grootste, voor welke
de back zelf te weinig water beeft. Ia
Juni worden de ijsbergen bet zu'delikst
aangetroffan; maar nog tot in Augustus
leveren ze soms enig gevaar op op de
grote bank en omdat in die maand
de mist dikwijls heel sterk is, heef c
SCHOTT, de bekende eeanograaf van de
Deutsche Seewarte, er op aangedrongen,
de tijd van de zuidelike koers tot einde
Augustus te vrieogen.
Het jiar 1903 was een zeer ijsrijk
jaar en toen aqn* ir derdaad bijtijds de
wegen van mi<lden-Eurf>pa naar
NewYork en terug afeet zuidwaarts verlegd.
Dat die verstandige tijden voorbij zijn,
altans voor de schepen van sommige
lijnen blijkt zonneklaar uit een be
schouwing van de jongste Monatskarte
für den Nordatlantischen Ozean der
Deutsche Seewarte, uitgegeven op 23 Maart
1.1. Daarop staat met zooveel woorden
te lezen: JedeofaUs schneidet der Weg
der ausgehenden Nordamerika-Dampfer
die mittlere Grenze des Treibeisgebietes."
De botsing van do Tttanic had plaats
op 42°N.Br. en 50°W.L. Precies over
dat punt loopt de gemiddelde
drijfijsgrf ns voor April op de kaart van SCHOIT
(Petermanns Mitteilungen, 1897. Taf 115).
Volgens dia kaart had de Titanic in
April niet op 42°, maar op 41°N.Br.
behooren te zijn.
Hoe groot bovendien de kans op mist
is in deze maanden, blijkt zoowel uit de
genoemde kaart als nog beter uit de
eveneens maandeliks vêr-cbijrendeP»7o
Chart of the North Atlantic Ocean, die
door het U. S. Weather Bureau wordt
uitgegeven.
Uitnemende kaarten dus, prachtige
waarschuwingen, maar alleen gedrukt
om in de wind geslagen te worden.
Blijkbaar gelooft men liever de Londense
deskundigen" die hardnekkig volhouden
dat een onderzees ijs veld" de aanvaring
moet hebbrn veroorzaakt. Omdat iji nu
eenmaal niet onder water pleegt te
zwemmen, kan hier hoogstens de dikwijls
ver uitstekende onderzeese rand van een
ijsberg bedoeld zijn.
Nu het onht-il is geschied, komt uit
Hamburg het Reu ter bericht: De
NoordAtlantische stoomvaartmaatschappijen
hebben besloten om wegens het dit ja<»r
ongewoon vroeg en in sterke mate voor
komend drijfijs in het gebiel waarover
de reizen naar Noord-Amerika volgens
overeenkomst gemaakt worden, den me°r
zuidelijken zomer-koersreedsnutekiezen."
Waaruit schijnt te blijken dat tans
niet meer van Januari af die zuidelike
koers wordt aangehouden; in verband
met de meded-ling op de kaart der
Seewarte dat reeds de gemiddelde
drjjfij «grens in Maart door de weg der
uitgaande stoomsehepen gesneden wordt,
mankt dit bericht een zonderlinie indruk.
Wellicht zal nu de «peibaie mening
wakker worden en eisen: terugkeer tot
de vroegere veilige foute; langzaam
varen bjj mist (moge dit dan ook op
alle andere lijoen geschiedt n I); een vol
doend aantal reddingboten, die nog meer
, noodig zijn dan een sportzaal onder
leiding van een eer oeps ithleet", of
zoals op een volgende boot zullen aan
wezig z\jn een theater en een zwem
bad. Wanneer volgt een voetbalveld?
Een tijdlang zal het dan weer goed
gaan. Maar voor blijvende verbetering
zal men misschien moeten knmen tot
het plan, nu weer door de Matin ge
opperd: een oceaan-poli'ie. Deze zou
het recht moeten hebben, elk schip te
bekeuren dat bij mist boven een voor
geschreven snelheid vaart. En zou het
nit-t bizonder goed werken, wanneer de
assurantie het recht had (of verplicht
werd) uitkering te weigeren, wanneer
snel varen bij mist als oorzaak van een
scheepsramp kon worden gekonstateerd P
Niemand gelooft immers dat gezagvoer
ders voor hun genoegen te gauw varen.
Het zou integendeel niet kwaad zijn,
wanneer de mannen van de zee ook tef
land, op de kantoren, wat meer in
vloed hadden.
J. F. NlERMEYER.
Ijzeren achterste! van de Titanic.
Boer ran de Titanic.
MII1IIIIHUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIMIMI1IIIIMIIIIIIIHIIII
IIIHMIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIHIIIHIIItlllllllllHIIMUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllll
IIIIIIIIMIIHIIIIIIIIIMIIIIllllllMIHItTllllll
IIIIIHIIMIIMIItlllllllnlIHIIIIIIIINIMIIIItlllllllllHÜIIUIHIIMIIIMIHIIIIIUIIIIIIIMIIMIIHIMIHIIIIIIllHI
JOHN REDMOND,
die door de politieke constellatie in
Engeland in staat is de zelfrngeering
van Ierland te verkrjjcen, vth jaren
n»dat Qladstnne en Parnell oor dit
Home Bale" «onder dadelijk succes
hebben gearbeid.
IIIIIIIIIHIIIIIIIII
Herinneringen aan Vincent
Tan Ctogh.
II.
Eenigen tijd daarna bezochten wij de
Musea van Antwerpen waarvan mij vooral
een treffend oogenblik nog Ie -eudig voor
den geest staat. Het was t en hij den
visebertjongen met doadnand op d n rug
k meen vanyelapqu»z) in 'toog kreeg.
Op eens is bjj aan mijne zijde weg, en zie
ik hem op het schilderij toeloop»n, en
ik Keet-achterna. Toen ik bij hem kwam
stond hij met gevouwen banden als in
aanbidding voor het schilderij en lispelde:
God... d...; zie je dat nou, zei hij na
een poos, dat is nu schilderen, kijk, en
met zijn duim de richting der breede
toetsen volgende: die laat het wel staan
zoo als hij 't er neerzet, en met een
breed gebaar de zaal omvattende: de rest
is bijna alles uit den ouden pruikentijd.
Diepen eerbied koesterde hij voor Corot,
Daubigny, Diaz, M l let en verder de
geheele Barbizon school, daar was hij steeds
vol van, en de gesprekken over zijn dier
bare kunst kwamen steeds op d-zen neer.
Nooit echter sprak hij over kunst met
geheel oningewijden, en vreeselijk had hij
het land als een zoogenaamde liefhebber
van schilderijen uit deze omgeving iets
van hem mooi vond, dan wist hij zekf r,
z"i hij altijd, dat het slacht was en in
den regel werden zulke studies vernietigd
of overgeechilderd.
A'leen met enkele vrienden tot welke
ook ik het geluk had te behooren, ofschoon
ook deze zich toen nog niet geheel met
z\jn manier van schilderen konden
veree-igen, sprak hij gaarne over schilderen,
teekenen, etsen enz., en menigmaal heb
ik het mij zelf verweten dat ik hem des
tij *s ir et beter begreep, wat bad ik dan
nog veel meer van hem kunnen leeren.
Hij vergeleek steeds de schilderkunst
met de muziek, en om nog beter begrip
te krijgen van de waarde en schakeering
der tonen, begon hij bij eea ouden
muziekond rwij er, tevens organist te E....
pianolessen te nemen. Dit duurde echter
niet lang, want daar van Gogtt onder de
les steeds de tonen der piano zat te
vergelijken met Pruisisch blauw en
donker groen of donkere oker tot held'r
cadmium, dacht de goede man dat hij
met ean krankzinnige te doen had, en
werd zoo bang yan hem dat hij het les
geven staakte.
Bij het schilderen van den watermolen
in Gestel, welk echilderij ik later rog
eens bij 01 denzeel en ia Boijmans heb
terug gezien, was ik ook tegenwoordig.
In dien tijd meer. de bij in Copahu-balsem
een middel gevonden te heob-n om het
gehate inschieten van de verf te voor
komen, ducb. daar hij met dit mildel even
als met zijn verven nog al kwistig om
ging, gebruikte hij er te veel van, en
kwam de lucht van 't schilderij heelemaal
naar beneden drijven, zoodat hij die met
het paleimes moest verwijderen en over
schilderen, hetgeeu bij nauwkeurige be
schouwing nog aaa't schilderij te zien is.
Slechts enkele stukken werden door
hem geteekend. Toen ik hem eens vroeg
waarom hij zijd raam niet voluicteekende,
antwoorde hij: Van Gogh 'szoo'nonmo
gelijke naam om uit te spreken voor vele
vreemdelingen, als mijn stukken later in
Frankrijk of Engeland of waar ook te
re -ht komen, dan wordt die naam zeker
toch me ar geradbraakt, terwijl heel de
wereld den naam Vincent goed kan uit
spreken.
. H|j kwam zeer veel in E.... bij mij
aan buis; eens dat ik in mijn tuin zat te
schilderen hoor ik op eens achter mij:
Kjjk. j *, dat is goed, dat ge buiten
schildert, dat moet ge veel doan... ja,
ziet u die glooiing van dat dak, dat
moet minstens een hoek van 45 graden
zijn, zóis die te steil, en dan hoe g'er
met de kleur zult komen, weet ik niet,
maar dat is allemaal niets, ga ma»door
er is niets dit zoo leert als buiten schil
deren, ja moet de dingen altijd goed
tegen elkaar vergelijken, vooral in toon;
schilderen is algebra, dat staat tot dat,
gelijk dat tot dat; en vooral goed per
spectief bettudeeren, ook de
luchtperspectitf; als je de diogen op den achtergrond
reeds groen maakt, hoe zult ge ze dan
op den voorgrond groen krijgen.
Als hij een mooie avondlucht zag, ge
raakte hij om zoo te zeggen in extase;
op een keer dit wij zaaien, tegen den
a 'ond, van Nuenen naar E kwamen
staat hij op eens stil voor een prachtige
zoisondergang en zijn twee handen ge
bruikende om 't eenigszins af te sluiten
en met z'n oogen half dicht, roept hij
uit: Goddoome hoe doet zou'n kerel of
God, of zoo als je hem noemen wilt,
hoa doet hij dit nu, dit moeten wij toch
ook kunnea! God God, wat is dat mooi,
hoe jammer dat wij nu geen opgezet
palet klaar hebben, want dadelijk ia 't
weer weg.
Laat ons hier even gaan zitten. Zorg
dat ge nooit vergeet je oogen half dicht
te doen als ge buiten schildert; die
k'ffera in Nuenen zeggen wel eens dat
ik gek ben, als ze mij over de heide
zien echu fe'en, stil staan, half gaan
zitten, telkens de oogen half dicht knij pen d,
dan dj banden zoo, dan weer eens z
voor de eogen houdend o n den boel af te
sluiten, maar dat kan mij niets schelen,
ik ga mijn gangetji maar.
Weken aaneen, hield hij zich soms
bezig enkel en alleen met het leekenen
van handen, voeten of klompen. Dat
moet er vast inzitten, zei hij.
Eene der modellen die hij voor 't
koppen schilderen gebruikte, was volgens
't dorpspraatjj zijn dulcinea, deze vindt
men dikwijls in zijn koppen terug; zelfs
had hij daarover wel eens aanmerking
gehad van een der zielverzorgers, en
schreef bij het ook aan den invloed van
dezen toe, dat hem de buur van zijn
ateher werd opgezegd. Hij had toen,
zoo als hij mij zelf verteld heeft, ean
eigenaardige wraak genomen die wij,
als minder geschikt om hier neer te
schrij ven, maar met den matitel der liefde
zul en badekk-n.
Toen hij zijn schilderij: het
boerenavondmaal: een zeer donker aangezet
schilderij met een harglamp boven' de
tafel waart an een boeren gezin uit een
tchotel dampende aardappelen zit te
eten, af had, kwam bij er mee naar
E gedragen om mij dit te laten zien.
Van dit schilderij heeft hu toen in een
tiquetlenfabriek een Litbografi ? gemaakt
waarvan hij twintig afdrukken nam, en
waarvan er nog wel bestaan zullen, het
mijne echter viel later totaal uit elkaar
daar het maar op gewoon sltcht papier
gedrukt was.
Op een anderen keer komt hij bij mij
met eea studie van een speelster; hij
had in het wiel geen sp'llen geschilderd,
doch n doorgaande, ntonige ronde
veeg van trar. sparen t «rijs, ditwaszoo'n
vreemd gezicht dat ik het in 't eerst niet
begreep en ham vroeg waarom bij dat
zógedaan had; begrijp j e dat niet vroeg
hu, op deze manier geven ze de beweging
van 't wiel wel eens te kennen.
Met zeer veel hoogachting sprak hij
stee i's over Anton Mauve alhoewel hij
er niet l mg mee over weg had gekund
en hij er slechts korten tijd bij gewerkt
had, volgens zijne uitlegging maakte
Mauve op een keer aanmerking dat hij
te veel met zijn vingers ia 't schilderij
zat, waarop hij boos was geworden en
Mauve had to gesnauwd: wat komt er
d*t op aan al doe ik het m t mij n hokken,
als 't maar goed is, en het maar doet.
Dat laatste was trouwens een geijkte
term van hem, zoo sprak.hij altijd van:
die schaapjes doen;'t goed of dat berk je