De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 4 augustus pagina 13

4 augustus 1912 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

Na 1832 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VÓR NEDERLAND. 11 De nieuwste danseres. (Liutige Bldtter.) Na de Duitsch-Russische ontmoeting te Baltisjport. Onschuldige band. (A. M. LUTT in de Gazette de Hollande.) Ik overtref Dnncan en Dalcrose. Tegelijkertijd dans ik met myn eene been Beethoven en met m|jn andere been Bichard Stransa. Ds CHINEES : Die rondedans van ententes om me heen, maakt me daiselig en ik voel aan mijn teenen, dat hu al maar nauwer wordt. * Beleefd. (Sketch.) POINCAKÉ: Op Z'N PBOTSHCH OBKAPT I HOK is 'T MOGELIJK, MAJBSTEIT, U, DIE OP~ONS, FBANSCHBN GEABONNEERD BENT l" Het gaat regenen. Blijf liever büme dineeren l Dank je! Zoo erg is 't niet. Uitvindingen zooals er gedaan worden. (Puck.) De zedelijkheid op het café-concert. (Le Sire.') Presidentschap Ver. Staten. (Puck.) Kindervisite. (Jugend.) Kunnen kinderen dit nummer zien? Zeker, zig heeft een gesluierde stem. Het gemeste kalf, dat voor den democratischen verloren zoon zal worden geslacht. Zet de wekker A op den gewenechten tijd. Zoodra de wijier die bereikt heeft, is er contact met de electrieche magneet B, wat tengevolge heef C dat het staafje C nit het gat vliegt, zoodst het bed losraakt, de gong D te keer gaat, de brandkast valt, het porselein breekt, de dienstmaagd wakker wordt. Lieve Lelies tengel t j e, benr je familie; van M. Leliestengel, die een Warenhuis heeft ? .. .1* '-f^9 Ja, mevrouw, maar dat is de Joodsche lijn. 22e Jaargang. 4 Augustus 1912. Redacteur: RÜD. J. LOMAN. M Heathstreet, Hampstead, Londen N.W. Verzoeke alle mededeelingen. deze rubriek betreffende, .aan bovenstaand adres te richten. No. 1203. Dr. H. von Gottschall. Mat in drie (3) zetten. ? bede f g h Wit Kb.3, Dd3, R(6, Pb5 en c3; g5 en h6 = 7. Zwart Edö, Ta7, Pb8 en fS; b6, c6, c7, e3, f7 en h7 = 10. UU DB SCHAAKWERELD. lleeitertornooi te Bretltat. De stand na de 15e ronde luidt: Rnbinstein en Teichmann 10%; Dnras, Schleehter en Tarraech 10; Harshall 9;P/zepiorka7ys, Burn, Mieses en Spielmann 7; Cohn en Lewitiky 6 Va; Lowtzky 6 y,; Carais en Treybal 4J4 en Balia 3%. ONREGELMATIGE PARTIJ. (Breslan.) Wit. Zwart. Rubinstein. Breyer. 1. d4 d6 4. Ff3 ef4: 2. e4 Pd7 5. Rf4: Pgf6 3. f4 eö6. Pc3 Pb6 HmiiiimiiimiiiniimiiMnmiMmmn iiiMiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiimiiiiMiiiiiMMmiHiimiiiiMiiMi 7. ai De7 8. Rd3 h6 De zwarte positie is reeds vrijwel hope loos, 't Zal wel de laatste maal zijn dat Breyer deze inferi euro verdediging tegen een der grootmeesters aanwendt; alleen een genie als Niemzowitsch kan zich zulke excentriciteiten ver oorloven. 9. 0-0 Rg4 10. h3 Rh5 11. a5 Pbd7 12. e5 deö: 13. deö: Db4 14. Del Rf3: 15. Tf3: Dcöf 16. Khl Pd 17. Pdö: Ddö: 18. eöfe6: 19. Rc7: Pe 20. Reö: Deö: 21. Rg6f Kd7 22. Te3 Dc5 23. Dd2f Rd6 24. Tdl Tad8 25. bi Dc7 26. Rf7 Thf8 27. Re6:t Ke7 28. Rdöf Kd7 29. Tc3 Db8 30. Dd4 Ook Rb7: kwam in aanmerking. 30. Tf6 31. Dg4f Ke8 32. Dg7: Re5 33. Te3 Dd Td5: dan 34 Dg8f 34. Teö:t!De5: Zwart wordt nu vol gens de regelen der kunst afgemaakt. 35. Rfli! Ke7 36. RhöjIKe 37. Rg4f Zwart geeftop. FRANSCHE PARTIJ. (Breslan.) Wit. Zwart. Lewitzky. Marshall. 1. e4 e6 en wint. 2. déd5 11. fe6: 3. Pc3 c5 Zwart heef t nu voor Een minderwaardige een Fransche partij variant der Siciliaan- een buitengewoon sche partij. vrij spel; eendnide4. Pf3 Pc6 lijk bewijs dat wit 5. ed5: edö: de opening verkeerd 6. Re2 behandeld heeft. Volgens Laonhardt 12. Rg4 Dd6 is ReS hier de sterkste Dd7 dan 13RfG:en voortzetting. (Zie Pe4. partij Leonhardt?13. Rb.3 Tae8 Tarraech Ostende Ook Pd4 kwam in 1904). aanmerking. 14. Dd2 Rb4 15. Rf6: Tf6: 16. Tadl Dc5 17. De2 7. 0-0 8. Rg5 9. deö: 10. Pd4 11. Pe6: Pf6 Re7 0-0 ReS Rcö: Een niet onaardige combinatie. Marshall Rg6:, Di6: 12 Pb3, ziet echter verder Rd6 13 Pdö:?, Deödan zijn tegenstander. De positie is uiterst pikant. 17. Rc3: 18. bc3: Dc3: 19. Td5: Pd4! 20. Dh De4daneö2lTeö:?, Pf3f en eö:. Of 20 De5, Dh3: l en wint. 20. Tef8 g6 dan2LDe5, Dh3: 22 Df6:, Pf3f 23 Bf3:, ed5: met geluk spel. 21. Te5 Th6 22. Dg5 Th3: 23. Tc5 DgSll Een probleemzet! Wit geeft op. 21 Dg3: (op f of hg3: beslist Pe2f), Pe2f 25 Khl, Pg3f en wint. Een echte Marshallpartij l 9e Jaargang. 4 Augustus 1912. Redacteur: J. DE HAAS, Graaf Florisstraat 159, Amsterdam. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. ONZE CURSUS. Onze belangstellende dammend, de heer Br. Brnins te Raakwert, zond mij een voor beeld uit de oude doos. Het is een leer zaam, aardig voorbeeld van eigenaardige constructie, terwijl de winstgang ook in de partij kan voorkomen. Stand. Wit 4 schijven op 36, 42, 47, 48. Zwart l schijf op 26 en een dam op 32. OogenEchjjnlgk is winst in desen stand niet mogelijk en zonder kennis van den winstgang is het niet gemakkelijk dien te vinden. Hier volgt hij: Wit 42-37, zwart 32:46; wit 36-31, zwart 26:37, wit 47-41. Een heel mooie zet. Zwart moet nu spelen en kan niet anders dan 37-42, wit 48:37 en de zwarte dam is opge sloten op de lange lijn. Wel aardig, een geducht stuk als een dam is, opgesloten te zien door 2 schijven. Thans gaan wij het spel onderzoeken, als zwart op de andere wijze slaat. Wederom spelen wij voor wit 42 37, zwart slaat nu 32:41, wit 36-31, zwart 26:37 wit 47:36 en daar zwart nu spelen moet en niet kan, is het spel voor dezen verloren. Dit zelfde voorbeeld kan nog iets inge wikkelder gemaakt worden. Hiertoe plaatsen wünog 3 witte schijven erbij en wel op 31, 37 en 41. Wit heeft nu 6 schijven. Den zwarten dam plaatsen wij op ruit 49 en ook Van laag tot hoog. (Judge.) 'P De maatschappelijke toonladder. umi ml i IIIIIMIIIII nu is de stand voor wit gewonnen en wel als volgt. Wit 31-27, zwart 49:16 of 21. Wit 37-32, zwart 16:49 gedwongen. Wit 42-33, zwart 49:46, wit 36-31, zwart 26:37, wit 47-41. Ook deze winst is interessant en wanneer gij onder damvrienden dezen stand op het bord plaatst en zjj zijn met dien winatgang onbe kend, dan zult gij zien dat men de oplossing HOK maar niet zoo dadelijk vindt. Tot slot nog een aardig vraagstnkje, dat op een slagwending berust, vaak in partijen ,,,,?. toegepast. Kennis der afwikkeling is nuttig. Stand. Zwart 8 schuren op 8, 12, 14, 16, 19, 24, 26, 35. Wit 8 schijven op 27, 28, 33, 37, 38, 39, 45, 50. (Zie diagram.) Goed letten op het winstsysteem. m m' 9 a o a a UIT DE MATCH MOLIMARD?DE HAAS. (19de party.) In onze vorige rubriek hebben wij onder staand partijgedeelte behandeld, zooals het werd afgespeeld. Wij zeiden toen dat 11-16 de foutzet was. Laten wij den spel gang nu eens nagaan wanneer 11-16 niet wordt. ZWART. WIT. Wit. Molimard. Zwart. De Haas. 24-29 1. 2. 40-34 Gedwongen. Op 39-33 volgt zwart 18-22 met winat. Op 27-21 zwart 11-16. 2. 29:40 3. 35:44! Wit mag niet 45:34 spelen. Dit geeft slecht spel door gebrek aan speelruimte. Laten wy maar eens zien. Wit 45:34, zwart 15 20, wit 89-33 zwart 20-24. Nu is wit's stand minder goed; 3429, 30:39 kan niet, want dan zwart 24-29, 19:30, 18-22, 13:44. Wit 27-21 gaat evenmin. Dan zwart 11-16. Hiermede hebben wüaangetoond, dat wit niet 45-34 slaan kan. Achterwaarts uitruilen is dus ver plichtend. 3. 15 20 4. 44-40 Het sterkst om nu 40-35 voor te behouden en uit te ruilen met schijf 45 indien zwart opnieuw vak 29 bezet. 4. 20-24 5. 4035 In dezen stand, ontstaan na het beste tegenspel van wit, is het spel gelijk. Geen der kleuren heeft eenig overwicht. Zwart heeft nu verschillende goede voortzettingen. 14-20 is best, alsook 11-16 en zoo noodig 24-29, hetgeen wit ook dwingt tot uitruilen met 39 34. Het is in een rubriek als deze niet te doen ingewikkelde varianten ten. einde toe te behandelen; dit hoop ik in het tijdschrift van den Nederlandschen Dambond te doen. In den stand die nu ontstaan is zij nog maals gewezen op de groote beteekenis van den achterwaartschen uitruil van wit bij den 3den zet, op het leerzame, opnieuw be zetten van veld 35 met schijf 44 en het laten staan van Bcbjjf 45. Ten slotte meen ik te hebben aangetoond, dat zwart in den besproken stand volstrekt niet in de minderheid was.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl