De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 21 juli pagina 3

21 juli 1912 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1830 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOR NEDERLAND. vroolyk kind met baar gondhartje dat mijn > kamer er altijd heel andera uitzag wanneer zg by me was. He Pimmetje drink je thee bp en kom je er dan gauw uit?" gei ze met baar zan gerig stemmetje, onderwijl de kleine voetjes in de lichtblauwe pantoffel) j es ccqnet heen en weer schommelend. Zij noemde me altijd Pim. Zeg Trnneje je bent net zoo'n blauw en wit bloemetje." Och JU rare Pim," en ze trok aan myn knevel die tot mijn niet geringe voldoening al vrij wat hoavast scheen te hebben, en eindigde met in mijn neus te knijpen. Hond op Trnueje, ala ja in myn neus knijpt houdt ie niet op met groeien, en kry'gt je arme Pim een carnavals-Bene." Een carnavalsneus l" Zij, sloeg de aardige handjes in elkaar het uitproestend van 't lachen. O, Pimmetje, wat zeg je toch grappige dingen," en in een adem ging ze voort: weet je nog waar we verleden jaar die Maaiteche viooltjes pinkten? Zullen we er weer heen gaan van middag, 't is zulk heerlyk weer, 't ia zoo dol, en ze zijn er zeker wel denk je niet Pim ?" Ja dat ia goed, we gaan er van middag op uit hoor, net als de goudzoekers van Klondyke." Zeg Pimmelje, ga je naar de kerk? mag ik even in je kast kijken, zal ik je das kragen en je boord en manchetten?" Za stond op haar toontjes voor de kast; als een klein zorgzaam vrouwtje kreeg ze mijn Zondagsche spullen en omkijkend vroeg ze: welke dag? die mooie gtijte met de witte moesjes ?" Zq nam myn daesendoos op haar kleine echoot; weer op my'n bed zittend, nam ze er een voor een nit, streek ze glad op haar knietje, ondertneschen aanhoudend babbelend. Deze is ook mooi Pimmetje, en o, deze, hèdie zou wel snoezig zijn ala ceintuur voor myn pop hè, dat rood." Je mag 'm hebben Trim?j e, als ik er je een genoegen mee kan doen; aanvaard het geschenk als een teeder blijk van myn hart grondige broederliefde," zei ik theatraal. Hoe keerljjk lachte ze, danste in de rondte van pret dat de blauwe strikken aan haar vlechten als vlinders op en neer vlogen. Maak dat je weg komt kleine Trnns, ik moet er nit." Ja wacht, 's. zal gauw de boel opruimen en dan nog eventjes de knoopen in je manchetten doen té, die zilveren geripte die in het doosje met de vergeet-my-niel j es?" Zjj had altijd een uitgesproken voorliefde voor dat doosje, bekeek het nog eens en nog eens, maakte er een opmerking over, streelde het met haar handje, het dan voorzichtig weer in het linksche laadje zettend. Zoo nou is alles- weer opgeruimd," zei ze met koddige gewichtigheid, gaf me een zoen voor de das, en ging zingend de trap af, nog hoor ik den 'aatsten regel: Op een wonderwarmen dag in September." En beneden in de vioolyke huUkamer wachtte myn moeder met haar lief fijn ge zicht achter het ouderwetsche theeblad aan de gezellige ontbijttafel. Dat allee ging door myn hoofd, zoo'n Zon dag in Holland behoefde ik niet te werken, niemand keek me op de vingers. Je was geen werk machine, voelde je weer mensen worden. Zoo een Hollandeche Zondag beteekende, weldadige ontspanning, intieme huiselijkheid, rust. Met nartzeer peinsde ik er over, hoeveel gelukkiger ons leven hier op Dé.i zon zyn als wy een Zondag hadden. Hoe heel anders had ik me het leven in Indië voorgesteld l Dat er hard gewerkt wordt wist ik, maar dat op de meeste kantoren en ondernemingen de Zondag niet gevierd wordt, wist ik niet. Als wy hier een Zondag hadden, ja, dan zon het leven hier heel anders, dragelijker fijn. Dan keek ik met genoegen naar myn daageche plnije, deed myn beste spullen aan, wat je gevoel van eigenwaarde verhoogt. H n, en wat ik dan ging doen op zoo'n een zame onderneming? Af en toe is er dienst in de kleine kerk te 8. en ik ging er dan eens heen. Dan eenige rustige uren om lange brieven naar Holland te schrijven. De mail uit Hol land is voor ons alle?, onze levensvreugd, wy leven erop, en zien er de heele week naar uit. En gy°vraagt, wat ik dan verder zon doen om die Zondag door te komen? Wel, een rustig koel plekje opzoeken met mijn viool, en de Médiiation uit de Tais stndeeren, vooral dat moeilijke gedeelte; mu ziek is een heerlijke afleiding en op werkgat in de zijde zoo groot als een hand; daarna rolde zij het overschot voorzichtig op, deed het elastiekje er om, nam hoed en mantel en spoedde zich naar de straat, waar het gebouw der Assurantie-maat schappij stond. Hoe meer zij echter het kantoor naderde, hoe langzamer ze liep. Wat moest ze zeggen en wat zou men haar antwoorden i1" Zij keek naar de huisnummers: nog acht entwintig, goed, ze kon nog verzinnen. Steeds meer vertraagde zij haar tred.. Plot seling rilde ze: zjj was bij een ingang, waarboven met groote vergulde letters stond: Brandverzekeringmaatschappij Voorzorg". Was zij er nu al ? Een oogenblik bleef ze staan, angstig, beschaamd. Toen liep ze voorbij, keerde terug, ging weer voorbij en kwam nog eens terug. Eindelijk dacht ze: Ik zal er toch in moeten gaan en hoe eer, hoe beter," maar toen ze het groote gebouw binnentrad, voelde ze haar hart hevig kloppen. Ze liep een ruime vestibule in met loketten in het rond en voor ieder loket zag ze het hoofd van een heer, wiens lichaam door het dichte tralie werk niet zichtbaar was. Een klerk ver scheen met een pak papieren onder den arm. Mevrouw van Amen bleef staan en met een zacht bedeesd stemmetje vroeg ze: Neem me niet kwalijk, mijnheer. Zoudtu me ook kunnen zeggen waar ik moet zijn voor schadevergoeding van verbrande voor werpen ?" Op de eerste verdieping, links, afdeeling : aoipen," antwoordde de heer beleefd. Dat «voord Kampen" maakte haar nog ban ger en zij had grooten lust om heen te gaan, niets te zeggen en de negen gulden in gods naam maar op te geven. Djch de gedachte aan zulk een som gaf haar weer moed en hijgend ging ze de trap op, aarzelend op elke trede. dagen komt er niet veel van, het werken in de hitte is zoo afmattend, toch doe ik bet bijna dagelijks een kwartier of twintig minuten, het is de peëzie van myn leven. Dan die zalige rust, wat lekker lui liggen en lezen in Het Kerstkind" van Strenvels, dat myn moeder my met Kerstmis zond. Het ia myn liefhebberij in het bosch naar wilde orchideeën te zoeken die hier in zeld zame varieteften te vinden zijn, de grillige schoonheid en fijne edele kleuren van de orchidee bereiden den vinder al het schoon ste natuurgenot. Hoe anders zon het leven hier in Indië zyn als wy een Zondag hadden, den Zondag met zijn weldadige rust, de vredige stemming in de natuur niet verstoord door hard wer kende en zwoegende menschen, alles r u 3', vrede. Wij zonden betere mengelen zijn, onze geest kwynt en wordt omlaag gehaald door het eentonige, alledaags che van den arbeid. Hoe goed zon het zyn Maandag met friseche kracht weer te beginnen, uitgerust en ver kwikt door den Zondag. Nu geen prettige Zaterdagavond met terug zien op een ijverig doorwerkte week. Nu geen opwekkende Maandagmorgen met nieuwe lust en verlangen naar het werk. De eerste en zestiende van elke maand is 't wel haribezaar", maar dat is meer nog voor de koelies, die volgens de koelie-ordon nantie twee vrye dagen per maand moeten hebben. Op die dagen moet de Singkeh dikwijls nog»het emplacement o ver wandelen om te zien of alles goed marcheert, en nog andere werkjes doen die toch je halve dag in beslag nemen. Er wordt gezegd dat het in de cultures niet anders kan, maar dat is het brullen van den geld wolf die huilt om meer dividend en nooit verzadigd is." Ik zou het willen roepen met de machtige stem van den stormwind, geef ons den Zondag.'" Ik zon het uitschreeuwen dat de dooven het zonden hooren, en de Oost-Indisch dooven zonden te trillen staan op hun fntlooze beeneo. En de harde koppen die niets kennen dan dividend, die zou ik tegen elkaar willen benken, zooals ik het als joegen myn vuursteenm deed, maar er zonden geen gloeiende vonken nitspatten, neen niets dan lucht, heilig vuur bezielt ze al lang niet meer. Zij vieren hun Zondag in hun zelfgenoeg zame welgedaanheid, zich niet vermoeiend door aan hun naaste te denken.de menschen die ook des Zondags moeten werken, de menechen die men noemt planters, boekhouders,singkehs en koelie?. Wanneer zal er een goed mensch opstaan en ons Indischen werkkrachten den Zondag geven, den rustdag die ons van Godswege toekomt? Wanneer de Zondag met zyn geestelijke en lichamelijke ontspanning ? Wanneer de Zondag met zyn verkwikkenden en vernieuwden geest ? Wanneer de Zondag f wat voor ons bard werkenden beteekent, geluk, vrtugde, veredeling. Wanneer gij ons uw stem, uw steun niet geeft, dan zy't gij mede-schuldig aan onze geetteiijke daling, ome vermindering van leventlust en levensmoed. Allen edelen mannen roep ik toe: Helpt ons l" Allen goeden moeders vraag ik, doet een goed woord voor ons?" Laat ons niet vergeefs roepen. Geef ons den Zondag!" M. VAN DER MKIJ?UNGEB. Met gemengde gevoelens las ik in het nummer van Zondag 26 Mei het artikel van Zelandua" over Kinderexploitatie." Met gemengde gevoelens. Eensdeels met bijzonder veel genoegen, omdat het my trof door zyne helderaeid en waarheid althans voorzoover ik den toestand heD leeren kennen gedurende mijn vieijarig verblijf in een der vruchtbaarste bouwstreken van Friesland. Maar daardoor ook met weemoed. Weer hoor ik ae der moeders zeggen dat ze de bêrntsjea", nog half in slaap, by of vór het krieken van den dag met hun bloote voeten op de koude eteenen neerzette om ze maar goed wakker te krijgen. Weer zie ik de bende", zooals deer de wiedkooi" genoemd wordt, uittiekken in den vroegen killen ochtend. Weer zie ik ze, gebogen tusechen de teere plantjes voortkrnipen om het onkruid te wieden. En weer zie ik ze Op de eerste etage gekomen zag ze een deur en klopte. Binnen!" riep een heldere stem. Mevrouw trad binnen en stond in een groot vertrek, waar drie deftige heeren stonden te praten. Een van hen vroeg: Wat wenscht u, mevrouw?" Zij kon niet zoo gauw haar woorden vinden en stotterde: Ik kom... ik koin voor-., voor een ramp." Beleefd wees de heer haar een stoel: Wees zoo goed even te gaan zitten, me vrou w, over een minuut ben ik tot uw beschikking." En zich tot de andere heeren wendend, hervatte hij het gesprek: De maatschappij gelooft niet, zich voor meer dan viermaal honderdduizend gulden verbonden te hebben. Wij kunnen dan ook eischen voor honderdduizend gulden, die u ons verplicht acht, meer te moeten betalen, niet inwilligen. Bovendien " Genoeg, mijnheer, de rechtbank zal be slissen, wij kunnen wel heengaan," viel een der beide anderen hem in de rede, en na deftig buigen verlieten ze het kantoor. O, als mevrouw van Amen gedurfd had met hen mee te gaan, ze had het gedaan; ze was gevlucht, alles opgevend! Maar ze kon niet, de directeur kwam naar haar toe en een buiging makend vroeg hij: Wat is er van uw dienst, mevrouw?" Ik kom voor.... voor dit," antwoordde ze benepen. De heer sloeg een naïef-verwonderden blik op het voorwerp, dat mevrouw Van Amen hem toonde. Met bevende hand trachtte deze het elastiekje los te maken. Na eeuige pogingen gelukte het en "met een ruk opende ze het voddige geraamte van de paraplu. Die lijkt me erg ziek," zei de directeur medelijdend en mevrouw verklaarde aarze lend: Ze heeft me tien gulden gekost." terugkeeren, tegen het vallen van den avond, veimoeid, hangerig, op.. Ook (J a ir dezelfde 'ellende, die er in Zeeuwsch Vlaanderen schijnt te beataan en wie weet in welke streken van ons land nog meer. En het is niet alleen de droeve loonstandaard, die het in vele gevallen nood zakelijk maakt, dat ouders worden gedwongen om op hnn kinderen toe te passen het wie niet werkt zal ook niet eten". Meer dan eenmaal is het gebeurd, dat ik het uit den mond der ouders zelven heb vernomen, dat op deze wijze de kinderen verdienen voor een nieuw jurkje of een nienwe hoed voor de eerstvolgende kermis, de naêfke", als iedereen in nienwe spullen moet pronken. Wat eene ellende, door die bende" teweeggebracht I Het landbouwverlof van 6 wtken wordt aangevraagd, en de onderwijier, hoe ook met wrevel en tegenzin, is verplicht het te verleenen. De school lydt er onder. Maar bovenal: wat eene moreele schade! Waarlijk, wat Zalandns daarvan be weert, is verre van overdreven. De geest die in de kinderharten woont, is na de campagne teel wat minder dan daarvór. Niemand, die het niet weet niemand, die het zelfs niet zal erkennen. Ook de boeren niet, ook de leider der bende niet, ja ook de kinderen zelve niet. ? Gaen wonder dat het den weldenkende, die daarvan niets afwist, en onbekend was met deze dingen, en die daarmee dan plot seling in aanraking komt, niet koud kan laten. Zóheb ik vaker getracht met deze werkgevende" landbouwers over dien wan toestand te spreken om daarin verbetering te brengen. Doch wat was het antwoord? Dat het een arbeid was, die door niemand andera zógoed kon worden gedaan als door kin deren zelfs moesten ze niet te oud zyn omdat de teere vingertjes het onkruid tuaschen de jonge plantjes het best konden bereiken zonder deze te beschadigen, en bun kleine lichaam} j as niet zoo zwaar neerdruk ten. En dus... moest het blijven zooals het was." Hoelang nog? heb ik myzelf dikwyis afge vraagd. Hoelang nog zal deze ellendige kinderexploitatie biyven bestaan? Het kan, dunkt my, geen kwaad, dat van alle kanten op dit euvel de aandacht wordt gevestigd. Misschien is dit voorloopig nog het beste middel om op den duur eenig resultaat te bereiken, opdat er van hooger band eens daadwerkelijk worde ingegrepen en men eindelyk eens officieel moge ingaan tegen de moraal dezer boeren: het kan niet ar der s, en daarom moet het maar zoo blijven". EEN NBD. HERV. PREDIKANT. Berichten. DAGBOEKEN VAN KONINGIN VICTORIA, Da Letters of Queen Viotona, met goedvinden van Koning Edward in 191)7 uitgegeven, behan delden het politieke leven der Koningin ge durende de eerste vijftig jaren van hare regeering. Koning George heeft nu zyn toe stemming gegeven voor de uitgave van uit treksels uit de eerste dagboeken zijner groot moeder, waarin bijzonderheden over dat gedeelte van haar leven, dat by bet publiek Het minst bekend ie, r.', het tijdvak vm haar jeugd tot baar huwelijk. De uittreksels zullen verechynen in twee deelen onder den titel van The Qirlfiood of Queen Victoria, met eene inleiding van Lord Eaher en voorz en van illuatratiën. De aan t e eken i n gen be ginnen met l Augustus 1832, toen de Koningin dertien jaar oud was en worden geregeld vervolgd tot haar huwelijk in 1840. Zjj be vatten o.a. medeieelingen over gesprekkan met Koning Leopold I, Lord Palmerston, Lord Melbonrne en anderen. VOOR BOEKENLIEFHEBBERS. Onder redactie van Hans Feigl, 2a voorzitter der Wiener Bibliophilen Gesellscbaft zal in het najaar worden uitgegeven Deu'seher Bibliophilenkalender för das Jahr 1913. Dit jaarboek zal bijdragen bevatten over elk gebied der boeken lief hebber^ en niet alleen voor bibliographen en bibliothecarissen van belang zyn, maar zich richten tot den boekenlief hebber in de meest uitgebreide beteekenis van het woord. EEN VERTROUWELIJK DAGBOEK over de ge beurtenissen in het Eugelscoe Lagerhuis gedurende da jaren 1886 tot 1895 is ge houden door wijlen Sir Richard Temple, in den vorm van brieven aan zijne vrouw. Een keuze nit de door hem nagelaten handschrifcen zal in het najaar verschijnen onder den titel Letters and C/iaracter sketches from the Hovse Waarlijk ? Nog zóveel ?" vroeg hij ver wonderd. Ja, 't was eon prachtstuk. En nu wilde ik u laten zien, hoe ze er nu uitziet." Uoed, goed, ik zie het. Maar ik begrijp niet, wat mij dat aangaat." Zij werd ongerust. Misschien vergoedde deze maatschappij geen kleine voorwerpen en ze zei: Maar... ze... ze is verbrand ..." Dat zie ik ook wel," gaf de directeur toe. Daar zat ze nu, met open mond, niet wetende wat te zeggen. Maar plotseling haar ver zuim bemerkend, haastte ze zich te zeggen: Ik ben mevrouw Van Amen. Wij zijn ver zekerd bij de Voorzorg" en ik kom u ver goeding vragen voor deze brandschade." En als vreesde ze een duidelijke weigering, voegde ze er haastig bij: Al laat u hem alleen maar opnieuw overtrekken." Verlegen verklaarde de directeur, dat hij geen paraplu-fabrikant was en zich niet met zulke reparaties belasten kon. Langzamerhand voelde het kleine vrouwtje haar tegenwoordigheid van geest terugkeeren: ze moest strijden! Welnu, ze zou strij den! Za was niets bang meer en hernam: Ik vraag u allaen het geld voor de repa ratie, ik zal er dan zelf wel voor zorgen." De directeur raakte meer en meer in ver legenheid. Waarlijk, mevrouw, 't is zeer weinig," zei hij. Men vraagt ons nooit schadeloosstelling voor iets van zoo weinig belang. U zult me toch toegeven, dat we dingen als zakdoeken, handschoenen, bezems, pantoffels .en meer zulke kleine voorwerpen, die eiken dag door vuur beschadigd kunnen worden, niet kunnen vergoeden?" Mevrouw werd rood en voelde, dat de woede zich van haar meester begon te maken: Maar mijnheer," zei ze opgewon den, verleden jaar December hebben w een schoorsteenbrand gehad, die ons op z'n of Commons en worden uitgegeven onder toezicht van den zoon van den schrijver. Deze heeft voor ditmaal gekozen de brieven nit de jaren 1886?1887, toen Gladstone's Home Bule en de Wet op de scheiding van Kerk en Staat in Wales, alsmede de vraag stukken betreffende vrouwenkiesrecht en winkelsluiting de gemoederen in beweging brachten. Arme Kleinen! In de laatst verschenen ,,Jahresberichte" van de Daiteche arbeidsinspectie vloeien weer over van bedroevende berichten over het misbruik dat in de huisindustrie nog altyd op schrikkelijke wijze (net als by ons trouwens) gemaakt, wordt van den arbeid van kinderen. Het zyn vooral de inspectrices in Wurtemberg, die niet alleen het feit constateeren, maar zich ook de moeite hebben gegeven om dienaangaande cijfers te verzamelen. In enkele streken van Wnrtemberg worden b.v. door kinderen beursjes gemaakt van verzil verde ringetjes, voor de groote bijouteriefabrieken te Pforzheim. Voor het samen stellen van zoo'n beurpje, dat nit 1000 hél kleine ringetjes bestaat, betaalt de fabrikant, naarmate ze grooter of kleiner zyn, 60 of 30 pfennig. En 't ia een heel moelijk en geestdoodend werkje, al die fijne ringetjes met behulp van kleine tangeijes in elkaar te voegen. In de uurwerk-industrie in 't Schwarzwald krijgen de kinderen voor het steken van 6?10 kleine pinnetjea in een rad voor elke 100 7?10 pfennig. En voor dit werk worden maar al te dikwyis kleine jongens en meisjes van 5 of 6 jaar gebruikt, die met hnn kleine vingertjes de fijne pinnetjes zonder tangetje kunnen hanteeren. Men zegt dat de kinderen, doordat ze er zoo vroeg aan be ginnen, ongelooflyk handig worden in dit werk. Er zyn er, die in den tijd van l K?1/4 uur 600?1000 pinnetjes kunnen insteken, voor de ouders das wel eens verleidelijke winsten opleverend... Welk een haat moeten die arme kleinen ech ter krijgen tegen dit werk, dat hnn niet alleen alle vreugden van het kinderleven ontsteelt, maar ook hnn gezicht vór den ty'd verzwakt en hun zenuwgestel scnokt, door 't voort durende jagen en haasten, dat er aan ver bonden is. ? De berichten van deze inspectrice eindigen met de lakonieke opmerking: dat, zoolang er nog willige kinderhandjes gevonden worden om dit werk te doen, de techniek ook niet bepaald gedrongen wordt, nieuwe wegen te zoeken voor deze arbeidsverrichting..." S. Mieire Uitgaien. PH, ZILCKBN, Enquête sur l'Art en Hollande. Eéponses de A. BEEDIUS, J. ISEAËLS, C. LEMONSIER, C. MAUCLAIK, O. MAUS, H. W. MES DAG F. DE MlOMANDRE, F. MlSTRAL, E. PlCARD, 8. PIERRON et En. VBRHAEREN, 80 pag. 's Gravennane, G Harms liepen. E. W. MOBS en K. SLUYTERMAN, Nederlandsche Kasteelen en htm ttiione, nfl, V. Amster dam, Uitg, Mij. Elsevier." H. P. BERLAGE, Etn drietal lezingen in Amerika gehouden,^ pag. Rotterdam, W. L. & J. Biusse. Mr. 8. R. STEINMETZ, Kultuurwaarde en toe komst der Joden, 65 pag., ? 0.69. 's Gravinhage, Mart. Njjhofl. E. VAM DIEREN, Eet Kamerlid jhr. mr. A. F. DE SAVORNIN LOHMAN als Vaccinehattr op weg van bekeering, 175 pag. Prijs ing ?1.90. Amsterdam, Scheltema & Holkema's Boek handel. Dr. M. J. VAN EBP TAALMA»KIP, De be handeling van funetioneele Ncurozen, 125 pag. Prijs ing. ? 1.25. Amsterdam, Scheltema & Holkema's Boekhandel. E. VAN DUREN, Bijgeloof op medisch en hygiënisch gebied, 80 pag. Prya/'0.75, Amster dam, Scheltema & Holkema's Boekhandel. C. E. VAN KOETSVELD, De rotte Plek. Naar aanleiding van het rapport der commissie voor Grondwetsherziening, 23 pag., ? 0.25. Schoon hoven, 8. & W. N. v. Nooten. H. C. ZENTGEAAPF, Pac fivatort in JfiddenSoemba, 38 pag. Soerabaia, J. M. Chs. Nijland. J. E. ROEEDINKHOLDEB, Werkmansrecht in Nederland of Papendrecht in den Haag, 15 pag. 's Gravenhage, de Vliegerstr. 66. L. A. M. KOPPEKT, Wükundig Vademecum. Met een voorrede van dr. L. J. DE ROCHIMONT, 100 pag. Prijs ?0.90, geb. ?1.10. Rotterdam, W. L. & J. Brosse. CH. B. DISSE, Bijzondere Zwemoefeningen. Duiken en Wat er sprongen. Met 9 af beeldin gen. Bibl. voor Sport en Spel, No. 53,31 pag., ?0.35. Baarn, J. F. v. d. Ven. Op rei»ptr Staatwpoor. Herzien door het Centraal Bureau voor Vreemdelingenver keer" te 's Gravenhage, 77 pag., gratia ver krijgbaar. Rotterdam, Nederlandsche Kioskenmaatschappij. Naar Buitin 1912. Gids voor Amsterdam mers bq het bepalen van Daguitstapjea en Avondtochtjes, bevattende de opgaven der verschillende reisgelegenheden, van Amster dam nit, naar een aantal belangwekkende en fraai gelegen steden en dorpen, met korte in lichtingen over de merkwaardigheden dier plaatsen, duur en kosten der reis, plaatsen en uren van vertrek en terugkomst en met vermelding van verschillende watertochtjes, spoor- en tramreisjes, wandelingen, aanbe velenswaardige pleisterplaatsen, enz., 32 pag., fraai kunstdrukpapier. Prijs/'0.10. Amsterdam! Uit*. My. Naar Buiten." Verslag omtrent Handel, Nijverheid en Scheepvaart van Nederland gedurende 1911, 358 pag. Prijs ?0.50. Verkrijgbaar bil de af d. Handel, Lange Hontstraat 36, Den Haag. Verslag van de Centrale Commissie tot inrichtingen van de af deelingen van Neder land en zijn Koloniën en tot behartiging van de belangen der inz«nders in die afdeelingen op de Alg. Intern. Tentoonstelling in 1910 te Brussel gehouden, 484 pag. 'a Gravenhage, Mouton & Co. Rapport van de commissie tot bevordering van het verband tnsschen geestelijke en lichamelijke opvoeding, uitgebracht aan het hoofdbestuur van de vereeniging van leeraren by het middelbaar onderwils, 37 pag. Prijs per ex. ?0.25, by 25 ex. ?0 20, bij 100 ex. ?0.15. Amsterdam, W. Verslnys. Mr. J. P. H. KROON, De Armenwet. Met toe lichting, 297 pag. Prijs geb. ? 1.90. Groningen, J. B. Wolterp. Mr. C. D. SALOMONSON, Handleiding bij het gebruik van ds Ntdtrlandsche Octtooiwet. Sup plement: A!gfmeene Maatregelen van Bestuur, 35 pag., ?0.25. Haarlem, De Erven Bonn. 40 cents per regel. BOUWT TE NUNSPEET. Inlichtingen bij het bouwbureau DE VELUWE", aldaar. V/.BengerSöhne Stutrgart Hoofddepöt te AMSTERDAM: Kalveratr. 166 K. F. DEÜSCHLE-BENGEE. minst vijfhonderd gulden gekost Jjeeft, en mijnheer Van Amen heeft niets van de maatschappij gevraagd. Is het dan niet meer dan billijk, dat u me nu mijn paraplu eens betaalt?" De directeur, die den leugen raadde, zei glimlachend: U zult bekennen, mevrouw, dat het wel verwonderlijk is, dat mijnheer Van Amen, die niets gevraagd heeft voor een schade van vijfhonderd gulden, nu komt reclameeren voor een reparatie van drie of vier gulden aan een paraplu." Zij liet zich echter niet uit het veld slaan en weersprak: Pardon, mijnheer, die schade van vijfhonderd gulden betrof de beurs van mijnheer Van Amen, maar deze negen gulden betreft mijn portemonnaie en dat is een groot verschil." De directeur zag wel, dat hij niet van haar af kon komen en bovendien verspilde hij zij a kostbaren tijd. Daarom vroeg hij : Hoe heeft de zaak zich toegedragen ?" Mevrouw voelde dat ze won en begon te vertellen: Dat zal ik u zeggen, mijnheer. In onze vestibule staat zoo'n rond bronskleurig voorwerp, waarin men paraplu's en wan delstokken zet. Gisteren kwam ik thuis en zette deze daarin. Dan is er boven den bak een plankje om kaarsen en lucifers op te leggen. Ik grijp dus in het donker een stuk of vier lucifers en ik strijk er een over het doosje, maar die weigert. De tweede ontvlamt wel, maar gaat weer uit, de derde evenzoo." Vonkvrije!" merkte de directeur geestig op. Zij begreep hem niet maar vervolgde: Dat kan wel. Zooveel is zeker, dat de vierde eindelijk brandde, waarop ik een kaars aanstak. Daarna ging ik naar boven om naar bed te gaan. Maar na verloop van een kwartier meende ik een brandDELAUNAY BELLEVILLE AUTOMOBIELEN. Hoofd- Agent vo«r Nederland t J. LEONARD LAH6, Stadhouderskade, AMSTERDAM. DELILA CIGARETTES lucht te ruiken. Nu ben ik altijd als de dood van brand. O, sedert dien schoor steenbrand, waarvan ik u sprak, heb ik geen leven meer en als er bij ons nog eens brand komt, zal het heusch mijn schuld niet zij n l Ik sta dus op, ga de kamer uit, zoek overal, snuffel ah een speurhond en kom eindelijk tot de ontdekking, dat mijn paraplu in brand staat. U hebt gezien, hoe die er uit ziet..." Nu had de directeur er genoeg van en vroeg: Op hoeveel schat u de schade?" Zij antwoordde niet, want ze durfde geen bedrag te noemen. Daarna zei ze op edel moedigen toon: Laat u ze repareeren, ik laat het heelemaal aan u over." Neen mevrouw, dat gaat niet. Hoeveel vraagt u ?" Maar... ik geloof..., wacht l" zei me vrouw Van Amen, u begrijpt, ik wil er niet by winnen... wu zullen zóafspreken: ik breng de paraplu bij een reparateur, die hem met goede, sterke zijde overtrekt en ik breng u de rekening. L\jkt u dat?" Best, mevrouw," antwoordde de directeui verlucht, dat is dan afgesproken. Hier heeft u een briefje voor de kas, waar men u het bedrag zal uitbetalen." Meteen reikte hij mevrouw Van Amen een kaartje toe. Zij greep het, stond op en ging dankend heen, zich haastend om buiten .te komen vreezende, dat de directeur nog van ge dachten veranderen kon. Opgeruimd stapte ze nu over de straat en keek uit naar de een of andere parapluzaak die er nog al chique uitzag. Toen ze een groot, sierlijk magazjjn gevonden had, stapte ze binnen en zei op beslisten toon: Deze paraplu moet opnieuw overtrokken worden met goede zijde. Neem de beste, die u heeft, het geld komt er niet opaan."

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl