De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 26 mei pagina 5

26 mei 1912 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Na 1822 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Ida Rubinstein als Héne de Sparte" in het treurspel van denselfden naam van Emile ferbaeren. [iiMiinniinnliiiniiiiiinnniMinnninnniinniiiiinniinnnnii De Iitenatiooale Lycenmcliil), Da Internationale Lycenmclnb dankt haar ontstaan aan een Engelech initiatief, wat wal niemand zal verwonderen. Iedereen toe i weet, dat net clubleven in Engeland veel meer Ingeworteld is, dan in eenig ander land. Londen is dan ook heel wat clnbs van allerlei aard rijk en bezit verscheiden damesclubs, ieder een verschillend doel beoogend. Miss Cons'ance Smedley opperde het denk beeld tot vorming van een oii gebreide inter nationale vereeniging voor vrouwen en wel voor die vronwen, welke zich bemoeien met kaast en wetenschappen. Zjj wilde probeeren, den vrouwen, die dit doel voor oogen hebben, vat te vereffenen. Miss Gonstance Smedley, zelf schrijfster, slaagde er in, de belangstelling op te wekken vór deze nieuwe instelling. Zy vond mach tigen steun. De eerste Lycenmclnb werd aldus in Londen opgericht in 1903. In Juni 1904 betrok «üeen prachtig huis in bet meest aristocratische deel van Londen, 128 Piccadilly, juist tegenover het mooie Greenpark, waarop men een heerlijk uitzicht heeft. Het leden aantal steeg vlug en op het oogenblik overschrijdt dit de tweednixend. Niettegenstaande den tegenzin der'Fransche vrouw in vronwenolnbs, volgde Parus weldra het voorbeeld ? van Londen. Dank zij den ijver van Miss Halland, de trouwe vriendin en bezielde samen werkster van miss Smedley, werd de Franscbe club geopend in het artis tieke en smaakvolle gebouw in de Bne de la Bienfaisance. Weldra bleek dit lokaal te klein, om alle Clnbwomen" te herbergen en ver huisde men naar de Bne de Pen t hier e 8. Dit clubgebouw, centraal gelegen, ia rijk en weelderig ingericht. Aan het hoofd staat de gravin d'Uzès, een vrouw, die zich geheel aan de club wijdt. Als lid der kunstafdeeling neemt zij deel aan de regeling der tentoonstellingen voor beeld houwwerken, houdt voordrachten enz. De iiininiininiilini UIT DB NA(PUU%. : CDLXXVIII. Antiquiteiten van de Heerlerheide. Het veiligst als woonplaats, het voordeeligst voor het onderhoud van den primitieven, nog geheel onbeechntten mensen zal wel de vlakte geweest zijn, en in de eerste plaats de golvende vlakte, met hier en daar een bosch tot bescherming bij zonnehitte; en een henvel als een toevlucht bij hoog water, een grot tegen de nachtkonde, en een rotsblok dat boven het gras uitsteekt, als uitkijk. Niet te dicht by de hooge bergen, niet in de nabijheid van de gevaarlijke zee en op een eerbiedigen afstand van de groote onbetrouw bare rivieren moet de oermensen in onze streken bij misschien een weinig zachter klimaat geleefd hebben. In snlke terreinen zifn dan ook de duidelijkste sporen van zijn verblijf gevonden. Ook de Heerlerheide moet een begeerlijke woonplaats voor de diluviale menschen ge weest zijn. Het zon dan ook zeker niemand, die wat aan praehistorie gedaan heeft, bnitenBelgische prinses Henriette van Vlaanderen, hertogin van Veudome is lid van het Lycenm te Parus en tevens voorzitter der Vreemdelingenafdeeling. De Parijecbe club brengt op haar gebied veel tot stand. Zjj ondersteunt Franecbe en vreemde schrijfsters, zorgt er voor, dat deze bekend en hun werken gewaardeerd worden in kringen, die daar vroeger niet aan dachtev. Het gebouw der Lrceumclnb in de Bue de Penth ere beeft o. a. verschillende logeer kamers, welke voortdurend bezet zijn door leden ait andere landen. Alleenreicende dames gevoelen er zich veel meer op baar gemak, dan in eenig hotel der drukke wereldstad. Zy zjjn er als tehuis, ontmoeten er kennissen en vakgenooten, kunnen deelnemen aan alle feesten der club. De tea-room" is smaakvol ingericht en verheugt zich in een dtnk bezoek. De Lycenmclnb te Brussel bestaat slechts twee jaar. Het eerste jaar hield sy haar samenkomsten in het prachtige kunstpaleis in de Bne des Palais. Op het oogenblik heeft z\j een mooie verdieping betrokken aan de Avenue lonisr. Het tweede jaar sloot met het dubbele aantal leden van het eerste. Haar doel ia steun te verleenen aan die vrouwen, welke zich willen wijden aan kunst 'of wetenschap of belangstelling koesteren voor liefdadigaeid en maatichappeljjke instellingen, en hun tevens een aangename plaats van samenkomst aan te bieden. Door middel van het Lyceum te Brussel kunnen de leden in aanraking komen met de znsterclubs in andere landen. De club organiseert tentoonstellingen, brengt vertaalsters in aanraking met uitgevers. Op de concerten worden de voortbrengselen van vrouwelijke componisten ten gehoore gebracht. Haar vakkundige samenkomsten hebben tot doel, de verschillende takken der vrouwelijke knnstvaardigheid en bedrijvigheid tot een hooger peil op te voeren. In n woord, het Belgische Lyceum streeft er naar, een soort arbeidsbeurs te worden voor de intellectueele en artistieke vrouw. Het is geen liefdadigheidsinstelling, wel een plaats voor solidaire samenwerking. Mejuffrouw Marie Popelin, meester in de rechten, is de presidente en oprichtster der Brnsselsche club. Zy wordt ter iyde gestaan door twee secretarissen: Mej. Lore Sanson en mevrouw Mathot. In de club te Brussel vinden wekelijks voordrachten plaatsot wel muziek uitvoeringen. Men hoort er zoowel leden als niet-leden der club, zelfs kunstenaars en musici van de andere sekse. Niettegenstaande heeren niet als leden worden, toegelaten, noodigt de club ben dikwijls uit, de bijeenkomsten by te wonen, terwijl hun steun op hoogen prijs gesteld wordt. In den loop van den winter van 1910 heeft het Lyceum te Brussel een groot concert gegeven. Het programma was uitsluitend samengesteld uit voortbrengselen van jonge, Belgische vronwen-componisten. Dit concert bad een buitengewoon groot succes, telde een talrijk publiek, uit alle oorden van België toegestroomd. Gedurende de maanden December en Janu ari 1911?1918 hield de club een tentoon stelling; verscheiden bekende Belgische en vreemde (o.a. Hollandsche) kunstenaressen namen daaraan deel en werden sedert dien lid der club. ' De tentoonstelling had succes in ieder opzicht. By alle Lyceumclubs treedt bet internationale principe op den voorgrond. De onderling aangesloten clubs onderhonden vele en aan gename vriendschapbanden. Ieder lid, deel uitmakend van een Lycenmclnb in welk land ook, wordt op vertoon van haar bewijs van lidmaatschap in iedere aangesloten club in een ander land binnengelaten. Londen, Parijs, Florence, Bome, New- York, Brussel enz, nemen steeds deel aan de feestelijkheden en bijeen komsten der verschillende Lycenmclnbs. Zoo er gelegenheid bestaat, kan men aijn maal tijden nemen in de clublokalen en er logeeren, maar na drie maanden verblijf in die stad, lUllllllllllltllllllllllllllllllllllllllllltlllll woon verwonderen, als daar in de buurt by het diep graven naar mineralen nog eens de resten van een oud menechen-ras werden gevonden, evenals dat in het buitenland is gebeurd. De kans hierop is inderdaad niet zoo heel klein, want er bevindt zich daar iets inden bodem, dat tot de eerste benoodigdheden behoorde, die de oermenechen in den strijd tegen elkaar en de dieren hadden leeren ge bruiken, het oudste wapen en gebruiksvoor werp van den mensen: de scherpe vuursteen. Ik weet niet zeker meer of ik het te voren ergens galezen of gehoord had, en daardoor mijn aandacht er op was gevestigd, of dat het terrein de gedachte aan praehistorische vondsten suggereerde; maar al dadelijk bij het eerste bezoek aan de Heerlerheide keek ik uit naar gebruikte of bewerkte vnnr steenen. Den eersten dag lag de grond be sneeuwd, was bet ook te nat en te kond om langzaam en speurend te wandelen, maar den tweeden keer dat ik er kwam, vond ik er een vnnrsteen die zonder twijfel, voor mij althans, de sporen draagt van een door oermenschen gebruikten steen te zjjn; ook moet men aanvragen, aldaar lid te worden en contributie betalen. Den in Londen geboren en op bovengeschetste wijze groeiende instelling heeft ge toond, ook in andere landen dan Engeland reden van bestaan en kans tot slagen te hebben. Die kans bestaat voor alle beschaafde landen|waar de vrouw haar licht laat afstralen, hetzij 4oor baar belangstelling voor kunst en wetenschap, hetzij door haar maatschap lijken of anderen arbeid. Mr. MABIB POPELIS, Pretidtnte-oprichltter Lyctumclub te Brutgel, Hoe mei maait flat baby nMnitta enalt. Iedere moeder kent de nerveus makende tijd, dat de kleine baby gaat staan in't wiegje, sich angstwekkend ver over den rand buigt en slechts door era snel-grijpende, reddende hand voor een wisse duikelii) g behoed wordt. En ook dat het kleine ding niet slapen wil, telkens overend komt in haar bedje, om te genieten van de pas verworven kennis van op haar beentjes te staan wiebelen. Baby vertoont een verbluffende handigheid om zich uit de styf ingestopte of zelfs vastge spelde dekens los te werken, en een band of een riem waarmee men het kind tracht vast te binden snijdt diepe striemen in het teere vleesch en maakt het middel erger dan de kwaal. De eer, het hieronder beschreven kleedingstnk te hebben uitgevonden, komt toe aan de directrice van bet Utrechtech stedelijk ziekenhuis, en het lijkt müzeer nuttig er hier een beschrijving van te geven, reeds menige moeder werd er mee geholpen. 't Bestaat' uit een cirta 15 centimeter hooge reep van stevige en toch zachte stof, die zco wordt gemaakt, dat hijoverdenacbtkleertjes van het kind heen, van achteren met knoopen en knoopsgaten sluit. Hieraan worden een paar 2X centimeter breede dubbele stofreepjes bevestigd, die over de schondertjes vallen en maken dat het lijfje niet draaien of af zak ken kan. Nu bevestigd men aan beide kanten onder de armen, cirka 5 centimeter vanden onderrand een stevige band, aan den eenen kant l meter, aan den anderen kant 1% meter lang. 't Beste is hiervoor een wit, niet te stug tailleband. Maak nu aan weerskanten van bedje of wieg een flinke lus, ongeveer op de hoogte van baby's elleboog. Gij kunt die lussen het best aan den zijkant van het bed, desnoods aan de matras vast maken, doch zoo, dat zjj er een eindje bover uit steken. Wanneer 't kindje nu met het lijfje aan in bed ligt, moet elk der banden door een lus gestoken worden. Haal dan de langste band ouder 't kind door en maak een stevige strik, die op zij valt, zoodat baby er niet op ligt. Zij kan nu armpjes en beentjes vry bewegen, heeft niet hét gevoel vastge snoerd te zijn en kan toch niet opstaan. Wellicht volgt de eerste dagen van' haar zijde eenig protest, maar ze zal er heel spoedig aan wennen en het lijfje, evenals gij, als on ontbeerlijk onderdeel van haar nachttoilet gaan beschouwen. In bet Ziekenhuis worden de lijfjes geheel gebreid, wat voor zieke of heel dikke kin deren wel aanbevelenswaardig ie. Van wat mooier stof en met strikken in plaats van schonderbandjes, kan men het lijfje uitstekend gebrnicen om een kind in de tafelstoel vast te binden, het maakt dan den indrnk van een schortje. J. v. A. K. iiiiiiiuiiiiiiiiiiiiuiuiiiiiiiiuiiiimltiiiiimmmiuitiiimiummiimittm andere deelnemers van de vacantie-cnrsns hebben vunrsteenen gevonden die sterk aan ?olithen doen denken. Vór mij liggen op 't oogenblik drie stukjes die ik zelf meebracht, een er van is ongetwijfeld bewerkt, het is zoo behouwen dat het best als spies punt dienst kan hebben gedaan; bet behoort tot de palaeolithische artefacta. Een ander is een beenschraper geweest of iets dergelijks primitiefs en is stellig veel ouder. Zeker is het dat de Heerlerheide evengoed als in geoloahchen, ook in praehistorischen zin een natuurmonument mag genoemd wor den, eerder nog een document. Nu men er dezer dagen voor den mijnbouw aan het graven is gegaan, komen er al dadelijk de bewysen uit den grond, dat de streek al bewoond is geweest in de oudste tijden waarvan onze vaderlandsche geschiedenis iets te vertellen heeft. Scherven en grootere fragmenten zijn er gevonden van Voor-Bomeinscn, ook van Bomeinsch aardewerk. De eerste ontdek ker was een onderwijzer; die bemerkte dat de gravers in de Heerlerheide in het schaftuur bezig waren voor tijdverdrijf met keien te gooien naar een gebroken vaa-je dat zij op een paal hadden gezet. H\j kreeg het voor een goed woo. d en een paar siga ren los, en informeerde naar de her komst; een werkman had het bijna gaaf opgedolven op drie d vier meter diepte; daar was blijkbaar een oude graf kuil of een begraafknil voor afval geweest, want er werden nog meer potjes en scherven gevonden. De meester schafte er zich voor weinig geld een aardige verzameling van aan, en daar hjj de waarde er van best kende, waren hij en zyn vrouw er zeer mee in hun nopjes en zjj konden hun buitenkansje niet verzwijgen. Maar de regeering kwam er achter; de zaakjes waren uit staategrond opgedolven en meester moest onlangs alles afstaan, tot het laatste scherf j e toe. Anderen, die ook van de vondsten hadden gehoord en niet zoo mee deelsaam zijn geweest, zullen nog wel iets gesecnreerd hebben; ik heb ten minste ergens in Heerlen een bijzon der mooi nrntje gezien, heel handig uit de schei fj es weer aaneengeiymd; het was pas gevonden; de werklui weten er nu alles van en zullen er stellig geen werp-sport meer van maken, als zij oud-aardewerk vinden. Het is niet onmogelijk dat, even als in oeroude tijden de vunrsteenen, in latere eeuwen de bruinkool het lokmiddel is geweest dat steeds men schen naar deze streek trok. Het is Woutynlwht. Een Dnitsch hygiënist, die sedert gernimen tijd in Caïro woont ia na een langdurig onderzoek tot de conclusie gekomen, dat de lucht der woestijn in zuiverheid en bacteriënvrijheid die der hoogste bergdalen overtreft. Weznllendtts wellicht binnenkort in de Sahara en Lybische woestijn sanatoria lien verrijzen voor natnnrgeneesknnde. Zelfs Dr. Starcke en Professor Hector Trenb stillen daar niets aan kunnen doen. Er zullen natuurlijk directe verbindingen per vliegmachine komen met Londen en Newyork. Rijwelhoed. In Engeland klaagt men er over, dat de tegenwoordige hoedenmode zoo weinig ge schiktheid heeft, om op het voertuig by uitnemendheid van dezen tijd, de fiets, goede diensten te bewijzen. Zao min de sierlijke breedgerande hoed, die uit Frankrijk kwam, als de hooge modellen, die Dnitsctiland im porteerde, zijn geschikt om op het rijwiel gedragen te worden. De breede randen beschutten het gelaat voor de zon, maar vangen te veel wind, en de hooge bollen vangen ook veel wind, maar zijn bovendien in het minst geen beschutting voor de zon. Het best voldoen nog de zoo genaamde antocaps, de nauw em het hoofd sluitende hoeden in den vorm van kapers, maar men vindt het een beswaar, dat dese jraciense hoedjes iemand vaak doen schenen, wat ze niet ie, want er behoort feitelijk een auto bjj. Voor Ie cheval de la democratie", gelijk een geestig Franschman de bicycle genoemd heeft, moet dus een speciaal hoedje worden uitgedacht, dat gratie en praktische bruik baarheid vereenigt. De kunstenaressen der mode hebben hier een dankbaar veld voor bespiegelingen, en de gelegenheid om een gewichtige uitvinding te doen, en de vrouwen van de geheele wereld aan zich te verplichten. Maar gracieus en elegant moet het zjjr.... Geen pet, geen baret, geen sluier, geen muts. Wat (fan wel?... Het zal dezer dagen wel blijken; hoe zwaarder de strij d, des te Echooner de overwinning. Zigeunerkvm. In Eogelsche sportkringen maakt men thans weer veel propaganda voor het zoogenaamde Cycle-camping", een sport, die hier in Neder land nog maar weinig bekend ie. Een gezel schap van jonge mannen en vrouwen zoekt in een of andere mooie, landelijke omgeving een by uitstek fraai plekje uit, waar een aantal tenten worden opgeslagen, en waar men in een kostelijk sans gêne van de mooie natuur kan genieten, zich door het somer zonnetje verbranden laat, en een romantisch nomadenleven leidt, 's Avonds zit aaen in schilderachtige groepen om de kampvuren, men kookt ijn eigen potje, en zingt met de vrijbuiters uit Schillers Raober: Ein freies Leben f miren wir, Ein Leben voller Wonne. By de keuze van het terrein wordt er voor gezorgd, dat de omgeving bij uitstek geschikt is voor het maken van rijwieltochtjes, want dit bovenal is het doel. In E&geland is dese zomersport reeds zoo algemeen, dat men de plekjes, waar gecampeerd zal worden van de eigenaars moet huren, en in sommige streken, die voor het vermaak bixonder geschikt zijn, beginnen deze tbans reeds eigenwijie prijzen te vor deren. Vroeger was men tevreden met eenige shillings, nu worden het al penden. Maar in ons land is men zoe ver nog niet, en het zal dood gemakkelijk zijn om een terrein te vindea voor znlk een gezellig nomadenleven, dat gaen d ai t kost, en schatten aan gezond heid en genoegen oplevert. Mooi weer hoort lllllltlltlllllllllllUUIIIIItltlllllllltlllllllllllllllltllllltltllllllllllllllllllllllt ook wel zeker dat lang voor den tijd toen er geschiedenis werd geschreven, in deze streken al steenkool weid gegraven. In de buurt van Kerkrade lag de zwarte brand stof zoo dicht by de oppervlakte dat dit goedje wel de aandacht moest trekken. Zeker is het, dat steenkool als zoodanig al een paar duizend jaar geleden bekend was. Mogelijk is op dit merkwaardig s ubje van ons land al in den tijd van Batavieren en Romei nen naar het zwarte goud gedolven. De annalen van het klooster van Boldvc (Klooaterrade) spreken van een geregelde ontginning eerst sedert 1306; maar in den van Karel den Groote moet er al gegraven zijn, en om het bezit van de terreinen met aardkool gevochten ook. Curieus is het ook, te weten, dat de Kerkrader schachten en gangen hoever ze zich ook onder den grond strekken, tot Nederlandsch grondgebied ver klaard zijn; en daar de gangen onder de Ooster-grens van ons land doorgaan, ligt er een stukje Nederland onder Dnitschland; derhalve is ons land onder den grond grooter dan er boven. Waar ge ook den voet zet in dat merk waardig Zoid-oostelijk deel van ons land, overal is het interessant. Zonder een des kundigen gids als aanwijzer, ziet de niet geologisch geschoolde wandelaar er evenwel niet veel van; hu voelt wel dat het land schap hier iets bijzonders te vertellen heeft, en hij bemerkt dat ook wel aan de pnderaardsche industrie en van tijd tot tijd aan een stukje verkiezeld hout of een kuit steentje, dat bij tusEchen het grint vindt; maar de taal der aarde is hier al zeer moeilijk te verstaan, want de zand- en grint-lagen uit de jongere tijdperken der aardgescniedenis verbergen bijna overal de oudere gronden. Door de talrijke diepe grondboringen echter, die in het belang van de mijnindnstrie in deze streek verricht werden, kennen de in genieurs en de geologen den ondergrond even goed als de oppervlakkige lagen. Voor wie daar een oogenblik niet aan denkt, klinkt het als een mystificatie, wanneer uw deskundige geleider even stil staat, rondkijkt, dan met zijn wandelstok een streep trekt over den grond, waar niets bij tenders zicht baar is, en tot n zegt: Hier is de aarde respleten en dit stuk, links van deze streep .s ruim honderd meter de diepte in gezakt; het rechter gedeelte is blijven staan of nog wat gestegen." En als ge ongeloovig kijkt, iaat h|j voort: U kunt er zeker van zijn, insschen deze twee struiken door en daar verder rechts van die vier dennen, nog verder vlak langs net torentje van HeerlerheUe gaat de groote aardbrenk; het is een van de vele verschuivingen die de oorzaak zijn, dat we hier er natinrljjk b{j, maar het laat zich wel aan zien, dat we daarvan desen zomer volop. sullen hebben. * * * De erfgenaam. Te New-York stierf dezer dagen mrs. Pearson Walker, een alleen wonende dame, die in de laatste jaren veel genoegen had van een aar dig klein aapje, dat een neef van haar uit Braiilie had meegebracht. Het was een grappig, vrooiyk diertje, dat door z\jn dolle bokkesprongen aan de goede vrouw menig oogenblik van verpozing en vermaak had geschonken, en een zonnetje werd in haar eenzaam huis. Het kan ons nauwelijks verwonderen, dat ze bq haar sterven aan 't kleine zwarte kereltje dacht, en hem een levenslang pensioen van tweehonderd gulden 's j aars vermaakte, waarvoor hij bij een nicht der erflaatater in den kost zal komen. Vindingrijk. Bij een huwelijk in een klein Oostenryksch dorp kwam de binigom in de kerk..?zonder ring, en daar het wisselen van de ringen een onmisbare ceremonie is by de kerkelijke tronwplechtigheid, was dit een verzuim van den toekomstigen echtgenoot, dat het brnidje deed schreien van verdriet. Maar.... de ring lag thuis in 't hoekje van een oude waacb.tafel, een half uur rijdens van de kerk, en goede raad was duur.... Een der getuigen echter was vindingrijk. Zou er hier niet ner gens een ring te vinden zijn, dacht hij... Van ter zijde glanrde hu naar de handen van den ongelnkkigen bruigom, «n meesmnilde: Zoo heel klein behoeft ie niet te zijn." Toen kreeg hij plotseling een reddenden inval.... hu ging naar de deur der consistorie-kamer en wipte handig de koperen ring ait het t lot. Toen pakte hij den aanstaanden echtgenoot bij n oor en zei: Hier, ezel, pas eens l" en meteen schoof hij hem den koperen ring aan den vinger. Het ding paste aan het fijne handje of 'ter voor gemaakt was. En zoo werd de situatie gered, en het huwelijk kon doorgaan. *?* Een lot uit de loterij. Te Smolensko bestaat nog de zonderlinge, maar zeer oude gewoonte, om het mooiste meisje uit de arme bevolking der stad te verloten. Deze hnwelijksloterüstaat onder controle van 't gemeentebestuur, en er worden 5000 loten voor uitgegeven, die n roebel per stuk kosten. De totale opbrengst dezer loten wordt de bruidschat van het meieje, dat nu gedurende 10 dagen thuis blijft en bezoeken afwacht van de mannen, die een kans in de hnwelijksloteri] willen wagen. Op een mooien lentedag heeft dan einde lijk de trekking plaats, die over het lot der schoone beslist. Neemt ze geen genoegen met den bruigom, die haar toegewezen woidt, dan kan ze het huwelijk afkoopen, door hem de helft af te staan der loterijsom, en ze is dan, net behoud van de andere helft, vrij om te kiezen wie ze wil. Doorgaans echter aanvaardt ze zonder morren haar lotje uit de loterij", en men «egt dat het meerendeel der lotery-brnidjes daar geen spijt van heeft gehad. * * Criterium. Een Deensch volksgeloof zegt, dat men 't best kan weten, of een lief meisje een goed vrouw zal zijn, door er op te letten hoe haar broeders over haar denken. Wanneer dete vol lof over haar zijn, en veel van haar houden, behoeft de echtgenoot niet te vree zen, dat hij bedrogen uit zal komen. Houdt n dit voor gezegd zusters, en koes ter uw broertjes. Op deze wijze zullen ze u de toewijding dubbel en dwars vergelden. ALLEGBA. imiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiimiiiiiiiimiiiimmiiimiiiiiiitimiimimiiii nog een mijn krijgen, waaruit straks steen kool van 300 M. diepte wordt omhoog ge haald ; maar daar in de vlakte voor n, die u over die zandkuil heen zien kunt, is de aarde nog dieper weggezakt; daar ligt dezelfde kolealaag bijna tweeduizend meter diep, dus onbereikbaar. Van deze aardverschuiving ziet u aan de oppervlakte hier niets, het rivierzand heeft alles opgevuld, maar een eindje zuidelijker, over de grens, kunt n de breuk als een steile zandniunr, als een zandige wand volgen, dat is de beroemde Sandgewand van de mijnwerkers en de geologen, die aren ver van Z. O. naar N. W. voort loopt en die in deze streken bepaalt, tot boever mijnindnstrie mogelijk is. Een maand geleden," zegt mijn geleider, is daar rechts van ons bij het graven van aen watetleiding voor de mijn de Hendrik de Sandgewand bloot gekomen; jammer dat ze ons verzoek niet hebben ingewilligd en ze de plek weer volgegooid hebben, om de glooiing effen ;e maken. Maar voor de vacantie-cnrsns van deze week hebben we een klein eindje ver der op de breuk open gelegd." En daar lag de Sandgewand voor mij als iet mij niet gezegd was, zon ik het niet ge weten hebben en aan een gewone grintknil hebben gedacht. Een goede meter breed, een paar meter diep en een vier meter lang, was de gegraven kuil en daarin vertoonde zich weer de laag van blauwe gerolde vnnrsteenen, waarvan ik n al iets verteld heb in mijn eerste opstel over de Heerier heide. Maar hier in de kuil was die laag en proflei" te zien, zoodat wij, die den smallen langen kuil inliepen, by de eerste twee pasjes rechts en inks van ons een muur van blauwe vnursteenknolletjes hadden. Deze laag, een meter dik ongeveer, was van boven gedekt met geel grof zand en er onder begon zeer fijn wit zand; maar op drie pas in den gang was de grintlaag loodrecht afgesneden en zijdelings n aanraking in lateraal contact zooals de cnnstterm luidt met een geheel anderen jodem dan onder of boven de vanrsteenlaag voorkomt; nl. e»n geelachtig, leemig zand, afgewisseld door laagjes klei. D»ze vnursteenlaag nu is typisch voer het middelteitiair of den mioceen-tyd; de leemige laait er naast is waarschijnlijk plioceen of nog jonger; want de boring, vlak er naast, e wij s t dat ook daar, maar honderd meter dieper, de blauwe vnnrsteen weer te vinden s, gedekt door dikke lagen van de fijne, [alkvrije mioceene zanden. Het was te koud om er te teekenen, het scbeteje hierbij ^ uit het hoofd gekrabbeld; maar voor de behoefte voldoende. E. HBIMANB.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl