Historisch Archief 1877-1940
No. 1818
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
'in het bêngaalach daglicht. Boren komt ge
nog meer in de stemming by de
klenrontlading op enkele remenechilderijen aan de
zijwanden, en de kolossale beeldwerken die
ge al eren onderscheidt door de geopende
deur van de groote zaal, recht voor n nit.
Eo, dringt dan bijgeval de soete geur van
koffie alt het geïmproviseerde restaurant,
d»ar tegenover, tot a door, dan weet ge
werkelijk niet meer waar ge zgr. (O, de
Driejaarlijksche" die het moest stellen met
de houten lood»op het Damrak, al zooveel
jaren geiedei>(!;. Ieder beaotaafd buiger van
Amsterdam en omatreken moet hier
geweest zijn; het ia «tja,, deftig rendez-vouj
(in diie rangen, met verschillende enti
eprezen op verschillende dagen) voor de
mensohen van goeden huize". Zeker, de
wereld cal er van spreken". Het ia me dan
ook zeer begrijpelijk, dat de uitvoerders van
dit, verleden jaar grootscheeps uitge lachte
plan eener herecaepping der Vierjaarlijkaohe,
zich in de handen wrjj ren van voldoening.
H«t ligt echter niet in mijn plan dese
tentoonstelling railleerend te bespreken;
aooals ik reeds zeide, had ik het resultaat
wel in dezen vorm, ongeveer, gedacnt. Ik
weet ook niet of er onder de gegeven
om«tandigheden wel van een mislukking te
spreken ia. Alleen had er toch wel een wat
betere.* lukking verwacht kannen zijn. In
haar soort had deze Amaterdamsche Salon"
zeker veel voordeeliger gekund. Besc nou vingen
van wijdere strekking over den zin en den
aard van deze tentoonstelling hoop ik elders
te geven. Ook om haar aantrekkelijkheid
voor de liefhebberij in kunat van onze tegen
woordige beschaving. Ia dit opzicht zeker ia
de tentoonstelling bijzonder interessant!
Voor 'c oogenblik ecnter, wat verlegen
met het aanvangen van een verslag over dien
ontzaggelijken voorraad kunstwerken", waar
onder zoo ontzettend .veel absoluut middel
matige en zelfa minderwaardige, doorloopt,
kannen we ons bepalen tot de rraag: waarom
dan toch zooveel kaf onder het koren? Het
ging er toch niet b|j den opzet, om het
kwantum bovenal, een kwantuna, nog
ontzagwekkender door zoovele metera omvang
rijke doeken, zopdat alle wanden, in alle zalen,
van het'8tedei|jk mnaenm propvol kwamen.
Er z(jn eenige leden der oommissie uitgezond «n
ter jacht over de kunst velden in het buiten
land, om voor deze gelegenheid van het edelste
binnen te halen. Ik wil gaarne gelooven,
dat zij erg hun beat hebben gedaan, zei f 3
met de vasthoudendheid van een
commigvoyagenr aan de kleeren hebben gehangen
van verschillende groote bazen in het inter
nationale kunstleven. Za hebben natuurlijk
ook nog al t era bot gevangen,?zeerspgtig.
Maar mocht er, na tege»iag in verschillende
verwachtingen, dan maar besloten worden
tot een werving in den trant van: beter een
half ei dan een leegen dop ? (leegen .dop te
verataan ais leege wanden.) Met lijkt me als
4e parabel uit den Bijbel van de bruilof
IEgasten genoodigd op alle hoeken van de
straten, toen de ware invité'a zich achter
eenvolgens lieten excujeeren. Alleen behield
daar de gaatneer het recht alle, die niet in be
hoorlijk brnl ofstkleed kwamen, er uit te doen
gooien l Heeft men dus, beangstigd voor het
onbezet blijven van zaïen en wanden in het
groote gebouw, dat heetemaal voor de
Vierjaarigksche beschikbaar was gesteld, in het
wilde weg maar namen opgevischt nit
bnitenlandeohe kanatenaarskringen en hun tot
expoMeren aitgenoodigd dan, met alle waar
deering, voor hun vele moeiten, hebben de
heeren toch zien van ban taak gekweten
op eene wijze, die aan koelie-werk doet denken.
Het ia na herhaalde bezoeken, me steeds
"duidelijker geworden, dat het mediocere ge
halte bij deze baitenbmdsche inzendingen
verre overwegend is. <:n bewering die te
handhaven ia en aan de praktijk beproefd
werd, aan de praktik-van den verslaggever,
die heele wanden langs, zelfa zalen door kan
loopen zonder 'n aanteekening te maken van
een werkelijk, voluit beachonwenawaardig
stuk. Met alle bereid willig aeid tot
appreoléeren, slenter ik b.v. door de kabinetten
aan de Noordagde, en kan dan niet zooveel
schilderyen van dragelijke beteekenia vinden
(voor 'n tentoonstelling met een pretentie
ala deze) dat er maar n kabinet mee ge
vuld zon zgn.
En dan de verrassing aan het eind van
die kabinetten, bij het betreden van de zaal
der Oriëntalisten. Dit ia een speciaal nummer
van de vertooning I Ook hier weer verschil
lende groate lappen, ontrollend de kleur en
iillHiiiiiilmiiiiiliimiiiiiiiMiiiiiiiimiMiiiiiiiiliiiHHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
De Trap.
Naar het Frantch, van G'KOBGB COUBTELINB,
door T. 8.
M'n oom was 'n onda (jacheraar, 'a meubel
Tan 'n vent, maar 'n beate kerel, m'n tante
'n helleveeg, maar allerkomiekat in haar
genre soms.
Za woonden in Pay l'Evêqae, 'n vreeselgk
gat in het Vendeesche.
Aan het uiteinde van het stadje, vlak by
de oude wallen hadden ze 'n huis met twee
verdiepingen, dat van den morgen tot den
avond van hun herrie weerklonk. Dat hnia
had mijn oom van s'n vader gekregen, die
het van den zijne geërfd had en die op zijn
beurt het wér van den achter-groot vader had
en zoo tot in het oneindige.
Sedert onheugelijke tg'den had de eene
generatie het aan de andere overgedaan.
Achtereenvolgens had leder der verscnillende
eigenaars het naar den smaak der tijden doen
verbouwen, of het van de grond tot het dak
laten vernieuwen, maar altijd waa het een
kreupele toestand gebleven, waa de eene
helft van het hnia bij de andere helft ten
achter, leek het als iemand die beneden de
korte broek van den vorigen eeuw draagt,
en boven 'n boordje van gummi bijvoorbeeld.
Tnaacaen de vier muren van dit huis van
Janot, leefden m'n oom en tante ala de kat
en de hond, tegen elkaar opgezet door 'n
instinctieve antipathie, die de vgf-en-dertig
jaar samenleven in de leegte van 'n doelloos
. en grootelgks stom provinciaal bestaan tot
'n venijnige scherpte had opgedreven. Het
waa voldoende dat de een iets dacht en die
gedachte uitsprak, om de ander haastiglgk
'n lijnrechte daar tegenover staande meening
te doen uiten. Waarom ? Dat begreep niemand,
nergens om, uit pleizier! En zoo, van hun
eenmaal gekozen standpunt nit, brachten zy
elkaar geregeld tot wanhoop: Zg, gehaaid,
zuur, -hatelijk; bij, spottend, nit-de-hoogte,
lichtweelle van de Oostersche wereld, en
voorstellingen van Siësta'a of Harems, die
droomen wekken van weekt O oateracbe erotiek!
Ik weet niet wie de meesters zjjn van al
het zoetelijke en grove in deze taal geëxpo
seerd; maar hier ia nagenoeg nieta van
werkelijk beduidende hoedanigheid. En eigen
aardig is, dat, wat tnsschen al die opzie
atigkeden nog tot het zuiverste hoort, in een
hoek hoog boven den ramp was Behangen:
'n meisjeskopje beschaduwd door een groen
lapje van Constant Giste (Cat. No. 385).
De landgenooten, «ij a niet druk opgekomen;
van de eerste krachten hebben er maar
weinige ingebonden. Het Hollandache werk
bangt nu verstrooid tusschen de
bnitenlandsche kunst. Er is iets vór, zoo goed
ala er iets tegen ia. Als alles by elkaar hing
vrees ik, dat het een magere verzameling
zon *ijn! Verschillenden hebben voor deze
gelegenheid blijkbaar extra zich ingespannen,
en sommigen daardoor zich vertild, bijv.
Monnikendam.
Toch, ala ik reeda zei, geeft hier menigmaal
het werk van een zelfs minderrangichen
Hollander, een . verkwikkend oogenblik. Er
z|jn op deze tentoonstelling veel te veel
buitenlanders, die eerder van de Hollanders
nog kunnen leeren, dan deze van hen. En
dit wat toch k niet da bedoeling. Hun
aanwezigheid kan zelfs meer schade dan
voordeel aanbrengen, want zij stellen er nieta
voor in de plaats, waar zij met hun rauwere
kleur en grover schildering, zoo ver by den
Hollander met zgn bekende kleur en
toonkwaliteiten achterblijven. In z|jn Ijjn bijv. is
het Stillevenstnk van W. Roelofa gezonder
en voortreffelijker dan dat van een buiten
lander. Het landschap van Bastert glanst hier
tnaschen veel als een ster; het binnenhuis van
Kever zoekt er z|jn weerga in tonalistiache
kwaliteiten; zelfs een werk ala van Oerder ia
veel zuiverder en vooral gevoeliger geschil
derd, dan menig stuk van de buitenlanders
in zijn omgeving.
Alleen de buitenlandache kunst, met eene
eigene kant, heeft zin hier .vertegenwoordigd
te |jn. " ?
Zoo .zonden er nog meer te noemen z|jn,
tot atreeling van onzen trots over onze
Hollandsohe schilderkunst.
Waarlijk, we kunnen dan een gepaste zelfin
genomenheid koesteren over onze fatsoenlijke
eigenschappen l
Maar, we hebben ook nog al vooroordeelen
en z|jn wel wat kortzichtig; aan veel kunst nit
den vreemde, stuiten we ons op het eerste
gezicht . al ia het dan op het gevoel af,
wat zeker een verzachtende omstandigheid
hier is. Ala we nu maar eens aandachtiger
dór wilden zien en met wat ruimer ont
vankelijkheid, zou het ona duidelijk worden,
dat nog wel andere hoedanigheden dan de ons
gemeenzame, een kunstwerk ztél kunnen
geven. We z|jn zeer welmeenend en aoliede,
maar daarbij meer dan elders wellicht kort
zichtig, in oordeel' en van excluaieven smaak.
Schrielheid van geest is de tegeni|j van onze
eeraaaanheid.
Ona dit te doen inzien was de bestemming
geweest van deze herboren Vierjaarlijksche,
en dan uitsluitend dooi aanwezigheid van
baitenlandache kunst, met een eigenen,
geprononceerden kant, welgekozen met een
zoo mogelijk onpartjjdigen of on persoonlijken
voorkeur tot eoarteltf kneden of kwaliteiten.
Zoo b|jv. kan men jegens het werk van
Boldini tegenzin hebben, maar de erkenning
van de zeldzame hoedanigheden moet hier
voorgaan. Geen hollandach werk ia hiermee
te vergelijken.
En zoo ia er gelukkig nog wel een en
ander onder de buitenlandache inzendingen,
dat tot onze oefening in meer veelzijdige be
schouwing dienstig kan z|jn.
Volgenden keer nadere bespreking van de
belangrijkste gasten en ook over sommige
onder de Hollandere.
W. STEENHOFF.
Oscar Keiüit bii Yai lisselinfli.
Een werk van dezen Hongaarse hen schilder
op de Vierjaarlijkse hèwekte mijn belang
stelling voor zgm expositie op het Bokin.
Oscar Mendlik is zeeschilder en wel uitslui
tend; hy lijkt me echter niet uit grillige
willekeur tot specialiseeren gekomen. Hg
behandelt dit onderwerp voortdurend, een
voudig omdat hg er veel voor voelt. Het
onderwerp kan eentoonig heeten, maar zgn
werk is niet eentoonig. Hy schildert bg
ItlllllMlflIlMllllllllllllllllllMIIIIIIMIIIHHIIIIIIIIlllllllllllllllllllHIHIIIIIII
en sterk in het ophalen van schouders en
beleedigend zwijgen.
Nu moet er nog gezegd worden, dat het
huis van m'n oom, zoo het al aan de
buitenzgde tegen de regels zondigde, aan de
binnenzg'de vél aan comfort te wenschen overliet,
niettemin beet geschikt, door 'n verbazing
wekkende ondoelmatigneid, en de
allervreemdste verdeeling der bouw, voor de twee
onbetaalbare brommerds, die het herbergen
moest. Zoo stond de slaapkamer op de tweede
verdieping met de eetkamer op de eerste
verdieping, en er precies onder, in verbinding
door 'n allergekste gang, zoo breed ala 'n
brood en zoo lang als 'n dag zonder eten,
die door 'n niet minder gekke trap werd
vervolgd, donkerder en kronkeliger dan de
ziel van 'n geldachietertje; 'u pracht kans in
ieder geval om omniets en negen van de
tien maal, je nek te breken.
Het gerolg was dat m'n tante er dan k
eena van sprak om deze staat van zaken te
doen veranderen, en baide vertrekken door
'n wenteltrap te doen verbinden. M'n oom
bleef star van de verbazing by het idee aan
de wg'dte van de opvatting in dat geval.
H^- maakte het zich dan ook tot 'n dure
plicht, het plan aan te vallen, het onuitvoer
baar en krankzinnig te verklaren, 'n omstan
digheid die mijne tante met te meer ijver
en op Btaanden voet aan de uitvoering er
van deed beginnen. Daar zij over de geza
menlijke kas ging, liet ze 'n aannemer en
'n timmerman komen, die met hunne gezellen
het karweitje in 'n dag of tien opknapten.
M'n oom had ze zien werken, terwgl hy
'n deuntje floot en z'n pijp rookte. Toen de
menschen weg waren, zei hij:
Nu ben je voldaan en je hebt 'n goed
werk verricht! 'n pracht van 'n trap en
decoratief en makkelijk!... Alleen, i* zal
er geen gebruik van maken.
Daar had m'n tante niet pp gerekend.
Zg verbleekte.
Zal je er geen gebruik van maken,
van die trap" vroeg ze.
Nooit van m'n leven," antwoordde
m'n oom.
En waarom niet f vroeg m'n tante weer!
her b a1 in g zeeën meest zonder eenig vaar
tuig; en geeft ook telkens weer de zee
onder andere aspecten, in andere, actie'a",
en van anden klenrgealeldhedep.
De zee ia hem het Perpetnüu mobile.
Zgn werk vertoont weinig de
specialisteneigenschappen in het aanwenden van zekere
handgrepen of kleurmengingen.uit de routine
gewonnen. En waar een schilderpraktijk door
zulk een waarachtige genegenheid tot het
onderwerp gedreven wordt, straalt er van
de uiting altgd iets af, dat aan het wezen
van kunst zeer verwant is. Er zijn vooral
verscheidene zeer frissche en genietbare
zeestudie'a op deze tentoonstelling.
W. S.
Mijnheer de Redacteur,
Wanneer het woord Kuit" genoemd wordt,
denkt men niet aan een grootsche inrichting
met schouwburg concertzalen, gallerrjen en
zuilen. Daarvoor gebruikt men het woord
gebouw". Op dien srond meen ik dat de woor
den vB'tthoienhuit", en Kurutenaarthuit" on
juist zijp. Tolgena het Dnitache taaleigen
wordt»Hans" wél in dien zin en in dergelijke
combinaties gebruikt; daarom meen ik dat
de woorden bg vergissing alt het Dnitsch
overgenomen zijn, dm germanismen zijn.
Strijd tegen taalbederf heeft voor mij niets
specifiek nationaala; het is zuiver een
tooiquestie: ik vind het even hinderlijk ala de
Eagelachen "it goea without aaying" zeegen,
en de Franschen qnelle est la matière?"
als equivalenten van U va eans dire" en
"what ia-the matter?" En tegen een matig
gebruik van vreemde woorden, die zich
eerlijk en openlijk ala zoodanig vertoonen,
heb ik nooit veel bezwaar gehad. Dat de
grens tnsachen germanismen en goed
Hollandsch niet altijd juist aan te geven ia,
moat toegegeven worden; maar het stemt
verdrietig te leien, dat een man van het
gezag van Herman Eobbers hier smalend
achrijft van heer*en puristen", overdreven
nationale trots ofcewel chauvinisme", enz.
in plaats van in een zuiver zakelijke weer
legging, waardeerend en steunend te deba
teeren, ala hij het in een bij «onder geval
niet met zij»bestrijder eena mocht zijn over
een bepaald woord.
Haarlem. G. NOLST TBBNITÊ.
Aan alle boenende imtenaars in Heierlaii,
Te Amsterdam hebben eenige beeldende
kunstenaars de noodzakelijkheid besproken
eene vereeniging op te richten, die tentoon
stellingen aal organiseeren, waarbij de inzen
dingen HIKT aan de meening eener jury
worden onderworpen.
Zy gaan hierbij nit van het standpunt, dat
elk kunstenaar het recht heeft zgn werk aan
het publiek te toonen.
De gebruikelijke wijten van expoaeeren, de
beataande vereenigingen en de kunsthandel,
bemoeilijken hen daarin ten aaerate.
De eersten, doordat elke jury, nit haren
aard naar eigen a maak en inzicht zal
oordeelen en de laatste, daar zg meer de
commercieele dan artistieke waarde beoordeelt.
Da kunstenaar allén moet
verantwoorde.gk zijn voor zg'n werk. Het moet hem vry
staan te expoaeeren wat hjj wil.
Wij roepen daarom alle beeldende kun
stenaars op aan de oprichting dezer ver
eeniging mede te werken.
Door samen te werken kannen wij ons de
gelegenheid scheppen vrrj nit te komen en
ons in ome volle kracht te toonen.
Allen, die mede willen werken, wordt
verxocht hun naam en adres te zenden aan
den heer M. de Grót, P. C. Hoof t straat 82,
bovenhnia, Amsterdam.
Zoo kort mogelijk daarna zal een vergade
ring worden uitgeschreven.
Namens eenige beeldende kunstenaars.
M. DE GBOOT, (Londen).
PHOCAS JOKKENS, (A.nt werper).
C. J. GoDBIAiN.
Anderen bladen wordt verzocht het boven
staande oyer' te nemen.
Berichten.
EBN BUITENGEWOON BOEI. DaIg'at vannieuwe
uitgaven van de firma Mnrray te Londen
Omdat, repliceerde m'n oom, het me
niet aan staat er gebruik van te maken."
Hij lachtte honend in zich zelf. M'n tante
zweeg verbluft. Hef dg voer ze toen op eens nit:
Dat is te rg. Wél ja! Maar ik beloof
je,dat ja er wél gebruik van maken zult!
Op dat punt stokte de discussie. Drie
dagen triomfeerde m'n eom; alleen, toen
hg Zondagsmorgens aan tante z'n zestig of
zeventig centimes vragen kwam, waarmee
zg hem weke'yks bedeelde voor z'n kleine
uitgaven, verklaarde dese, dat ze geen klein
geld had voor koppige stommelingen.
Een streek, nieis anders! Oom had 'r
kunnen slaan! Hij beheerschte zich echter
en hield zich zógoed, dat hg zelfs een
vroolgk deuntje floot. En zooa's hg gewoon
waa, ging hg na de lunch uit, zenlde vier
nnr lang door 'n stortregen, zonder 'n duit
in z'n zak en kwam pas tegen het vallen
van den donker thuis, terwijl hg zich hield
alsof hg wat gedronken had, sprekend met
'n wat dikke tong, om z'n vrouw goed te
doen gelooven, dat koppige stommelingen"
mér dan n vriend buitenshuis hebben,
die 'n borrel voor hem betalen willen.
En deze prachtige scène herhaalde zich
evenveel malen als er Zondagen in de maand
waren, omdat de twee echtelieden het ala
'n eerezaak beschouwden geen van beide toe
te geren. Trouwen», ze spraken niet eena
meer tot elkaar,' zg kenden elkaar niet meer,
en van de slaapkamer naar de eetkamer
begaven ze zich ieder, met de meest mogelijke
waardigheid en hoogen ernst, langs de twee
verschillende wegen, in zichzelf alle symp
tomen van wilden haat en onverzoenlgken
atrgd opstggen voelend.
II.
Op 'n ochtend echter, zette oom, de trap
afkomend zgn trap! z'n voet verkeerd.
Hg viel met veel lawaai naar beneden en
bleef achterover liggen in de kelderdnisternia
en brulde als 'n varken.
Z'n been was gebroken.
Tante, zooals 't hoorde, liep toe. Was haar
bevat een z«er bijzondere aankondiging Ordor
den titel BeUnd the nightlight zal'een boek
verschijnen, bevattende de indrukken van
een yierj irig kind, een meisje, dat lezen noch
schrgven kan, doch dat, sinds het kan spreken,
in verbinding schijnt te staan met een aantal
wezens waarmede het gesprekken houdt, en
wier uiterlijk en gewoonten het beschrijft.
Deze verschijningen kunnen niet verklaard
worden nit hetgeen het kind kan gehoord
hebben van hen, waarmede .het geregald in
aanmerking komt, terwgl de namen en karak
ters geheel oorspronkelijk zijn. Voorloopig
wordt het boek naamloos uitgegeven; de
identiteit van het kind alsmede getuigenissen
voor de echtheid van het verhaal zullen echter
te zijner tijd worden publiek gemaakt.
iinn iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiii iiiniiiimiii iriiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiMiii iiiiiiiinii iiiiiiiiiiiiniii miiiiiiiiiiitimiiininiiiiiiil
* MUZIEK. Naar wij vernemen zullen 09
den laatsten dag van het Nede»landsch
Muziekfeest -van de Maatschappij tot be
vordering der Toonknnat des avonds in den
S adaacbouwbnrg worden opgevoerd Johan
Wagenaar'a grot et que opera De Doge van
Venetië" en de poëtische kinder-opera De
Drie Kabontertjes" van Hendrika van
Tussenbroek.
Beide werken zgn bier in Amsterdam (het
ia elders heel anden) nog betrekkeiyk weinig
bekend.
De Doge" zal ook hier worden uitgevoerd
door de vereenltfing, waarvoor het werk
oorspronkelijk get e Breven werd, den
Mnzikalen Kring" te Utrecht.
40 cents per regel
BOUWT TE NUNSPEET.
Inlichtingen bg het bouwbureau DE
VELUWE", aldaar.
DELAUNAY BELLEVILLE
AUTOMOBIELEN.
J. LEOHARD LANfi,
114 fifcadhonderskauh
AMSTERDAM.
AMSTERDAM,
\S EEN POFUUIR RIJWIEL
VOOR WEINIG GELD S
2e A. BERVELING. V
VERONTSCHULDIGING.
A.an den Heer
E. J. VAN WISSELINGH
te LOS DE \.
Aangezien ik, STACY AV JIOXIKH,
in Nederland dingen Iieh gezegri,
ft ie «en smet werpen op Uw goeden
naam en dien Uwer echtgenoote en
ITw beider crediet kunnen
benadeelen, verklaar ik hiermede, «lal
mijne meded«-elingen onwaar en
geheel oiigeuroml waren en dat ik
voor II heiden de grootste bewon
dering en eerbied heb. Ik bied U
mijne oprechte verontschuldigin
gen aan en geef U volkomen vrij
heid het bovenstaande openbaar te
maken.
Londen, 9 April 1012.
STAC V Al M O VI Kit.
GRANDS VINS DE CHAMPAGNE
Perrier-Jouet
Epernay.
Concessionnaires,
Sauter & Polis,Maastricht.
Eenige
Fabrikante
BengerSöhn
Stuttna
Hoofddepöt te AMSTERDAM: Kal verste. 166
K. F. DEÜSCHLE-BENGEB.
Piano-, Orgel- en Huziekhandel
Meyroos ds alshoven,
ARNHEM, KONINGSPLEIN g.
Interc. Telefoonnummer 913.
VLEUGELS en PIANO'S
in Koop en in Huur.
BEPABEEBEN STEMMEN BUILEN.
T .TTn" A "KT O Een van "e moolat
J-* W V^XXJLM \J, gelegen plaatsen van
zaVazzzzzzzzMaVMaVBizal Zwitserland. Zeer
vele wandelw. en uitstapjes. Zatru, gematigd
klimaat. Tempn*. in d«>n *nt«r K>mtdrf. 2 6°C.
Geen mi«t. Heerl. verblijfplaats voor de lente en
den zomer. 70 noteis en p.-nauns met me T dan
4500 todden. Op verl. gr. geill. Gids No. 19,
door het Off. Verkehrsbnr. in Lunanöof door
het Int.Verk.bur.Baadb.str.l b/h Singel, Amat.
Het bcsi toetten&e Jlevh.
AUTO-GARAGE RENAULT.- FREDERIK HENDRIKLAAN 84.
's-GBAVENHAGE. Telefoon Schev. 1533
LUOANO
Bristol.
(ITALIAAN8CHE MEREN). Schoonste Win
ter- en Voorjaar-verblijfplaats. 1ste kl. Hotel,
prachtig gelegen, met gr. Panorama. Kamer
vanaf fr. 4.?, Pension vanaf fr 9.?. Eigen.:
C. CAMENZIND. Proep. ~gr- «n fr. Intern.
Verkeersbureau Baadbuiaatr. 16, Amsterdam.
tevredenheid in woorden uit te meten? Neen,
die kende geen grenzen l Die had vreugde
kreten aan 'n steenkolenemmer kunnen ont
lokken!
Zg zei enkel:
Twintig frank ia 't me waard l Ala ze
me twintig frank gegeven hadden, zon ik
niet mér in m'n nopjes hebben kunnen
zjjn... l
- Oud wgf l riep m'n oom verontwaardigd,
helle veeg l Heb je ooit zoo'n monster gezien l
Het kon h ai f wat schelen! Nee, ze stikte,
ze glde haast en met haar vinger op de keel
wees ze dat de woorden er niet door wilden
komen in de drang van het oogenblik! Ze
had 'n lief karakter! Desondanks echter,
kwam ze er toch toe om 'n dokter te laten
holen, die het eerste verband lei en de ge
wonde 'n algaheele rust voorschreef.
Dat was eenvoudig het onmogelgke gebie
den. De gewonde haalde de schouders op; hij
bracht z'n beddelakens voor da oogen, zooa's
Caesar wat vroeger met 'n slip van z'n toga
zich het gelaat had bedekt en wachtte dapper
den dood af.
Met de rust van m'n oom waa 't dan ook
yoorgoed gedaan. Het gebroken been waa
nieta, bg de wond in z'n hart geslagen, op
't oogenblik, dat hg zich zijn trap af voelde
tuimelen.
Indien tante nu maar toegegeven had aan
haar lust om haar victorie uit te schetteren,
ze over de daken te bazuinen! Maar nee;
het was 'n sterke vrouw, die het menschelgk
hart kende of zg er mee te veiii«r. geloopen
had, en die onbeschaamdheid bg 'n zegepraal
te beneden zich vond, heel goed wetend dat
er gevallen zgn, waarbij de bescheidenheid
van den overwinnaar ala 'n witgloeiend ijzer
in de wond van den overwonnene ia. Elf
achtereenvolgende dagen dat m'n oom te bed
bleef, verloor ze niet n keer haar zelf
beheersching, sprak ze met geen woord over
't geral, zelfs zinspeelde ze er niet gewild
lief op, en bezoedelde met niets de
onbesmette glans van haar overwinning.
Ze behield eenvoudig alleen een atralend
gezicht, 'n geheimzinnigen glimlach, die als
in den hoek van haar mond bestorven lag en
die oom met 'n bittere ironie ver ruide, hem
tot in z'n merg met onnoemlgk vele gloeiende
apeldeprikken drong. H\j had 't gevoel van
in 'n speldeknssen te zgn veranderd. Zoo
ongereer was de indruk van z'n moreele
toestand, terwijl, koelbloedig tante hem stak,
hem doodde, vrijwillig en opzettelijk, om hem
te sparen l door suiker in z'n kopje met
kruiden te doen, door de meest vriendelijke
dingen voor te wenden, al die verfoeilijke
fijnneden van de vijandin, die door en door
overtuigd van haar meer der held in kracht is.
In deze omstandigheden, had bg evengoed
het zieke-been met araoische gom kunnen be
strijken om het te doen beter en. O p een morgen
dan ook kwam er koorts bg. ging m'n oom yien,
met enfin alles wat er bg behoort; oom sloeg
'n taaltje nit ala 'n dronken vrouw, seggend
dat m'n tante hem op 'n zacht vuur roos
terde, na hem eerst levend gelardeerd te
hebben, dat ze lampions had opgehangen
aan de vier zijlen va a z'n nachttafeltje en
dat ze, als teeken van verheugenis vuurwerk
afstak in de kamers; dingen die hg zich
verbeeldde,, heel 'n feest in de gesloten
kamer, dat zich in z'a hoofd van onteerd
echtgenoot afspeelde.
Dat moest op 'n ramp uitdraaien, en
werkelgk na 'n dergelijk schouwspel van
zea en dertig uur, gaf bij den geest.
Er gebeurde wat er altgd gebeurd in zulke
gevallen, de begrafenisdienaars legden hem
in 'n kist en droegen hem weg. Blaar reeds
waren ze in de diepe duisternis van den
gang, waarin hun met Qser beslagen schoenen
weerklonken, en de zwarte glansen van
hunne breedgerande hoeden doofden, toen
tante zachtkena tuj&chenbeide kwam en met
haar vinger, haar trap aanwijzend, zei:
Hédaar, n vergist zich in den weg.
Dezen kant nit alsjeblieft."
En, tusschen haar tanden, die ze stijf op
elkaar hield, terwijl ze de armen op de
leuning van de trap gesteund, met belang
stelling de daling en het vervoer van den
overledene met de oogen volgde, mompelde
ze, die goede vrouw:
Ik had je wel gezegd toch hè? dat je er
gebruik van zon maken!...."