De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 30 juni pagina 2

30 juni 1912 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

TPI K DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOR NEDERLAND. No. 1827 Katholiek te zijn, als alles waar is, wat de leer van den H. Alphonsus de Liguorio daarover behelst. Het komt ons voor, dat het schaamtegevoel van dien lezer toch wel een beetje sterk ontwikkeld is. Het beste antwoord, dat wy dien angstigen lezers kannen geven is wel, dat de leervandeH.Alphqnsus de Liguori geheel en al dezelfde is als die der Katholieke Kerk. En welke is die leer? Men neme maar even het vragenboekje: 263. Wat is liegen ? Liegen is iets zeggen, wat men weet of meent, dat niet waar is. 264. Is liegen altijd zonde? Ja, liegen is altijd zonde. 265. Wanneer is liegen doodzonde ? . Liegen is doodzonde, als deor de leugen iemand groot kwaad toe gebracht wordt. Dat is de leer der H. Kerk en dus ook die van den H. Alph. de Liguori. "We zonden nog verder kannen vragen: Waarom is liegen altijd verboden? Omdat a. God heeft ons het spraakvermogen gegeven, om daarmede onze ge dachten uit te drukken. Wanneer men het das tot het tegenover gestelde doel aanwendt, misbruikt men die gave. b. De menschelijke samenleving vor dert, dat men elkander vertrouwen kan; dit zon onmogelijk zijn,wan neer de lengen geoorloofd was (J. F. De Groot, Kath. Godsdienst onderwijs, pag. 279). Men ziet dos: de eenvoudigste Chris telijke leering geeft antwoord op de gewichtigste vragen en bevat eene ge loofsleer, waarover wij ons volstrekt niet behoeven te schamen, ook zelfs de meest ontwikkelden onder ons niet. Zijn sommige Theploganten in hunne wetenschappelijke werken soms van deze eenvoudige beginselen schijn baar afgeweken of schijnen hunne beweringen daarmede in strijd, dan blijft dat voor hmnne rekening en steunt slechts op hun persoonlijk gezag; de leer der Kath. Kerk verandert daardoor niet. Na het mij te hebben voorgelezen: Hij: Wil je wel gelooven, dat 't mij be gint te duizelen. Ik zou geneigd zyn te «eggen, dat deze citaten van De Tijd vloeken met de meeningen, die je mij toen duidelijk genoeg in Aertnys en de Liguori hebt laten zien l Hoe kan ik dat rijmen ? Ik: Je zult al hebben opgemerkt, dat het stukje in De Tijd geen antwoord is op mijn artikelen, en evenmin op de ontstelde vragen van zijne brievenschrüvende abonné's. Want ik heb niet het vragenboekje geci teerd, en evenmin Pater J. F. de Groot S. J., maar de Liguori. Bovendien zijn mijn aan vallen gericht op de leer der mentale restricties, en niet op die van den leugen... Hij: Mag ik even onderbreken? Mij als katholieke leek gaat in de eerste plaats de vraag ter harte, wat de Kerk als zoodanig leert, en pas in de tweede, wat zooals De Tijd-terecht zegt?sommige t heolog an ten hebben geleerd. Ik: Je kunt juist in dit geval niet het scherpe .onderscheid maken tusschen' het gezag der Kerk, en het persoonlijk gezag van den H. Alphonsus de Liguori. Immers terwijl de vragenbeekjes uitgaan van den bisschop voor zijne diocese, en terwijl de heer J. F. de Groot een particulier persoon is, wiens boek zonder gezag is, doch door het imprimatur enkel voor den katholieken kooper den waarborg bevat, dat het niets bevat strijdig met de katholieke leer, terwijl deze boekjes dus juist niet het minste kerkelijke gezag hebben, hebben de ?werken van den H. Liguori dit in de aller hoogste mate. Een commissie van theologen heeft met het oog op de zaligverklaring, fan 1797?1803 alle zijne werken doorzocht. Haar oordeel, dat er niets in stond, dat voor censuur vatbaar was (nihil censura dignum) is door Pius YII op den 15en Mei 1803 geratifieerd. De Tfjdredactie is dan ook in 't geheel niet op de hoogte, wanneer ze zegt, dat de Lignori alleen voor den geleerde bestemd is. Na die beslissing heeft Gregorius XVI in de bul der heiligspreking uitdrukkelijk gezegd: Het «'s heel bijzonder merkwaardig, dat zijne werken ofschoon hij een zeer vruchtbaar schrijver was, toch door DE GBLOOVIGEN zonder den minsten aanstoot kun nen worden gelezen (inoffenso prorsus pede Een flirtjeiMe m een nHmetoHerwijzeres DOOR CHEISTINE HOEKSTRA. IV. Het was Vrijdagavond. Miss Starton kleedde zich in een aardige, moeseline japon en trok haar balschoenen aan, in de hoop enige dansen te kunnen genieten, als een of ander welwillend persoon haar bij het spelen wilde aflossen. Al gauw na haar aankomst in het stad huis, waar het bal gegeven werd, sloeg de Londense de tonen aan van een vrolike wals. en onder de vele paren, die haar, tot verbiindendstoe,in groten getale snel voorbij gleden, merkte haar scheroe blik terstond Harold Chairly en Nellie Laafden op, om, voor zover als de piano en het spel het toelieten, hen, deze gehele dans door, niet meer nit het oog te verliezen. Miss Starton speelde, met uitzondering van slechts korte rustpozen, onophoudelik door tot tien uur. Gelukkig werden toen de verversingen rondgediend, en de post meester, die al vier van de acht nummers met Nellie Leafdea gedanst had, haastte zich nu om zich bij de pianiste verdienstelik te maken door haar te overstelpen met aanbiedingen van limonade, sandwi ches, jelly, koek, koffie en tee, waarvan Miss Starton evenwel na een kieskeurig beschouwen met haar scherpe ogen, beur muizesnuitje in z'n spitse plooi getrokken, slechts een sandwich en een kop koffie nam, onder de opmerking, dat ze iets hartigs en voedzaams behoefde en er met deze een voudige verversingen waarschijnlik nog het minst geknoeid was. Mr. Chairly zette zich onderwijl naast de perourri), zooals na een zorgvuldig onderzoek ervan is gebleken" Het boek vanGury,een compendium van de Liguori's moraal, is dan ook in Dnitsche vertaling (van Wesselaok verschenen, opdat het," zopals de vertaler zegt met geringere moeite zou kunnen worden gelezen" Eindelijk is de H. Al phensus door zijne verheffing tot doctor ecclesiae op een lijn gesteld met de aller grootste lichten der Kerk, met den H. Augustinus, den H. Bernhardus, den H. Thomas Aq, e. a. Je weet trouwens wel, dat aan den H. Alphonsus van boven af hetzelfde gezag wordt toegekend in theo logisch-mpreele quaesties als aan den H. Thomas ia wijsgeerige zaken, en dat beteekent wat! Hij: Maar daarom kan er toch moeilijk contradictie zijn tussohen de officieele moraal van de Liguori en de leeringen in de meer eenvoudige werken voor het catechismusonderricht ? Ik: Er is ook geen contradictie: het boekje van J. F. de Groot telt nog geen 300 paginaas en kan dus niet geheel vol ledig zijn. Aan de leer der mentale restric tie is alleen geen plaats gegeven. Hij: Maar staat nu bijv. omgekeerd de veroordeeling van den leugen ook in de groetere leerboeken? Ik: Zeker; zie maar Aertnys III 522, Voluntas fateum enuntiandi mendac essentiam constituit." Het wezen van den lengen bestaat in den wil, om een onjuistheid te zeggen." En verder: de wil om den naaste te bedriegen behoort er toe, opdat er van een lengen sprake kan zijn." En heel mooi is: Wanneer iemand den wil heeft iets onjuist te zeggen, dan liegt hij in werkelijkheid, zelfs al is het (toevallig) waar wat hij zegt." Nu vind ik alleen, dat het criterium voor het verschil tusschen een dagelijkse hè-'en een doodzonde niet moest zijn gelegen in de gevolgen der zonde. Kun je je geen ge vallen denken, waarin de leugen buitenge woon slecht is, al is de schade voor den naaste daarin moeilijk aan te wijzen? Hij: Ja, en ik ben van meening, dat er theologen gekomen zgn tot die 'rare' voor schriften omtrent dubbelzinnige antwoorden en mentale restrictie's voor overspelige vrouwen, alleen omdat zij de schade voor den man, die, de waarheid niet te hooren kreeg, niet konden narekenen. Ik: Dat is ook mijne meening. Maar let eens op: onmiddellijk op het hoofdstuk over den leugen volgt in Aertnys dat over de mentale restrictie. Nu laat ik je hier zien dat Aertnys bij de veroordeeling van den leugen alleen geschriften citeert, die wij beiden vereeren, nl. de Heilige Schrift, en de Opera van Augustinus en Thomas Aq. In het volgende hoofdstuk over de res tricties daarentegen citeert Aertnys opeens bovenal de Liguori, en dan natuurlijk Jezus Christus, zooals je je herinnert. En gaan we nu eens kijken in de Liguori zelf, dan vinden wij ten slotte bij hem de allerberuchtste auteurs geciteerd als Sanchez, bisschop Caramuel, Escobar, Leisius, Diana, Patritius Sporer etc. etc., schrijvers, die eens bij de meeste Katholieken en ook te Rome den naam hebben gehad, advokaten voor ware schavnitenstreken te zijn. Het verbod van den leugen is gegrond op het gezonde o.a. aan S. Augustinus ontleende beginsel: er mag geen tegenstrijdigheid zijn tusschen den inhoud onzer gedachten en den zin der woorden, waarin wij die uitdrukken, immers dat zou zijn: misbruik maken van Gods heerlijke gave van het spraakvermogen. Nu voel je wel, waar het heen gaat. Bewonder den subtielen gedachtengang: De zin der woorden mag niet strijden met wat wüwillen zeggen, maar de zin der woorden staat niet vast. Hij haagt van het verband af. Een woord kan b v. twee beteekenissen hebben. Ook kan ik bijv. de meer gebruikelijke be teekenis van een woord beperken door een geestelijk voorbehoud. De beteekenis van het woord is dan gewoonweg veranderd, en ik moet nu enkel, om niet in de zande van het liegen te vervallen, zorg dragen, dat deze veranderde beteekenis met mijne gedachten overeenstemt. Niets rationeelst dan dit! In Aertnys III, 526 zie je: Restrictiomentalis est, quando verba distrahunter a propia significatione per aliquam restrietionem mentalem interius conceptam, subintelligendo nempe aliquid, quod voce non exprimitur." De vertaling: Men heeft een mentale restrictie, wanneer de woorden hun eigenlijke beteekenis verliezen door een of ander innerlijk opgevat geestelijk voorbe houd door er nl. iets bij te denken, wat niet erbij wordt gezegd.'j cyniese dame neer, vroeg haar heel teer of ze niet moe was en of ze al iemand gevon den had om haar bij 't spelen af te lossen: zij zou zich anders te veel afmatten en dat wilde hij niet, hij was deze avond verantwoordelik voor haar. Hij kon ongelukkig niet spelen, anders zou hij haar zeker met plezier enige tijd aflossen. Maar ik zal mijn best er voor doen, dat er straks iemand anders een tijdje voor u speelt," zo vervolgde hij, en als het mij gelukt, zou ik u graag om een dans vragen, indien u 't mij toestaat; want ik ben er zeker van, dat u even bevallig zult dansen," en hij keek bewonderend naar haar kleine, nette voetjes, als u mooi kunt musiceren. Nu, ta-ta, ik ga iemand vragen dechristelike naastenliefde ten uwe behoefte te be trachten." Mr. Chairly had, niettegenstaande zijn ijverige pogingen, evenwel geen sukses, zodat Miss Starten verplicht was, haast onafgebroken door te spelen. Ten laatste keek ze iedere vijf minuten op haar hor loge, bevestigd aan een leren bandje, dat om haar linkerpols sloot, om te zien of het nog geen tijd was om op te houden. Ze was moe van het onophoudelik spelen, ver bitterd op die vrolike egoïsten en jaloers op Nellie Leafden, die aan alle dansen deel nam en dat zo dikwels met Mr. Chairly als partner. Eindelik was het twee uur. Men was bezig de Lancers" te dansen: daar sloeg Miss Starton enige zware akkoorden aan en hield plotseling op, voor dat de dans nog half ten einde was. Van alle kanten gingen er toen stemmen op, die riepen, schreeuwden of gilden van oh, Miss Starton!" En daarop sloot) ziet om de pianiste een kring van de meeste aanwezige dames en heren heen, die soebatte: Oh, Miss Starton, please finish playing this one. We want to go on with the Lancers so badlyl Just finish thip, do, Miss Starton." De muziekonderwijzeres stond kalm op Ziehier een VOORBEELD: Vraagt de rechter jou als getuige in een geding, waarbij Je kunt meenen, dat hij op onrechtmatige wijze ondervraagt, of waarin je de eenige getuige bent, of je iets van de misdaad weet, dan mag je natuurlijk niet zeggen: ik weet er niets van af" wanneer je wel iets weet. Want dat zon een lengen, en in dit geval zelfs een meineed zijn. Maar de beteekenis van het woord niets staat niet onherroepelijk vast. Zij hangt af, van den zin, dien het woord voor jou heeft. Denk je nu bij het woord niets: NIETS, WAT IK zou BEHOEVEN TE GETUIGEN, dan heeft het een andere beteekenis gekregen. En nu kun je gerust zweren: je weet er mefe van af." Het is geen leugen en geen meineed, want er is geene tegenstrijdigheid meer tussohen je gedachten en de woordbeteekenis. Dit alles op gezag van den H. Alphonsus, Aertnys, Gury etc. etc. kortom in de Seminariemoraal. Wanneer dus waar mocht zijn, wat Dt Tijd zegt, nl. dat de leer van den H. Alphonsus de Liguori geheel dezelfde is als die der Katholieke Kerk... Hij: dat kan ik niet aannemen! Ik: .... dan mag jij dus als katholiek geen leugen zeggen, maar je mag wel, wan neer de rechter je vraagt, of je met den beschuldigde, gesproken hebt, antwoorden, dat dit niet zoo is (al is het wel zoo), als je er maar bij denkt: over samenwerking tot de misdaad (Ligu. IV, 160). Jij moogt niet liegen, maar wanneer je huwelijks beloften hebt gedaan, die je niet behoeft te houden (bijv. wanneer het meisje van rijk ondertusschen arm is geworden), dan mag je de belofte ontkennen, mits er bij denkende: waardoor ik gebonden zou zijn (Aertnys III 528, 5°, c). Dat zijn ook geen leugens, dat zijn restrictiones mentales. Hij: En wat denk je dan wel, dat de reden is, waarom deze fraaie leer niet in de Groot en in den Katechismus is opge nomen ? Ik: Maar, goeie vriend, behalve het plaatsgebrek dan: er zou onder katholieken bij ons een storm van verontwaardiging over opsteken. Een geestelijke, die zoo iets openlijk doceerde, zou door jelui zelf ge boycot worden. Er zyn uitteraard talrijke geestelijken, bij wie de gezonde moreele natuur zich, meer of minder bewust verzet tegen al die aangeleerde beginselen. Hij: Daarvan ben ik overtuigd. Maar daarom vind ik 't niet minder schandelijk, dat büvelen onzer arme jongens op de seminaries het gevoel voor recht en de fijne moreele takt tot den grond bedorven worden. Ik: Ik geloof, dat het gevaar vooral daarom zoo groot is, wijl zij op een zoo jeugdigen leeftijd onder die leiding komen, en de suggestieve kracht van dat opvoedingssysteea»zoo ontzagwekkend groot is. Hij: Maar is er nooit door geestelijken tegen de Liguori's leer geprotesteerd ? Ik: Zeker, ik zou zeggen: natuurlijk! In het begin van de 19e eeuw is de Liguori's moraaltheologie door een aantal Fransche bisschoppen in hunne diocesen verboden, zoowel voor de geestelijken als voor de seminaries. Door den invloed van kardinaal Gousset is het gebruik van die ongeloofelijke moraal in Frankrijk geforceerd. De abbéJ. J. Laborde schreef tegen den laatste o. a. : Indien zijne (de L.'s) leer juist is, dan is de smalle weg van het Evangelie verbreed, of liever verlatfn, en de breede weg, die ten verderve voert, den Christenen aanbevolen." Katholieke bisschoppelijke bladen in noordelijke landen hebben her haaldelijk verklaard, dat de L's moraal niet voor de zedelijke behoeften der noordelijke volken, Haar voor die der Italianen ge schreven was(!) Deze uitvlucht hielp niet meer nadat de heilige bisschop van Santa Agatade' Goti in 1871 tot kerkleeraar benoemd was!! De Tijd bijv. zou dit argument niet meer kunnen gebruiken: ik zou antwoorden, dat deze vreemdsoortige 'Italiaansuhe' neigingen (waarvan kardinaal Kewman sprak in zijn strijd met Kingsley) zeker niet door de Kerk behoorden te worden aangemoedigd. Hij: Maar beteekent de uitroeping van S. Alphonsus tot kerkleeraar wel, dat al die schandelijke opvattingen in de practijk behooren te worden toegepast ? Ik: Er is een officieele uitspraak. In Frankrijk had een aantal geestelijken b u den Aartsbisschop van Bosanron, Kardinaal de Rohan-Chabot terecht geklaagd over de moraaltheologie van de Liguori als te laxistisch, gevaarlijk voor de ziel, en strijdig met de gezonde moraal. De bisschop richtte in 1831 OD raad van Gousset de en zei bits, I have been engaged to play till two o'clock, It is two o'clok now, so there is an end of it. Why should I oblige you people, after your inconsiderate treatment of me ? Grood bye, I hope you'll enjpy yourself," eindigde ze spottend en verliet de zaal. Mr. Chairly volgde haar en vroeg verlof haar naar huis te mogen brengen. Het spijt mij erg, dat u zo schier onaf gebroken moest spelen, zonder dat u een maal in de gelegenheid was te kunnen dansen. Ik kan u verzekeren, dat ik geen idee had de aanleidende oorzaak te zullen wezen van zo'n onaangename avond voor u, toen ik u vroeg de dansmuziek te spelen. Ik ben dus in zekere zin te blameren." M'n goeie man," zei ze hoog en scherp, u kunt het natuurlik niet helpen, en bovendien," vervolgde ze, cynies lachend, beschouw ik deze avond volstrekt niet als verloren of bedorven; want ten eerste heb ik de goede Boomsburgers van hun beste zijde leeren kennen, en ten tweede heb ik mij vermaakt met die smaakvolle japonnen en dat bevallige dansen van een aantal zogenaamde dames." Ach, ja, u zult u zeker hier wel vol strekt niet thuis voelen. Geleof mij, ik kan met u sympathiseren," zei de postmeester, beklagend, ofschoon hij anders altijd be weerde, dat Transvaal een puik land was en de Boeren uitstekende kerels waren. Miss Starton stortte nu haar hart uit, en Mr. Chairly troostte haar en sprak haar op zijn vleiende, zachte toon moed in. Het gesprek werd dan ook dra heel intiem en teer, zodat de postmeester, toen ze bij Mrs. Smits huisdeur aangekomen waren, snel een vluchtige kus op de wang van de dame durfde drukken, hetgeen haar een half-gesmoorde kreet van: Sir!" ontlokte. Oh, I hope you are not angry," smeekte de Engelsman vleiend, we were growing such friends. Say, you forgive me, pleaee do!" Good night, Mr. Chairly. 'Jhanks for volgende vragen tot de Sacra Poenitentiaria (zpoals je weet het opperste tribunaal der Curia Romana voor alle quaesties, die het geweten betreffen): lo. Mag een professor der theologie de meeningen, die de zalige Alphonsus de Liguori in zijne moraaltheologie voordraagt, geheel veilig (tuto) volgen en ze doceeren? 2o. Mag een biechtvader worden lastig gevallen, die alle meeningen van den Zaligen Alphonsus de L. in de biechtstoelpractijk volgt, alleen op dezen grond: dat de Heilige Stoel in diens werken niets gevonden heeft, dat voor censuur vatbaar zijn zou? etc" Het antwoord der Sacra Poenitentiaria d.d. 5 Juli 1831, en door Gregorius XVI den 22en Juli bevestigd, luidde: Op No. 1: JA, zonder dat hierdoor die genen berispt zouden worden, die de meenin gen van andere geapprobetrde auteurs volgen. Op No.2: NEEN, in aanmerking genomen de beteekenis, welke de voor de heüig spreking vereischte approbatie van de geschriften der dienaren Gods naar de bedoeling van den H. Stoel heeft. De leer van S. Alphonsus beheerscht dan ook alle R. K. Seminarie's. De compendia dier moraal van de Redemptoristen Neyraguet, Scavini, Clemens Mare, Aertnys en van Frassinetti, Sala en het meest verbreide boek van Gury S. J., verder van Gousset, Martinet, Kenrick, E. Muller, K. Martin etc. etc., die zich nauw aan die moraal aansluiten, worden over de heele wereld gebruikt. Men kan zeggen dat de Liguori's systeem alle andere verdrongen heeft. Hij: 't Is buitengewoon kras. Vooral omdat de uitspraak der Sacra Poenitentiavia zoo uitdrukkelijk zegt, dat ook andere auteur s dan de Liguori mogen worden geraadpleegd! En hebben de regeeringen nooit ingegrepen, om de verspreiding te verhinderen van zulke dwaalleeringen ? Ik: Ken je de Zwitsersche quaestie ? Neen ? Het ging over Gury S. J. 's handboek, waar eveneens heel wat rare streken instaan, alles volgens de leer yan den H. Alphonsus. Debatten over talrijke infame passages waren gevoerd in verschillende parlementen. In 1869 publiceerde A. Keiler een scherpe kritiek op Gury, opgedragen aan de over heid in het bisdom Bakel. De bisschop, Lachat, verdedigde Gury niet (hoe zou men Gury, Aertnys, etc. kunnen verdedigen!) doch wees er alleen op, dat het boek (evenals Aertnys) in zeer veel Enropeesche Seminaries werd gebruikt, en hij wees (zon der argumenten alweer) op de arrogantie van dien nen man, die zoo brutaal was, zich vooruit te dringen als rechter over het aanzien der Kerk van Jezus Christus en over hen allen, aan wie Jezus Christus de bewaring en de propagatie van zijn heilige leer, en de zorg voor het heil der onster felijke zielen had opgedragen, etc." De vertegenwoordigers der zeven kantons besloten daarop eenparig, van den bisschop te eischen, dat het in 1860 ingevoerde leer boek terstond van de Seminaries zou worden verwijderd, en de bisschop heeft moeten toegeven l Hij: Prachtig; maar aan zooiets behoe ven wij in Nederland nu niet te denken. Zouden al die geestelijken zich rustig voelen in zoo'n ellendig moraalsysteem ? Ik: Denk eens aan de suggestie, die er van al die pauselijke beslissingen moet uitgaan. Van tijd tot tijd protesteert nog een abbéof een curato, maar het impri matur krijgt hu niet en hij wordt terstond hard op zijn nummer gezet. Ik geloof, dat het te onzent alleen toe te schrijven is aan een geheime instemming met mijn betoog quoad rem dat tal van geestelijken niet protesteeren, en aan vrees voor schandaal, dat ze niet openlijk instemmen. Hij: Dan moeten de leeken handelen; het voorstel van den heer Brands Douglas heeft mijn sympathie. Ik: Pas op, mijn beste vriend, dat is al een vleug, van wat o. a. door den huidigen paus in zijn 'Paseendi gregis' laïcisme genoemd is. NASCHRIFT. De Tijd is zoo vriendelijk geweest, de rectificatie van een fout mogelijk te maken. In mijn artikel in de Groene van 16 Juni leze men voor: Bij het proces dat voorafging aan zijne heiligverklaring. Bij het proces, door drie achtereenvolgende pausen, zonder resultaat, ingesteld om Innocentius XI zalig en daarna heilig te ver klaren^ etc. Het ongehoorde feit. dat een herhaald IIIIIIIIIMMIIIIIII bringing me home," antwoordde de muziek onderwijzeres met plagende kalmte en wipte naar binnen. In haar slaapkamer gekomen, ging ze even voor haar spiegel staan en onderzocht haar gezicht: wat gloeiden haar wangen! De schitterende ogen neergeslagen, streelde ze zacht de plek, waar hij gezoend had en prevelde, What a naughty man hèis.... and how very selly am I." V De Woensdagmiddag daarop begaf Miss Starton zich naar de bibliotheek. Het was vijf uur en omdat het winter was en reeds een beetje donker, verwachtte ze bijna niet meer, nog iemand in de boekerij aan te treffen. Ze schrikte liehtelik, toen ze, bij het binnentreden van de bibliotheek, Mr. Chairly zag zitten. Toen hij bemerkte, dat zij het was, stond hij dadelik op en begon zenuwachtig een praatje over het weer, daar h\j niet wist en weten wou of zij al of niet boos op hem was om die kusgeschiedenis. Enigszins verbaasd, maar ook niet weinig gestreeld, merkte hij, dat ze als gewoonük tegen hem was en blijkbaar deed als of zij die zoen vergeten had. Nu, dan houd ik me maar zo onschuldig als een pasgeboren kind," dacht hij. Miss Starton ging nu naar de boekenkast om er een boek uit te zoeken, waarbij Mr. Chairly niet naliet haar galant te helpen. Al gauw had ze deze keer een boek naar haar zin; het was evenwel bitter koud in de bibliotheek, zodat de pianiste huiverde, en daarom stelde de postmeester voor een flinke wandeling te doen, ten einde warm te worden. Maar het is al laat," zei Miss Starton, we kunnen niet ver meer lopen." Dat hoeft ook niet, als we maar vlug stappen, zullen we wel gauw warm worden." Na enige tijd zwijgend voortgelopen te hebben, zei hij somber, Ik heb gisteren een brief van Mrs. Chairly ontvangen, langdurig proces om een paus, aan wien de kerk de veroordeeling van de kern der lasistische casuïstiek heeft te danken, (waarop ook nu weer de Tijd zich moest' beroepen) niettegenstaande de ijverige zorgen van Benedictns XIV, Clemens XI en Clemens XII, en den door niets gestoorden reuk van heiligheid, waarin Innocentius XI geleefd heeft en is gestorven, op niets is moeten uitloopen, is te wijten behalve aan Frankrijks tegenwerking, aan het gekuip der door de bewuste veroordeeling in het gedrang gekomen Jezuïeten. De Tijd doet het in 't eenigszins onhandig geschreven stukje voorkomen, alsof hij aan 't heele proces niet gelooft. Ziehier eenige argumenten van den advocatus diaboli: Inn: XI had den bisschop Pavillon van Alet geprezen om een brief, waarin deze het Jansenisme een spooksel had genoemd. Hij had den Bisschop van Pamiers na zijn dood geprezen. Hij had Dr. Arnauld meer malen van zijn welwillenheid blijk gegeven, zoodat 1682 't gerucht opkwam, dat Arnauld Kardinaal zou worden etc. etc. Wanneer zal de Tijdredactie eens de acht a negen rectificaties aanbrengen, waarop zijne meer ontwikkelde abonnés en mijne lezers zoolang zullen blijven wachten, als hun geloof aam de eerlijkheid dier redactie stand houdt? *** De Maasbode van 23 Juni laat haar licht" schijnen. De lezers van de Groene begrijpen voor 90 pCt. niets yan deze stukken. Alle be weringen daaruit zijn al lang weerlegd, in Duitschland en in Nederland. De heer L. Klawez heeft in een kerkelijk goedgekeurde Brochure de leer van de Liguori recht gedaan. (Wij hebben direct deze brochure besteld en noodigen bij deze den heer Klawez uit onzen medewerker te woo_rd te staan in dit weekblad). De schrijver in de Amsterdammer is natuurlijk een Apostaat". Wat wij streng afkeuren en ernstig laken is, dat deze ex-priester of ex-seminarist in dit z.g. neutraal' weekblad zijn theolo gische kennis uitstalt louter en alleen om zijn Moederkerk die hij natuurlijk reeds lang den rug heeft toegekeerd, te bespotten en te beleedigen. Daartegen ga ons krachtig protest! En wij vertrouwen dan ook, dat geen Katholiek nog langer in zijn huis zal dulden eea blad, 't welk zijn kolommen openstelt voor 't lage geschrijf van dezen apostaat. Negeert dien afvalligen schrijver; negeert het blad, dat zonder blikken of blozen zijn voor ons katholieken krenkende artikelen opneemt! Ziedaar de beste houding, welke wij tegenover dat geschrijf kunnen aannemen!" Tegenover dergelijke bestrijders baat slechts n middel: ze uit den weg te gaan! De strijdmiddelen, welke deze heeren ge bruiken, zijn ons te vies! Zij vallen u niet aan met het edele rapier, doch werpen u met slijk of ander vuil, gelijk een onbe schofte kwajongen uit een achterbuurt. Hun, die meer bijzonderheden wenschen te weten omtrent de leer van den H. Alphonsus over het geestelijk voorbehoud, raden wij met aandrang aan, het hierboven aangehaalde, kerkelijk goedgekeurde brochuurtje eens aandachtig te lezen. En wij binden het onzen geloofsgenooten nogmaals op het hart, zich toch vooral niet te laten verleiden door het verlokkelijke neutrale" etiquet der Groene", maar van stonde af aan, zonder pardon uit hun huis en omgeving te verbannen een blad, 't welk zonder schroom artikelen «pneemt van een anonymus, uit wiens geschrijf duidelijk blijkt, met welk een haat hij bezield is tegen de Kerk, wier kind hij eenmaal was." De schrijver der deskundigen artikelen, die aldus door de Maasbode beantwoord"! wordt, is noch ex-priester, noch ex semi narist noch apostaat. Wij meenen te mogen zeggen, dat hij in de Roomsch Katholieke Kerk buitengewoon veel bewondert en ver eert (net zooals wij). Maar als de Maasbode een deel mocht worden geacht van de R. K. Kerk, dan is het waar, dat wij dat gedeelte noch bewonderen noch vereeren. RED. cïiunst en Gijsbredt jan instel, Eerste avond van het Neder J. Muziekfeest. Opvoering door de N. V. Het Tooneel". Men kan zich, in dezen onzen tijd, geen tooneelvoorstelling denken waarbij niet, om waarin zij beweert, dat ik zeker niet' meer van haar houd, daar ik haar niet genoeg schrijf, en dat, ah ik doorga met haar zo te verwaarlozen, ze zich genoodzaakt zal zien, scheiding aan te vragen. Nu, ik weet heel goed, dat ze dat nooit doen zal; want wat zou ze zonder mij beginnen; maar toch hindert het mij, dat ze altijd zo klaagt en zeurt en zou ik graag vrpliker brieven van huis willen krijgen," eindigde hij wrevelig en sprekend als een verongelijkt kind. Een poosje daarna vervolgde hij, een beetje minder ontstemd en met een poging tot opgewektheid : Zoals u zeker wel bemerkt, Migs Starton, ontbreekt er ook heel wat aan mijn geluk en is u niet de enige, die door uw omgeving niet begrepen wordt en door onsympathieke mensen omringd zijt. U ziet in mij dus een lotgenoot en daarom zult u mij toch ook wel toelaten uw vriend te zijn, niet waar?" En onder het uiten van de laatste woorden keek hij haar verliefd in de ogen. Blozend en verlegen antwoordde de mu ziekonderwijzeres zacht: Zeker Mr. Chairly," en koket liet ze er op volgen: als u zich tenminste goed gedraagt!" Ik zal heel zoet en fatsoenlik zijn," zei hij vrolik en nam haar hand, al strelend, in de zijne, als u slechts belooft mij niet meer zo deftig Mr. Chairly" te betitelen, maar mij eenvoudig en hartelik bij de naam noemt: indien u Harold zegt." Toegestaan. En nu moet ik u zeker ver oorloven mij Enid te noemen, niet waar ?" Hij lachte. Veroorloof mij onze vriend schapsband te bevestigen met een zoen," en zijn arm om haar middel slaande, voegde hij de daad bij 't woord, wat zij, onder slechts flauw protest, toeliet. O!" riep Miss Starton plotseling ver schrikt uit, hoe donker is het al! Hoe laat is het wel, Mr. Chairly?" Ge bent onze overeenkomst vergeten, Enid," zei de postmeester lachend. Nu, Harold dan," antwoordde de dame

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl