De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 30 juni pagina 7

30 juni 1912 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 1827 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Hulde aan den tenorzanger P. de Charonnes Vrugt. (Twee portretten van hem, een op jonger en een, op onder leeftijd). vannes Vrugt, de toen reeds ongeëven aarde in populariteit, die zonder slag of stoot de reputatie van een groot zanger won (eenigszins ten onrechte), dank zij zijn krachtige, prachtige tenorstem, en een zekere bravour van zingen, die hem voaral bij de goede burger-gemeente een gemakkelijk succes bezorgde. Hij was nochtans een slecht muzikant, en de eritiek _ wees hem ook ter gelegenheid va»dit feest, op zijn onryth arische. zenuwachtige attaques, en zijn voort durend haasten. Feestdirigent was J. 8. van Bree, ditmaal dus eei geboren Nederlander, en een goed en degelijk musicus, hoewel het hier in Nederland chronisch heerschende chauvinisme hem als componist lllllllllllltlllllUIIIIIIUIIIIIIIIIIIIMIHIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIinilllllllMIMMI ETENSCHAPPEliJKE LXI. De KinemacQlor, In het laatst van 1909 heb ik in deze rubriek een toestel beschreven waarmee stereoscopische \inematographische beelden geprojecteerd konden worden, in natuurlijke kleuren. Dat systeem was afkomstig van Frieie- Green. Ter vervanging der zwart-wit opname, die gekleurd worden en het groote publiek ten onrechte in verrukking brengen, volgde Friete-Oreen een anderen weg. Zjjn methode is in hoofzaak de volgende: tegelijk met de lichtgevoelige film waarop de foto's gemaakt worden passeert een tweede film, dicht tejen de voorzijde der eerste film aan gedrukt, de lens. Deze tweede film bestaat uit opeenvolgende roode, blauwe en groene deelen, die ieier zoo groot zijn als n film foto. Het gevolg is dat de opeenvolgende foto's onderling ongelijk zijn; op n foto die alleen door de doorgelaten roode stralen gemaakt is, volgt een tweede die alleen door de doorgelaten blauwe stralen gemaakt is en dan een derde, gemaakt door groene stralen alleen, waarop weer een roode" opname volgt, enz. Bij het proj meteoren laat men wederom de beide films iegelijk de projectielamp passeeren, zorgende dat de roode filmstukjes juist op de opnamen liggen die by' rood licht gemaakt zijn, enz. Op het projectiedoek verschijnen dan achter elkaar een foto, die alles vertoont wat rood was in de wer kelijkheid, dan een foto die al het blauwe vertoont, dan een die al het groene vertoont. Ons oog kan de snel volgende beelden niet Fig. 2. DBHL VAN, BLOBMENFILM (vergroot). R i»de opmune die door het roode deel van het licht gemaakt i»; de andere il bij het klauwgroene deel van het licht gemaakt. Wat in R zwart i»en in de andere opname inrit (b.v. het rechter-ondertte deel der bloemgroep} wordt op het doek rood. Zie verder bijgaand artikel. op een te hoog voetstuk stelde. Aan hem was de compositie opgedragen van een feestcuverture met koor, en hij liet zijn zangers jubelen: Toonen, die het hart ontgloeien, Mogen van uw lippen vloeien Bij het plechtig vreugdefeest. L«at geen leed den boezem prangen, Spant de snaren, stemt de zangen, Opgetogen, blij van geest. Hij schijnt dit niet geheel conventioneel gedaan te hebben, want de eritiek opperde het bezwaar, dat zijn werk niet statig en breed genoeg was, en te veel i»den Opera-comique-toon" verviel. Dit zou wellicht kunnen bewijzen, dat hq natuurlijk en frisch geschreven had, en niet geofferd aan de holle pathos, uit elkaar honden en ziet een combinatie van alle drie, en wel in de natuurlijke kleuren. Zooals men na kan gaan, zijn er dus drie opnamen telkens gekomen in de plaats van n opname in de zwart-wit-films. Er moet dan ook drie maal sneller geprojecteerd worden, de film moet drie maal langer zijn, dan bjj de vroegere kinemafilms. De Kinemacolor, die Amsterdam alweer verlaten heeft, dank zy de uiterst geringe belangstelling van het publiek, dat meer houdt van drakenfilms in onnatuurlijke kleu ren, berust op een andere systeem, dat uit gedacht is door Albert Smith en dat toegepast wordt door de Drban Bioscope Co. in Londen. Dit systeem is veel eenvoudiger dan het hier boren beschreven van Green, en geeft toch zeer fraaie resultaten, die zelfs by de dikwijls vertoonde en daardoor nog al ge sleten films te apprecieeren zijn. Voor dat ik het systeem beecnrqf, moet ik eenige opmer kingen over ons oog vooraf laten gaan. Met een glasprisma kan men wit licht (b.v. het gewone zonlicht) ontleden in de regenboogkleuren of spectrum. Brengt men, met een lens of een ander hulpmiddel deze kleuren weer by elkaar in n punt dan vormen zij samen weer wit licht. Onderschept men van den bundel gekleurde stralen een deel, dan vormen de o verblijvenden samen geen wit licht meer maar gekleurd, dat als 't ware uit de rest der niet-onderschepte stralen is gecombineerd. Onderschept men de roode kleur dan vormt de rest der kleuren «amen een blanwgroene kleur. DIT rood en DIT blauwgroen heeten complementaire kleuren, omdat zij samen het geheele spectrum bevatten en dus elkaar aanvullen kunnen tot wit licht. Een tweede opmerking betreft ons eigen oog. Wanneer een lichtstraal op ons netvlies gevallen is en er een lichtindruk gegeven heeft, is na het verdwijnen der lichtstraal de licht indrnk zelf niet dadelijk verdwenen maar blijft nog eenigen tijd (ongeveer n zevende deel van een seconde) bestaan, d. w. z. wy zien een of ander beeld nog een zevende seconde nadat het eigenlijk al verdwenen is. Indien nu een aantal lichtindrukken aan ons netvlies gegeven worden, die elkaar met zeer korte tnsachenpoozen opvolgen, liefst nog korter dan een zevende seconde, dan meenen wij een onafgebroken gebeurtenissenserie waar te nemen. Hierop berust de gewone kinematograaf, waarbij een film met opeen volgende opnamen snel langs de projectielecs bewogen wordt. Daar de even blijvende lichtindruk, het nabeeld, in die V' seconde steeds zwakker wordt, zou een film, die slechts zeven beelden per seconde projecteerde wel den indruk geven van een doorloopend ge beuren, maar met zeven maal wisselende helderheid, omdat eennieuwe heldere indruk aansloot bij een verzwakte vorige indruk. Daarom worden by de gewone kinematograaf 20 opnamen per seconde geprojecteerd. Nu kunnen wy de Kinemacolor van Smith nader bespreken. Terw\jl b.v, Friese-Green-systeem met drie kleuren werkt, die samen wit kunnen geven, werkt Smith slechts met twee kleuren, n.l. rood en blauwgroen, die zógekozen* zjjn dat zy samen wit geven. Dit geeft natuurlijk een groote vereenvoudiging daar het eene systeem drie opnamen noodig heeft tegen twee in het andere, wat een besparing geeft van een derde der heele filmlengte. Maar ook de die tot de mode behoorde van den tijd. Terder vermeldde het programma een psalm van Naumann, Allegro eener symphonie van J. W. Wilms, Hymnen voor koor van L. von Beethoven, Symphonie van L. Maurer (de keuze van dit werk werd nogal gewraakt), de ouverture Oberon van C. M. von Weber, een cantate De slag bij Tiemwpoort" van J. Gr. Bertelman, en het slotkoor uit de Messias van Handel. Bertelman's Slag bij Nieuwpoort" was het hoofdwerk, waarop veler verlangen zich spitste, en dat, naar men meende, met deze groote koor- en orkest-massa bizonder tot zijn recht zou komen, beter dan bq de eerste opvoering ter gelegenheid van het vijftigjarig feest der maatschappij Felix Meritis", waarvoor het gecom poneerd werd. Van Bree was een leerling van Bertelman, «n ondernam dus ver moedelijk de uitvoering met bizondere voorliefde. Voor den toon, waarin de tekst van dit werk door H. H. Klrjn geschreven was, getuige het eerste koor, dat op de volgende wraakgierige en bloeddorstige wijze inzet: Broeders, komt, ontrolt uw vanen I Wet uw slagzwaard l blaakt van moed! Straft d'ontmenschte Kastieljanen! En verdelgt dat ruig gebroed! Zuivert van hun vloek dit strand! Bedt het worstlend vaderland! Men verznime niet op te merken, dat in dit gedicht achter eiken regel «en uitroepteeken staat, een blijk van vlammend enthousiasme, dat zoo kort na den opstand van 1830 zijn uitwerking niet missen kon. Een daverend applaus beloonde de uit voering van dit romantische werk met tromgeroffel en knaleffect, en ook de eritiek had er veel lof voor. Over het algemeen was ook dit muziek feest een belangrijk succes, aan toe hoorders ontbrak het niet, aan lofspraken op de medewerkers evenmin, en Van Bree werd door den koning geridderd. Intusschen eindigde het ten slotte nog met een droerigen dissonant, want een der vurigste en geestdriftigste bestuurs leden van de afdeeling, de heer van S winden, die al zijn tijd en werkkracht had opgeofferd, om het te doen slagen, werd ernstig ziek, en stieif zeer kort daarna. En aldus was het verloop van het eerste groote Nederlandsche muziekfeest te Amsterdam gehouden. Het volgende in 1840 was opnieuw te Amsterdam, en een geheele reeks van andere in alle plaatsen des rijks volgde. Ze zullen echter amper de stemming van geestdrift en jonge kracht bereikt hebben, die van deze eerste feesten uitging, met spanning verbeid, en met hart en ziel gevierd, en zeer vruchtbaar voor de ontwikkeling van ons muziekwezen, dat er een niet gering gedeelte van zijn tegenwoordigen bloei aan dankt. IIMIIIIIIIIIMIIIIIIIIinilllllllItUltlllltllltllllMUIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII KINEMACOLOR KIM'MACOLOR P\IIM Fig. 1. NAAMFILM (vergroot). I en III zijn rooA-licht-opnamen, II en IV blauwgroen-lichtopnamen. Zie verder bijgaand artikel. manier waarop de opeenvolgende opnamen gemaakt worden, beurtelings bij een der kleuren is veel vereenvoudigd. In plaats van de tweede film uit gekleurde stukken bestaande die tegelijk met de echte film langs de lens loopt, draait Smith voor zijn lens bij de opname snel een schijf rond, die uit een doorschijnende roode en een blanwgroene helft bestaat, zoodat van de lichtstralen die het voorwerp naar de lens zendt, nu eens alleen de roode stralen doorgelaten worden en dan weer alleen de blauwgroene stralen. Regelt men het draaien van deze kleurschyf zoo, dat telkens by een nieuwe opname op de gevoelige film, de twee klenrscbijfhelften in e! kaar a plaats zijn gekomen dan krijgt men op de film achtereenvolgens foto's die alleen gemaakt zij n door alles wat rood is of door alles wat blanwgroen is. Een wit lichaam zal dns, daar wit uit rood en blauw groen bestaat, op beide opeenvolgende op namen der film zichtbaar zijn, eens dankzij zijn roode stralen en eens dankzij zijn blanw groene stralen. Daarentegen zal een rood voorwerp alleen op n der opnamen zicht baar zijn, maar niet op de volgende, omdat het roode voorwerp geen blauwgroene stralen uitzendt, die het blanwgroene deel der kleurschijf konden passeeren, maar alleen roode die door dit blaawgroene schijf gedeelte tegen gehouden worden. Dit betreft alles het opnemen der film, waarbij ook van groot belang is dat de film uit de vertooning van Dr. F. v. Eeden's: Lloba" op Zondag 31 Juni op Duin- en Kraidberg, landgoed van den heer J. T. Cremer ta Santpoort. Natuurtooneel voor Lioba op Duin- en Kraidberg. nu iiiniii u MIN iiiiiim n mul MUI MUM in mm limmimmmm miimmmmmnumimmn (Mian. Vrachten schaarsch. Vooruitzichten op oogst weinig bemoedigend. Kool over vloedig. U|en flauw." (Handeltber. N. Ct.) Dit is, zooals men ziet, uit de handels berichten en niet uit een kamerverslag. HERHAALDE WAAKSCHÜWINOBN. 1. Tegen het gebruik van vreemde termen, Dj minister beschouwt dien moord op het grootbedrjjf eenvoudig als qiantiténégligeable." (De Vod.) zógeprepareerd wordt dat ny voor alle kleuren gevoelig is, dus een dergelijk verschil vertoont met een gewone film als een pancbromatische gevoelige plaat met een gewone gevoelige plaat. Het gevolg is dat alle kleu ren een indruk op de film kuanen maken, wat t>üeen gewone film niet het geval is, waarbij rood zwart wordt en paars als wit verschijnt. Nu de projectie der film. De negatieffilm die bij de opname verkregen is, wordt afge drukt tot een positieffilm, die als een serie lantaarn plaatjes de projectielantaarn passeeren moet. Maar na zorgt men dat by het pro jecteeren weer de projecteerende lichtstraal de bovenbeschreven kieurenectiyf moet pas seeren die ronddraaiiende zich zósnel be weegt dat doorgelaten rood licht juist de opname projecteert die bij rood licht gemaakt is en doorgelaten blanwgroen licht de vol gende opname projecteert, die big blanwgroen licht gemaakt is, enz. Op het doek verschijnen dus achter elkaar roode en blauwgroene beelden in geweldige snelle opvolging. Het roode beeld blijft even in ons oog beataan en wordt overdekt door het volgende blauwgroene beeld, en deze twee samen zien wy als n geheel in natuurlijke kleuren. Een voorwerp dat alleen in het roode beeld zit en in het andere ontbreekt zien wij rood; een dat alleen in het blanwgroene beeld zit zien we blauwgrosn. Wat in beide ontbreekt is zwart voor ons oog; wat in beide voor komt is wit voor ons oog. De andere kleuren ontstaan door menging van verschillende porties rood en blauwgroen, doordat op beide opnamen het voorwerp een zwakkere of sterkere indruk gemaakt heeft.?Omdat twee opnamen eigenlijk gelijk zijn aan n met wit licht moeten er om geen helderheidswisselingen te geven twee maal meer opnamen per seconde geprojecteerd worden dus ongeveer veertig per seconde. Daar de kleurschyf veel licht opslorpt van de projecteerende licht bron, moet deze veel sterker zyn dan anders en de Kinemacolor gebruikt koolspitsenlicht met een sterkte van 8000 normaalkaarsen, d. i. ongeveer tweemaal sterker dan gewoonlijk. Daardoor zijn de beelden volttrekt niet lichtzwakker dan anders. Het grooter aantal projecties per seconde eischt een veel vlugger loopende motor, maar geeft het groote voordeel dat geen vlinder" voor het apparaat noodig is, waardoor by' een gewone kinematograaf telkens de lichtstraal even onderbroken wordt, als een nieuwe film opname de plaats van de voorafgaande inneemt. Beweegt men de hand met uitgespreide vingers snel voor de oogen heen en weer, als men naar het scherm kijkt, dan ziet men de roode en blanwgroene kleuren van elkaar gescheiden omdat de snel bewogen hand als een soort momentslniter werkt, die nog snel ler gaat dan bet projecteeren der beelden. Ook zeer dicht by het projectie scherm staande kan men de opeenvolgende roode en blanw groene beelden nog van elkaar onderscheiden. Hoe verderaf, hoe beter dus voor den toe schouwer. De diepte of perspectief die de beelden duidelijk vertoonen, meende ik te moeten verklaren door het verplaatsen van het toe stel tijdens de opname, zoodat de afge beelde voorwerpen des te meer zich verplaat sen des te dichter zy by het toestel stonden. Volgens den technischen leider der kineWelk eea rumoer in caau heeft de benoeming van Prof. Noordzij ver wekt I" (N. Kerkbode.) ; In de gallerie werd het déjenner gereserveerd." (U. D.) Spreker ontkent voorts, dat de repu tatie, die in bet laatste gedeelte van den opleidingstijd noodig is, ten nadeele van het onderwijs zou zijn; integendeel, herbaling is een zegen voor het onderwijs." (O. H. Ct.) 2. Tegen roekelooze beeldspraak. De heer Van Ontheven schrijft in Foi et Vie. over Koningin Wilhelmina mm miiiimiiiiiiiimmmimiiiiiiimiiiiimiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii, macolor zonde de kleuren zelf de oorzaak zijn van de perspectief die wij zien, hetgeen niet onmogelijk is daar paarden in snelle galop naderend in een flikkering van rood en groen verdwijnen ah zij al te dicht naderen. Ter toelichting moge de bijgevoegde filmstukken dienen. In fig. l is een deel der naam-film afgebeeld (wat op de afbeeldingen zwart is, is in werkelijkheid doorschijnend; wat wit is, is in werkelijkheid ondoor schijnend). De stukken I en III bevatten de naam, de stukken II en IV niet. Bij da opname is de naam n.l. rood verlicht ge weest. Dus op de blauwgroene opname verec o een geen lichtindrnk der letters. Bij het projecteeren passeert rood licht de letters van I: het volgende blauwgroene licht stuit tegen het ondoorschijnende stuk II, dan weer rood door III enz. Vandaar dat de naam rood op het doek komt. Stond de naam op alle opnamen even helder doorschijnend, dan zou op het doek de naam in het wit verschijnen. Fig. 2 geeft twee opeenvolgende opnamen uit een bloenenölm. In 4e bovenste (blauwgroene) is het rechter ondergedeelte der bloemengroep wit en is de onderste (roode) opname veel donkerder. Het blanwgroene licht passeert in dit gedeelte de bovenste foto byna niet; het roode licht de onderste foto wel; dus de bloem zien we op het doek rood. Dito de meest links gelegen bloem in beide opnamen.In fig 3 is het niet moeilijk te zien dat in de bovenste (roode) opname de fachsia's een verschillende indruk gemaakt hebben als op de onderste opname, zoodat de doorgelaten roode of blaawgroene kleurporties zeer ver schillend zullen zijn. Ten slotte: draait men de film op verkeerde manier af, zoodat groen licht de rood-licht opname passeert en rood licht de blanwgroene opname, dan ziet men in plaats van een roode tnlp met groene bladen een groene tulp met roode bladen, enz. Het eenige wat te betreuren is, dat gezien de Amsterdatnsche ervaringen, de wetenschap nog niet concvrreeren kan met draken-verlekkingen. P. VAN OIST. Fig. 3. DBKI, VAN BLOBMBÜTFILH (vergroot.) De fuchria's hebben in de rood-licht-opname (R) een heel anderen indruk gemaakt dan in de blauwgroen-lieht-opname. Zie verder bijgaand artikel.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl