De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 28 april pagina 3

28 april 1912 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1818 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 'in het bêngaalach daglicht. Boren komt ge nog meer in de stemming by de klenrontlading op enkele remenechilderijen aan de zijwanden, en de kolossale beeldwerken die ge al eren onderscheidt door de geopende deur van de groote zaal, recht voor n nit. Eo, dringt dan bijgeval de soete geur van koffie alt het geïmproviseerde restaurant, d»ar tegenover, tot a door, dan weet ge werkelijk niet meer waar ge zgr. (O, de Driejaarlijksche" die het moest stellen met de houten lood»op het Damrak, al zooveel jaren geiedei>(!;. Ieder beaotaafd buiger van Amsterdam en omatreken moet hier geweest zijn; het ia «tja,, deftig rendez-vouj (in diie rangen, met verschillende enti eprezen op verschillende dagen) voor de mensohen van goeden huize". Zeker, de wereld cal er van spreken". Het ia me dan ook zeer begrijpelijk, dat de uitvoerders van dit, verleden jaar grootscheeps uitge lachte plan eener herecaepping der Vierjaarlijkaohe, zich in de handen wrjj ren van voldoening. H«t ligt echter niet in mijn plan dese tentoonstelling railleerend te bespreken; aooals ik reeds zeide, had ik het resultaat wel in dezen vorm, ongeveer, gedacnt. Ik weet ook niet of er onder de gegeven om«tandigheden wel van een mislukking te spreken ia. Alleen had er toch wel een wat betere.* lukking verwacht kannen zijn. In haar soort had deze Amaterdamsche Salon" zeker veel voordeeliger gekund. Besc nou vingen van wijdere strekking over den zin en den aard van deze tentoonstelling hoop ik elders te geven. Ook om haar aantrekkelijkheid voor de liefhebberij in kunat van onze tegen woordige beschaving. Ia dit opzicht zeker ia de tentoonstelling bijzonder interessant! Voor 'c oogenblik ecnter, wat verlegen met het aanvangen van een verslag over dien ontzaggelijken voorraad kunstwerken", waar onder zoo ontzettend .veel absoluut middel matige en zelfa minderwaardige, doorloopt, kannen we ons bepalen tot de rraag: waarom dan toch zooveel kaf onder het koren? Het ging er toch niet b|j den opzet, om het kwantum bovenal, een kwantuna, nog ontzagwekkender door zoovele metera omvang rijke doeken, zopdat alle wanden, in alle zalen, van het'8tedei|jk mnaenm propvol kwamen. Er z(jn eenige leden der oommissie uitgezond «n ter jacht over de kunst velden in het buiten land, om voor deze gelegenheid van het edelste binnen te halen. Ik wil gaarne gelooven, dat zij erg hun beat hebben gedaan, zei f 3 met de vasthoudendheid van een commigvoyagenr aan de kleeren hebben gehangen van verschillende groote bazen in het inter nationale kunstleven. Za hebben natuurlijk ook nog al t era bot gevangen,?zeerspgtig. Maar mocht er, na tege»iag in verschillende verwachtingen, dan maar besloten worden tot een werving in den trant van: beter een half ei dan een leegen dop ? (leegen .dop te verataan ais leege wanden.) Met lijkt me als 4e parabel uit den Bijbel van de bruilof IEgasten genoodigd op alle hoeken van de straten, toen de ware invité'a zich achter eenvolgens lieten excujeeren. Alleen behield daar de gaatneer het recht alle, die niet in be hoorlijk brnl ofstkleed kwamen, er uit te doen gooien l Heeft men dus, beangstigd voor het onbezet blijven van zaïen en wanden in het groote gebouw, dat heetemaal voor de Vierjaarigksche beschikbaar was gesteld, in het wilde weg maar namen opgevischt nit bnitenlandeohe kanatenaarskringen en hun tot expoMeren aitgenoodigd dan, met alle waar deering, voor hun vele moeiten, hebben de heeren toch zien van ban taak gekweten op eene wijze, die aan koelie-werk doet denken. Het ia na herhaalde bezoeken, me steeds "duidelijker geworden, dat het mediocere ge halte bij deze baitenbmdsche inzendingen verre overwegend is. <:n bewering die te handhaven ia en aan de praktijk beproefd werd, aan de praktik-van den verslaggever, die heele wanden langs, zelfa zalen door kan loopen zonder 'n aanteekening te maken van een werkelijk, voluit beachonwenawaardig stuk. Met alle bereid willig aeid tot appreoléeren, slenter ik b.v. door de kabinetten aan de Noordagde, en kan dan niet zooveel schilderyen van dragelijke beteekenia vinden (voor 'n tentoonstelling met een pretentie ala deze) dat er maar n kabinet mee ge vuld zon zgn. En dan de verrassing aan het eind van die kabinetten, bij het betreden van de zaal der Oriëntalisten. Dit ia een speciaal nummer van de vertooning I Ook hier weer verschil lende groate lappen, ontrollend de kleur en iillHiiiiiilmiiiiiliimiiiiiiiMiiiiiiiimiMiiiiiiiiliiiHHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii De Trap. Naar het Frantch, van G'KOBGB COUBTELINB, door T. 8. M'n oom was 'n onda (jacheraar, 'a meubel Tan 'n vent, maar 'n beate kerel, m'n tante 'n helleveeg, maar allerkomiekat in haar genre soms. Za woonden in Pay l'Evêqae, 'n vreeselgk gat in het Vendeesche. Aan het uiteinde van het stadje, vlak by de oude wallen hadden ze 'n huis met twee verdiepingen, dat van den morgen tot den avond van hun herrie weerklonk. Dat hnia had mijn oom van s'n vader gekregen, die het van den zijne geërfd had en die op zijn beurt het wér van den achter-groot vader had en zoo tot in het oneindige. Sedert onheugelijke tg'den had de eene generatie het aan de andere overgedaan. Achtereenvolgens had leder der verscnillende eigenaars het naar den smaak der tijden doen verbouwen, of het van de grond tot het dak laten vernieuwen, maar altijd waa het een kreupele toestand gebleven, waa de eene helft van het hnia bij de andere helft ten achter, leek het als iemand die beneden de korte broek van den vorigen eeuw draagt, en boven 'n boordje van gummi bijvoorbeeld. Tnaacaen de vier muren van dit huis van Janot, leefden m'n oom en tante ala de kat en de hond, tegen elkaar opgezet door 'n instinctieve antipathie, die de vgf-en-dertig jaar samenleven in de leegte van 'n doelloos . en grootelgks stom provinciaal bestaan tot 'n venijnige scherpte had opgedreven. Het waa voldoende dat de een iets dacht en die gedachte uitsprak, om de ander haastiglgk 'n lijnrechte daar tegenover staande meening te doen uiten. Waarom ? Dat begreep niemand, nergens om, uit pleizier! En zoo, van hun eenmaal gekozen standpunt nit, brachten zy elkaar geregeld tot wanhoop: Zg, gehaaid, zuur, -hatelijk; bij, spottend, nit-de-hoogte, lichtweelle van de Oostersche wereld, en voorstellingen van Siësta'a of Harems, die droomen wekken van weekt O oateracbe erotiek! Ik weet niet wie de meesters zjjn van al het zoetelijke en grove in deze taal geëxpo seerd; maar hier ia nagenoeg nieta van werkelijk beduidende hoedanigheid. En eigen aardig is, dat, wat tnsschen al die opzie atigkeden nog tot het zuiverste hoort, in een hoek hoog boven den ramp was Behangen: 'n meisjeskopje beschaduwd door een groen lapje van Constant Giste (Cat. No. 385). De landgenooten, «ij a niet druk opgekomen; van de eerste krachten hebben er maar weinige ingebonden. Het Hollandache werk bangt nu verstrooid tusschen de bnitenlandsche kunst. Er is iets vór, zoo goed ala er iets tegen ia. Als alles by elkaar hing vrees ik, dat het een magere verzameling zon *ijn! Verschillenden hebben voor deze gelegenheid blijkbaar extra zich ingespannen, en sommigen daardoor zich vertild, bijv. Monnikendam. Toch, ala ik reeda zei, geeft hier menigmaal het werk van een zelfs minderrangichen Hollander, een . verkwikkend oogenblik. Er z|jn op deze tentoonstelling veel te veel buitenlanders, die eerder van de Hollanders nog kunnen leeren, dan deze van hen. En dit wat toch k niet da bedoeling. Hun aanwezigheid kan zelfs meer schade dan voordeel aanbrengen, want zij stellen er nieta voor in de plaats, waar zij met hun rauwere kleur en grover schildering, zoo ver by den Hollander met zgn bekende kleur en toonkwaliteiten achterblijven. In z|jn Ijjn bijv. is het Stillevenstnk van W. Roelofa gezonder en voortreffelijker dan dat van een buiten lander. Het landschap van Bastert glanst hier tnaschen veel als een ster; het binnenhuis van Kever zoekt er z|jn weerga in tonalistiache kwaliteiten; zelfs een werk ala van Oerder ia veel zuiverder en vooral gevoeliger geschil derd, dan menig stuk van de buitenlanders in zijn omgeving. Alleen de buitenlandache kunst, met eene eigene kant, heeft zin hier .vertegenwoordigd te |jn. " ? Zoo .zonden er nog meer te noemen z|jn, tot atreeling van onzen trots over onze Hollandsohe schilderkunst. Waarlijk, we kunnen dan een gepaste zelfin genomenheid koesteren over onze fatsoenlijke eigenschappen l Maar, we hebben ook nog al vooroordeelen en z|jn wel wat kortzichtig; aan veel kunst nit den vreemde, stuiten we ons op het eerste gezicht . al ia het dan op het gevoel af, wat zeker een verzachtende omstandigheid hier is. Ala we nu maar eens aandachtiger dór wilden zien en met wat ruimer ont vankelijkheid, zou het ona duidelijk worden, dat nog wel andere hoedanigheden dan de ons gemeenzame, een kunstwerk ztél kunnen geven. We z|jn zeer welmeenend en aoliede, maar daarbij meer dan elders wellicht kort zichtig, in oordeel' en van excluaieven smaak. Schrielheid van geest is de tegeni|j van onze eeraaaanheid. Ona dit te doen inzien was de bestemming geweest van deze herboren Vierjaarlijksche, en dan uitsluitend dooi aanwezigheid van baitenlandache kunst, met een eigenen, geprononceerden kant, welgekozen met een zoo mogelijk onpartjjdigen of on persoonlijken voorkeur tot eoarteltf kneden of kwaliteiten. Zoo b|jv. kan men jegens het werk van Boldini tegenzin hebben, maar de erkenning van de zeldzame hoedanigheden moet hier voorgaan. Geen hollandach werk ia hiermee te vergelijken. En zoo ia er gelukkig nog wel een en ander onder de buitenlandache inzendingen, dat tot onze oefening in meer veelzijdige be schouwing dienstig kan z|jn. Volgenden keer nadere bespreking van de belangrijkste gasten en ook over sommige onder de Hollandere. W. STEENHOFF. Oscar Keiüit bii Yai lisselinfli. Een werk van dezen Hongaarse hen schilder op de Vierjaarlijkse hèwekte mijn belang stelling voor zgm expositie op het Bokin. Oscar Mendlik is zeeschilder en wel uitslui tend; hy lijkt me echter niet uit grillige willekeur tot specialiseeren gekomen. Hg behandelt dit onderwerp voortdurend, een voudig omdat hg er veel voor voelt. Het onderwerp kan eentoonig heeten, maar zgn werk is niet eentoonig. Hy schildert bg ItlllllMlflIlMllllllllllllllllllMIIIIIIMIIIHHIIIIIIIIlllllllllllllllllllHIHIIIIIII en sterk in het ophalen van schouders en beleedigend zwijgen. Nu moet er nog gezegd worden, dat het huis van m'n oom, zoo het al aan de buitenzgde tegen de regels zondigde, aan de binnenzg'de vél aan comfort te wenschen overliet, niettemin beet geschikt, door 'n verbazing wekkende ondoelmatigneid, en de allervreemdste verdeeling der bouw, voor de twee onbetaalbare brommerds, die het herbergen moest. Zoo stond de slaapkamer op de tweede verdieping met de eetkamer op de eerste verdieping, en er precies onder, in verbinding door 'n allergekste gang, zoo breed ala 'n brood en zoo lang als 'n dag zonder eten, die door 'n niet minder gekke trap werd vervolgd, donkerder en kronkeliger dan de ziel van 'n geldachietertje; 'u pracht kans in ieder geval om omniets en negen van de tien maal, je nek te breken. Het gerolg was dat m'n tante er dan k eena van sprak om deze staat van zaken te doen veranderen, en baide vertrekken door 'n wenteltrap te doen verbinden. M'n oom bleef star van de verbazing by het idee aan de wg'dte van de opvatting in dat geval. H^- maakte het zich dan ook tot 'n dure plicht, het plan aan te vallen, het onuitvoer baar en krankzinnig te verklaren, 'n omstan digheid die mijne tante met te meer ijver en op Btaanden voet aan de uitvoering er van deed beginnen. Daar zij over de geza menlijke kas ging, liet ze 'n aannemer en 'n timmerman komen, die met hunne gezellen het karweitje in 'n dag of tien opknapten. M'n oom had ze zien werken, terwgl hy 'n deuntje floot en z'n pijp rookte. Toen de menschen weg waren, zei hij: Nu ben je voldaan en je hebt 'n goed werk verricht! 'n pracht van 'n trap en decoratief en makkelijk!... Alleen, i* zal er geen gebruik van maken. Daar had m'n tante niet pp gerekend. Zg verbleekte. Zal je er geen gebruik van maken, van die trap" vroeg ze. Nooit van m'n leven," antwoordde m'n oom. En waarom niet f vroeg m'n tante weer! her b a1 in g zeeën meest zonder eenig vaar tuig; en geeft ook telkens weer de zee onder andere aspecten, in andere, actie'a", en van anden klenrgealeldhedep. De zee ia hem het Perpetnüu mobile. Zgn werk vertoont weinig de specialisteneigenschappen in het aanwenden van zekere handgrepen of kleurmengingen.uit de routine gewonnen. En waar een schilderpraktijk door zulk een waarachtige genegenheid tot het onderwerp gedreven wordt, straalt er van de uiting altgd iets af, dat aan het wezen van kunst zeer verwant is. Er zijn vooral verscheidene zeer frissche en genietbare zeestudie'a op deze tentoonstelling. W. S. Mijnheer de Redacteur, Wanneer het woord Kuit" genoemd wordt, denkt men niet aan een grootsche inrichting met schouwburg concertzalen, gallerrjen en zuilen. Daarvoor gebruikt men het woord gebouw". Op dien srond meen ik dat de woor den vB'tthoienhuit", en Kurutenaarthuit" on juist zijp. Tolgena het Dnitache taaleigen wordt»Hans" wél in dien zin en in dergelijke combinaties gebruikt; daarom meen ik dat de woorden bg vergissing alt het Dnitsch overgenomen zijn, dm germanismen zijn. Strijd tegen taalbederf heeft voor mij niets specifiek nationaala; het is zuiver een tooiquestie: ik vind het even hinderlijk ala de Eagelachen "it goea without aaying" zeegen, en de Franschen qnelle est la matière?" als equivalenten van U va eans dire" en "what ia-the matter?" En tegen een matig gebruik van vreemde woorden, die zich eerlijk en openlijk ala zoodanig vertoonen, heb ik nooit veel bezwaar gehad. Dat de grens tnsachen germanismen en goed Hollandsch niet altijd juist aan te geven ia, moat toegegeven worden; maar het stemt verdrietig te leien, dat een man van het gezag van Herman Eobbers hier smalend achrijft van heer*en puristen", overdreven nationale trots ofcewel chauvinisme", enz. in plaats van in een zuiver zakelijke weer legging, waardeerend en steunend te deba teeren, ala hij het in een bij «onder geval niet met zij»bestrijder eena mocht zijn over een bepaald woord. Haarlem. G. NOLST TBBNITÊ. Aan alle boenende imtenaars in Heierlaii, Te Amsterdam hebben eenige beeldende kunstenaars de noodzakelijkheid besproken eene vereeniging op te richten, die tentoon stellingen aal organiseeren, waarbij de inzen dingen HIKT aan de meening eener jury worden onderworpen. Zy gaan hierbij nit van het standpunt, dat elk kunstenaar het recht heeft zgn werk aan het publiek te toonen. De gebruikelijke wijten van expoaeeren, de beataande vereenigingen en de kunsthandel, bemoeilijken hen daarin ten aaerate. De eersten, doordat elke jury, nit haren aard naar eigen a maak en inzicht zal oordeelen en de laatste, daar zg meer de commercieele dan artistieke waarde beoordeelt. Da kunstenaar allén moet verantwoorde.gk zijn voor zg'n werk. Het moet hem vry staan te expoaeeren wat hjj wil. Wij roepen daarom alle beeldende kun stenaars op aan de oprichting dezer ver eeniging mede te werken. Door samen te werken kannen wij ons de gelegenheid scheppen vrrj nit te komen en ons in ome volle kracht te toonen. Allen, die mede willen werken, wordt verxocht hun naam en adres te zenden aan den heer M. de Grót, P. C. Hoof t straat 82, bovenhnia, Amsterdam. Zoo kort mogelijk daarna zal een vergade ring worden uitgeschreven. Namens eenige beeldende kunstenaars. M. DE GBOOT, (Londen). PHOCAS JOKKENS, (A.nt werper). C. J. GoDBIAiN. Anderen bladen wordt verzocht het boven staande oyer' te nemen. Berichten. EBN BUITENGEWOON BOEI. DaIg'at vannieuwe uitgaven van de firma Mnrray te Londen Omdat, repliceerde m'n oom, het me niet aan staat er gebruik van te maken." Hij lachtte honend in zich zelf. M'n tante zweeg verbluft. Hef dg voer ze toen op eens nit: Dat is te rg. Wél ja! Maar ik beloof je,dat ja er wél gebruik van maken zult! Op dat punt stokte de discussie. Drie dagen triomfeerde m'n eom; alleen, toen hg Zondagsmorgens aan tante z'n zestig of zeventig centimes vragen kwam, waarmee zg hem weke'yks bedeelde voor z'n kleine uitgaven, verklaarde dese, dat ze geen klein geld had voor koppige stommelingen. Een streek, nieis anders! Oom had 'r kunnen slaan! Hij beheerschte zich echter en hield zich zógoed, dat hg zelfs een vroolgk deuntje floot. En zooa's hg gewoon waa, ging hg na de lunch uit, zenlde vier nnr lang door 'n stortregen, zonder 'n duit in z'n zak en kwam pas tegen het vallen van den donker thuis, terwijl hg zich hield alsof hg wat gedronken had, sprekend met 'n wat dikke tong, om z'n vrouw goed te doen gelooven, dat koppige stommelingen" mér dan n vriend buitenshuis hebben, die 'n borrel voor hem betalen willen. En deze prachtige scène herhaalde zich evenveel malen als er Zondagen in de maand waren, omdat de twee echtelieden het ala 'n eerezaak beschouwden geen van beide toe te geren. Trouwen», ze spraken niet eena meer tot elkaar,' zg kenden elkaar niet meer, en van de slaapkamer naar de eetkamer begaven ze zich ieder, met de meest mogelijke waardigheid en hoogen ernst, langs de twee verschillende wegen, in zichzelf alle symp tomen van wilden haat en onverzoenlgken atrgd opstggen voelend. II. Op 'n ochtend echter, zette oom, de trap afkomend zgn trap! z'n voet verkeerd. Hg viel met veel lawaai naar beneden en bleef achterover liggen in de kelderdnisternia en brulde als 'n varken. Z'n been was gebroken. Tante, zooals 't hoorde, liep toe. Was haar bevat een z«er bijzondere aankondiging Ordor den titel BeUnd the nightlight zal'een boek verschijnen, bevattende de indrukken van een yierj irig kind, een meisje, dat lezen noch schrgven kan, doch dat, sinds het kan spreken, in verbinding schijnt te staan met een aantal wezens waarmede het gesprekken houdt, en wier uiterlijk en gewoonten het beschrijft. Deze verschijningen kunnen niet verklaard worden nit hetgeen het kind kan gehoord hebben van hen, waarmede .het geregald in aanmerking komt, terwgl de namen en karak ters geheel oorspronkelijk zijn. Voorloopig wordt het boek naamloos uitgegeven; de identiteit van het kind alsmede getuigenissen voor de echtheid van het verhaal zullen echter te zijner tijd worden publiek gemaakt. iinn iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiii iiiniiiimiii iriiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiMiii iiiiiiiinii iiiiiiiiiiiiniii miiiiiiiiiiitimiiininiiiiiiil * MUZIEK. Naar wij vernemen zullen 09 den laatsten dag van het Nede»landsch Muziekfeest -van de Maatschappij tot be vordering der Toonknnat des avonds in den S adaacbouwbnrg worden opgevoerd Johan Wagenaar'a grot et que opera De Doge van Venetië" en de poëtische kinder-opera De Drie Kabontertjes" van Hendrika van Tussenbroek. Beide werken zgn bier in Amsterdam (het ia elders heel anden) nog betrekkeiyk weinig bekend. De Doge" zal ook hier worden uitgevoerd door de vereenltfing, waarvoor het werk oorspronkelijk get e Breven werd, den Mnzikalen Kring" te Utrecht. 40 cents per regel BOUWT TE NUNSPEET. Inlichtingen bg het bouwbureau DE VELUWE", aldaar. DELAUNAY BELLEVILLE AUTOMOBIELEN. J. LEOHARD LANfi, 114 fifcadhonderskauh AMSTERDAM. AMSTERDAM, \S EEN POFUUIR RIJWIEL VOOR WEINIG GELD S 2e A. BERVELING. V VERONTSCHULDIGING. A.an den Heer E. J. VAN WISSELINGH te LOS DE \. Aangezien ik, STACY AV JIOXIKH, in Nederland dingen Iieh gezegri, ft ie «en smet werpen op Uw goeden naam en dien Uwer echtgenoote en ITw beider crediet kunnen benadeelen, verklaar ik hiermede, «lal mijne meded«-elingen onwaar en geheel oiigeuroml waren en dat ik voor II heiden de grootste bewon dering en eerbied heb. Ik bied U mijne oprechte verontschuldigin gen aan en geef U volkomen vrij heid het bovenstaande openbaar te maken. Londen, 9 April 1012. STAC V Al M O VI Kit. GRANDS VINS DE CHAMPAGNE Perrier-Jouet Epernay. Concessionnaires, Sauter & Polis,Maastricht. Eenige Fabrikante BengerSöhn Stuttna Hoofddepöt te AMSTERDAM: Kal verste. 166 K. F. DEÜSCHLE-BENGEB. Piano-, Orgel- en Huziekhandel Meyroos ds alshoven, ARNHEM, KONINGSPLEIN g. Interc. Telefoonnummer 913. VLEUGELS en PIANO'S in Koop en in Huur. BEPABEEBEN STEMMEN BUILEN. T .TTn" A "KT O Een van "e moolat J-* W V^XXJLM \J, gelegen plaatsen van zaVazzzzzzzzMaVMaVBizal Zwitserland. Zeer vele wandelw. en uitstapjes. Zatru, gematigd klimaat. Tempn*. in d«>n *nt«r K>mtdrf. 2 6°C. Geen mi«t. Heerl. verblijfplaats voor de lente en den zomer. 70 noteis en p.-nauns met me T dan 4500 todden. Op verl. gr. geill. Gids No. 19, door het Off. Verkehrsbnr. in Lunanöof door het Int.Verk.bur.Baadb.str.l b/h Singel, Amat. Het bcsi toetten&e Jlevh. AUTO-GARAGE RENAULT.- FREDERIK HENDRIKLAAN 84. 's-GBAVENHAGE. Telefoon Schev. 1533 LUOANO Bristol. (ITALIAAN8CHE MEREN). Schoonste Win ter- en Voorjaar-verblijfplaats. 1ste kl. Hotel, prachtig gelegen, met gr. Panorama. Kamer vanaf fr. 4.?, Pension vanaf fr 9.?. Eigen.: C. CAMENZIND. Proep. ~gr- «n fr. Intern. Verkeersbureau Baadbuiaatr. 16, Amsterdam. tevredenheid in woorden uit te meten? Neen, die kende geen grenzen l Die had vreugde kreten aan 'n steenkolenemmer kunnen ont lokken! Zg zei enkel: Twintig frank ia 't me waard l Ala ze me twintig frank gegeven hadden, zon ik niet mér in m'n nopjes hebben kunnen zjjn... l - Oud wgf l riep m'n oom verontwaardigd, helle veeg l Heb je ooit zoo'n monster gezien l Het kon h ai f wat schelen! Nee, ze stikte, ze glde haast en met haar vinger op de keel wees ze dat de woorden er niet door wilden komen in de drang van het oogenblik! Ze had 'n lief karakter! Desondanks echter, kwam ze er toch toe om 'n dokter te laten holen, die het eerste verband lei en de ge wonde 'n algaheele rust voorschreef. Dat was eenvoudig het onmogelgke gebie den. De gewonde haalde de schouders op; hij bracht z'n beddelakens voor da oogen, zooa's Caesar wat vroeger met 'n slip van z'n toga zich het gelaat had bedekt en wachtte dapper den dood af. Met de rust van m'n oom waa 't dan ook yoorgoed gedaan. Het gebroken been waa nieta, bg de wond in z'n hart geslagen, op 't oogenblik, dat hg zich zijn trap af voelde tuimelen. Indien tante nu maar toegegeven had aan haar lust om haar victorie uit te schetteren, ze over de daken te bazuinen! Maar nee; het was 'n sterke vrouw, die het menschelgk hart kende of zg er mee te veiii«r. geloopen had, en die onbeschaamdheid bg 'n zegepraal te beneden zich vond, heel goed wetend dat er gevallen zgn, waarbij de bescheidenheid van den overwinnaar ala 'n witgloeiend ijzer in de wond van den overwonnene ia. Elf achtereenvolgende dagen dat m'n oom te bed bleef, verloor ze niet n keer haar zelf beheersching, sprak ze met geen woord over 't geral, zelfs zinspeelde ze er niet gewild lief op, en bezoedelde met niets de onbesmette glans van haar overwinning. Ze behield eenvoudig alleen een atralend gezicht, 'n geheimzinnigen glimlach, die als in den hoek van haar mond bestorven lag en die oom met 'n bittere ironie ver ruide, hem tot in z'n merg met onnoemlgk vele gloeiende apeldeprikken drong. H\j had 't gevoel van in 'n speldeknssen te zgn veranderd. Zoo ongereer was de indruk van z'n moreele toestand, terwijl, koelbloedig tante hem stak, hem doodde, vrijwillig en opzettelijk, om hem te sparen l door suiker in z'n kopje met kruiden te doen, door de meest vriendelijke dingen voor te wenden, al die verfoeilijke fijnneden van de vijandin, die door en door overtuigd van haar meer der held in kracht is. In deze omstandigheden, had bg evengoed het zieke-been met araoische gom kunnen be strijken om het te doen beter en. O p een morgen dan ook kwam er koorts bg. ging m'n oom yien, met enfin alles wat er bg behoort; oom sloeg 'n taaltje nit ala 'n dronken vrouw, seggend dat m'n tante hem op 'n zacht vuur roos terde, na hem eerst levend gelardeerd te hebben, dat ze lampions had opgehangen aan de vier zijlen va a z'n nachttafeltje en dat ze, als teeken van verheugenis vuurwerk afstak in de kamers; dingen die hg zich verbeeldde,, heel 'n feest in de gesloten kamer, dat zich in z'a hoofd van onteerd echtgenoot afspeelde. Dat moest op 'n ramp uitdraaien, en werkelgk na 'n dergelijk schouwspel van zea en dertig uur, gaf bij den geest. Er gebeurde wat er altgd gebeurd in zulke gevallen, de begrafenisdienaars legden hem in 'n kist en droegen hem weg. Blaar reeds waren ze in de diepe duisternis van den gang, waarin hun met Qser beslagen schoenen weerklonken, en de zwarte glansen van hunne breedgerande hoeden doofden, toen tante zachtkena tuj&chenbeide kwam en met haar vinger, haar trap aanwijzend, zei: Hédaar, n vergist zich in den weg. Dezen kant nit alsjeblieft." En, tusschen haar tanden, die ze stijf op elkaar hield, terwijl ze de armen op de leuning van de trap gesteund, met belang stelling de daling en het vervoer van den overledene met de oogen volgde, mompelde ze, die goede vrouw: Ik had je wel gezegd toch hè? dat je er gebruik van zon maken!...."

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl