Historisch Archief 1877-1940
No. 1821
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD V O O R N E D E R L A N D.
rerdwenen, die hier aan het schubbigh
zeeooft" herinnert; VJjgendaM en noordelijke
Nes wachten den genadeslag op hun twee
of drie nog overblijvende maar reeds ont
blootte schedels en het Commandantshnis
valt onder het houweel.
Wie het geboortecijfer opmerkt 1599
dat in romeinsche cijfers nog in den rechter
gevel pr|jkt, zal toegeven dat dezen veteraan,
die slechts de Nieuwe kerk als zjjn oudere
erkent, een woord van afgebeld toekomt I
Om «ijn grijzen voortijd tékennen, moeten
we onze onde Plaetse" zien in til haar
schilderachtige wanorde, rumoerigheid en
bewegeljjkheid van het einde der zestiende
een w, toen de koopmerckt van Europa rond
danste in haar kinderschoenen, maar die zy
toch reeds pijnlijk, en geschikt tot wegwerpen
begon te vinden. Maar verliezen we ons niet
in die gezellige drukte, hoe verleidelijk ook;
we hebben ons te bepalen tot de bakermat
van het Oommandactshnis.
Op dia plek dan vinden we omstreeks 1548
zeven of acht cramen" waar we toch
misschien wel groole, houten winkelhnizen
onder moeten verstaan die in 't laatst
van dezelfde eeuw hebben plaats g smaakt
Voor zeven woningen onder n dak. Sinds
November 1599 worden, deze woningen als
winkeihnizen verhuurd. In dit jaar vinden
we er o. a. gevestigd Adriaan Coenen, een
cruyckekooper" en Claes Jan«., een
caescoopet", maar de overige bewoners helpen
er ongetwijfeld het aantal capelletjes en
herbergen vergrooten, waaraan de Dam,
vooral in de vroegere eeuwen, zoo bedenkelijk
rjjk geweest is. Althans het aantal huizen
waarin tappersneeringhe" wordt gedreven
maakt het aldra mogelijk, ter beschutting
van de geachte clientèle tegen zonnegloed
ea regenvlagen een groot zeil tegen 't zeven
voudige huia te spannen. Zoo is de pakkende
naam: 't Huis onder't Zeil" dan ook aan
stonds gevonden; naam, die tot 1773 heeft
doorgeklonken en die zelfs in de Arke
Koachs" van 1830, met voorbijgang van den
toenmaligen, nog niet vergeten is.
We moeten, alvorens den grooten sprong
naar het huis in z|jn latere bestemming te
nemen, nog even kennismaken met een paar
bewoners van beteekenis. In 1626 toch vinden
we, in het huis van den oaescooper", ge restigd
Zacharias Jansen, brilleamaker', die er
echter niet lang woont enerenmin fortuinlijk
wezen zal. De man, die zich in 1680 beroemd
gemaakt heeft als uitvinder van de verrekijkers,
ja in n adem met Galileïwerd genoemd,
' gaat in het Huis onder 't Zeil een zorgelyken
ouden dag tegemoet. In 162S wordt by ztfa
naam vermeld: bacqneroet, de goederen
geexecuteert ende 't geit (hoewel met ? 145
.huur verminderd) door de stad ontfangen".
Enkele jaren later kwam de beroemde man
te Middelburg, waarheen h|j vertrokken was,
.te sterven... In hetzelfde winkelhnis vinden
we twee jaar verder een anderen ouden kennis,
Abraham de Wees, den bekenden uitgever
van Vondei's werken; h|j wordt kier enkel
boekbindei" genoemd. Het vak wordt er
later voortgezet door zyn verwanten, de
l'Escaille's die er in meer dan n geslacht
vertegenwoordigd blijven.
In 't midden der achtiende eeuw bleek het
Huis onder 't Zeil door den tand des tijde"
hier en daar een leeljjken knauw te hebben
gekregen; in 1773 eischt de toestand dringend
vooriiening, de puien der huizen a»n den
kant van Dam zoowel als Vjjgendam worden
?legt en bouwvallig" bevonden en c e direc
teur der stadsgebonwen de Witte meakteen
ontwen) tot verbouwing, waarvan de kosten
op 20 & 22.000 gulden worden geschat.
Bargemeenteren machtigen Thesaurieren de ver
bouwing tot stand te doen brengen; het
gebouw wordt 17 voet naar voren gebracht
en heeft aan den voorgevel 80, aan de zijge
vels 40 voet lengte. In 1775amschonwen we
de voltooiing. Het gebouw is rustende op
een rnsticq van Breemer Hardsteen, en het
Middelfront is gemaakt na de Dor wische Bon
worde (daar het overige is gemaakt van
Metzelwerk en de hoeken van geblokte' Hard
steen), voorzien van een Frontespice, waarvan
de versieringen, geplaatst in de Trommel,
behalven het Stads Waapen, zinspeelende z|jn
op onze groote Vismarkt, welke agter deze
gebouwen gevonden wordt, en waartoe men
langs de zij ge r els gemeenschap heeft."
Het rnime stedelijke gebouw bevat nu
eenige stads en andere comptoiren" en wordt
overigens door Neringdoende Lieden" be
woond zoowaar zitten er ook weer een
paar tappers, die evenwel nu geen zeil meer
hebben te spannen tegen den voornamen
gevel. Vanzelf zyn de huizen opgeslagen,
sommige niet minder dan 50 pCt. l De andere
comptoiren" zyn wel die van het
WithoedeniMiimiiiiimiiiiiiiiiHMiiiiiiiiiiiimi
excuses moet maken. Die meisjes zyn onbe
scheiden, ... nee maar.. l Maar Frits sprak
dat tegen:
Wel nee; niet in 't minst! U maakt
'er 'n grap van! Ik vind het werkelijk 'n ge
noegen commandant, haar van dienst te
kunnen z|jn, waar ik kan....
In werkelijkheid vermaakte de toestand
hem geweldig en vond hy het allergrappigst
met zjjn naam, zyn rang en zijn titel zoo'n
beetje voor bediende te spelen en zich Frits
te laten noemen door 'a paar kleine
piovinciaaltjes zonder 'n cent. Ea om alles maar
ineens te zeggen, niet alleen vermaakte het
hem, maar hy profiteerde er ook van. Dat
deed hy met alle gewengchte onbescheiden
heid en met het doel, z'n militaire dienst op
gemakkelijke manier door te komen.
H|j was de erbarmelijkste, ellendigste,
jammerlijkste soldaat, die het maar mogelijk
was tegen het lyf te loopen, een, die het
ABC van z'n vak niet alleen niet kende,
maar het ook niet wenschte te kennen en
als 'n kind van vier jaar altijd met zyn
karabijn in den weg zat. Hy scheen er 'n
eer in te vinden de beschaming van zy'n
peleton te wezen; trouwens zeer zelfvoldaan
en trotech op z'n verregaande onwetendheid,
nam hy op- of aanmerkingen met 'n zachte
ironie van grand-seigneur" aan.
Soms wond de brigadier van de week zich
op, in zyn gewetensnanw plichtsbesef ge
schokt, en dan werd er geredetwist op de
volgende wijze:
U schijnt wel besloten, meneer de
markies, n schijnt volkomen zeker en wel
volkomen bewust te ayn van uw neiging om
niets niemendal te willen doen?
Nee, meneer de brigadier ik wil
beslist niets uitvoeren.
Gelooft n dan, meneer de markies, dat
u geen soldaat is als 'n ander.
Neen, meneer de brigadier, Ik ben geen
?oldaat, ik ben juffrouw van gezelschap....
O! meneer de markies is geestig....
en Medemblikker en het Leidsehe Veen.
In 1807 móesten de Neringdoende Lieden'
plaats maken voor den Franschen
overheerscher. Koning Lodewyk Napoleon, die
in 1808 zyn residentie in de hoofdstad vestigde,
nam ook het Huis onder 't Zail in gebruik
en het is waarschynlyk van dit oogenblik
af dat de Militaire Commandant der stad
zijn qnaliteit aan den naam van het huis
heeft verbonden, welken naam het eveneens
nog verdiende in de eerste jaren der
reaeering van koning Willem I. Na 1869 tot 1891
was er de directie van den aanleg der Staats
spoorwegen gehuisvest. Ook had het in vorige
jaren dienst gedaan als bureau van
buitenlandsche paspoorten en gaf de gouverneur,
later de Commissaris des Konings in de
provincie Noord-Holland, er audiëntie. Ten
slotte brachten er de Amsterdammers hun
postpakketten.
Reeds eenmaal hing het Commandantshnis
het lot boven het hoofd, dat thans onaf
wendbaar ie. Het was in 1808, toen de Waag,
die den Franschen Koning het uitzicht heette
te benemen, tot afbreken gedoemd was. Ook
het afbreken van het Huis onder 't Zeil
werd toen in overweging gegeven, waarna
men decretum horribile het puin van
de beide gebouwen gebruiken zon om een
deel van het Damrak te dempen. AI zon
door die af Draak Koning Lodewyk het vry'e
uitzicht op de Vischmarkt met haar be
drijvige verkoopsters en bezoeksters gekregen
hebben, toch zou dit genoegen vergald ge
worden zyn door het gezicht op de leelyke
achterzijde der huizen van de Warmoesstraat,
die op deze koninklijke onderscheiding niet
verdacht hadden kunnen zyn, en zoo werd
het Commandantshuis, dank zy hetgeen bet
verborg en bedekte, voor een ontijdigen dood
bewaard.
Wél mocht dat gezicht op de onde Visch
markt interessant heeten, maar soo Koning
Lodewyk daarvan wilde genieten, had hy
zich persoonlijk onder 't gewoel moeten be
geven. Hy had dan ter zijde van het Huis
onder 't Zeil de vischbanken moeten be
klimmen of aan .den kant van den Vygendam
een der beide aardige Vischpoortjes over
buren van het nu nog wankelende Beurs
poortje moeten doorgaan om zich weldra
onder de koopende en biedende, woelende,
dringende, schreeuwende of kurende, aan
prijzende of grappen-verkoopende bevolking
te bevinden. Hy had er den indruk van
vplksniiverheid en volkswelvaart opgedaan,
dien Pieter van den Berghe, kunstenaar en
boekverkooper in den Groenen Berg" in
de Kalverstraat, ons liet zien op een ge
kleurde teekening van omstreeks 1700, of
dien Rowiandspn honderd jaar later opdeed
en ons in zyn cnriense prent uitvoerig
schetste, onder den titel Feygedam". De
naam Vijgendam was nog zoo onjuist niet,
als hy daarmee bedoelde het meest naar den
Dam gelegen gedeelte van het Da a rak, dat
tot in 't begin der zeventiende eeuw dfi&r
zoo - heette naar de party arghb" of be
dorven vygen, die gebruikt waren als dem
pingsmateriaal om de kade aan te plempen.
De Dam-Beurs, waarvoor in 1841 de eerste
paal werd ingeheid, was oorzaak dat de
Vischmarkt moest verdwijnen. Van de plek
die zy misschien meer dan vijf eeuwen, met
telkens grooter uitbreiding, had beslagen,
moest zy verhuizen naar het leelyke tochtige
gebouw op de Nienwmarkt, waar ly nooit
haar schilderachtige aantrekkelijkheid kan
herkrijgen, die ons van de oude af beeld i a gen
tegenstraalt.
Maar on se Dam wordt trouwens nu te
voornaam voor al die soort dingen, zelfs
voor de herinneiingen eraan. Met stille aan
dacht wachten de Amsterdammers de ver
rassingen en emoties af, die hun in de
volgende jaren op den Dam te wachten
staan, verrassingen te hooger gespannen
naarmate zy zich duidelijker herinneren de
ontwerpen die hun indertijd van den
toekomstigen Dam vertoond zyn.
Laten we wachten, en geló7en in den
goeden smaak en het ? wijze inzicht onzer
Vroede Vaderen.
CORN. J. GlMPEL.
Gouda, 12 Mei 1912.
Geachte Redactie,
Naar aanleiding van uw hoofdartikel van
5 Mei (Herdenking van Nederlands onafhan
kelijkheid) zon ik gaarne een woord van
protest tegen den inhoud ervan geplaatst zien.
Waar de schrijver ervan opkomt tegen het
oprichten van nieuwe Monumenten zullen
minimi i nu i IIIIIIIIIIMIII
Ala ik geestig was, meneer de l rijadier,
zou m'n eerste pogen zyn het u te doen
worden.
Meneer de markies, n gedraagt u als
een onopgevoed jongmenschl U zult van
avond nog in de cel slapen l
Meneer de brigadier, het spijt my dat
gy u vergist. Als ik onopgevoei was, zou ik
u door het venster geworpen hebben, om u
if te leeien het my onder het oog te komen
brengen. En wat dat slapen in de cel betreft,
dat is larie... I
En dat was het ook, want niemand had
hem durven straffen, daar allen wisten hoe
zeer hy in de gunst van den majoor stond,
en hoe vaak bij henzelf diners gaf, z
royaal dat ze zich er ziek aan konden eten.
III.
Das vroeg memmw op 'n avond Frits om
wat te zingen.
Maar Frits, tegen z'n gewoonte, was dien
avond melancoliek als herfstregen, en h|j
verontschuldigde zich tot verwondering van
allen, omdat hy' zich eenigszins ongesteld
voelde.
Ach Heere, zei mevrouw opstaande,
voel je je niet goed, Frits?
O, 't is niets, zei Frits. Ik heb 'n te
koud bad genomen en 'n soort influenza
opopgeloopen. Het is heelemaal niets ernstigs.
Maar het gaf 'n heele opschudding. In 'n
paar seconden drong er 'n'heele kring jonge
dames om 'm heen, hem met vragen en
zorg overladend. Men voelde hem de pols,
streek hem over het voorhoofd, en dwong
tiem zelfs de tong uit te steken.
Hy heeft koorts I
De arme jongen l
Wat 'n dwazen toch, die jongelui l
Je kunt zoo gauw ziek worden!
Frits, die 't erg vervelend vond, sprak
tegen:
Maar het is heusch uiets, ik verzeker
zeker velen met hem accoord gaan. Ons land
is nu eenmaal geen terrein voor standbeelden,
het klimaat deugt er niet voor en de omge
ving in onze steden ia er niet mee in harmonie.
Maar anders zullen velen waarschijnlijk den
ken aangaande het al of fliet bestaan van
ons recht in 1913 feest te vieren ter herden
king van de gebeurtenissen van 1813. Het
groote becwaar tegen dergelijke feestviering
zon zyn, dat in 1813 de burgerij zoo weinig
aandeel aan de vrijheidsbeweging heeft ge
nomen, dat deze hoofdzakelijk is uitgegaan
van enkele personen als G. K. van Hogendorp,
May e. a. Maar is het bij zulke gebeurtenissen
in de geschiedenis ooit anders toegegaan?
Wat zou er ook, om maar iets te noemen,
van onzen opstand tegen Spanje z|]n terecht
gekomen zonder het bezielend voorbeeld van
mannen als Willem van Oranje, burgemeester
v. d. Werff, Panlus BUTS en Oldenbarnevelt ?
De groota massa beeft zich steeds gaarne
laten leiden en willen we om deze reden
feestvieiing ever 1813 nalaten, dan kunnen
we voortaan alle historische feesten wel
verbannen.
En zon daartegenover de toestand in 1813
zooveel gunstiger zyn geweest, wanneer men
het vile canaille" meer aan het woord had
gelaten? Heeft Polen daaraan misschien
zooveel te danken? '
Neen, we eiechen het recht op feest te
vieren over het herstel van onze onafhan
kelijkheid, die ons lief is geworden echter
tevens ter herdenking van het bedachttaam
optreden van G. K. van Hogendorp en de
zijnen, die by hun streven naar de Vrijheid
hun eigen leven hebben gewaagd maar er
op bedacht zyn geweest de gevaren voor ons
volk steeds zoo gering mogelijk te doen zyn.
Dr. J. HUGKS.
Het schijnt ons eenigszins «ewaagd de
Nederlanders van den tachtigjarigen oorlog
met de tydgenooten van Gqsbert Karel in
eenen adem te noemen.
BBD.
Berichten.
GBIEZELIG- EINDWERK. Het ziekenhuis te
Philadelptua ontving onlangs de bibliotheek
van een overleden geneesheer ten geschenke.
Die boek verzameling be rat minstens zes boe
ken gebonden in menechenhuid. Eén er van,
getiteld Catalogue dei sciencei mtdicalet 1857
1873, is een groot kwart deel gebonden in
de huid van den rug van een man. Op de
eerste bladzijde van een ander boek, heeft
de erflater geschreven: gebonden in leer,
afkomstig van de huid van net been van
Maria L aan tering gestorven in het
ziekenhuis te Philadelphia." Die zelfde Maria
L.... heeft ook nog het leer geleverd voor
de banden van drie andere boeken. Het zesde
deel is een dno-decimo, gebonden in leer,
verkregen van de pols van iemand, in het
zelfde ziekenhuis overleden. ?
Er zyn no£meer boeken waarvan bekend
is dat de menschelyke lederhnid gediend heeft
voor de bekleeding. Een- "dei rijkste koop
lieden in Cincinnatie'heeft twee boeken,die
gebonden zyn in leer afkomstig van vrouwen.
Het eene boek Sentimentot^urnty door Steile,
is gebonden in de huid van eene negerin;
het andere, Tristam Shandy, ook van Sterne,
is gebonden in de huid van eene chineesche
vrouw. In Frankryk kent men een, viertal'
boeken, onder welke twee-bijbels, waarvan
de bekleeding eveneens afkomstig is van de
menschenhuid.
Mond ?an TüHscbrfflei.
De Hollandiche Revue, No. 4: Frontespièce:
William Stead t. Wereldgeschiedenis.
Ontwikkelingsleer en Erfelijkheid. Een
fotografisch praatje voor aan vangers.
Binnenhniskunat. De Gezondheidspolitie en
Reinigingsdienst in de natuur. Het eerste
Badinm Inhalatorinm in Nederland. Karak
terschets: John J. Loke.
Nieuw Vrouwenleven, No. 5: Moederliefde
Napoleon's vrouwelijke helden. Een oor
deel over Europeeecbe vrouwen. Uit de
aanteekeningen van Jonathan Swift. De
Nikko Tempels, enz. enz.
Belang en Recht, No. V: Da vrouwelijke leer
krachten en het voorstel tot wijziging der
verordening tot regeling van het O. L.
ondeiwys te Amsterdam. De stand van zaken
in de Nat. Ver. v. Vrouwenarbeid, enz.
De Inditche Kroniek, No.2: K., Een Uni
versiteit voor Indië? J. F. H. A. Later,
De bestnursreorganiaatie en de locale raden.
K., Het Indo-vraagstuk. C. D., Zwervers
liedjes.?Stahar, Bol andconhaBlavataky,enz.
u 't is niets. Wat kou gevat, dat is alles...
Morgen is 't over l
Nu ja, zei juffrouw Lonise, maar je
moet toch oppassen. Met warmte en kou
valt niet te spotten. Er is niets dat zóver
raderlijk il.
Zeker, voegde juffrouw Lucile er aan toe.
Vooral in dezen t|jd van 't jaar l kwam
juffrouw Jnliette, de blondste en de jongste,
bot besluit.
Frits, zei mevrouw met groote ernst,
ie moet naar huis en naar bed, m'n jongen.
En de jonge dames herhaalden gezamenty'k:
Mama heeft gelijk, F/its, je moet naar
bed. Kom vooruit, luister nu eens naar ons
en wees es eens in je leven verstandig. H|j
ziet er werkelijk slecht uit... l
-Werkelyk, zei Frits... ik ben ontdaan...
zoo veel deelneming... l
Hy begon werkelijk ernstig ongerust te
worden, en zich gemeend ziek te gevoelen. En
'n oogenblik aarzelde hy, slingerend tusschen
z'n kleinzeerigheid en z'n vrees om vroeg
naar bed te moeten. Toen, met wat moeite,
stond hy op,
Eenalgemeene instemming liet zich hooren.
Ne jm m'n arm mtar" zei juffrouw Lueile.
Hij nam de arm, die z|j hem aanbood en
stak de salon over, de dames groetend en
de heeren de hand gevend, rechts en links
,wel te rusten" wenschend met bleeke
glimachjes van 'n vergevorderden longlyder.
Toen hy by mevrouw kwam, hield hy haar
i'n voorhoofd roor:
Wel te rusten, mama.
Evenwel had Lucile hem meegenomen ten
leste en nu namen ze als vrienden met 'n
lan druk afscheid in het schemerlicht van
de vestibule, die door 'n lamp bov.n aan
de zoldering beschenen werd.
Zjj deed de deur open:
Nu bonsoir; tracht gauw in te slapen...!
Maar toen riep ze opeens:
Nee, wat 'n weer I En je hebt geen
as aan I
Moletchott, No. 45: Bijgeloof en misbruik op
Medisch en Hygiënisch gebied. Bestrijding
der muizen en rattpnplaag, en».
De Levende Natuur, afl. I: E. Heiman?,
BeltHeiden. D. J. v. d. Ve», Beschermde mooie
wilde planten. A. W. Kloos Jr?Mijn
tnintje. .?Sj.'Geerta-Bonner, Een
lentemorgen. A. B. Wigman, Kieritseieren
zoeken.
Mienie Mimi .
LxorOLOO BIZIO GBADENIGO, Ferti di
Virginia e Roialia Lovtling. Traditto dal
Neerlandese, 90 pag. Venezia, Ist. veneto di arti
grafische.
FRANS ERKNS, Gangen en Wegen, 297 pag.
Prijs ing. ?1.90. Bnsaum, Paul Brand.
ANDKKJ STBÜO, De getchiedenii eener bom.
Uit het Poolach, door CECILE DE Joxct VAK
BEEK EN DONK, 273 pag. No. 167?168 van
de Wereldbibliotheek. Amsterdam, Mij, r.
Goede en Goedk. Lectuur.
HEIHRICB VON KLEIST, Kale van Heilbronn.
Bomantisch Bidderspel, in 5 bedrijven. Ver
taald door jhr. dr. N. VAN SUCHTILÏH, No. 169 ,
van de Wereldbibliotheek. Amsterdam, M|j.
voor Goede en Goedkoope Lectuur.
MAXIM GOBKI, De Politie-Spion. Roman uit
Bnsland. Vertaald de J. P. WEBSBLINK-VAN
KOSSÜM, 391 pag., 75 ets. geoartonneerd, 85
et. geb. Amsterdam, Menlenhoff & Co .
40 cents per regel.
BOUWT TE NUNSPEET.
Inlichtingen bij het bouwbureau DE
VELUWE". aldaar.
DELAI1NAY BELLEVIliE
AUTOMOBIELEN.
Hoofd-Agent voor Nederland:
J. LEONARD LANG,
114 Stadhouderskade,
AMSTERDAM.
GRANDS VINS DE CHAMPAGNE
Perrier-Jouet
Epernay.
Concessionnaires,
Sauter & Polis, Maastricht.
j. LE MINJE,
Amsterdam.
OUDE GENEVEE
merk Nectar".
?1.38 per D literflesch.
WIJNEN, COGNAC etc.
T TTf-r ATNTO Een van de moolst
gelegen plaatsen van
Zwitserland. Zeer
vele wandelw. en uitstapjes. Zacht, gematigd
klimaat. Temper, in den winter gemidd. 2,0°C.
Geen mist. Heerl. verblijfplaats voor de lente en
den zomer. 70 hotels en pensions met meer dan
4500 bedden. Op verl. gr. geill. Gids No. 19,
door het Off. Verkehrsbnr. in Lngano of door
het Int.Verk.bur.Raadh.str.l b/h Singel, Amst.
AMSTERDAM,
IS EEN POPULAIR RIJWIEL
VOOR WEINIG GELD S
MSTERDAM, . nrniin nin
HOBBEMASTR '2 B A. BERVELING.
fiüDflNTlt KOM STUK DATKRIMPT
UHK«J1 ME vtfflRpT lERUQöf NOMEI1
FftBRWMTtrt vALTÖfl ZONEN «MSTERDAM
Verkrijgbaar te Amsterdam bij:
AU BON MARCHE
J. G. HERBERMAN, Damrak.
JACOBSON & MANU8, Kalverstraat
H. MEYEB, hofl., Eoningsplein.
ADB. SCHAKEL, hofl., Heiligenweg.
SCHADE & OLDENKOTT, NieuwendiJk.
N E D. INDIE:
Heeren Kleeding Mag. M. DE KONING,
Batavia.
Winkel-MüEIGEN HULP", Batavia.
W. SAVELKOUL, Soerabaja.
Verdere adressen verstrekken wij gaarne.
TUINSTAD a/h 570 M. b/d Z.
THÜNERMEER. Oemrum voor
prachtige uitstapjes.
Uitstekend ingerichte Hotels met 1500 bedden. KURHAUS. Geïll. Protpectus.
Verkehrsbnrean Thnn en Intern. Verkeersbnrean Amsterdam, Baadhuisstraat 16, bij het Singel.
Voor hartziekten, jicht, rheumatiek, zenuwen, ruggemergziekten,
scophulose, vrouwenziekten, bessoekt men, het door de geneeskrachtige werking zijner baden
beroemde i
Bad-Nauheiin.
1911 34793 bezoekers, 474719 baden. Seizoen van 16 April tot 15
October. Drinkbron-, badzoui- en moederloogverzending. Prosp. gr. door de
Knrverwaltnng Bad Nauheim en het Intern. Verkeersbnr., Raadhnisstr. 16 bU het Singel, Amsterdam.
LUZERN HOTEL EÜROPE
Iste KLAS
FAM. HOTEL
????????????????????????????? Schoonste ligging met prachtige Tuin aan
het Meer. Kamers met Bad en Toilet. Pension vanaf g franc.
Bi) voorkeur door Hollanders bezocht.
Prosp. bij den eigenaar B. MATZIG en Intern. Verkeersbnr., Amst., Raadhuisstr. 16.
IIHIMIMIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMHIIIim IIIIIIIIIIIHMIIIIMIMIIIIIIIMIIMIIIII
De sneeuw viel dik, haastig en zwijgend,
dekte met 'n witte laag gelijkelijk de
straat en de stoepen dicht, kussentjes op de
kozijnen vormend. De lantaarn aan de deur
van het kommandantehuis, leek wel 'n
katoenen muts op te hebben. *
Non, zai Fr ts, dat is wat moois!"
Lucile, die wanhopend was, hernam:
Werkelijk, nee, dat gaat niet. Je kunt
niet, zoo liek als je bent, zonde»jas door
dat weer gaan. En toch moet je naar huis,
en gauw naar bed I Wat moeten we nu doen ?
Hoe is 't in hemelsnaam mogelijk I
En ze keek rond om hulp, 'n uitkomst
te vind n, iets heilaanbrengends te ontdekken.
Wat wilt n? zei Frits, er is niet veel
aan te doen l En eigent ly k is het maar tien
minuten!
Maar zy hield hem tegen.
O nee....
Maar ik Kan toch niet...!
Ik z g, dat het niet gaat....
Toen, op eens:
Hemeltje, wat ben ik dom! Hier Frits
trek dat aan, m'n jongen l Gauw. gauw,
smeer 'm. Als pa komt, is-t-ie woedend... l
En snel, dol lachend schoof ze Frits de
kapotjas van den majoor over de schouders,
die ze van de kapstok had ge* omen. Frits,
paf, tolde tasschen haar bedrijvige handen
rond, hief da armen op, draaide zich om,
;erwyl het officierskruis van links naar rechts
geworpen tegen de koperen knoopen
klikklakte.
Ziezo o, klaart zei juffrouw Lucile jfi
t>ent schoon als 'n zonnebloem, Frita l
Bonsoir m'n jongen, slaap wel....
En ze duwde hem sacht naar buiten,
IV.
Den volgenden morgen sprak de majoor Fr] ts
op de binnenplaats van de kazerne aan:
Meneer, zei hy streng, gisteren na o.w
vertrek, wilde ik 'n dame naar huis breng* 10,
en wyl het sneeuwde, gevoelde ik lust m'n
kapotjas aan te trekken....
Zoo, zei Frits gewoonweg.
Jawel, hernam de kommandant, ik
wilde m'n jas aandoen en... ik constateerde,
dat die er niet meer was.... Dus... weet
u, waar die gebleven was... ?
Zeker, zei Frits zonder de minste ver
warring, juffrouw Lucile had 'm my omgedaan.
De kommandant zweeg 'n minuut lang.
Meneer, zei hy ten slotte, n heeft mij
doen inzien, dat ik te goed voor u ben ge
weest. Dat ik me als 'n vader tegenover u
gedraaf, daar maakt n gebruik van om n,
meneer, als 'n jongen te gedragen. Ie heb
tot dusver uwe dwaasheden en streken ver
dragen, maar vandaag gaat het alle perken
te buiten, n behandelt my' als 'n vriendje;
dat gaat wat ver, en omdat u mij er toe
dwingt, zal ik voor de eerste keer mijne
tanden moeten laten zien. Wat meneer!,
n is niet bang om in de stad, waar n in
garnizoen is, rond te loopen met mijn
strepen en mijn kruis en u onderweg door
al uwe onderofficieren te laten groeten I Dat
is sterk en ik weet niet wat my weerhoudt
die onkieschheid te straffen met wat haar
toekomt. Maar pas op, ik waarschuw n, ik
heb te veel van n door de vingers gezien
en van daag is de maat vol...!
En hij ging weg, bevende en opgewonden
achter zich zyn rieten rijzweep driftig be
wegende. Maar ver was hij nog niet, toen
by' plotseling omkeerde, en tot Frits
terugkeerend zei hij:
Ach, dat is waar.... Wees zoo goed
even bij my thuis aan te loopen, myn vrouw
heeft naar u gevraagd...."