De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 2 juni pagina 5

2 juni 1912 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Na 1823 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. ZES VAN DK VERBENIGDE STATEN HBBBIN VROOWBNKTESBECHT. John Buil: Ik vind het een gehande l Die vi ou wen moesten zich schamen. TJncle Sam: J», 't Is waar. Maar noa over jou, John. Wie dreef die vrou wen daartoe? tiliiiiiiiiniiii Ttttti. Een eerzame huismoeder zon het vroeger niet in haar hoofd hebben gekregen om in het voorjaar naar een vergadering te gaan. We zijn aan de schoonmaak" was dan het wachtwoord l Maar een moderne huisvrouw verdeelt haar tyd ló, dat zy' nog gelegen heid heeft voor ander werk. Drie belangrijke vergaderingen heb ik te boeken, die, niettegei staande de schoone Woeimaand naar buiten lokte, toch-veel be langstelling ondervonden. A. Op initiatief van Clara Zetkin, een van de vórvrouwen der Duitsche 8. D. A. P., ia door die party een Vrouwcndag ingesteld op 12 Mei, waar elk jaar gesproken zal worden over het algemeen vrouwenkiesrecht. De 8. D. A. P. hoopt, dat dit een Inter nationale dag sal worden. Hier te lande is op 12 Mei op 20 plaatsen vergaderd. Op de bijeenkomst welke ik by woonde weid door een beschaafde, flinke spreekster den arbeidersvrouwen voorgehouden, hoe veel zrj nog bij de mannen achterstaan en een beroep gedaan op haar fierheid, op dat zy zich hare waarde als echtgeneote en moeder bewast zouden worden. De spreker, die daarna aan het woord kwam, sprak echter hoofdzakelijk in het belang der Party, waaraan de vroawenbelaugen alty'd ondergeschikt zyu. Zy'n ver maning luidde dan ook, dat de vrouwen zich moesten aangorden bet kiesrecht te ver krijgen, opdat zij daarmede het kapitalisme bestrijden konden. Dit is bet kruispunt ia den strijd voor vrouwenkiesrecht. Wy feministen vragen het vrouwenkiesrecht om de vry making en de ontvoogding voor alle vrouwen te ver krijgen. De 8- D. A. P'ers vragen het k in het belang van hun anderen cultuurstrijd : den stryd tegen het kapitalisme. Jammer, dat wq allen aldus getrent marec bieren" moeten. IIHIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllllllllllllllllllllllllllll UIT DB NATUUR. CDLXXIX. In de kolenmijn. Aan de oppervlakte der aarde en nergens andera is de plaats des levens, die ons, vlengellooze tweevoeters, in de wereld is aangewezen-, daar alleen voelt de mecsch zich volkomen thuis, al heeft hy geen dak boven zjjn hoofd. Overal elders: in de lacht hoog boven land of zee, onder water of in de diepte der aarde, daar dreigt steeds onmiddellijke vernietiging. Tasten grond onder de voeten en het lyf in de volle vry e lacht, dat is de eanige situatie, waar wy op den duur in passan. Dit besef je eerst recht, als je voor een poosje een andere aanneemt, die de ontwik keling der techniek ons veroorlooft. Immers de lucht invliegen als een vogel, het blyft nog steeds een hachelijk pogen. Een reisje met een onderzeeër l Toevallig mocht ik dezer dagen eens op zoo'n duikscheepje een kijkje nemen; het lag aan de oppervlakte. Met zoo'n giekje een minuut of wat onder water te gaan, in bekend vaarwater, waar geen hinderpaal bestaat, dat iykt my zoo erg niet, dat zou ik wel eena willen; vooral om de periscoop eens echt in werking te zien. Maar als het ernst is, in dagen van strijd met kans op een kogel of een botsing l Neen, dat liever niet. In een stevige steamer aan de oppervlakte, desnoods dag aan dag, dat is nog wat, maar als een visch zonder kien w en er onder. Dan nog liever in een kolenmijn. Het valt een mensen toch altijd nog lichter een mol na te doen, dan een vogel of een visch. Toch leek my dat in my'n jeugd al iets heel verschrikkelijke, het ergste dat een mensen durven kan: het vertoeven diep onder den grond. Misschien heb ik juist daarom later nooit kunnen laten, even weg te duiken in de aarde, zoo vaak ik er in de gelegenheid toe ben gekomen: van den Pietersberg af tot de grot van Han en de Barbarossa Höhle toe. Alleen om de emotie ben ik eens een paar maal achtereen den ouden tunnel by den Tower onder de Theems doorgeloopen; en toen ik een abonnement in Zwitserland had, ben ik viermaal den 8t. Gotihard- en den Sim pion-tunnel doorgespoord, telkens om de idee, een paar dniiend meter steen boven myn hoofd te hebben en toch niet verpletterd te worden. Ik heb er dan ook werkely'k naar verlangd en het herhaaldelijk be proefd, eens in een diepe kolen mijn af te dalen. Het was een ware teleurstelling telkens als my' de toegang geweigerd werd. Dezen keer zou bet gebeuren, dat had ik my vast voorgenomen; kon ik er niet als gast in, dan zou ik gewoon als mijnwerker mee naar beneden gaan en dat heb ik gedaan ook. IIIIIIIIIIIIIIIIIIHIMIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIMHIIIIIHMIIIIIIIimillllllllllllllllllimillMimillllllllMIIIIIIIHMII B. 17 en 18 Mei vergaderde de Bond der V;yzinnig Democraten. ' Het voornaamste punt dal dóa> op de agenda stond, ouderdomsverzekering of Staatspenaionneuring, is zeker een onderwerp dat den vrouwen eveiiveel belang inboezemt als den mannen. Zy gaven daarvan dan ook gelukkig blijk. C. Op 22 Mei vergaderde te Amsterdam een groep vrouwen onder presidium van dr. Mia Boiasevain, om te beraadslagen, op welke wyze zy het jaar 1913 zullen vieren, op dat alsdan vooral de vroawenbelangen gediend worden. Er werd besloten een Tentoonstelling te organiseer en, die een beeld zal geven van het deel dat de vrouw aan het maatschap pelijk loven, had en welke plaats zy innam in het jaar 1813, daarbij net licht werpende hoe de evolutie gedurende een eeuw tot stand kwam, om daarna aan te toonen wat de vrouw in het jaar 1913 presteert. Een tentoonstelling zal van l Mei 1913 af gedurende eenige maanden in Amsterdam gehouden worden. Met het oog op de vele congressen en feesteiykheden die het volgend jaar te verwachten zyn en die liet alleen vreemdelingen, maar ook vooral landgenooten, naar de hoofdstad zullen trekken, hopen de vrouwen, die dit werk ondernemen, dat velen die tentoonstelling bezoeken mogen, opdat zy een indruk ontvangen van den arbeid die gepresteerd wordt door de vrouwen, de door den Staat niet erkende burgeressen van Nederland. Nu de politieke gelijkstelling voor de Zweedsche vrouwen zeker is, en slechts een kwestie van tyd, is het nu reeds aan allerlei maatregelen te bemerken, hoe de belangen der vrouwen meer op den voorgrond treden. Het ontwerp voor het politieke kiesrecht bevat actief en passief kiesrecht voor de vrouwen in gelyke mate als dit aan de man nen verleend is. Alleen gehuwde vrouwen, wier mannen in de laatste drie jaren nalatig waren in het betalen van belasting, zullen worden uitgesloten. Door toedoen van een mede-gast in het hotel, een hoofdbeambte aan de Oranj e- Nassanmy'n, kregen wy, een assistent van de Ryksopsporing en ik, een brwfje voor den badmeester; en zonder eenig bezwaar werden wy toegelaten tot de gebouwen. My'n metgezel leende my een oud pak, dat al meer voor mynbezoek had gediend; er was niets aan te bederven, noch aan de schoenen, noch aan den hoed. Tegen tweeën zouden wy' met de middagploeg