Historisch Archief 1877-1940
Na 1828
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Trtti Fnttl
Wat zijn de mannen in Nederland toch te
beklagen l Hoe treurig U het TOOI hen,
zaoederi, ecbtgenooten, «asters en dochters
te bezitten, die i*óminderwaardig «ijn, dat
zfl bet vertrouwen niet verdienen, dat de
Mannen in Noorwegen, Finland, Engeland,
Schotland, Ierland, Danemarken, IJsland,
Zweden, Bniland, Bohème», Zuid- Australië,
Canada, Wyeming, Utah, Idaho, Colorado,
Washington en Californië wel in hunne
Trouwen kannen stellen l
Het ergste ia, dat nit zulke minderwaar
dige moeders ook minderwaardige ionen
geboren moeten worden, dat is het onver
mijdelijk gevolg. Het beteekent dus ... een
geheele degeneratie van ons ras l Arm
Nederland!
De vrouwen moeten vooral niet verzuimen
deier dagen teer nauwkeurig de couranten
te leien; want dat is meer dan leerrijk l Zij
leeren daardoor soo goed de meerderwaar
digheid van den man erkennen en hoe
voortreflelrjk de politiek is ran alle staten,
vooral ia. die waar sten vrouwenkiesrecht
bestaat
Mochten wjj eenigen tijd geleden leasen
putten uit de buitengewone kalme, waardige,
booge houding v»n sommigen onzer eigen
Kamerleden, alsook van de leden in den
DuitBchen Rijkadag, deier dagen verlustigt
men zien in het verheffende schouwspel van
den strijd toaschen Taft en Boosevelt, maar
nog het meest over de boven allen lof Ter
neren wijze, waarop hetHongaarsche mannen
Parlement 's landa zaken behartigt.
Een van de tegenstanders, die in Zweden
medegeholpen heeft om het wetsontwerp
voor volledig vrouwenkiesrecht in de Eerste
Kamer taa dat land te doen vallen, is pro
fessor Thyrén. Hu motiveerde dit met een
voer mij en wellicht ook voor anderea fonkel
nieuw rechtsbegrip, dat hij als volgt inkleedde:
Wat nuttig is voor de samenleving heeft
geen rechtsgronden noodig; en voor hetgeen
schadelijk is, helpen k weer geen rechts
gronden." M. a. w. de heerschappij van recht
en billijkheid wordt opgeheven. Aan geilen
de Zweedsche Tweede Kamer met inlk een
groote meerderheid vór vrouwenkiesrecht
stemde, sal dit vraagstuk altjjd en altijd weer
ter sprake komen, totdat het eindelijk is
verkregen.
Is het wijs en rechtvaardig den strijd te
verlengen en aldus al de werkkracht en tijd
daarvoor besteed aan ander werk te moeten
onttrekken?
Maar volgens bovengenoemden professor,
lid der Eerste Kamer, is dit een overbodige
vraag, wanneer men recht en billijkheid
maar nit de wetgeving schrapt I
Op voorstel van den journalist Brailsford,
den seherpiinnigen politicus, die ook als
Vice- Voorzitter van den Engelschen
Mannenbond in alle richtingen de zaak der vrouwen
bepleit en helpt, sullen de Parlementsleden,
die eerst tweemaal \66i en in Maart tegen
de Versoeningswet gestemd hebben zoodra
in eenig district, waarvan zulk een afvallig
candidaat afgevaardigde is een verkiezing
plaats heeft, tegengewerkt worden ; tegenover
hem sal een candidaat der Arbeiderspartij
gesteld worden en deze tegen- candidaat zal
met alle macht gesteund worden door den
Mannenboni en door alle vereenigingen voor
vrouwenkiesrecht, die bij de groote Federatie
tiiiiiiiiiimiMiiiiniiiiiiiiiMiiiiimiiiiiiiiiiiMiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
UIT DB NATUUQ.
DLXXXIV. Wormeoregen.
Zootls er een fabuleuse gerstregen bestaat,
die, niet uit de wolken komt en geen anderen
oorsprong heeft dan een buitengewoon voor
spoedige groei van apeenkrnid-okselknolletjes,
zooals er in de volksverbeelding een
miracmleuse paddenregen kan vallen die evenmin
van celesten aard is, maar niets dan een
geval van overmoedige amphibiën-ontwikke- .
ling, zoo komt er ook van tijd tot tijd een
wormen-regen voor.
En dit schijnt mij, afgaande op de draad
wormen die mij worden toegezonden, dezer
dagen op verschillende plaatsen van ons land
het geval geweest te zijn. Atmospheriache
oorzaken zijn het, die de omstandigheden
doen aamenloopen, welke noodig zjjn om
dergelijke phenomenen 166 krachtig te doen
uitkomen, dat zij voor het volk spreken; en
dan komt dit volk al gauw met een gereede
verklaring voor den dag.
Zoo zal ook deze voorzomer met zy'n talrijke
warme regens en onweersbuien, zoo nuttig
voor den plantengroei, de vruchtbaarheid
van de kleine wereld van aarde en water wel
zeer sterk bevorderen.
Maar al is het water dat vit de lucht op
de aarde valt, lang niet altijd water en niets
dan dat, wormen, volwaaaen wormen, regent
het nooit, evenmin als gerstekorrels of pad
den. Alleen de bloedregen kan nog iets met
wind en wolken te maken hebben, daar deze
de sporen kunnen dragen van de bloed-algen
die somtijds de sneeuw en de bergwanden
bloedrood kleuren.
De lange, dunne wormen die in de laatste
weken in tallooze massa's te voorschijn
komen, zijn er elk jaar wel, maar dan schijnen
ze niet in voldoend aantal voor te komen,
om de aandacht te trekken van hen die er
niet opzettelijk naar zoeken. Begrijpelijk is
het dan ook, dat n van hen die mij van
de week een fleschje met deze diertjes zond,
er bij schreef: Ik vond ze na een onweers
bui. Toevallig bracht een arbeider mij van
middag weer zulke draadjes. Hij heeft al
veertig jaar in den grond gewroet, maar nog
nooit had hij zoo'n dingetje gezien. Alge
meen zijn ie dus zeker wel niet."
Neen algemeen niet, dat wil zeggen : niet
in zulke massa's, dat de vochtige veenbodem
zijn aangesloten. Slagen ijj er in zulk een
voorstander in het Parlement te krijgen, dan
verzwakken «ij voor bet oogenblik weliswaar
de regeeringspartij, maar hun ipeciaal doel
wordt er mede bereikt en dit is thant de
etrtte eiseh.
Be W. P. S. U. heeft zich daartoe niet
verbonden. Zij, de militanten, honden zich
aan een voortdurende oppositie tegen de
regeeringspartij.
't Valt zwaar
aan kind en vrouw, door hmn af hanklijkheid,
in te zien dat bun heer, bij al zijn macht,
hun smarten niet beheerscht, en niet kan
't leed, dat zij danken, al»al 't goed f aan hem!
(?Lioba", dr. F. VAM EKDBN).
*) Cnrsiveering en vraagteeken van mij.
N. MAKHTBUH?DE Wnr HTOBKTB.
Dtor hoogt zeeën, naar het Engelach van
W. W. JAKOBB. uitgave Schellens en
Giltay, Amsterdam.
De liefdes-histories van Hanna Hartley en
Bobert Tyner, van Cecily Willett en Kapitein
Trnefitt, van Snianna Chinnery en Kapitein
Trimblett, van Bosa Jelks en bootsman
Waltere; en ik ben nog niet geheel zeker
of ik geen hnwelijk-in-wording heb over
geslagen. Doch de lijst is eerbiedwaardig en
het pleit voor bet, hoewel eenigsslns
goedkoope, vernuft van den schrijver, dat hij nog
eenlge afwisseling wist te brengen in deze
verschillende ingewikkelde verhoudingen,
die alle gemeen hebben, dat- ze als amusant
bedoeld zijn en doorloopend
geforceerdkoddig uitvallen.
Wanneer daar niet de groote
huwelijkslijnen in dit boek warea, ton het in enkele
losse humoristische typeeringen uiteenvallen,
slordige notities van
zeemans-eigenaardigheden In woord en daad. Er is wel iets
gemoedelijks in sommige zeemans-typen, doch
over 't algemeen solt de schrijver wel wat veel
met zijn sujetten en schijnt hij zelf het
kinderlijkst behagen in hun grollen te scheppen.
Doch wie heeft dit boek voor kinderen
bestemd en gemeend, dat zjj tot hun ge
noegen en verstrooiing zinden peuren uit
deze grove charges? Voor zulke lectuur acht
ik ons kind toch henach te goed, en onze
tijd genoegzaam ontwikkeld om de uitgave
van Door hooge zeeën" als Hraterboek tot
een belaeheiykheld te stempelen. Aan druk
en uitvoering is weinig zorg besteed, terwijl
de penteekeningen van Will O wen te mooi
voor dit boek mijn.
Uitgevlogen, een boek van jong leven
voor jonge menachen, door LINA VAN
, BÜSSUM (F. J. Valkhofl-Jonkhcfl), ver
sierd door W. ,C< DRUPSTEE». Uitgege
ven b}} W. Hilarius Win., Almelo.
't Is een simpele geschiedenis, zonder
romantische spanning, zonder gezochte tra
gische conflicten, doch zoo maar stil-weg
neergeschreven, met veel liefde voor
sterkdoorleefde gebeur t en IE sen en zeker met den
wil om getuigenis te geven". Getuigenis
van 'n onbekrompen levensopvatting, van 'n
mild ouderlijk en paedagogisch besef. Vr
van drakerlg achooljnffen-gedoe, heeft
Uitgevlogen" een overwegend paedagogische
tendenz, door het ontbreken van wat bijna
in ieder specimen van kinderliteratuur zoo
vooropgezet wordt: het absolute weten van
ouders en onderen, hun onvervreemdbaar
llllllllHIHimillllllllllHIMIIIIIIIimillMlllllinilMIIMIIIIIMIIIUmlMIIMIII
er .op .enkele plaatsen van krioelt. Toch
werden mg ook verleden jaar twee of drie
maal, en soo byna elk jaar, zulke wormpjes
teegezonden met de vraag wat het zijn kan.
Het is een diertje zoo dun als naaigaren,
grijs, bruin of gevlekt en zoo lang als een
vinger als het geheel rechtuit gestrekt wordt.
Maar dat doet het niet vrijwillig, het is voor
het bloote oog een lang, fijn, kronkelend
licht of donker draadje, meer niet; en een
spittende boer of een wiedende tuinier moet
heelemaal niet bijziende zijn als hij ie zal
opmerken; tenzij alweer de massa zoo groot
is, dat de aarde er kleur" door krijgt.
Hoe eenvoudig van vorm die levende be
weeglijke draadjes garen ook zijn, hun levens
wijs is belangwekkend genoeg. Toen ik ze
voor de eerste keer gestuurd kreeg, zei ik
op den vorm afgaand, dat zij a draad wormen
of Gordiaaneche Knoopen. Daar gelijken ze
inderdaad veel op! Ik heb over dit merk
waardige dier, de Gordias, al eens wat ver
teld. Het is een waterworm die al naar de
soort in het lichaam van visschen of
waterkevers parasiteert. De jonge pas nit het ei
gekomen larve boort zich met een bijzonder
daartoe ingericht toestel in het lichaam van
muggenlarven in. Daar verandert het diertje
van vorm en kapselt zich in, op de manier
van trichinen.
De roof kevers of viaechen na, die deze
larven opeten, hebben een leelyk koopje; de
larven ontwikkelen zich tot draadwormen,
die een verbazende lengte kannen krijgen;
ik heb het achterlijf van een kever er wel
eens totaal mee gevuld gevonden. De kever
steift van de misère en deGordins
verlaat als geslachtsrjjp individu,
mannelijk of vrouwelijk, het doode
lichaam van zijn waard; dikwijls
echter ook al vór de kever dood is.
Onbegrijpelijk is het, dat de met
Gordins bezochte kevers, ook al
het geen waterkevers zijn, toch tegen
den tjjd dat de Gordins rijp is, het
water gaan opzoeken. Let maar eens
op, hoe vaak ge na in dezen tyd
verdronken loopkevers aan de op
pervlakte van een sloot of vijver
ziet drijven. Zoo'n drenkeling is
meestal een gewezen hospes van een
Gordins. Dat het geen zeldzaam
dier is, bewijzen de talrijke ineen
gestrengelde wormen, soms tot ware
recht op eerbied en onderdanigheid van
kinderen.
Ouders behoeven over dit boek niet in
angst en vreeze te zijn: het is niet revolu
tionair van bedoeling, noch van toon. Kin
deren, jonge menschen, zullen er niet door
aangehitst worden tot verzet en ontkenning
van ouderlijke rechten, ze zullen enkel af en
toe pijnlijk voelen, dat ze iets missen, wan
neer ze zich inleven in de fijne stemmingen
van het boek en in de denksfeer van de
meest sympathieke personen.
Het huiselijk interieur nit het eerste
hoofdstuk ia zoo intiem, 100
bekoorlijkgezellig, de toon die er beerscht zófrank
en waardeerend, zoo hartelijk en
gezondspottend, dat men haast zou gelooven in een
ideaal" gezin te zijn. Maar dit is juist Lina
van Bnsanm'a verdienste: haar menschen zijn
geen engelen; se willen enkel het goede en
geven graag iets van zich zelf zoo het voor
een ander waarde mocht hebben. Overal
waar de lezer met hen in aanraking komt,
zijn zedeor en door waar, in hun itrjjd.tln
hun goede en verkeerde handelingen. Zoo
veel pijn in jonge levens wordt bruutweg
onder den voet geloopen, doch in
Uitgevlogen" wordt dese materie gevoelig, en ge
lukkig zonder 'n zweempje sentimentaliteit,
behandeld. Ik denk aan de liefde van Fred
Grnnert voor Corrie Buding en zoo zijn er
nog meer fijne trekje;.
Het verhaal van Corrie Budings leven
thuis en in 't Gooi, haar kennismaking met
Hans ter Weele, den kunstschilder, die in een
hutje op de hei woont, het langzaam groeien
van hui verhouding tot een huwelijk, is, ik
zei het al, simpel, o zoo simpel, maar 'n
boek als dit is 'n zegen door de warmte en
onbevangenheid, die er uit stralen. Ik zie het
graag in handen van jonge menschen, die
voor 't eerst in strijd met zich zelf geraken,
en zich niet klaar zijn. Het laat niet onbe
vredigd en geeft naast ernst en diepte veel
kostelijke humor, die nooit vulgair wordt.
Van bouw is het boek iets te fragmentarisch,
wat door de korte hoofdstukken eenigssins
in de hand gewerkt wordt, terwijl het laatste
hoofdstuk zonder schade zou kunnen vervallen.
De versierende prentjes van W. C. Drupsteen,
zijn wel eens meer versierend dan duidelijk,
ze verraden een groote liefde voor gevoelige
lijnen, maar *ÜD technisch niet altijd geslaagd.
De uitvoering van 't boek is keurig, zoowel
wat band, letter als druk betreft.
Pipper valt door de Aarde, door A.C. C.
DB VLBTTEB. Geïllustreerd door FBANS
LAZABOU. Uitgave A. W. Brnna & Zoon,
Utrecht.
De Vletter heeft een goeden kijk op
jongensleven en weet er dikwijls geestig en gevoelig
van te vertellen, en zoo ia nit dit boek het
eerste 'gedeelte, van de vriendschap tuaachen
Ukkie en Pipper, mijns inziens het meest
geslaagd. Prettig om te lezen, zeer waar en
diep van navoelen, en met een goeden tendenz,
wars van motalisterij. Maar zoo spoedig
Ukkie's laboratorium, z'n proefnemingen en
z'n geniale studie ons hoofdstuk op hoofdstuk
bezig honden en ons zelfs 'n beetje wee
maken van den wonderknaap, is het geheele
verbaal onwerkelijk, te merkbaar een pro
duct van 'a schrijvers fantasie. Het is heel
nit de verte 'n imitatie van Jules Verne en
het wonder van den aarde-doorboren den tun
nel is een echt Verne-achtig gegeven; alleen
zon hij het wellicbt versmaad hebben als te
onmogelijk.
Dit boek is in z'n navolging door en door
Hollandech. De Fransche geest van Verne,
die lenig, elastisch, haast acrobratisch van
kluwens ineen gediaaid, die zoo vaak op
den bodem van een heldere sloot te zien
komen. Toch is het een lokaal verschijnsel,
in sommige streken ziet men nooit een
Gordins; veenalooten schijnen de ontwikke
ling te begunstigen.
De hierboven bedoelde draadwormen ech
ter, zyn geen water wormen, maar landdieren;
wel staan ze niet ver van het Gordins-geslacht,
zoowel nat den vorm als de levenwijs betreft;
maar het zijn toch heel andere dieren; hnn
naam is Mermis. Ik heb alleen wijfjes te
onderzoeken gehad; de mannetjes zijn klei
ner en komen, schijnt het, minder voor, of
ze sterven spoedig na de paring.
De volwassen dieren leren niet meer als
parasiet, vreten geen ander dier meer van
binnen nit, ze eten waarschijnlijk heelemaal
niet. Ik beb tenminste geen mond en geen
aars aan het dier kunnen vinden, het v
reind is gesloten evenals het achtereind.
Zelfs de boorhaakjes aan den mond, die er
behoorden te zijn, lieten zich ook büsterke
vergrooting niet zien, hoogstens ais aan
duidingen vermoeden. Maar wat onder den
microscoop wel nitkwam, dat is de eigenlijke
levenstaak van het volkomen dier, de voort
planting. Al wat met het bloote oog, en ook
nog met een sterke loupe, donkere vlekken
en streepjes geleek op het lichtklenrige, van
aarde gereinigde draadje geteekend.dat bleken
opeenhoopingen van eieren te zijn. Bruine of
donkergeel gekleurde schijfjes en bolletjes zijn
het, die in het wormenlichaam voortdurend
bewegen. Ze liggen van voor tot achter in de
lange draad bijna tot aan den kop em den staart;
beweging, de moeilijkheden van a'n weten
schappelijke betogen geniaal en verbluffend
weg wist te jongleeren, ia bij De Vletter in
prima-Hollandschen vorm aanwezis-, dus
eenigazina smakeloos, ietwat onbeholpen en
vooral on-fijn.
Ondanks dit blijft .Pipper valt door de
Aarde" geen onaardig boek, maar 'n zeer
duidelijke vingerwijzing voor De Vletter,
zoowel als voor andere auteurs van kinder
boeken, om niet een fantastischen ziener als
Verne te imiteeren ert in 't algemeen liever
op veel-bewandelde Hollandsche paden te
blijven.
HESSBL JONOBMA.
AÜIfBl^DBL
Pyramiden.
Onder de grootste wonderen der onde
bouwkust worden de pyramiden gerekend,
en het ia tot op den huldigen dag een on
opgelost raadsel, hoe de onde Egyptenaren
met zoo geringe mechanische hulpmiddelen
als waarover zij beschikten, deze reusachtige
bouwwerken hebben kunne a tot stand bren
gen. Men krijgt er nog meer respect voor,
wanneer men het volgende beeld in cijfers
voor zich heeft, dat een knap Dvitsch
bouwkundige in een ledig uurtje mlttelde.
Hij zegt, dat zelfs met de tegenwoordige
hulpmiddelen de Pyranüde van Oneopsniet
gebouwd zon kunnen worden voor minder
dan twee honderdveertig millioen guldep.
De bouw zou thans kunnen geschieden in
twee jaar, mits er veertigduizend werklieden
dagelijks aan arbeidden.
Hoe veel zwaarder de taak was dier oude
bouwmeesters blijkt uit het historische Be
richt, dat de renzenbenw werd volbracht
door honderd duizend arbeiders, die er ge
durende dertig jaar hnn beste krachten aan
gaven.
* *
Ptnnen,
Ondanks de steeds grooter populariteit der
schrijfmachines wordt er nog menig briefje
met gewone inkt en een gewone pen
volgekrabbeld.
Dit blijkt nit de statistiek der
pennenfabrieken. Birmingham, een van de steden,
waar de grootste inrichtingen van dien aard
zijn, levert aan de wereld in n week niet
minder dan tweehonderd twintig millioen
stalen pennen, 'k Vermoed dat er daarvan
heel wat gebruikt worden, om minnebrieven
te schrijven, want gelijk men weet is een
minnebrief met de machine geschreven
grober Unfag," en gén rechtgeaard
Liebespaar" zal zulk een zakelijke behandeling
der intiemste gevoelens van hnn overvol
gemoed gedogen. De natuurlijke schrijfhand
is op zichzelf expressief, en spreekt mee, de
machine-letter is dood en mist nagenoeg alle
individualiteit.
* *
Schoonheid.
Men heeft wel eens beweerd, dat volmaakte
schoonheid iets ondankbaars en
onbestaanbaars is. Een Franse h professor echter heeft
metterdaad het tegendeel willen bewijzen,
en een vernuftig werktuigje uitgedacht, om
de schoonheid van het vrouwelijk gelaat
te ... meten.
De hooggeleerde, die over dit onderwerp
een gedachten boom heeft opgezet in een der
Fransche Revues, beweert namelijk, dat een
gelaat alleen schoon kan zijn, indien het aan
de meest volmaakte evenredigheden beant
woordt, en duizenden vronwenhoofden heeft
bÜdaarom onderworpen aan een proef met
als ik de gesloten einden zoo noemen mag.
De dikte van den worm, die hoogstens een
kwart millimeter zal bedragen, bevat op de
meeste plaatsen nog 8 of 10 eieren in de
middellijn.
Mogelijk is het toeval anders heeft de
manipulatie in de vochtige kamer van het
preparaatglas er schuld aan dat een der
draadwprmen eieren begon te leggen onder
den microscoop. Dat was een curieus ge
zicht, de beweging in de eieren-massa waar te
nemen; hoe ze geperst werden van voor en
van achter naar een soort buis die duidelijk
te zien, als een gewonden pijpje nitkwam in
het midden van het dier. Met geweld werden
de eieren er door heen gedreven, een heele
eierstroom was het, die merkwaardig veel
deed denken aan den stroom van roode
bloedlichaampjea in een vinvlies van een
goudvisch of in den staart van een kikkerlarve.
Met een sehok passeerden de eieren de
opening en bij drieën en vieren.werden ze
tegelijk naar buiten geschoten. Zeer goed, ook
al in bet lichaam waren aan elk ei twee polen
te onderscheiden: klein e stompe kegelvormige
verhevenheden. Zoodra nu een ei naar buit en
was gekomen, strekte zich uit elke po al een
glasheldere arm uit, en aan het eind daarvan
ontstond een kwastje; het leek of uit elk
ei twee bladerlooze glazen boompjes groeider.
De bolvormige of eigenlijk
bolle-lensvormige eieren zelf waren brnin; maar
nog zoo licht, dat er in elk ei heel duidelijk
een larve te onderscheiden was, een klein
wormaehtig diertje zonder zichtbare uitsteek
sels of soo iets; maar heel anders gevormd
dan by Gordins of gewone parasitische
draadwormen.
De cnriense eieren met kwastjes
heb ik zoo nauwkeurig mogelijk onder
den microscoop geteekend; midden
over den bol kwam büsterke ver
grooting een gehakkelde naad zichtbaar.
Dat dit werkelijk een voegnaad was,
bleek al spoedig toen een ei langs dien
naad barstte.
Er kwam geen larve nit, wel op
nieuw een bolletje. De buitenste glas
heldere wand met kwastje was er
af; daar lag dus het eigenlijke ei en
Hedwig Dohm,dichteres, eerste en oudste
voorgangster in den strijd voor de
Duiteche Vrouwenbeweging.
iiMiiniiiiiiiliiiiiHiiiimiiiiHiiiiiiiiimiiiiiiMiiiii
den Kallometer" . . . Aldus noemt hij zijn
klein, eenvqndig meetwerktuipje, dat bestaat
uit een vierkant apanraampje, waarover op
verschillende afstanden fijne zijden draden
gespannen zijn, die in vaste formule van
evenredigheid de verhouding bepalen van
de verschillende deelen van het gelaat Na
tuurlijk moet voor ieder hoofd snik. een
jjftondelijk raampje worden samengesteld,
want de afstanden moeten in verhouding
zijn tot de grootte van het hoofd zelf, waar
voor natuurlijk geen vaste maatstaf is aan
te nemen, en die weder verband houdt met
de grootte van het lichaam. De resultaten
van zijn onderzoek zijn niet vleiend geweest
Toor de Trouwen van zijn vaderhuid, want
bij komt tot de slotsom, dat er op de hon
derd duizend vrouwen slechts ne te vinden
is, die aan de schoonheidsmaat voldoet. Hij
geeft echter bq deze mededeeling een zeer
gewichtige troostreden. De oudervinding heeft
namelijk bewezen, dat de volmaakte schoon
heid doorgaans in het bezit is van zeer on
beduidende personen, en dat talentvolle en
geniale vrouwen allen bij deze
schoonheidsconcnrentie een flink stuk te kort schieten.
Dat behoefde intnaschen niet met passen en
meten te worden vastgesteld, want we weten
allen wel, dat de charme van een gelaat
lang niet altijd gelegen is in bizondere schoon
heid, maar dat et van een gezichtje met
vele aeathetifiche gebreken soms een on
weerstaanbare bekoring kan uitgaan. De
ware schoonheid van het vrouwelijk gelaat
i», veeleer innerlijk dan uiterlijk, en de hoog
geleerde ia dus ten alotte met zijn schoon.
helde-meter geheel op den verkeerden weg.
De gelaatsuitdrukking, en de blik der oogen
zijn toch nimmer te meten, en dese'zijn
van nagenoeg elk gelaat de voornaamste
charme.
*
Hoog lotn.
De meeste loonen zijn tamelijk wel met
den tijd meegegaan, maar niet aldus het
traktement van den klokkeninider van de
kerk te Yarmonth, dat nog steeds op middel
een wschen leest geschoeid is, en de gewel
dige som beloopt van rond vier shlllings
per jaar, of wel geteld minder dan een
stuiver per week:
Officieel is dit loon door een bizondere
kerkelijke bepaling onveranderbaar, maar
men heeft in den lateren tijd den klokken
inider getroost door hem onder de
gemeentewerklieden op te nemen en hem aldus langs
officieasen weg een redelijk salaris te verze
kerd.
AlXKGBA.
iiiiiMiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimilliiiimi
nu was de larve er in nog beter zichtbaar.
Ik denk dat de kwastjes dienen tot
vasthechting aan de aarde of aan andere dieren.
Ik schat het aantal eieren in elk wormpje
op een tienduizend stuks, elk bevat een
larve, die met het voedsel in het lichaam
van insecten die in of p den grond leven
kunnen binnen dringen. Het aantal geïnfec
teerde insecten moet in een jaar van sterke
Mermis-ontwikkeling dus .wel verbazend
groot zijn.
Ook de mieren hebben er veel last van;
dat spreekt; die leven in en op den grond,
sleepen met alles, belikken elkaar en de
voorwerpen en halen zoodoende van alles
in hnn lijf, natuurlijk ook eieren of larven
van Mermis.
En nu doet zich hier het merkwaardige en
nogniet voldoend opgehelderde geval van para
sitaire demorphie voor; een deel der arbeiders
van bepaalde mier-soorten krijgt een anderen
vorm, namelijk zulke mieren die met Mermis
bezet zyn. Hnn achterlijf zwelt op als bij een
honingmier, het wordt een bo', veel grooter
dan het geheele lichaam van een normaal
wijfje; de ringplaatjes van chitine liggen wijd
uiteen; dit zou niet zoo heel vreemd zijn,
daar immers het achterlijf is gevuld met
den draadworm, maar er komen andere ver
schillen bij. De kop is van achter smaller
dan van voren, wat niet büde andere dieren
voorkomt; ook de borst wijzigt zich
eenigszins, en er komen achter de gewone
inaectenoogen punt-oogen te voorschijn, die de ge
zonde dieren niet hebben. Zulke afwijkende
dieren worden mermitophore arbeiders ge
noemd. Dat zulke ingrijpende lichaams
wijzigingen ontstaan kunnen, wijst er op, dat
niet de volwassen dieren, maar de jonge
larven geïnfecteerd zijn geworden; stoornissen
in de voeding, veroorzaakt door de parasiet
hebben volgens de onderzoekers de geheele
ontwikkeling van de mier in de war gebracht.
't Is om zoo te zeggen een dierlijke gal
geworden.
5. HMMAKI.
Een mieren-arbeidater met Mermis bezet. Rechts een kop van deze;
. en van een normaal dier.
«t. Een ei met de becht-pJninopjes (p), m. 600 maal vergroot).
b. Een ei met de beide afgevallen echaalheften.
1. De worm Mermie. S. het eieren leggen. S. de massa eieren
in het lichaam. 4 en 5. staart en kopeind vergroot.