Historisch Archief 1877-1940
No. 1817
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
't wat beter doen, of wat doet
maoi tegen die avosdlucbt enz.
me «rmalen bad bq zoo al eens
hooren iat hij bier weg wilde docb
3| Bid daar zoo zeer geen aobt op ge
niet donkeade dat dit gemeend
docb eindelijk kwam hij zijn vertrek
' Antwerpen «n verder naat Frankrijk
ièi>digen.
IVorens te vertrekken kwam bq' nog
bq' mq' om afscheid te nemen, en
it als souvenir mede een prachtige
«iet droge, geheel buiten afgewerkte
idie, groot n meter bij tachtig
, en nam hq van mjj een klein
tfrtde ajÉtegen-souvenir.
fceffstscBilderij is nol steeds in
_,_ jut. Bét is in keel lichte g*mma
geschilflerd en zeer eenvoudig vanonder
werp; op den voorgrond drie nog vol in
't blad zijnde knoeatiie eiken en een kale
slungel van een knotberk, op den achter
grond geroezemoes van verschillend,
gedaèltelijk kaal, houtgewas dat den horizon
afstoitj en ia 't midden een vrouwtje met
witte muts zoo ia drie toetsen er neer
gezet, maar dat het mooi doet, zoo als
hij «elf zou gesegd hebben.
Er zit in dit schilderij een pakkende
herfetstemmiog, bet ia breed geschilderd,
«ni flink geëmpateerd. Toen ik hem da
bewerking maakte dat het nog niet door
hek onderteekend was, zei bq, dat zal
ik misschien nog wel eens komen d jen,
ik kom deniéirjk nog wel eens terug,
loeft eigenlijk is it tocS niet noedig,
z« zullen mijn werk later toeb wel kennen,
ei ze znllen «vér orq nog wel ns wat
ebrijven abi ik dood ben, daar zil ik,
elf i* tijd Van leven heb, wél voor zorgen.
Ik bèop door deze weinige regelen,
«Héik onopgesmnkt n naar waarheid
«6ögoed ai« ik koe, geschreven heb, wat
féhebben bijgedrag* n om de herinnering
i& dozen worst* laar voor kunst, die
faSais ie vroeg heenging, levendig te
JünUten. ?
AKTON KERSSEMAKERS.
Doiatells.
m.
Donatello wilde iets van het leven «elf
uitdrukken, het karakteristieke. HU maakte
«ijn" beelden in Got-o's Campanile, «Qn
ouden koning David": een figuur in
Eoaieinsche toga, o zeker l... maar zie eens
dien leemkea, magere, fel levenden kop daar
boven uit l *) De Znecone", de ,kaaik»p",
*Ó«men hétn van onds-her de Florentrjo».
Bie oud»ksrél roept iets uit naar de menecuen
^aar in déatriat benedw, hij «MI iets; en
AM is hem ftlüte n dat hQ het in't Ie ven
«waar te verduren heeft gehad, dat bij veel
h»eft ondervormden; hij isgeeste'ijkgehavend,
géeataJiJk, maar daarom nog niet moreel l
r Donatello heeft het ruiter-beeld, het
«elf«Jandigfiftur-IWefd, het naakt heroverd voor
4e Jilastieit, maar nog een ding mér wlat bij
enw ingang te doen vinden: de
portretie. Juist W, fia EDO op hef karakter,
typische van d* dingen verzot was,
fioest zich daartoe aangetrokken voelen.
jjj sjn bijbelsche- en h«Ul«en-fignrejJ, had
If a( telkens bekende Floreatijnen tot
model gesómcn. . ?
Wjj hebben kinder-kopjes van hem: vast
ilmodelleerd en fijn tegelijk, kinderlijk en
«ooft aattiÉténteêl? h9 boetseerde een rjken
b«n)oD|ettng: een nobel, sebran
tof tender berekening of harts
tocht en met dien eigenaardigen weemoed
over tien van 't ontwakend bewnstzp: Maar
taj ging nog verder; hg gaf den feilen;
energfrchen kop van den politieken drijver,
scano, tegenstander der Medicl'a; een kop
waarin ke lijn al»gespannen is in
auitdrukking van brutale, ambitieus»slimheid:
bet is in de duone wenkbrauw j «s, in de
diep>ge«pBken oogen, in de plooi van de
spitse lippen, in den vorm en stand van
neon en km. En «oo scherp h«efc Donatello
den man getypeerd, dat men telkens off 't
weer-sien an dit beeld als een schok krijgt
van ontnnohtering en verrassing: want tiet
is te itè'el, te «eer betrapt" op het leven,
te ideelöoa en nuchter; soo wa"? die leepe
kerel, soo wai toen het type van den zaken
man" te Florence l
Date wat nuttelooze werkelijkheids-dienst
kon foor een soort talent a's dat van Dona
tello -bet gevaar «ÖB. Haai er was iets in
hem, dat hem toch telkens boven dit realisme
uitdreef en hem op een hooger levens-plan
verhief: dat, wat ik al noemde het zedelijk"
element. Het komt hier op neer, dat bij,
zelfs portretteerende, sjjn eigen gemoeds
leven, toch nipt verborgen kon houden, maar
het uitstortte 6 w, het n maakte mét, de
concreets waarheid van zijn model. Het il
dat ietsje vanpersoonlijk parti-pria", zonder
welktf de stelligste en hoogste obj activiteit
in kunst tot iets van a-kunst wordt.
Niet de weelderjjke gratie bad bij, die we
in de beste werk»n yan Robbia bewonderen,
noch de vormen fijnheid van Ghiberti; maar
hu had iets, dat mér waard is dan gratie
of veifijning: karakter l Zjjn dansende putti",
zjjn mnaiceerende, baiuinaade bambinl, ze
ajn eer wat grof, maar hoe verrukkelijk
vr o olijk, hoe gesond en druk, elkaar woelig
verdringend: wat zijn ze friseh! Vrouwen
heeft by maar heel zelden tot model ge
nomen; maar zqn mans-figuren: wat een
eerste waardigheid l Zjjn oude apostel
Johannes, 2>o «Is hij rustig in *qn zetel zit, is een
patriarch met een lach van goedheid over
zijn breed, hehaar i Beticht. En van zijn Marcus
zei eens Mtchel Angelo, dat een evangelie,
door 166 n man geschreven, wel de waarheid
moest zijn! BJj neemt de d'ngen ernstig op, deze
Karen*, gefronaeld van aorg is «ijn voorhoef d;
maar uit «f u dlep-liagende oogen lacht Weer
n zekere ruige mildieid ons tegen, die de
ernst menscheiyk maakt.
*) Al hu»hu «ijn gestalten veelal in wijde
toga'», toch heeft hg die dracht zoo sober
mogelijk gebonden: in nkele, breède plooien
hkngt de mantel gewoonlijk neer, en zó,
dit men den bouw van het lichaam er altijd
onder door voelt Zalib zijn nazaat, de be
kwame Verrocchis, is daar nooit aan toe
gfweest, maar verwarde zich telkens in den
plooival der Wére», die hij te veel als iets
moois afzonderlijk geniet. Donatello kon nog
din invloed Ondergiaan Van een Pisano.
<? , 4^
V ~r
y-^'L
V' jA ? *', \ff>
.^^^
FBANSCH PLAATWIBK VOORSTELLEND DK ONTWIKKBLIKQ DIB VLIKGKUNST VAN DB MIDDELEEUW»TOT 1880. (Natuurlijk allermimt oompleet).
A. 1500. L^onardo da Vinci. Fragment
van eeue xgner vele v>ieg4udie?.
B. 1678. Besnier. De vleagel«, door armen
en boenen bewogen, sluiten zich bühet
omhooiniaan, en (cum open MJ den téerslag.
C. 1709. Buthéiemy Linrent de Gnsman.
De wind moet, net behulp van magneten
en stukken barnsteen, het toestel opheffen.
D, 1742. Marqais de Bracqaeville Een
wijziging van het tyateem Besnier. De Markies
proorerde met zijn toestel de Beine over te
vliegen en brak een du been.
E. Betif de la Bretonne. Teekening uit
een roman van Beiif de la Bretonne, 18 a
eeuw, Déconveite australa par un honme
volant".
F. 1784. Qérard. Toestel met vleugels,
roer en kleine pootjes om de schok t* breker.
ff. 1704. Lannoy et Bienve&n. De eerste
Mlicopière die aan de Academie van Weten
schappen te Parijs werd aangeboden, bestaande
uit twee tchroaren in verse trillende richting
draaiend door de kracht van een gespannen
boog.
H. 1806. Jaoob Degen. Het de hand be
wogen parachute vleugels. Toen 't hiermee
niet lukte hecatte Degen aan het toestel een
bkllov.
J. 1842 Henson. Eerste
lucht-stoommMhice, van onder gesien, door schroeven
voortbewogen en op wielen rustend.
?. 1845. Cossus. Systeem om met schroeven
omhoog te gaan. Dryfkiacht wordt ook hier
gevonden in stoom.
JT. 1851. Anband. Platte vlskken, twee
schroeven en pooten die lichte bulten sQn,
mei lucht gevuld, om schokken tébreken,
van boven gezien.
L. 1852. L-tur, Beweegbare parachute.
De uitvinder votd er den dood mee.
M. 1852. Michel Loop. GQiuig met roer
en wielen, van boven en van terzijde gezien.
N. 1854. Beaat. Vogelnabootsing. Met
bandan en voeten worden de vleugels omlaag
getrokken die door sterke elast'eken weer in
hun vroegere positie worden hersteld.
O. 1856. Viseonnt Carlingford. Bes soort
aeroplane, van onder gezien, met een schroef
voorop en met bewe»«lgk einde.
P. 1857. Le Bris. Z*>t groot toestel, van
onder gezien. De vleugels werden met
hefboomen omlaaggetrokken en door sterke
roeren weer omhoog gebaald.
Q. 1857. Dn Temple. Volledige aeroplane,
van voren en van onder gezien, door Stoom
gedreven, met sroote schroef voorop.
B. 1859. Brigbt. In verschillende richting
draaiende schroeven, geschikt tot
omhoogvoeren.
& 1860. Smythiea. Combinatie Van fchuine
vlakk n en vUugels met kleppen, door stoom
gedreven.
T. 1863. De Ponton d'Améconrt. 8
oomOpstijgmacbine. Bjj de proefneming kon de
schroefwerking het toestel lichter maken,
niet opivfi-n.
U. 1863. M. O. d»la LsndeJle(r) Groot
famenstei van zweefnlaWHP, schroeven om
op te lichten, propellers en parachute s. Drijf
kracht dinr stoom. -.
r. 1863. De Lonvrié. Een soort vlieger
door een tchroef of dirtct door ontploffingen
voortgedreven.
W. 1864. Graaf d'Esterno. Toes'el waarvan
alle deelen kunnen worden bewogen als
vleugels en staart van een vogel. Van boven
gezien.
X. 1864. De Groef. Toestel dat door drie
hefboom»in beweging werd gebrtcat Het
kostte d«w uit'h der bet leren.
Y. 1864. Stmre «n Toleschfff. Vleugels,
door men ehelijke krach», door middel van
een veer, tewoger. Van boyen gesien.
Z. i864.C andeLScoonsrliegmachine, voor
zien van draaibare vleugel».
A' 1866. Bourcsrt. Vliegtuig, door de
voeten bewogen. Omlaagttaandeslaatde vleu
gel open, die toe is bfl het oprijzen.
S' 1867. Le Bris. Vaste vleugels, hun
plaatsinic dwingt het toestel omhoog te gaan.
C' 1867. Eanfmann. Vliegmachine met
zweefclak en vleugel», door atoom gedreven.
If 1867. Smytb. Aeroplane, van drie
«weefvlakken, gedreven door gasmotor. Van voren
gezien.
E' 1867. Botler en Edward». Aeroplane
op dezeifde wij se gedacht als de papieren
pijlen, waarmede kinderen zich vermaken.
Da voortbeweging geschiedt door ontplof
fingen. Het schuitje waarin de menscben
moeten zitten, is vlug verplaatsbaar, (en
daarmede varieert het zwaartepunt van het
toeste ), dat aldus stijgen en dalen kan. Van
een ro«r blijkt niet
F' 1868. Scringfellow. Driedubbel
zweefvlak en propellers. Doet aan de Wrights
denken.
' 1871. Prigent. Een toestel, op de be
weging van de g'acenmaker geïnspireerd.
Van onder gesien. Stoombe «reegkracht.
H' 1871. Danjard. Toestel met twee vleu
gels en met schroeven, beide door
mexschenkneht voortbewotren. Van boven gezi«n.
P 1871. Pomèi en de la P.nse. Toestel
met gropte schroef en roer, en gedreven door
een krui' -motor.
/' 1871. Thomas Moy. Zweefvlakken met
raderen door stoom gedreven. Van ter»de
geren.
K' 1871. Penaud. Aeroplaan met schroef
door opgedraaide caontchouc gedreven. Dit
toestel heeft zestig meter in 13 seconden
kunnen cflepgen.
L' 1871. Jobert. Mechanieche vogel. De
vleugels «ormen trouwe nabootsing van
vogelM' 1872. Hurean de Villenen^e.
Mecbanieche vogel. Dit toestel vloog 9 meter in
de seconde.
N. IS 72. Pénaud. Nog een mechanische
vogel, dia binikbaar is gebitken.
O' 1872. Jobert. M ehaniacbe vogel met
vier vleugels, welker regelmatige slag even
wicht geeft au het toestel.
P' 1874. Achenbacb. S toom Vliegmachine
met schroeven om op te «tijgen, niet Inrich
ting om de «weefvlakkea naar willekeur te
stellen fa mot een roer.
Q' 1876. Péoand en Ganchot.
Stoomvliegmachine, van boven genen. Het t wee schroe
ven, een roer en voor mogelijke schokken
bninama nootjes.
R' 1877. E. Oienaide, OpHiJgmachine, van
voren «etien, door stoom gedreven.
* 1877. Melikoff. Opstygmachine, Van
ter «ijde gezien, door etheidamp gedreven.
De schroef is tevens parachute.
T 1877. De Ljuvrie. Vliegmachine, van
boven tetien, 'Authropomia genaamd, door
stoom of petroleummotor gedreven.
V' 1878. Gastel. Opstijgmachine, van voren
(reiien, door samengeperste lucht gedreven.
Bij de rste openbare proef s:oeg het toe
stel teg«n een muur in stukken.
V' 1878. Forlanini. Opatijgmachine, van
voren gezien, door samengeperste stoom ge
dreven; is 13 meter omhoog gekomen en
was aldus de eerste stoom-luchtmachine die
van den grond wist op te stQgen.
W' 1878. Pomès. Toestel, ter z^de gezien,
door mrancheiyke kracht gedreven.
X' 1879. B/eary. gtoomvtiegmachinéi van
achter gezien, met buigzame vleugels, ver
plaatsbaar zwaartepunt en op wielen.
Y' 1879 Tatin. Aeroplane, van onderen
gezien, door samengeperste lucht gedreven;
bij een proef te Me u don verliet dit toestel
met 8 meter enelüeid in de seconde den
grond.
Z' 1879. Dandrienz. Toestel om eigen ge
wicht te verlishten. De vleugels bewegen
zich schuins heen en weer in s-vorm.
A. A. 1880. Edisor. Ontwerp voor een
groot luchtschip om den aardbol om te
vliegen; van ter zijde gezien; door een
motor gedreven.
milllllltllHHIIHIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllllllHIMIIII
iiliiiiiiiiiiniiiiiiniiiiniiiiii ii iiiiinlilii iiiiiliiHiiilliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iimiiiiiiiiiiiii i iiiiiuir IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIII IMIIIIIIIIMIIIIIIMIHIIIIIII iillliiiiiiiliiiiiiiiiiiiniiiitiiiiii
En een groot en goed man moet bq ge
weest zijn, die tóde mensehen sag i
Onbegrensbaar ruim is Donate'lo's invloed
geweest. Tot aan den tijd vaa Hffichèl Angelo
toe sou men in Italië geen beeld meer maken,
of het waa eenigazins aan Donatello ont
leend; en ik spreek hier van los-staanda
totaal-figuren, zoo goed als van de meer
decoratief bedoelde grafmonumenten,
basreliëfs enz., ter «ijl in de door hem herecüapen
kunst der portret-buste, een breède ecba«r
beeldhouwers bezig bleef, waarvan sommigen
vooral het seherp-karakteriseerende van h >m
overnamen door koppen te boataeeren zooals
Van Eyck ze schilderde, anderen meer het
klassieke, het breed pl»s iecbe, dat ze dan
vereenigden met die gratie, diein'c bizonder
Floreotijnsch is. Verrocchio is van ben de
grootste. Maar boeiend te z'jn en origineel
als Donateho ver et oud er onder zijn volge
lingen niet ?. Ja, het komt mij voor, ala
heeft de plastiek zich door zijn toedoen z
ontwikkeld, dat ze de schilderkunst ingtoei
ver vooruit kwam, waardoor ze dan ook bijna
een eeuw lang zich nanwelyks vervormde,
in tegenstelling lot de rijke wiegeling en
veelzijdige ontbloeiing der zusterkunst van
dien tyd. Maar hoe levend bleef ze en hoe
vol is Florence aan dat bekoorlijke volge
lingen-werk I
Zalf a tot de schilderkunst strekte
Donatelio'a invloed zich uit; ik denk bier in
't bizonder fan Mantegna en Pollnjaola Michel
Angelo zelf- begon weer van hém uit l Z(jn
eerste groote wertc. de reusachtige David", is
in Donatello's klaren stijl geconcipieerd, maar
meer G ieksch nog, meer groot mooi; en in
de expressie van den kop, in den strengen
blik, in de gefronste wenkbrauwen, in het
gedachten-zware voorhoofd voorvoelt men
al iets van de stormige hartstochtelijkheid
en van de hooge visioenen die later dezen
titanen-geest zullen vervullen.
Florence. JDST HAVELAAR
Oüle scbil.erïmist in Mrtari,
Onder dezen titel is bjj den uitgever
Hartinns Nijhoff te's-Gravenhage verschenen
de eerste jaargang in maandelijkscbe
afleveringen van 6 losse platen van een
werk, dat er nog al luxueus uitziet, maar
ook reden van bestaan heeft. Het is een
versamelwerk. Het prospectus geeft aan, dat
het de bedoeling is al die schilderijen van
Hollandache en Vlaamacbe meesters, welke
zich nog in Nederland bevinden en die voor
verreweg het grootste gedeelte tot op heden
nog niet of vaak onvoldoende of in weinig
verspreide uitgaven zijn afgebeeld, te laten
reproduceren en deze reproducties los, in
maandeiijische afleveringen, met een korte
zakelijke beacbrtf 'ing het licht te doen sien."
Dit is das een onderneming die er mag «ijn,
want wie, die belang stelt in de oude kunst,
uit on se groote makkelijk toegankelijke m asea,
zal niet gretig keioianemen van de meer
verte aolen werken in kleine musea, parti
culiere collectie's, ge nichten, stadnnizen,
enz.? Ea er is wel zoo ruim materiaal op
dit gebied, dat deze uitga7e nog zeker wel
meteenige jaargangen kan voortgezet worden l
Ia das bet plan te verwelkomen, dan moet
verder de uitvoering daarvan naar den ehcb
z|jn, dat is: werkelyïbedenenswaardige wer
ken om het kuastgehalte vooral ons
onder de oogen brengen. Oe eerste jaargang
kan geacht worden aan dezen redelyken eisch
te voldoen, op zeer enkele uitzonderingen na.
55 jo zijn er, en met recht, opgenomen
verecbillende reproducties naar schilderijen die
(vooral ook) om bnone zeldzaamheid belang
wekkend syn. Maar dat belang van de
aeldzaambeid weegt bijv. wel wat al te zwaar
bij een werk als van Abraham de Pape.
Deze hoort onder de schilders, van wie men
bet gelukkig kan achten, dat züzoo weinig
produceerden, en die men, ter wille van
onverdeelde aandacht op de oude kunst
die kei n en beteekenis beeft, 't liefst geheel
zou willen verdonkeremanen. En hier zal het
toch been moeten in de toekomst.
Wat de in het prospectus toegezegde korte
zakelijke beschrijving" betrffc, (ioor prof.
dr. Martin en den heer E. W. Moes) het is
me nog niet recht duidelijk boe die begrepen
moet worden. Mogen verschillende beac hrij vin
gen d jen aannemen, dat met het zakelijke"
bedoeld werd het geven eener korte
karakter!seering van de origineelen en een terlooppche
kunsthistorische toelichting betrefleude den
schilder, dan behandelen andere weer alecats
de docnmenteele aangelegenheden, en laten
het kunst waardig belang volkomen bulten
te). Bij portretten in 't bijsonder, werden
genealogische acten, den voorgestelde
betrefi*nde. zoo volledig mogelijk opgeateld met
den snuffalgeest van den meest accnraten
notaris of ambtetaar aan den burgerlijken
stand. Naar deze opvatting sou het passen,
dat een kunstwerk niet in kapitale lefers,
voorafgaande, door den naam van den f c riider
i wordt aangeduid, maar door dien van den
geportretteerde l Wie zal bgv. zich ver
hengen in meerdere kennia na de volgende
zakelijke beschrijving" betreffende het mys
tieke portret van Jacob de Witt, door
Nicolaas Maee, een meesterwerk hors ligne"
in het oeurre van daten
Rembrandt-leerliog: In 1842 was büden heer
Stokbroo te Hoorn z\jn portret dat aan
M i er e rel t werd toegeschreven en 31 Juli
1844 te Amsterdam geveild is. Jac. Hou Draken
beeft z\jn in 1634 door Genrd van
Honthorst get-childeid portret gegraveerd, en
in het Museum te Dordrecht vindt men
zijn beeltenis tweemaal, eens van de band
v*n N. Maep, het andere door Jan de Baen.
Dat van Nic. Maes was overgegaan in het
bezit van de Witts dochter Maria, die met
Mr. Diederik Hoenfic gehuwd was; een
dochter van diens klein locnter Maria Hoeuffc,
Sop da Maria van Otting, huwde Joban Lotty,
en zoo kon diens kleinzoon, de heer G. O.
Lotfy, in 188 L het portret ten geschenke
geven aan Oordrechts Museum, nadat bq
het in 1863 reeda op de Tent oooatelling van
Nederland belangrijke"... enz. Ea,
enzoovoorts gaat het bij de bepreking van nagenoeg
alle portretten, waaronder zeer belangrijke
meesterwerken van oude portretkunst, b\jv.
twee portretten vermoedelijk doer Jan van
Scoiel (de terloopache vergelijking met bet
porti etst D k te Cassel tot staving van de
attributie is hier dan weer wat.... minder
nauwgezet).
Maar gelukkig zy'n alle beschrijvingen niet
in dezen dorren zakelijken trant. Elders wor it
getracht om de k wad t ei t van het kunst
werk zelf aan te toonen, of wel te doen uit
komen de beteekenis van den schilder in
kunsthistorisch verband.
Met de karakteriseering, of waardeschatting,
hoeft men niet steeds mee te gaan, het is
althans waaidlg redactiewerk, een aanvul
ling, die zin heeft by deze Uitgaaf.
Zoo is bij de bespreking van het
portretatnk, Herman Boerhave met vrouw en
dochter voorstellend, de beteekenis van Aert
de Gelder wal «eer onderschat, en de waarde
van dit z e'tvollt werk totaal onbegrepen of
onaangevoeld. Neen, het is volstrekt niet
overbekend", het is «eer miskennend, Aert
de Gelder aan te duiden als e*n der han
digste navolgers van B<*mbrandt'a
pchilderrwrjse van omstreeks 1660" HQ iS een «eer
opzienbarende ixnnr uit den na-tijd; zijn
werk vertoont minder en nabloei dan een
zeer merkwaardig, uitzonderlijk ver*cb{jnsel
van zelf-tandige verjonging der hollandsche
kunst. Baeds uit de reproductie'*, valt waar
te nemen, dat dit werk veel dieper vaa
inbond is dan bijv. de twee lachende
jongens" van Hals. Dit bloeiende en ver
geestelijkte schilderwerk van de Gelder, doet
zelfs gissen atre'ingen, die iet ken tot aan
den geest van onzen tyd en «eker «ou ieder
groot museum zijn verzameling daarmee aan
zienlijk ven ijkt achten.
Maar ziedaar, hier zijn althars beschrijvin
gen, die werkelijk het karakter hebben van
bijschriften, die te controleeren zijn, waaraan
men ook houvast heeft voer erentneele
beatiijding of wrijving van meening, en die
kunnen prikkelen tot aandachtiger beschou
wing der gereprodnceeide kunstwerken.
W. STBBMBOVF.
Ciraie de Bergfrac.
Gedurende twee eeuwen en langer heeft
men in de vaste overtuiging verkoerd, dat
Cyrano een Gatcogner en uit Bergerac af
komstig was.
Toch is nieta minder waar dan deze ver
onderstelling. De welbekende auteur van
bet Dictionnaire critiqne de biographie et
d'üistoire", de heer Jal, heeft, na nauwge
zette en langdurige onderzoekingen, het
onomstootelijk be WUB kannen leveren, dat Cyrano
een geboren en getogen Püjjsenaar is ge
weest l Jal stelde vast, niet alleen dat Cyrano
te Parijs geboren was, maar ook dat zijn
vader en grootvader Paiijzenaars in hart en
nieren waren. Deze stamboom was gebaseerd
op eene serie authentieke acten, waarvan de
origineelen tijdens de branden van 1871 ver
dwenen «ijn. Doch 'al is «oo verstandig
geweest, van alle eene getrouwe copie te
nemen en zoo zijn wij dan ook thans in staat
het voornaamste bewijsstuk: de geboorte-acte
van Cyrano de Bergerac of liever van
Savinien de Cyrano hier te laten volgen:
La sixiètne mars mil six eens d<x-neuf,
comparaissent Bavinien. fila d'Abel de
Cyrano, escnier, sleur de Hanvières, et
de damoiaelle Eepéance Belluger, Ie
parraln, neble homme Antoine Fansy,
conseiiler dn Boy, auditeur en Ba chambr*
des comptes, ae cette parolsse; Ia
mar