Historisch Archief 1877-1940
VOQE
-7
niiiliiiiniinunniHiiiiimiiiuiiiiliiiu
krankzinnigheid, door V* het wfe»m Tan
«t fa f^n/r ea «S bevangt de lort dan
«oorden to gun weerleggen, du loop ik het
«jNMtate getto ook iu te besliste
bewoor«nsmto vervallen) Derhalve aal Ik ia info
wederwoord de grootst»roortichtigheid
fraohtea to bet oog te honden.
Volgena my is er -na. een iwuwty'* *»w
iJüiiigsn Hamlet «Iet to spreken. zyn
onorenrinbare acneling, a$n afkeer van den
moord i»aiet fa beaohonwen als voort te
komefe nlt een Joft idioten en onnooselen
aan to treffen, m« wtlaverlamming gepaaid
MÉ|d« «enaw- en «ielsswakte" die «ich,
THJana Fesri dan, openbaart in een waansin
vantwijfel". Ho»«reinig heeft dese anders
«K»tjasiiinige psycholoog de
Siakespeareajfaachédramatuohe figuur begrepen; hoe
n reeds verkeerd standpunt aam hjj
tegenover dece by «ftn beschouwing in. De kracht
tot handelen wordt bij Hamlet tegengehou
den door «yn fijnheid van gevoelende
kracht van «yn torerdenkingen. H»t ia de
steyd der gedachten onderling die hem tot
een niet tot handelen IQ staat «ynde natuur
maakt Hamlet is geen «wakkeling, maarluj
is bug voor wat sQn geweten hem ia!
?eggea na den volbrachten moord. Hij tracht
«ioh reedt van te voren toverontschaldigen
«n voelt rioh toch aiet van alle schuld vrij
gesproken. Zje gevoelsheftigheid vordert
bj het vernemen vu den door Claudiusop
«yn vader gepleegden moord de weerwraak,
maar Hamlet's natuur is door «gn gedachten
?iet tot handelen op het fruit oogmblik in
Maat. Dit Juiste oogenbUk weet ng aiet ta
ktflttn: vandaar agn voortdurend in twijfel
«$*, en ,sfln onoverwiabare aaneling voor
o*t plegen vu den door «on gevoel gevor
derden, maar door agn gedachten niet
toegalaten moord.
Dat nu mogeiyk' by krankzinnigen ook
wal ent dergelijke walging" wordt aange
troffen alvorens de misdaad te doen. ia gén
«?den om bfl Hamlet Ttiunbümfgheid vastte
?tollen, Tïoüwenaliet logisch verband is mij
«bk niet, erg'helder; immeis, het feit dat
b£krankzinnige misdadigers zulke fijne
ge|ieb,len «n een hoogere intelligentie" kan
worden opgemerkt, dat «8 dikwijls voor hun
daden logische en bepaalde motieven hebben
fhy Hamlet dus de weerwraak voor den
vvrmoorden vader) geeft Ferri nog niet het
I*eht to beweren: de krankzinnigheid van
Hamlet, al is «y een helderziende en
redeeerende, staat vaat. De geheele indruk, die
de«e ontleding op my maakt is die, dat
" 100 echt op toet ia geweest naar
misoratypen, waarin zijn theorieën
beworden; hy is in ieder geval «oo
Beleefd daarbij ook .braaf den lof van den
genialen" Shakespeare te verkondigen.
De beschouwing over Hamlet is mij in
dit boek het onsympathiekst. Grenseloos
oppervlakkig en «onder de minste kennis
van de Shakespeareausche idee heeft Ferri
den figuur binnen den kring van zijn
observatten getrokken. Kende hij Shakespeare
beter, dan had hy geweten dat een dergelijk
geval als de verschijning van Hamlet's vader
op den bnrchtwal ook voorkomt in'
Macbeth, nl. de scène met de heksen, waar deze
een symbolische beteekenis als bv. de Furiën
IIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIII1IIM
Diertüt maptüsme, eene beriineriit
Een rechtzaak, brochures, krantenartikelen
en ten slotte een heel boek hebben opnieuw de
aandacht gevestigd op een maatschappelijk
verschijnsel: genezingen door magnetiseurs, de
geneesmethode van het dierlijk magnetisme.
't Ia gemakkelijker te «eggen wat de aanhan
gen van het dierlijk magnetisme willen, dan
wat het dierlijk magnetisme eigenlijk is. Dete
aanhangers willen voor de zoogenaamde
magnetiseurs de vrijheid, het recht om zieken
'to behandelen, genezingen te volbrengen,
ofschoon zij volgens de Nederlandsche wet
hiertoe niet bevoegd zgn; zij verlangen voor
de magnetiseurs, die rondwandelen als vaten
vol medicijn, als batterijen geladen met ge*
nesend flnïJum, de vrijheid om hunne
medemenschen ? met hunne kostelijke gaven te
mogen helpen. En de Nederlandsche wet
gever- wil bon dit maar niet toestaan l De
wereld der geneesheeren, de medische weten
schap is niet gediend van deze geneesmethode.
Onbevoegden verknoeien of verwaarloozen
de deken, en dit niet alleen, maar het
publiek moet n°8 irol degelijk beschermd
worden tegen de geld-uit-den-«ak-klopper
van kwasi-geneesheeren en kwakzalvers. Op
advies der medici beschermen wetgever en
rechter het publiek tegen de exploitatie door
onbevoegden. Hiertegen nu protesteeren de
aanhangers van het dierlijk magnetisme. Zjj
beroepen zich op genezingen, waaronder voor
den geneesheer onbegrijpelijke gevallen; zg
dwingen in enkele gevallen den dokter zich
termg to trekken achter zijn
niet-voldoendekennen van de werkingen van hypnose en
suggestie en nemen dan de gelegenheid te
baat eene uiteenzetting te geven van het hoe
en waardoor van hunne methode. Dit is de
theorie van het dierlijk magnetisme
oflevensmagnetisme. Alle menschen bestaan, zeggen
«ij, behalve uit het zichtbare lichaam uit
een onzichtbare allerfijnste stof, een mag
netisch fluïdum. Door ziekte ontstaat een
in de Oriekwhe drama'a hebben. Verder
vindt > het MW*M va»AranMmif j#»atyn
reden in den wensen, dien Hamlet tegenover
«ichieir voelt, «jjn daad to kannen
verschal ven; want hy weet: hy ia er te onbe
kwaam toe. ZegtQoethe niet ergens; Der
Handelnde iat immer gewissenlos, es bat
niemand Gewtasen ala der Betrachtende T"
De weifelende kiest steed»het slechte
moment. Hy treft koning (Handtas aan in
?het gebed en kan hem niet dooden. Hy doodt
Poloïdns, meenende den koning getroffan to
hebben.
In den strijd vu «yn gedachten maakt
Hamlet zich «elJ verwijten: «wak to «yn. En
ton alotte ia net nog het toeval, dat den
koning doodt.
Dit over Hamlet; mijn eigen meening heb
ik «onder beaeheidenheid recht tegenover die
van Ferri gent, maar ik heb tenminste de
moeite genomen de Hamletflgaor grondig
to bestudeeten.
Na Macbeth en Othello behandeld to heb
ben ruimt Ferri nog een groote plaats in
aan Panl Bourget en Zola. Bonrget schreef
?yn roman Le disclple" naar aanleiding van
dam moord van den jongen Algerijn Cambridge
in 1888 op n jonge dame.
Het psychologische probleem, daarin be
handeld, wordt door Ferri aan een scherpe
ontleding onderworpen. Resultaat: een on
taarde misdadiger, krankzinnig alt geboorte.
Op deze wijze worden alle door Ferri be
sproken romans van Sardoi, d'Annanxio en
anderen behandeld. De dokter voelt den
patiënten dépols en noemt de ziekte, waar
aan «y lijden. Dit is het hinderlijke in het
anders «oo interessante en vol fijnzinnige
opmerkingen staande boek; en het
hinderlykat ia een dergelijk polsvoelen by de
reu«enfigwen.vu Shakespeare, in het by zonder
by den ontzettend gecompllceerden Hamlet
Zola en Dostojewsky, belde mannen van
heel uitbreide psychologisch-wetenschappe
lijke kennis, die er in hmn werken steeds
naar geatreefd hebben de resultaten, die hen
hun vooratodièn opleverden,tennntte te maken
aan hmn letterkundigen arbeid, zg'n voor
Ferri een dankbaarder gegeven voor «yn
misdadigers ontleding.