afdalen. Wy waren net op tyd. In lange r yen kwamen de mijnwerkers opzetten en maakten queue voor de loketten, waar ze hun naam en nummer opgaven. Wy (tingen in plaats van naar de groote badzaal voor de douche, naar een zygang, waar een stnk of zes kamertjes op de ge wone wiji voor knipbaden waren ingericht ten gerieve van de opzichters; nu verwisselden ook wy van kleeren en trokken een landloopers terme aan. Voor ons zelf onkenbaar, en al zwart van het vuil dat bij het schoenenaantrekken van de harden op het gezicht was geraakt, gingen wij naar de loketten waar lampen werden uitgereikt. Eik kregen wy een brandende mynlamp, van het verbeterde Davy-typs, en daar stonden wij in de ry te wachten op onze beurt, mijnwerkers als de anderen; door niets te onderscheiden, door niets bevoorrecht. Langzaam, mee schokjes, maar gestadig, schoof de .lange smalle stoet van de blauwe, grauwe, zwarte en klenrloose kielen een zwak hellende trap op naar de liften. Er werd weinig gesproken, da menechen schenen elkaar vreemd te zijn: alleen hier en daar wat meer eiger, een vader zoo het schijnt met zijn jongen van een jaar of vijf tien; er was verder geen spoor an eenheid of gemeenschappelijkheid tusschen die velen; overal contrasten, grijsaards en kinderen, (Hierby wordt das weer een recht aan belasting betalen verbonden. Wanneer de belasting betalende vrouwen van alle andere landen dit motief bezigen, noemt men dit realistisch en worden zy naar de ethische zyde van het klesrechtviaagstuk verwezen.) Ook heeft de Zweedsche Regeering een staatscommissie belast met de voorbereiding van een herziening der huwelijkswetgeving. Tien deskundigen, waaronder vier vrouwen, zullen deze staatscommissie by dit werk voorlichten. Meer dan dertig jaar geleden is er in on land reeds over een herziening der huwelijks wetgeving gesproken. Meent onze Begeering wellicht, dat er niet genoeg viouwelyke deskundigen te vinden zij D, om by dit werk van advies te dienen? Zy, die op de hoogte zy'n van het Inter nationale werk, zijn niet teleurgesteld over den ongnnstigen uitslag van de stemming in het Italiaansche Parlement in zake het vrouwenkiesrecht. Is ons werk overal moeilijk, in het land Ultra-Montes zeker meer dan elders, vooral omdat de vrouwen daar zelf nog zoo weinig beseffen, hoe noodig het is, dat zy zich weren. Bovendien is er na een andere factor, die voor de vrouwen zeer ten kwade werkt. De moeders en echtgenooten sy'n natuurlijk tegen den oorlog en de wettenmakers, die den oorlog met Turkije doorgedreven hebben en nu doorzetten, willen natnurly'k van geen medezeggingscbap der vrouwen booren, die dit oorlogspel maar zonden bederver. De Arnhemiche Courant besprak onlangs in een artikel De vrouw en de vrede," waarby alle verantwoording in de banden der moeders werd gelegd, wier taak het is, de kinderen vredelievend cp t a voeden. Mooie woorden, zooals er by feestgelegenheden in toasten gebruikt worden l Wat geeft het de vrouwen en moeders of zij den vrede liefhebber, als zy by de beslis sing over oorlog en vrede uitgesloten wor den, zooals in Italië nu zoo dnidelyr aange toond wordt. In het Amerlkaansche blad The Woman's Journal" wordt de vraag Waarom zvjn Mannenbonden voor Vrouwenkiesrecht noo dig" op de volgende wyze door een man beantwoord: Om moreelen steun aan de mannen en om moreelen a politieken steun aan de vrouwen te geven; want er zy'n mannen, die innerlijk overtuigd zijn van gel ijk kiesrecht, maar die er niet openlijk voor durven ge tuigen, indien zy niet door een aantal anderen gerugstetnd worden. Ook omdat er mannen ayn. die totaal onverschillig zyn voor dit vraagstuk-, totdat zy bemerken, dat een groot aantal sexegenooten er gunstig voor gestemd is en zich dan pas gaan intéresseeren voor het geval. (De man, die er in het geheel geen aan dacht aan wil wijden, kan men wel beschou wen als behoorende tot een generatie, die aan het uitsterven ie.) Dat de mannenbouden thans noodig zijn, is het sterkste argument vór vrouwenkies recht. Want de wetgevers zyn alleen ver antwoording schuldig aan de kiezers en aan hen slechts alleen.'' N. MANSFELDT?DE WITT HUBBKTS. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiliiiiiiiiiimiiiiiMiiiiiiiiniHiiiiiiiiM iiiiiiimminii zwaargebouwde kerels naast tengere jongens, enkele koppen als bulhonden; ook een paar idioten-typen; maar veel meer intelligente gezichten, met schitterende oogen, die my' vragend en ook wel eeni wat dreigend aan keken, als ik ze misschien iets te lang fixeerde; de kleeren konden hier den man niet maken, aller plunje was gelijk en het gedempte licht op de trap maakte alles nog grauwer en eentoniger. Hier en daar kwam een toevallig nieuwe of bijna nieuwe kiel sterk uit, de rest was groezelig en bestoven, beplekt met roet en kolenstof. In aller handen dezelfde mynlamp, het eene lichtje iets hooger opvlammend dan het ander, toch al'e by het zwakke daglicht flauw als gloeiende spijker?. Nu girgsn allen met een bocht onder een venster door, waar de ion in scheen, en er kwam kleur in de massa. Wat deze menschen van elkaar onderscheidde, was alleen hun postuur en de gelaatsuitdrukking. En byzocder trof het mij opnieuw, dat verreweg het meerendeel flinke, karakteristieke koppen had, vaak met wat Hjdendg; enkele mooie uitheemeche typen ook. Ik zocht naar boeventronies, die ik gemeend had hier by massa'a te zullen ziep, ik vond er niet een ; het kan toeval geweest zijn bij deze ploeg, maar het waa zoo ; eckele nijdassige snoeten en idioten met wijd open monden ; maar het type criminel, dat ik verwachtte althans in een tamelyke minderheid te zullen aantref fen, was er niet. Iets zondeninga was er we!, dat ik niet ver klaren kan: ik meende herhaaldelijk mannen te herkennen; het was mij som?, of ik met kennisasn, die ik sedert de schooljaren niet bad gezien, in een stille ernstige maskerade was samengebracht. Voetje voor voetja opschuivend naar boven naderden wij de liften in eea groote boog, Een locomotief met sleep in de kolenmy'n. r/v/-.:.-? Niets lienis onier ie zon, Toen ik daar straks in de Vronwenrnbriek van de Groene het stukje las: Hoe men maakt dat baby niet uit haar wieg valt", dacht ik, nu wil ik, als ik mag, wel eens graag vertellen hoe ik jaren geleden dit voor myn kindertjes ze zijn beiden al lang vol wassen menschen l bewerkstelligde. De hoog omrasterde ledikantjes van tegen woordig, waarin de kinderen als in kooien worden opgesloten, zeer zeker tot gemak van moeder of de juffrouw, die zich kan verwij deren zoodra 't kindje is te bed gebracht, bestonden in my'n jonge jaren niet. Trouwen s te verwerven geenszins mijn sympathie. Baby kan weliswaar niet over die hooge omrafitering klimmen en uit bed vallen, alzoo vry'elyk opzitten, opstaan, zelfs door bed wandelen, docb, dreigt daar niet een ander gevaar, vooral 'a winters, n J. dat van konvatten door 't zich blootwoelen en mogelijk 't ganrche bedje bevuilen? Evenwel, zooals gezegd, in my n jonge jaren bestonden die kinderkooien niet. Toen ook stond de wieg op hooge pooten, en 't gevaar voor baby om een leely'ke tuimeling te maken was evenmin als thans denkbeeldig. Alzoo moest worden raad geschaft en werd men inventief. Ik nam dan een reep van stevig linnen of katoen, pl.m. 60 centimeter breed, vouwde deze in tweeën en dan nog eens in drieën, vormend alzco een band of gordel; in 't midden daarvan maakte ik een las van stevig lint en aloot genoemd gordellje om 't mid deltje van baby met een paar knoopen en knoopsgaten. Als 't kindje na in 't wiegje werd gelegd, was vooraf een lang, stevig lint onder door 't matrasje gehaald, dat lint werd door de las gestoken en de einden op zij aan elkaar geknoopt, natuurlijk zódat 't kindje zich gemakkelijk kon wenden en bewegen doch niet oprijzen. Deze eenvoudige manier van 't kind in z'n wieg vast te leggen heeft mij niet alleen veel rast en gerustheid gegeven, maar is ook baby zeer ten goede gekomen, want ik paste de metbode al vioeg toe, zoodat de mogelijkheid, en te geluk daarmee de lust, om zich overeind, te werken, bjj baby, om zoo te zeggen, in de geboorte werd gesmoord en de gewoonte om in bed te liggen en te slapen haar weldra tot een tweede natnur werd. 't Recept gaf ik ook aan andere moeders, die het eveneens met succes toepasten. 8. T. K.?B. Invaliden. Op het gebied van curiositeiten is men vindingrijk. In Ween en, de stad bij uit nemendheid voor kleine orkesten, heeft men een nieuw emplooi uitgedacht voor invaliden. In een der echte Wiener Kneipen speelt thans eea kapel van eenarmige muzikanten, die lustig walsjes toeteren en krassen. Slag- en blaasinstrumenten zijn natuurlijk de voor naamste factoren van dit zonderlinge orkest. De instrumenten zyn aan standaarden vast gehecht, zoodat er geen hand noodig is om ze vast te houden, en de eenige beschikbare vrijkomt voor het bespelen. Op een paar va U c hènoten meer of minder moet men natuurlijk bij deze kapel niet zien, en men zal de walsen van Johan Stranss elders wel schooner kaïmen Luurëii. Maar curieus is dit invalidenorkeat zeker. de laatste van een wijde wenteltrap; beneden ons gaapte een ronde diepte, als de ketelruimt e van een stoomschip; het stond er vol stam pende zuigers, draaiende stangen en wielen. Een zwaar i u moer steeg op, tegelijk met warme, dikke dampen van stoom en olie. Nu kwamen ook wij om de bocht bij de liften; nog steeds stoppen, dan weer voortscbuiven met kleine papjes, twee aan twee, man achter man, borst tegen rug. Deze phasen waren sarrend regelmatig als een machine; het was ook de machine die ze voorschreef, eerst kwamen tweemaal twee kipwagentjes kolen omhoog uit een getralied vierkanten ijzeren koker; dan daalden er tweemaal vier menschen in gebukte houding in neer. Tien seconden staan ; weer vier wagentjes omhoog, losgehaakt, afgednwd met natrillende ijzerslagen en dreunende stangstooten; een menechenstem die iets roept door de tele foon : kamraderen klateren als by een locomobiel, stoom sist, electrische schellen trillen of gillen; tweemaal vier menschen stappen cp een schommelende schuivende ijzeren rooster boven een groot zwart vierkant gat; zij hurken neer; ijzeren roosters slaan om hen heen, seinen gillen, ze zinken weg. Tien secon den: aeinen gillen, vier wagens vol dof glan zende, stcffije «watts steenen duiken op tusschen dezelfde rooster!1. 't Ia onae beurt; de beide f'-mannen kijken ons aar; even nieuwsgierig, dan dadelijk on verschillig; wy bukken binnen onder de ket tingen, de getraliede kooi fchomm? It even, de voortralies vallen neer, sluiten ons in als een baal koopwaar, het sein gilt: Men schen, dalen l" Het daglicht wordt plotseling vervangen door vier mynlamp-vlammetjas. 't Ia of iemand twee watjes in myn ooren duwt, mijn overbuurman kijkt mij aan, ik hem, een jonge kerel. Dag" zeg ik. Hij glimlacht onder een zilver blonde snor; wat schommelt die man met zy'n hoofd, o, dat doet die lift. Dalen wij al? Bom! Ik schrik op en stoot mijn hoofd tegen de lifchaak; de ijzeren ruiten van zijdeuren van de kooi vallen weg naar voren; we zyn beneden. Tweehonderdvijftig meter diep gevallen, in acht seconden. Uitstappen, vlug, er worden al weer kolenwagentjes op de zitplaatsen in de kooi geduwd, voor wij er heelemaal uit zy'n. We staan in een steenen poort, een ruim baksteenen gewelf, 't I* avond; sdlle electrische gloeilampen geven matigen breeden schijn; ook fel door de duisternis borende, open acetyleenvlammen EO lieten licht pijlen tegen de steenen. Naar welken kant moeten wy deze poort uit ? Mijn metgezel is wel vaak in de my'n geweest, maar hy is meest in de andere schacht afge daald. De zwarte borden, aan de muur ge haakt, en de handwijzers geven met groote witte letters alleen den weg aan voor inge wijden. De vele teekens en letters zeggen ons niets. De pas afgedaalde werkers lezen even en weten waar zij zijn moeten. Wy volgen onze metgezellen uit de lift en gaan met hen, uit de rotonde by de schacht, de gewelfde goedverlichte poort in. Het is er geweldig tochtig, ik ril van de koude en onwillekeurig zet ik my'n kraag op. Er Platoniteh. Een intieme vriendschap tnsschen een jongen man en een jonge vrouw ia doorgaans een klein beetje... zelf bedrog, en by'na altijd liefde. Men kan er jaren lang met bemin nelijke naïviteit aan gelooven, en het voor de puurste geestelijke gemeenschap honden, om dan plotseling tot de ontdekking te komen, dat Amor, die gnit' der guiten, n parten speelde. Gewoonlijk blijkt dit al dadelijk, indien er concurentie in het spel komt. Dan gaat men zich verongelijkt gevoelen, wordt jaloerecb, en gelukkig, wie dan het zelf bedrog ontdekt, en bytyds doeltreffende maat regelen neemt. Niet zelden heeft een der beide partijen het reeds lang vór dien tijd bemerkt, doorgaans is dat de vrouw, want vrouwen zy'n op dit gebied natuurlijker en oprechter tegen zichzelf dan de mannen. Ze doet er dan volstrekt geen kwaad aan, de proef, die ik hierboven noemde, een heel klein beetje listig toe te passer. Het succes zal doorgaans even verrassend als verblijdend zijn. Men make niet de scrupale, daarin koketterie te zien. Het i»geen koketterie, om een blinde de oogen te openen, en... met welk een goed en beminnelijk doel l * * * Zeediepte. Gely'k de kranten ons gemeld hebben, is het reazenschip de Titanic gezonken op een plaats waar de zee ongeveer drieduizend meter diep is. Dit is echter volstrekt niet een der grootste diepten van den Oceaan. In den Atlantischen Oceaan heeft men diepten gepeild van ruim achtduizend meter, en in de Stille Zuidzee zy'n plaatsen, waar tot dicht by de tiendui zend meter wa'er staat. Een Amsterdamsche jongen zou zeggen: Genoeg om staande te drinken l" Er is zooveel niet noodig voorde vernietiging van een arm, broos menschenleven. *»' De weg tot iuecès. Een schatrijke Amerikaan, die zelf in eenige jaren opklom van een eenvoudig boekhouders baantje tot chef van een der grootste bankiershnizen van New-York, geeft den vol gende raad aan ondergeschikte ambtenaren, die carrière wenschen te maken: Doe stipt en vlug alles wat u gezegd wordt, en doe het zoo goed als ge maar eenigszins kant; mop per er niet over, dat een ander niet zoo hard behoeft te werken als gy', of dat hy een dollar of wat meer krijgt voor zijn werk. B yf zoo lang mogelijk op n plaats, en spring niet van den hak op den tak: hond a bij n ding, en wy'i daaraan al uw aan dacht; maar vór alles... kijk niet te veel op de klok onder uw werkt * * Record. Een familie van zes kippetjes te Koseworthy in Zuid-Australië heeft dezer dagen alle records geslagen in het eieren leggen. Deze voortreffelijkste aller kippen hebben te zamen in twaalf maanden vijftienhonderd negen en tachtig eieren aan ban gelukkigen eigenaar geschonken. Gemiddeld komen das daarvan tweehonderd vier en zestig stak voor rekening van ieder kippetje. De baas mag deze hoenderfamilie wel in eere honden, en ze zoo nu en dan eens op een lekker hapje fuiven. Eens in de week een smakelijkeschotel ry'stebry is al de minste tractatie, waarop hy ze onthalen kan. ALLEOBA. iiiiiiiiiiimmiiiiiiiiiimiiinmiiiii mm mmiimimiiu m komt een gedachte op; 't is my' precies of ik op een konden winderigen avond tegen twaalven de warme kamer uitloop, om by m|jn huig op den hoek, nog e ven wat brieven voor de laatste post in de bus te gooien. Niets, geen duisternis, geen warme lacht, geen gas, geen benauwde dampen, niets hoe genaamd dwingt u te denken, dat ge twee honderd vgftig meter steen en zand boven BW hoofd hebt, dat elke vierkante meter van deze eenvoudig gewelfde gang een half millioen kilo's gewicht draagt, die als ze neerkwamen n tot de dikte van een postpapiertje zouden nlteenpletten. Als ge er toch aan denkt, komt het door de tegen stelling van hetgeen ge ondervindt en hetgeen ge verwacht had. Het is hier helder, als in een verlichte poort onder een toren; en frisch, al tefrisch zelfs; de wind suist n om de ooren. Henscb, d wind; door electrisch gedreven turbines wordt hy naar beneden gezogen en voortgejaagd; als een storm gaat hy door de steengang. Die wordt hier by de bocht wat nauwer en iets don kerder, de lan1 aarns staan wat verder uiteen, d»poort wordt een gang, een eindelooze pyp, die door de perspectief in een kegelpunt uitloopt. Op den grond liggen rails en wissels. Pas op l Niet struikelen! Lichtjes van mijnlampen komen en gaan; de vlammetjes die n tegemoet komen groeien, rijzen op tot gezichtshoogte en Glück ani" heet het, of alleen Gauf l" Gauf! gauf I" klinkt het voortdurend, want de py'p, de steengang, waar op al de kolen gangen uitkomen, is de hoofd straat in de mijn, die naar de schacht voert. Het is er druk in het begin; maar hoe verder wij komen van de schacht hoe stiller het wordt. De baksteenen gewelven zy'n vervangen door houten stutten; de gang is na in door snede een gelykbeenig trapezium; de korte evenwydige-zyde is de zoldering. Waar de doorboorde strenlaag hard en stevig was en ongestoord bleef, ontbreken de stutten en de steen brokken, die overal elders de naden en breuken vullen. Wij loopen nu al ruim een kwartier, en nog hebben we geen open zygang gezien. Daar komt een trein aan, een kleine ben zine locomotief trekt tuffend en pottend een tiental volgeladen kolenwagens; ook achter ons komt er een aan met zijn sleepje van leege kipwagens. Dat wordt gevaarlijk. W roepen en zwaaien met ome lichten, de machinisten stoppen niet; we eclipseeren ons tusschen twee stutbalken tegen den steenwand, en de treinen passeeien ons rakelings. Voor alle veiligheid vragen wy nu maar een mijnwerker naar den weg en naar een gang die naar een kolenpost voert, anders loopen wy' bovendien nog het gevaar, al onzen tijd met de wandeling te verliezen; en geen menechen aan het werk te zien. B. HKIMAXS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl