Historisch Archief 1877-1940
Na 1823
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
ZES VAN DK VERBENIGDE STATEN HBBBIN VROOWBNKTESBECHT.
John Buil: Ik vind het een gehande l Die vi ou wen moesten zich schamen.
TJncle Sam: J», 't Is waar. Maar noa over jou, John. Wie dreef die vrou
wen daartoe?
tiliiiiiiiiniiii
Ttttti.
Een eerzame huismoeder zon het vroeger
niet in haar hoofd hebben gekregen om in
het voorjaar naar een vergadering te gaan.
We zijn aan de schoonmaak" was dan het
wachtwoord l Maar een moderne huisvrouw
verdeelt haar tyd ló, dat zy' nog gelegen
heid heeft voor ander werk.
Drie belangrijke vergaderingen heb ik te
boeken, die, niettegei staande de schoone
Woeimaand naar buiten lokte, toch-veel be
langstelling ondervonden.
A. Op initiatief van Clara Zetkin, een van
de vórvrouwen der Duitsche 8. D. A. P.,
ia door die party een Vrouwcndag ingesteld
op 12 Mei, waar elk jaar gesproken zal
worden over het algemeen vrouwenkiesrecht.
De 8. D. A. P. hoopt, dat dit een Inter
nationale dag sal worden. Hier te lande is
op 12 Mei op 20 plaatsen vergaderd.
Op de bijeenkomst welke ik by woonde
weid door een beschaafde, flinke spreekster
den arbeidersvrouwen voorgehouden, hoe
veel zrj nog bij de mannen achterstaan
en een beroep gedaan op haar fierheid, op
dat zy zich hare waarde als echtgeneote en
moeder bewast zouden worden.
De spreker, die daarna aan het woord
kwam, sprak echter hoofdzakelijk in het
belang der Party, waaraan de
vroawenbelaugen alty'd ondergeschikt zyu. Zy'n ver
maning luidde dan ook, dat de vrouwen zich
moesten aangorden bet kiesrecht te ver
krijgen, opdat zij daarmede het kapitalisme
bestrijden konden.
Dit is bet kruispunt ia den strijd voor
vrouwenkiesrecht. Wy feministen vragen
het vrouwenkiesrecht om de vry making en
de ontvoogding voor alle vrouwen te ver
krijgen. De 8- D. A. P'ers vragen het k
in het belang van hun anderen cultuurstrijd :
den stryd tegen het kapitalisme. Jammer,
dat wq allen aldus getrent marec bieren"
moeten.
IIHIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllllllllllllllllllllllllllll
UIT DB NATUUR.
CDLXXIX. In de kolenmijn.
Aan de oppervlakte der aarde en nergens
andera is de plaats des levens, die ons,
vlengellooze tweevoeters, in de wereld is
aangewezen-, daar alleen voelt de mecsch
zich volkomen thuis, al heeft hy geen dak
boven zjjn hoofd.
Overal elders: in de lacht hoog boven land
of zee, onder water of in de diepte der aarde,
daar dreigt steeds onmiddellijke vernietiging.
Tasten grond onder de voeten en het lyf in
de volle vry e lacht, dat is de eanige situatie,
waar wy op den duur in passan.
Dit besef je eerst recht, als je voor een
poosje een andere aanneemt, die de ontwik
keling der techniek ons veroorlooft. Immers
de lucht invliegen als een vogel, het blyft
nog steeds een hachelijk pogen. Een reisje
met een onderzeeër l Toevallig mocht ik dezer
dagen eens op zoo'n duikscheepje een kijkje
nemen; het lag aan de oppervlakte.
Met zoo'n giekje een minuut of wat
onder water te gaan, in bekend vaarwater,
waar geen hinderpaal bestaat, dat iykt my
zoo erg niet, dat zou ik wel eena willen;
vooral om de periscoop eens echt in werking
te zien. Maar als het ernst is, in dagen van
strijd met kans op een kogel of een botsing l
Neen, dat liever niet. In een stevige steamer
aan de oppervlakte, desnoods dag aan dag,
dat is nog wat, maar als een visch zonder
kien w en er onder. Dan nog liever in een
kolenmijn. Het valt een mensen toch altijd
nog lichter een mol na te doen, dan een
vogel of een visch.
Toch leek my dat in my'n jeugd al iets heel
verschrikkelijke, het ergste dat een mensen
durven kan: het vertoeven diep onder den
grond. Misschien heb ik juist daarom later
nooit kunnen laten, even weg te
duiken in de aarde, zoo vaak ik
er in de gelegenheid toe ben
gekomen: van den Pietersberg
af tot de grot van Han en
de Barbarossa Höhle toe. Alleen
om de emotie ben ik eens een
paar maal achtereen den ouden
tunnel by den Tower onder de
Theems doorgeloopen; en toen ik
een abonnement in Zwitserland
had, ben ik viermaal den 8t.
Gotihard- en den Sim pion-tunnel
doorgespoord, telkens om de idee,
een paar dniiend meter steen
boven myn hoofd te hebben en
toch niet verpletterd te worden.
Ik heb er dan ook werkely'k naar
verlangd en het herhaaldelijk be
proefd, eens in een diepe kolen
mijn af te dalen. Het was een
ware teleurstelling telkens als my'
de toegang geweigerd werd. Dezen
keer zou bet gebeuren, dat had ik
my vast voorgenomen; kon ik er
niet als gast in, dan zou ik gewoon
als mijnwerker mee naar beneden
gaan en dat heb ik gedaan ook.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIHIMIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIMHIIIIIHMIIIIIIIimillllllllllllllllllimillMimillllllllMIIIIIIIHMII
B. 17 en 18 Mei vergaderde de Bond der
V;yzinnig Democraten. ' Het voornaamste
punt dal dóa> op de agenda stond,
ouderdomsverzekering of Staatspenaionneuring, is
zeker een onderwerp dat den vrouwen
eveiiveel belang inboezemt als den mannen. Zy
gaven daarvan dan ook gelukkig blijk.
C. Op 22 Mei vergaderde te Amsterdam een
groep vrouwen onder presidium van dr. Mia
Boiasevain, om te beraadslagen, op welke
wyze zy het jaar 1913 zullen vieren, op dat
alsdan vooral de vroawenbelangen gediend
worden.
Er werd besloten een Tentoonstelling te
organiseer en, die een beeld zal geven van
het deel dat de vrouw aan het maatschap
pelijk loven, had en welke plaats zy innam
in het jaar 1813, daarbij net licht werpende
hoe de evolutie gedurende een eeuw tot
stand kwam, om daarna aan te toonen wat
de vrouw in het jaar 1913 presteert.
Een tentoonstelling zal van l Mei 1913 af
gedurende eenige maanden in Amsterdam
gehouden worden. Met het oog op de vele
congressen en feesteiykheden die het volgend
jaar te verwachten zyn en die liet alleen
vreemdelingen, maar ook vooral landgenooten,
naar de hoofdstad zullen trekken, hopen de
vrouwen, die dit werk ondernemen, dat velen
die tentoonstelling bezoeken mogen, opdat zy
een indruk ontvangen van den arbeid die
gepresteerd wordt door de vrouwen, de door
den Staat niet erkende burgeressen van
Nederland.
Nu de politieke gelijkstelling voor de
Zweedsche vrouwen zeker is, en slechts een
kwestie van tyd, is het nu reeds aan allerlei
maatregelen te bemerken, hoe de belangen
der vrouwen meer op den voorgrond treden.
Het ontwerp voor het politieke kiesrecht
bevat actief en passief kiesrecht voor de
vrouwen in gelyke mate als dit aan de man
nen verleend is. Alleen gehuwde vrouwen,
wier mannen in de laatste drie jaren nalatig
waren in het betalen van belasting, zullen
worden uitgesloten.
Door toedoen van een mede-gast in het
hotel, een hoofdbeambte aan de Oranj e-
Nassanmy'n, kregen wy, een assistent van de
Ryksopsporing en ik, een brwfje voor den
badmeester; en zonder eenig bezwaar werden
wy toegelaten tot de gebouwen.
My'n metgezel leende my een oud pak, dat
al meer voor mynbezoek had gediend; er
was niets aan te bederven, noch aan de
schoenen, noch aan den hoed. Tegen tweeën
zouden wy' met de middagploeg afdalen. Wy
waren net op tyd.
In lange r yen kwamen de mijnwerkers
opzetten en maakten queue voor de loketten,
waar ze hun naam en nummer opgaven.
Wy (tingen in plaats van naar de groote
badzaal voor de douche, naar een zygang,
waar een stnk of zes kamertjes op de ge
wone wiji voor knipbaden waren ingericht
ten gerieve van de opzichters; nu verwisselden
ook wy van kleeren en trokken een
landloopers terme aan. Voor ons zelf onkenbaar,
en al zwart van het vuil dat bij het
schoenenaantrekken van de harden op het gezicht
was geraakt, gingen wij naar de loketten
waar lampen werden uitgereikt.
Eik kregen wy een brandende mynlamp,
van het verbeterde Davy-typs, en daar
stonden wij in de ry te wachten op onze
beurt, mijnwerkers als de anderen; door niets
te onderscheiden, door niets bevoorrecht.
Langzaam, mee schokjes, maar gestadig, schoof
de .lange smalle stoet van de blauwe, grauwe,
zwarte en klenrloose kielen een zwak hellende
trap op naar de liften.
Er werd weinig gesproken, da menechen
schenen elkaar vreemd te zijn: alleen hier
en daar wat meer eiger, een vader zoo het
schijnt met zijn jongen van een jaar of vijf
tien; er was verder geen spoor an eenheid
of gemeenschappelijkheid tusschen die velen;
overal contrasten, grijsaards en kinderen,
(Hierby wordt das weer een recht aan
belasting betalen verbonden. Wanneer de
belasting betalende vrouwen van alle andere
landen dit motief bezigen, noemt men dit
realistisch en worden zy naar de ethische
zyde van het klesrechtviaagstuk verwezen.)
Ook heeft de Zweedsche Regeering een
staatscommissie belast met de voorbereiding
van een herziening der huwelijkswetgeving.
Tien deskundigen, waaronder vier vrouwen,
zullen deze staatscommissie by dit werk
voorlichten.
Meer dan dertig jaar geleden is er in on
land reeds over een herziening der huwelijks
wetgeving gesproken.
Meent onze Begeering wellicht, dat er niet
genoeg viouwelyke deskundigen te vinden
zij D, om by dit werk van advies te dienen?
Zy, die op de hoogte zy'n van het Inter
nationale werk, zijn niet teleurgesteld over
den ongnnstigen uitslag van de stemming
in het Italiaansche Parlement in zake het
vrouwenkiesrecht.
Is ons werk overal moeilijk, in het land
Ultra-Montes zeker meer dan elders, vooral
omdat de vrouwen daar zelf nog zoo weinig
beseffen, hoe noodig het is, dat zy zich weren.
Bovendien is er na een andere factor, die
voor de vrouwen zeer ten kwade werkt.
De moeders en echtgenooten sy'n natuurlijk
tegen den oorlog en de wettenmakers, die den
oorlog met Turkije doorgedreven hebben en
nu doorzetten, willen natnurly'k van geen
medezeggingscbap der vrouwen booren, die
dit oorlogspel maar zonden bederver.
De Arnhemiche Courant besprak onlangs in
een artikel De vrouw en de vrede," waarby
alle verantwoording in de banden der moeders
werd gelegd, wier taak het is, de kinderen
vredelievend cp t a voeden.
Mooie woorden, zooals er by
feestgelegenheden in toasten gebruikt worden l
Wat geeft het de vrouwen en moeders of
zij den vrede liefhebber, als zy by de beslis
sing over oorlog en vrede uitgesloten wor
den, zooals in Italië nu zoo dnidelyr aange
toond wordt.
In het Amerlkaansche blad The Woman's
Journal" wordt de vraag Waarom zvjn
Mannenbonden voor Vrouwenkiesrecht noo
dig" op de volgende wyze door een man
beantwoord:
Om moreelen steun aan de mannen en
om moreelen a politieken steun aan de
vrouwen te geven; want er zy'n mannen, die
innerlijk overtuigd zijn van gel ijk kiesrecht,
maar die er niet openlijk voor durven ge
tuigen, indien zy niet door een aantal anderen
gerugstetnd worden.
Ook omdat er mannen ayn. die totaal
onverschillig zyn voor dit vraagstuk-, totdat
zy bemerken, dat een groot aantal
sexegenooten er gunstig voor gestemd is en zich
dan pas gaan intéresseeren voor het geval.
(De man, die er in het geheel geen aan
dacht aan wil wijden, kan men wel beschou
wen als behoorende tot een generatie, die
aan het uitsterven ie.)
Dat de mannenbouden thans noodig zijn,
is het sterkste argument vór vrouwenkies
recht. Want de wetgevers zyn alleen ver
antwoording schuldig aan de kiezers en aan
hen slechts alleen.''
N. MANSFELDT?DE WITT HUBBKTS.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiliiiiiiiiiimiiiiiMiiiiiiiiniHiiiiiiiiM iiiiiiimminii
zwaargebouwde kerels naast tengere jongens,
enkele koppen als bulhonden; ook een paar
idioten-typen; maar veel meer intelligente
gezichten, met schitterende oogen, die my'
vragend en ook wel eeni wat dreigend aan
keken, als ik ze misschien iets te lang
fixeerde; de kleeren konden hier den man
niet maken, aller plunje was gelijk en het
gedempte licht op de trap maakte alles nog
grauwer en eentoniger. Hier en daar kwam
een toevallig nieuwe of bijna nieuwe kiel
sterk uit, de rest was groezelig en bestoven,
beplekt met roet en kolenstof. In aller
handen dezelfde mynlamp, het eene lichtje
iets hooger opvlammend dan het ander, toch
al'e by het zwakke daglicht flauw als gloeiende
spijker?.
Nu girgsn allen met een bocht onder een
venster door, waar de ion in scheen, en er
kwam kleur in de massa. Wat deze menschen
van elkaar onderscheidde, was alleen hun
postuur en de gelaatsuitdrukking. En
byzocder trof het mij opnieuw, dat verreweg
het meerendeel flinke, karakteristieke koppen
had, vaak met wat Hjdendg; enkele mooie
uitheemeche typen ook. Ik zocht naar
boeventronies, die ik gemeend had hier by
massa'a te zullen ziep, ik vond er niet een ;
het kan toeval geweest zijn bij deze ploeg,
maar het waa zoo ; eckele nijdassige snoeten
en idioten met wijd open monden ; maar het
type criminel, dat ik verwachtte althans in
een tamelyke minderheid te zullen aantref
fen, was er niet.
Iets zondeninga was er we!, dat ik niet ver
klaren kan: ik meende herhaaldelijk mannen
te herkennen; het was mij som?, of ik met
kennisasn, die ik sedert de schooljaren niet
bad gezien, in een stille ernstige maskerade
was samengebracht.
Voetje voor voetja opschuivend naar boven
naderden wij de liften in eea groote boog,
Een locomotief met sleep in de kolenmy'n.
r/v/-.:.-?
Niets lienis onier ie zon,
Toen ik daar straks in de Vronwenrnbriek
van de Groene het stukje las: Hoe men
maakt dat baby niet uit haar wieg valt",
dacht ik, nu wil ik, als ik mag, wel eens
graag vertellen hoe ik jaren geleden dit voor
myn kindertjes ze zijn beiden al lang vol
wassen menschen l bewerkstelligde.
De hoog omrasterde ledikantjes van tegen
woordig, waarin de kinderen als in kooien
worden opgesloten, zeer zeker tot gemak van
moeder of de juffrouw, die zich kan verwij
deren zoodra 't kindje is te bed gebracht,
bestonden in my'n jonge jaren niet. Trouwen s
te verwerven geenszins mijn sympathie.
Baby kan weliswaar niet over die hooge
omrafitering klimmen en uit bed vallen,
alzoo vry'elyk opzitten, opstaan, zelfs door
bed wandelen, docb, dreigt daar niet
een ander gevaar, vooral 'a winters, n J. dat
van konvatten door 't zich blootwoelen en
mogelijk 't ganrche bedje bevuilen?
Evenwel, zooals gezegd, in my n jonge jaren
bestonden die kinderkooien niet. Toen ook
stond de wieg op hooge pooten, en 't gevaar
voor baby om een leely'ke tuimeling te maken
was evenmin als thans denkbeeldig. Alzoo
moest worden raad geschaft en werd men
inventief.
Ik nam dan een reep van stevig linnen
of katoen, pl.m. 60 centimeter breed, vouwde
deze in tweeën en dan nog eens in drieën,
vormend alzco een band of gordel; in 't
midden daarvan maakte ik een las van stevig
lint en aloot genoemd gordellje om 't mid
deltje van baby met een paar knoopen en
knoopsgaten. Als 't kindje na in 't wiegje
werd gelegd, was vooraf een lang, stevig lint
onder door 't matrasje gehaald, dat lint werd
door de las gestoken en de einden op zij aan
elkaar geknoopt, natuurlijk zódat 't kindje
zich gemakkelijk kon wenden en bewegen doch
niet oprijzen. Deze eenvoudige manier van
't kind in z'n wieg vast te leggen heeft mij
niet alleen veel rast en gerustheid gegeven,
maar is ook baby zeer ten goede gekomen,
want ik paste de metbode al vioeg toe,
zoodat de mogelijkheid, en te geluk daarmee
de lust, om zich overeind, te werken, bjj
baby, om zoo te zeggen, in de geboorte werd
gesmoord en de gewoonte om in bed te
liggen en te slapen haar weldra tot een
tweede natnur werd. 't Recept gaf ik ook
aan andere moeders, die het eveneens met
succes toepasten.
8. T. K.?B.
Invaliden.
Op het gebied van curiositeiten is men
vindingrijk. In Ween en, de stad bij uit
nemendheid voor kleine orkesten, heeft men
een nieuw emplooi uitgedacht voor invaliden.
In een der echte Wiener Kneipen speelt thans
eea kapel van eenarmige muzikanten, die
lustig walsjes toeteren en krassen. Slag- en
blaasinstrumenten zijn natuurlijk de voor
naamste factoren van dit zonderlinge orkest.
De instrumenten zyn aan standaarden vast
gehecht, zoodat er geen hand noodig is om
ze vast te houden, en de eenige beschikbare
vrijkomt voor het bespelen. Op een paar
va U c hènoten meer of minder moet men
natuurlijk bij deze kapel niet zien, en men
zal de walsen van Johan Stranss elders wel
schooner kaïmen Luurëii. Maar curieus is
dit invalidenorkeat zeker.
de laatste van een wijde wenteltrap; beneden
ons gaapte een ronde diepte, als de ketelruimt e
van een stoomschip; het stond er vol stam
pende zuigers, draaiende stangen en wielen.
Een zwaar i u moer steeg op, tegelijk met
warme, dikke dampen van stoom en olie. Nu
kwamen ook wij om de bocht bij de liften;
nog steeds stoppen, dan weer voortscbuiven
met kleine papjes, twee aan twee, man achter
man, borst tegen rug. Deze phasen waren
sarrend regelmatig als een machine; het
was ook de machine die ze voorschreef,
eerst kwamen tweemaal twee kipwagentjes
kolen omhoog uit een getralied vierkanten
ijzeren koker; dan daalden er tweemaal vier
menschen in gebukte houding in neer. Tien
seconden staan ; weer vier wagentjes omhoog,
losgehaakt, afgednwd met natrillende
ijzerslagen en dreunende stangstooten; een
menechenstem die iets roept door de tele
foon : kamraderen klateren als by een
locomobiel, stoom sist, electrische schellen trillen
of gillen; tweemaal vier menschen stappen
cp een schommelende schuivende ijzeren
rooster boven een groot zwart vierkant gat;
zij hurken neer; ijzeren roosters slaan om hen
heen, seinen gillen, ze zinken weg. Tien secon
den: aeinen gillen, vier wagens vol dof glan
zende, stcffije «watts steenen duiken op
tusschen dezelfde rooster!1.
't Ia onae beurt; de beide f'-mannen kijken
ons aar; even nieuwsgierig, dan dadelijk on
verschillig; wy bukken binnen onder de ket
tingen, de getraliede kooi fchomm? It even,
de voortralies vallen neer, sluiten ons in als
een baal koopwaar, het sein gilt: Men
schen, dalen l" Het daglicht wordt plotseling
vervangen door vier mynlamp-vlammetjas.
't Ia of iemand twee watjes in myn ooren
duwt, mijn overbuurman kijkt mij aan, ik
hem, een jonge kerel. Dag" zeg ik. Hij
glimlacht onder een zilver blonde snor; wat
schommelt die man met zy'n hoofd, o, dat
doet die lift. Dalen wij al? Bom! Ik schrik
op en stoot mijn hoofd tegen de lifchaak;
de ijzeren ruiten van zijdeuren van de kooi
vallen weg naar voren; we zyn beneden.
Tweehonderdvijftig meter diep gevallen, in
acht seconden. Uitstappen, vlug, er worden al
weer kolenwagentjes op de zitplaatsen in de
kooi geduwd, voor wij er heelemaal uit zy'n.
We staan in een steenen poort, een ruim
baksteenen gewelf, 't I* avond; sdlle electrische
gloeilampen geven matigen breeden schijn; ook
fel door de duisternis borende, open
acetyleenvlammen EO lieten licht pijlen tegen de steenen.
Naar welken kant moeten wy deze poort uit ?
Mijn metgezel is wel vaak in de my'n geweest,
maar hy is meest in de andere schacht afge
daald. De zwarte borden, aan de muur ge
haakt, en de handwijzers geven met groote
witte letters alleen den weg aan voor inge
wijden. De vele teekens en letters zeggen
ons niets. De pas afgedaalde werkers lezen
even en weten waar zij zijn moeten. Wy
volgen onze metgezellen uit de lift en gaan
met hen, uit de rotonde by de schacht, de
gewelfde goedverlichte poort in. Het is er
geweldig tochtig, ik ril van de koude en
onwillekeurig zet ik my'n kraag op. Er
Platoniteh.
Een intieme vriendschap tnsschen een
jongen man en een jonge vrouw ia doorgaans
een klein beetje... zelf bedrog, en by'na altijd
liefde. Men kan er jaren lang met bemin
nelijke naïviteit aan gelooven, en het voor
de puurste geestelijke gemeenschap honden,
om dan plotseling tot de ontdekking te komen,
dat Amor, die gnit' der guiten, n parten
speelde. Gewoonlijk blijkt dit al dadelijk,
indien er concurentie in het spel komt. Dan
gaat men zich verongelijkt gevoelen, wordt
jaloerecb, en gelukkig, wie dan het zelf
bedrog ontdekt, en bytyds doeltreffende maat
regelen neemt. Niet zelden heeft een der
beide partijen het reeds lang vór dien tijd
bemerkt, doorgaans is dat de vrouw, want
vrouwen zy'n op dit gebied natuurlijker en
oprechter tegen zichzelf dan de mannen. Ze
doet er dan volstrekt geen kwaad aan, de
proef, die ik hierboven noemde, een heel
klein beetje listig toe te passer. Het succes
zal doorgaans even verrassend als verblijdend
zijn. Men make niet de scrupale, daarin
koketterie te zien. Het i»geen koketterie,
om een blinde de oogen te openen, en... met
welk een goed en beminnelijk doel l
* *
*
Zeediepte.
Gely'k de kranten ons gemeld hebben, is
het reazenschip de Titanic gezonken op een
plaats waar de zee ongeveer drieduizend
meter diep is.
Dit is echter volstrekt niet een der grootste
diepten van den Oceaan. In den Atlantischen
Oceaan heeft men diepten gepeild van ruim
achtduizend meter, en in de Stille Zuidzee
zy'n plaatsen, waar tot dicht by de tiendui
zend meter wa'er staat. Een Amsterdamsche
jongen zou zeggen: Genoeg om staande te
drinken l" Er is zooveel niet noodig voorde
vernietiging van een arm, broos
menschenleven.
*»'
De weg tot iuecès.
Een schatrijke Amerikaan, die zelf in eenige
jaren opklom van een eenvoudig boekhouders
baantje tot chef van een der grootste
bankiershnizen van New-York, geeft den vol
gende raad aan ondergeschikte ambtenaren,
die carrière wenschen te maken: Doe stipt
en vlug alles wat u gezegd wordt, en doe het
zoo goed als ge maar eenigszins kant; mop
per er niet over, dat een ander niet zoo
hard behoeft te werken als gy', of dat hy
een dollar of wat meer krijgt voor zijn werk.
B yf zoo lang mogelijk op n plaats, en
spring niet van den hak op den tak: hond
a bij n ding, en wy'i daaraan al uw aan
dacht; maar vór alles... kijk niet te veel
op de klok onder uw werkt
* *
Record.
Een familie van zes kippetjes te Koseworthy
in Zuid-Australië heeft dezer dagen alle
records geslagen in het eieren leggen.
Deze voortreffelijkste aller kippen hebben
te zamen in twaalf maanden vijftienhonderd
negen en tachtig eieren aan ban gelukkigen
eigenaar geschonken. Gemiddeld komen das
daarvan tweehonderd vier en zestig stak
voor rekening van ieder kippetje. De baas
mag deze hoenderfamilie wel in eere honden,
en ze zoo nu en dan eens op een lekker
hapje fuiven. Eens in de week een
smakelijkeschotel ry'stebry is al de minste tractatie,
waarop hy ze onthalen kan.
ALLEOBA.
iiiiiiiiiiimmiiiiiiiiiimiiinmiiiii mm mmiimimiiu m
komt een gedachte op; 't is my' precies of
ik op een konden winderigen avond tegen
twaalven de warme kamer uitloop, om by
m|jn huig op den hoek, nog e ven wat brieven
voor de laatste post in de bus te gooien.
Niets, geen duisternis, geen warme lacht,
geen gas, geen benauwde dampen, niets hoe
genaamd dwingt u te denken, dat ge twee
honderd vgftig meter steen en zand boven
BW hoofd hebt, dat elke vierkante meter
van deze eenvoudig gewelfde gang een half
millioen kilo's gewicht draagt, die als ze
neerkwamen n tot de dikte van een
postpapiertje zouden nlteenpletten. Als ge er
toch aan denkt, komt het door de tegen
stelling van hetgeen ge ondervindt en hetgeen
ge verwacht had.
Het is hier helder, als in een verlichte poort
onder een toren; en frisch, al tefrisch zelfs;
de wind suist n om de ooren. Henscb, d
wind; door electrisch gedreven turbines wordt
hy naar beneden gezogen en voortgejaagd; als
een storm gaat hy door de steengang. Die wordt
hier by de bocht wat nauwer en iets don
kerder, de lan1 aarns staan wat verder uiteen,
d»poort wordt een gang, een eindelooze pyp,
die door de perspectief in een kegelpunt
uitloopt. Op den grond liggen rails en
wissels. Pas op l Niet struikelen! Lichtjes
van mijnlampen komen en gaan; de
vlammetjes die n tegemoet komen groeien, rijzen
op tot gezichtshoogte en Glück ani" heet het,
of alleen Gauf l" Gauf! gauf I" klinkt het
voortdurend, want de py'p, de steengang, waar
op al de kolen gangen uitkomen, is de hoofd
straat in de mijn, die naar de schacht voert.
Het is er druk in het begin; maar hoe verder
wij komen van de schacht hoe stiller het
wordt.
De baksteenen gewelven zy'n vervangen
door houten stutten; de gang is na in door
snede een gelykbeenig trapezium; de korte
evenwydige-zyde is de zoldering. Waar de
doorboorde strenlaag hard en stevig was en
ongestoord bleef, ontbreken de stutten en de
steen brokken, die overal elders de naden
en breuken vullen.
Wij loopen nu al ruim een kwartier, en nog
hebben we geen open zygang gezien.
Daar komt een trein aan, een kleine ben
zine locomotief trekt tuffend en pottend een
tiental volgeladen kolenwagens; ook achter
ons komt er een aan met zijn sleepje van
leege kipwagens. Dat wordt gevaarlijk. W
roepen en zwaaien met ome lichten, de
machinisten stoppen niet; we eclipseeren ons
tusschen twee stutbalken tegen den
steenwand, en de treinen passeeien ons rakelings.
Voor alle veiligheid vragen wy nu maar
een mijnwerker naar den weg en naar een
gang die naar een kolenpost voert, anders
loopen wy' bovendien nog het gevaar, al
onzen tijd met de wandeling te verliezen;
en geen menechen aan het werk te zien.
B. HKIMAXS.