De nauwgezette studie, die Zola maakte
over «fin onderwerp alvorens bet in een
roman uit te werken is bekend; hiervan
gewaagde ik reeds in het begin van mijn
Van Zola bespreekt Feiri La bêle hnmaine"
?n Germinal." Maar vooral Dostojewsky
geeft hem volop gelegenheid diens romans
ten natte van zijn misdadigers ontleding te
beichoawen. Het zijn de romans Herinne
ringen uit een doodenhoia" en Schold en
Boete," die hy nader bespreekt. Zonder twijfel
heeft Dostojewsky in deze twee belangrijke
boeken de misdadigers en hun zieleleven
willen uitbeelden; wat hy uit eigen obser
vatie wist wilde hy in deze romans samen
brengen tot een kunstwerk. In «yn
Doodenhnia" ia een opeenvolging van fijne op
merkingen. Wroeglnglooa blijft de gebortn
misdadiger; hy ia ^el, houdt van opschik,
blaft op zjjn daden: nergens eenig spoor van
een of ander beroaw of van zedelijk»smart.
Dostojewsky heeft by hem opgemerkt zjjn
afkeer voor aanhoadenden of «waren arbeid;
naast een vrooiyke onverschilligheid en kin
derlijkheid trof hy vaak aan een diepen zin
voor godsétonst (hierbij komt dat de Boa
gauw een gewoonte-religieus Wezen wordt).
Verder haalt de schrijver in genoemd boek
nog staaltjes van de gehechtheid voor dieren
aan; alle eigenschappen van de kinderziel,
die ook nog in de sjjne «yn gebleven. Trou
wens, aan den geboren misdadiger, waarvan
ik Ferri reeds liet getuigen dat hy naast
bepaalde afwijkingen zeer normaal in andere
«plichten kon wezan, is heelemaal niet een
gevoel voor huiselijkheid, voor familieleven,
voor vrouw en kinderen vreemd; hy kan
wel degelijk een goed echtgenoot wezen of
zich aan dieren hechten.
Het alwezig zjjn van zedelijk bewustzijn
omtrent zijn misdaad, hetgeen juist zijn
«reisziekte, krankzinnigheid is, maakt voor
hem een moord niet tot wat het voor ons
moraliteitsgevoel is. Vandaar dat hy geen
wroeging of rouw gevoelen kan. Vrees voor
den dood kan ons toelijken een vorm van
berouw over zijn daden te zijn; zijn wanke
lende gang, zijn neergeslagen oogen als hy
naar het schavot wordt gevoerd, «allen wy
wellicht toeschrijven aan een toestand van
wroeging waarin hy, naar onze begrippen en
gevoelens, niet meer dan natuurlijk zal
verkeel en, het is echter datgene dat in alle
menimiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiHiiimmiiiiiii
tekort aan dit onmisbare bestanddeel. Dit
tekort kan worden aangerold door geschikte
manipulaties van den magnetiseur, die zoo
doende een deel van zyn eigen vitale kracht
verschenkt, overdraagt in het zieke lichaam.
Is suggestie een beroep op eigen krachten van
den patiënt, de aanhangers van het dierlijk
magnetisme beroepen zich op het overbrengen
van levenskracht van den eenen menach op
den ander. En hier doen zich voor hem die
nu eenmaal niet in dierlijk magnetisme ge
looft, massa's vragen op, of en hoe dit
fluïdum gevormd wordt, of dus de magnetiseur
een onbegrensde hoeveelheid hiervan bezit,
of dieren en planten het eveneens bezitten
en kunnen meedeelen enz. enz.
Maar de hoofdzaak blijft toch dat het niet
gelukt is niet-aan hangers der theorie, het
beataan van dit fluïdum proefondervindelijk
aan te toonen. Alleen aanhangers,
sensitieven" zijn in staat deze stof to voelen". Zoo
lang het Bestaan van dit fluïdum niet weten
schappelijk is vastgesteld, is het dus ook
beter er niet van te spreken en er geen
theorie van leven en gezondheid op te
bonwen, laat staan een praktische toepassing.
Zoolang eerlijke ernstige medici spreken
zooals zij doen (?wanneer iemand tegen
woordig nog magnetiseur is, is hy f onwetend
f gewetenloos" zegt de heer Zeehandelaar
in zyn Contrabrochure) zoolang doet de leek
beter den weg van eiken dag te volgen:
zijn kapot horloge te brengen naar zyn
horlogemaker en zyn zieke lichaam naar
zyn arts. Ieder die de medische lite
ratuur van de laatste jaren heeft gevolgd,
weet dat menig medicus tuk genoeg is op
nieuwe snufjes, en dat nieuwe geneesmid
delen en nieuwe geneesmethoden haast nog
meer onrijp worden geprobeerd dan uit
conservatisme worden veronachtzaamd. Dat
doet natuurlijk de onderlinge concurrentie
der medici l En toch ontfermt zich gén
medicus meer over het dierlijk magnetisme I
De laatste jaren van de Fransche revo
lutie, die zich kenmerkten door hun op
zichtig tentoongedragen verlicht rationalisme,
achen ligt opgesloten: het mUmbiy ven leven,
dat hem terugschrikt voor het oogenblik van
den dood. Het kopt voor dat ter dood Ver
oordeelde miadadigera onder een soort
branieachtige onverachilligheid hun aandoenin
gen trachten te verbergen, doch den fijn
observeerenden psycholoog ontgaat solksnlet.
Op deze Intereaaante misdadigersroman
liet Dostojewsky een. tweede, nog
omvangryker werk volgen, waarin hy een bepaalde
misdadige «iel, n.l. die van een menecü, dfe
door aophiatiache redeneeringen en een wit
«edeiyk bederf voortgekomen tfihijngoede
overweging, .tot zyn misdaad wordt geleid.
Het plu de oude woekeraarster, dietalr|'ke
renteloose kapitalen in haar handen houdt,
te vermoorden om met het daardoor beschik
baar gekomen geld goede dingen te verrichten,
is heel moot, doch er hapert maar eventjes
dese kleinigheid aan: dat hiervoor een menach
vermoord wordt. Het ia mogelijk dat hierover
lang en breed te debatteere%«oa «yn en naar
mijn meening neemt Dostojewsky het ook
vu ganscher harte op voor den stadent
Baakolnlkoff, die deze moord alt bovenge
noemde overwegingen begaat, doch een ?»<«?
dood blijft het. Maar een misdaad waarvoor
ons inneriyk gevoel, na alle drijfveeren te
hebben gekend, misschien vergeving. «on.
kunnea vinden. Vooral «yn jeugd pleit hier
voor den moordenaar. Want het ia een
grootsche gedachte om door dit nuttelooze
rijke mensen alt den weg te ruimen voor
zichzelf en voor anderen den weg naar ont
wikkeling open to «aken. ut «ei dan ook in
een artikel over Ferri's boek, ala bespreking
ervan: wat heeft Doatqjewsky met «yn
Raskolnikoff anders bedoeld du een pleidooi
voor den zielszieken misdadiger T Hij heef t dat
willen bereiken door ons zijn geheele ziel tot
in de kleinst denkbare onderdeelen to toonen,
gedachtig aan het: alles weten is alles ver
geven." *)
De redeneering vu Baakolnikoff ia inder
daad zooala Ferri «egt: een logika, geschikt
om als oefening in de redeneerkonst te
dienen. Bedeneeren, in dien zin dat daarmede
een verkeerde aandrang moet goed gepraat
worden, is voor ziekelijke hersenen het ge
vaarlijkste wat te denken valt. Prachtig geeft
Dostojewaky dan ook weer hoe deze hersenen
van Kaskolnikoff door de misdadige idee
bestormd worden. Daarbij is hy, geen mis
dadiger uit geboorte zijnde, niet koelbloedig,
en als hy den moord op het oude wijf ge
pleegd heeft en daarby diens zuster uit
noodzaak nu, door haar juist op dat oogen
blik bnnenkomen?ook doodt, steelt hy in
«yn verwarring maar weinig; vry onbelang
rijke zaken.
De geschiedenis van Baakolnikoff is door
dit alles aangrijpend geworden. Ferri «lette
weinig in het geheele verhaal de bedoeling
van den schrijver: het pleidooi. En dit
pleidooi ligt in de ontleding der «iel «elf;
omdat Dostojewsky waarheid en leven geeft
in zijn boek. ?
Ik herinner mij dat een paar jaar geleden
eenige studenten de rechtszitting voor Ras
kolnikoff nog eens overgedaan hebben
het was in Polen, naar ik meen en dat
de advocaat «alk een warm pleidooi voor
den aanwezigen kwast-misdadiger hield, dat
zijn rechters- hem met algemeene stemmen
vrijspraken. En het ia best mogelijk dat de
harten van velen van ons ook in stilte voor
vrijspraak hebben gepleit.
Dat is de macht van een kunstwerk, ge
schreven door een alles meegevoelend mensch.
Eo daarmede heeft hy ook het meester
werk gegBven, dat door geen wetenschap
te overtreffen zal «ijn, nl. geheel en al voor
ons uitgebeeld het rampzaligste soort, dat
onder de misdadigers aan te treffen is: de
lieden, die uit een waan-idee een vreeseiijke
daad doen en daarna geen rustig oogenblik
meer hebben.
Ik heb dit alles geschreven aan de hand
van Ferri's boek, waaruit ik eenige malen
citeerde; maar mijn eigen meening en eigen
beschonwing bleef ik behouden en stelde ie
soms, waar ik dat noodig vond, lijnrecht
tegenover die van myn leermeester". Daar
door ben ik in mijn werk, ondanks het be
spreken van bedoeld boek, waaraan de titel
ontleend is, vrijwel persoonlijk gebleven en
draag dus voor mijn uitspraken ook eigen
verantwoordelijkheid.
CONSTANT VAM WESSEM.
*) De Wereld, No. 40, 2de jaargang.
onderscheiden zich eveneens door de on
willekeurig uit hoeken en gaten overal op
schietende voorliefde voor het onbegrijpelijke,
het geheimzinnige, waarmee Parijs van dien
tyd werd overladen. Dit ia ook de bloeitijd
geweest van Mesmer en bet Mesmerisme,
het tegenwoordige dierlijk magnetisme.
Friedrich Anton Mesmer was in 1733 in
Weill geboren, studeerde theologie en
natuurwetenschappen en promoveerde in
de geneeskunde in Weenen 1766 met een
dissertatie getiteld De infiuscn planetarnm
in corpus humanum" (de invloed der pla
neten op het menechelyk lichaam). Hieruit
kent men reeds zyn belangstellingsfeer. Zoo
trok het nieuw-ontdekte magnetisme dan ook
zyn aandacht. Hy deed er proeven mee
en meende te ontdekken dat ongeveer dezelfde
kracht, die de magneet bevat, ook woont in
het menscheiyk lichaam: het dierlijk mag
netisme."
In Weenen beproefde hy een geneeswijze
langs magnetischen weg en had een zekere
mate van succes. Waarschijnlijk echter was
er bij zijne geneezingen bedrog in het spel,
tenminste hij zag zich genoodzaakt Weenen
te verlaten en vestigde zich te Parys in 1778.
Hier heeft zich in een korten tyd een gewel
dige reputatie verworven. Hy stelde zich voor
als de belangelooee weldoener der mensch
heid; en genas met veel ophef tegen matige
vergoeding wie ongeneeslijk verklaard was.
Het succes was overweldigend; hy verwierf
zich een schare aanhangers; hij ging ver
huizen, richtte zich schitterend in en vond
zijn beroemde baquet" nit. Dit is 'een over
dekte houten kuip met electrisch water en
andere stoffen gevuld, waarin staven waren
geplaatst, die het magnetisme moesten over
laden in de patiënten, die door touwen
onderling verbonden, rondom de knip zaten.
De omgeving werkte mee, schemerlicht,
vele spiegels, zachte muziek, de dokter zelf
in fantastisch mooie kleeding met een won
derdoende staf in de hand. En in deze toe
stand werden de patiënten dan door den
grooten meester voorzichtig aangeraakt of
IN HET STADION TB STOCKHOLM.
Na afloop der Olympitche spelen heeft de Koning van Zweden den
winnaars der eerste prijzen eigenhandig de eerekranaen (wy meenen
van eikenloof) op de slapen gedrukt. Ieder meende in het oude
Griekenland te zyn. Een hoogtij van anachronisme.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMItllllllllllllllllllllllllllllllllllMlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllllllllllllHIIIIIIMIIIIIIIII
Mer ttn «oei ter .mor.
ZONDCK HOED, IS 'T HAABLBlt NIKT GOED l
HüT KKHÏ GEEN HALLETJE, HET HAABLKMHBR
HALLETJE l
Er leeft te Haarlem een pas «ut Amerika
weergekeerde jonge Hollander, die in dat
verre land zoowel zijn hoed als de
de-Vriesen-te-Winkelsche spelling verloren heeft.
Er woont te Haarlem een geacht hoofd
redacteur van het «eer verspreide
Haarlemsche Dagblad, hetwelk als wapen voert twee
baarlijke leeuwen, den tong uitstekende tegen
twee tinkelende Damiaatjes, hangende aan
de armen eens eenvondigen perebooms.
Dewelke hoofdredacteur had behoefte aan
een hoofdartikel en schreef toen (niet uit
zijn hoofd, maar, wees er gloeiend zeker van,
met behulp van Brockhaus' Konversaüons
Lexicon I) een hoofdartikel naar aanleiding
van den hoed, niet alleen over den hoed dien
de ander op zijn hoofd had moeten hebben,
maar ook over den hoed in 't algemeen,
met uw verlof den hoed door alle
bescbavingsperioden der aardache geschiedenis. Het was
een moot hoofdartikel, handelend over den
hoed in Haarlem in 1912 en den hoed bij
de oude Romeinen", en den hoed bij de
oude .Grieken", en den hoed van de oude
Egyptenaren en de jonge Bojaren geloof ik,
maar dat weet ik niet zeker.
Enfin het was een welgevormd en degelijk
artikel.
Het was een artikel, om vertrouwen in
te hebben.
Maar de jonge man, die In Amerika zijn
hoed, zyn spelling (en helaas wat degelijk
heid) verloren had, tornde er tegen op in
't ingezonden stuk, dat n vorige week hier
ter plaatse ^gelezen hebt en genoten.
Echter, zoo schreef de jonge man aan de
redactie van De Amtterdammenhst Haarlemsch
Dagblad eischt, dat ik 't stuk in de
de-Vriesen-te-Winkelsche spelling omzet en daar
bedank ik hartelik voor." Plaatst n 't nu
alsjeblieft.
Dacht men nu, dat Haarlem dankbaarzen
zijn, dat wj] dat aardige stukje geplaatst
hebben? Het Haailemsch Dagblad is in
tegendeel geschrokken. Zonderlinge
peraIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
bestreken met staf of hand l Het resultaat
bleef niet uit. Brakingen, krampaanvallen,
hysterische toevallen vooral der dames, be
wezen de genezende werking, Er werd een
afzonderlijke met matraseen gecapitonneerde
zaal ingericht om de convulsionairen op te
nemen, de salie des crisis." 't Werd een
rage. Men reserveerde zich als een loge een
baqnet van een bepaalde avond.
Thuis had men zijn baqnet sy'n knipje."
En om iedereen te helper, magnetiseerde
Mesmer een boom op de Boulevard
Montmart ra tot kuip der armen", bij risten om
armden de zieke de boom en wikkelde zich
in daaraan gebonden touwen. Het verhaal
zegt niet of ook deze klanten genezing vonden.
Het succes van Mesmer overweldigde ieder.
Ook de regeering. Hij bood aan heel de
menschheid en Frankrijk in het bizonder te verrijken
met zijn weldadig geheim. Hij vroeg een
heerlijk landgoed met een kasteel en ver
klaarde, dat hu zijn patiënten en Frankrijk
zon verlaten, als de regeering hierop won
gaan afdingen. Minister Meaurepas pingelde
toch, bood hem een jaarljjksche rente van
30.000 francs en Mesmer hield zijn woord.
Hij verliet Parijs en vertrok met enkele
patiënten naar Spa.
Zijn praktijk werd voortgezet door zijn aan
hanger, den arts Deslon. Deze, voortijds ge
zien geneesheer in Parijs werd hierom ten
heftigste aangevallen .door zijne collega's.
HU had hetzelfde succes als Mesmer en ook
hem stroomde klanten en geld toe. Daarom
achtte Mesmer het toch maar wijzer om
weer in Paiya terug te komen en zijne
werkzaamheden tot heil der menschheid te
hervatten. Na de regeering hem niet met
een flink stuk bezit in eens zijn geheim
wilde afkappen, werd er door hem iets anders
op gevonden. Hij vènbcht zqn geheim aan
eene vereeniging wioifleden hiervoor 1000
francs betaalden, het geheele bedrag werd
zoodoende 340.000 francs. Deze Sociét
d'Harmonie stichtte weer filialen hier en daar, en
zoo kwam er een geheele orde van
harmonistische Mesmerjsten tot stand met 3 graden
manieren", schrijft het. Hoe waa 't ook
mogelijk om (wij erkennen het: het was ver
schrikkelijk leugenachtig van de redactie der
Amsterdammer!) te «eggen in een bjjschrift,
dat de Haarlémsche hoofdredactie den
ongehoeden Haarlemmer had genomen tot
onderwerp" van haar beschouwingen I En
verder stond in dat verbazend ernstig artikel
van de Amsterdammer: De redactie (van
het Haarl. Dagblad") wenschte het alleen
op te nemen, indien de schrijver zijn
schriJfknnst den de Vries en te Winkelschen hoed
opzette, waarvoor de «elf blootshoofds
loopende man bedankte."
Terecht «egt nu het Haarlemêch Dagblad:
Deze twee volzinnen bevatten twee
krasse onjuistheden.
Vooreerst is de inwoner van Haarlem
niet gekozen tot onderwerp van de
beschouwing der redactie, maar daarin
«eer terloops genoemd.
Luister nu goed.
En bovendien heeft hij niet bedankt
voor het verdevriea en te winkelen van
zijn stuk, maar wel verlangd, dat de
redactie er bij zon vermelden, dat dit
proces op haar verzoek was geschied.
Daarvoor bedankte onze redactie, die
deze spelling als voorwaarde stelde
en den inzender das niets te verzoe
ken had.
De redactie van het Weekblad heeft
zonderlinge persmanieren, dat zij een
antwoord plaatst op een stuk, dat niet
in haar blad voorkwam en waarvan zij,
ook nu nog, zelfs de quintessens niet
vermeldt. In Haarlem heersenen juistere
opvattingen.
Overigens laat het feit, dat het stnk
toch nog tot openbaarheid gekomen is,
ons volkomen kond. Zelfs willen wij
onze lezers,, die er kennis van willen
nemen, wel inlichten, waar «e het num
mer kannen koopen: op het perron van
't station, voor twaalf ? en een halven
cent. Wie het gelezen heeft, zal zich
denkelijk wel vereenigen met onze opi
nie: de schrijver doet wat opgewonden,
hy-is blijkbaar nog heel jong; een en
ander betert, met of «onder hoed, met
de jaren.
lllllllllllinilllllllllllllllflIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIMMI
ingewijden, correspondeerende leden en leer
lingen. Maar deze vereeniging werd ook zijn
ondergang. De leden moesten lang op het
beloofde geheim wachten, kregen geen waar
voor hun geld en werden ten slotte onge
duldig, zoodat zühet ban grootmeester lastig
gingen maken. De comedie ontfermde zich
over het onderwerp met een Doctenrs
modernes" en ook de satire maakte zich in
prentjes van den dokter meester. Maar de
dokter was intnsachen rijk geworden achtte
zijn tijd gekomen om zich in veiligheid te
brengen. Hjj verhuisde naar Engeland en
vervolgens naar Baden en is daar te Meers
burg in 1815 overleden. Of hy zelf geloofde
in zg'n kanst ?
Handiglük heeft hy in ieder geval altijd
de tusschenkomst der geleerde wereld weten
te voorkomen. En toch is er een weten
schappelijk rapport over het Mesmerisme
uitgebracht. Dit is uitgelokt door zijn aan
hanger Deslon, die met zoo goed succes
mesmerde. De grootste mannen en beste
medici van Parus vormden die commissie
van onderzoek. Franklin was lid er van en
Lavosier. Het rapport werd in Augustus 1784
uitgebracht. Het luidde ongunstig voor het
dierlijk magnetisme; ongunstig omdat het
gevaarlijk moest zijn voor de zeden en voor
de gezondheid. Ook uit het rapport blijkt
dat vooral de dames hnne genezing door het
dierlijk magnetisme zochten.
Zooals het Mesmerisme met nieuwe woor
den en geleerde uitdrukkingen oude ge
dachten aan de markt bracht, zoo wordt het
gronddenkbeeld in het Mesmerisme aldoor
in de nieuwste terminologie gekleed, als
levensmagnetisme weer het publiek voorgezet;
vooral in tijden wanneer men zich de buik
vo) gegeten heeft aan verlichting en nuchtere
wetenschap. En wie kan daar eigenlijk iets
tegen inbrengen?
Dr. T. P.