De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 11 augustus pagina 7

11 augustus 1912 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 1839 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOR NEDERLAND. «a : eau. «tfHBlit :»%* JWMs*nfe|it»«uuur in het geheel ia dat aangebrachte toch zoo «weinig bf K»dwxHtóeT aanwezig, dat het niet hindert. Het cnbisme ia ia de ets en in den teekeningen niets dan «en scherp aangeduid worden der vormen, groot «ehonden, terwijl 4e tochten erop verdeeld worden in een telkens weerkeerende forma tie, die de phantarie niet bindt, maar haar vrjj laat, en te rich even verwonderen doet. Zooals ik elders schrijf is het mozafek-achtige, het decoratie? e, ia het eubisme van Schelfhout nut ?maak saffiftiiïirtslrt en «auto hardhandigeid aangebracht. Be teekeningen staan onder den invloed vaa Vincent van Gogb, rn.ai- iffji natuufljjk ijler en van minder dracht; de schilderijen vertoonen soms sporen, soms meer, soms minder, van Géianne's matte -?trage" kleur. Toorop heeft een achttal werken tot berien gesteld. Het portret van AlphonsDiepenbrock geeft den componist ate een Boomsch ge leerde; het is een teekening waarin Toorop «kor en fijn karakteriseert of schetst. Het portret van Altaar vaa Behandel is een ^childerjj. En Is quasi-enbistiicb. Ge gevoelt «rfn, dat de gemakkeHjk-bewogen gcküder zieh het cmbisme aaniag en er iets van speurde en er even van nam, dat wat voor dVhand" lag. He* portret is niet soo voortrtffeljjk van Ifikfeais als de getsekende «on. Vsjn Schendel lflkt Met te veel op den prozaïst Terwejj. De hoogmoed van de oogën is in vsüSchendel meer geloken ea meer verméeid dan de schilder se gaf, Zuiver is het Toode dstffe; SMcltfldera op d& ROrti»t,»ar verkleint deir feflrkleur nog nietMépsycho logie, die in het overige meer hoorde te mflïi? Toott»!». dojsblMimevr, Oh. FernhontToorop heeft twee landschappen hier, en een stilleven. Ze «ocht meer de woestheid dan 4e kaast, en het is een mijns inziens onjuiste en verwanende waardeering, dat Toorop dit werk in affn openingsrede met een. vleiend woord noemde. Van Hart Nibbrig vermeld ik Bon en Duin" en Van af het Duin", waar van het eerste minder licht toch houdt dan de scherpe kleuren nu doen vermoeden. Ten slotte wU ik het werk van J. Hejjse, den Middelburgschen schUder bespreken, die, op een andere wfl*e dan het cnbisme, achterwaarts *iet en wiens werken niet *oo tarachtig van kleur als die van Frantz Hebbers, gelijk onderwerp op bijna gelijke wflse behandelen. Want de toepassing van het poiatüle-procédé, het dlvlseeren geschiedt in dit werk niét op de wijze, zooals dat gewoonlijk geschiedt, en, overeenkomstig de meening der vinders dier werkwjjse, «on hooren. De schilderijen van Heys*, die niet o»groot»tentoonstelling bettfgfgke steUia* sfjNr souden ver dedigen, zjjn eigentljjk me* kleur ingevulde teeXeningen. Kr is niet met kleur gemodel leerd; een teekening is ingevuld. Daardoor ontstaan fouten in het Panorama van Veere, soa&st b.v. de schuiten op den stroom even dichtbij lijken als wat vlak roor-aftnis.Daardoor ontstaat natuurlijk dat de figuren op de andere werken meet als silhouetten aan doe»dan als lichamen. Zuiver is dit werk in «fln geheel dan ook te waardeeren als van een schilder, niet van groot noch van krachtig noch van diepzinnig talent, maar als uitingen van een tot het preoiense geneifda beschaving, die in. dat beschaaf d-sjjn en In bxat soiff om voÜBd^heid (die ie, vol ledig, niet Welkt) haar plaat»vindt, die M hier, in Domburg, in-neemt. Da overige sch ders en schilderessen cal ik niet bespreken. ?Sommige geven geen aanleiding er toe; andere sjjn het in werkljjkheld niet waard. Sommiger werk is mij te vertrouwd en te bekend dan dat ik het voor me selven op nieuw sou willen definieeren; van anderen oahond ik me van beoordeeling, omdat ik in een faut niet vallen wil noch hier sou knnnen, waar ik een kritikns? met te veel gemak en te weinig inricht in zag gleden. Een wensen blijft my over. Het vorig jaar was Domburg gedeeltelijk een Onder-Onsje" ; het is dit gebleven. Ik wensen en hoop, dat zij die deie tentoonstelling erganiseeren, dit op hieven, en schiftend, van de uit- stallende alleen overhielden, die knnnen, of zuiver pogen, of xulver overtuigd zijn. De tentoon stelling sou krachtiger zijn, en ze kon een ?4IIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIMIIIIMMIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII ETINSCHAPPEliJKE LXIV. mersie, een vorig artikel, waarin ik de bliksem stralen besprak, heb ik het eigenaardig ver schijnsel vermeld, dat zich op verschillende photographische bliksemopnamen voordoet, waarbij n.l. donkere bliksemstralen in plaats van heldere stralen te voorschijn komen. Dit eenigszins zonderling geval wordt ver klaard door photographlsche reversie, dus door iets wat men in tegenstelling van een werkelijke zwarte bliksemstraal die vermoe delijk onbestaanbaar is, een kunstproduct" noemt, daar het een gevolg is van de onvol maaktheid onzer toestellen of methoden van onderzoek. B j het maken van photographieën maakt de lens van het toestel een beeld van de omgeving op het matglas achterin het toestel. Men vervangt het matglas door de gevoelige plaat, d. i. een glasplaat waarop een gelatinelaag ia aangebracht, waarin een scheikundige verbinding zit, n.l. broomzilver, die de eigen schap heeft, door lichtstralen aangetast, veranderd te worden. Maakt de lens nn het beeld op deze gevoelige plaat, dan zullen .alle lichte deelen van bet beeld het broom zilver waarop zjj vallen aantasten, terwijl de ?donkere deelen het broomailver niet aan tasten. Hoe helderder een lichtbeeldgedeelte is, des te krachtiger zal het 't broomzilver aantasten. Brengt men dan de belichte plaat in het ontwikkelbad, dan weidt bier door scheikundige stoffen het broomzilver onder handen genomen; waar het niet belicht en dus onveranderd is kan het ontwikkelbad er niets aan veranderen, maar waar het broomzilver belicht is geweest, maakt het ontwikkelbad er een zwart neerslag van. Heeft men het niet-aangetaste broomzilver weggespoeld met hypo", dan houdt men het negatief over; drukt men dit af op ge voelig papier, dan zullen alle plekken der gevoelige plaat, die zwart geworden zjjn bjj enklen, sterker mé- ef noodigend, niet dan aan winnen. nstander uitihtdadigheid PLASSCHAMT. Fititisie. Om zjjn duizenden volgelingen in Italië, om zjjn invloed in Spanje en ook in.Frankrjjk op de jongeren, vraagt het Futurisme een nidere beschouwing, vooral nn de tentoonstelling der schilders in Parjjs en Londen de grootste belangstelling verwierf, en na Barljjn en Brussel ook tans *) Holland zjjn oordeel vellen kan. , Het was op de 20ste Febrnarie 1909, dat F. T. Marinetti zijn Manifeste dn Futurisme" in de Figaro" publiceerde, waarin hij in elf formules het streven vastlegde parce que nous voulona délivrer l'Italie de sa gangrène de professen», d'archéolognes, de «icerenes et d'antiqnaires." De Futuristen sonde een ondienstige ge dienstigheid bewezen worden, indien men woordelik ging weergeven de inhoud hun ner manifesten. Wanneer wjj Lombroso lezen, en zien hoe vaak hjj zich voeren laat op 't impulsieve, en de spintelende vonkingen van zjjn geest gaarne vast slaat in theorieën van wijsgerig gesmeed vernuft, als aldns de geleerde is, hóe souden wij dan de woorden vaa eea dichter, bedoeld om de licht ontvlambare Italiaanse geest te doen ontbranden als de juiste materie kiezen om het hollandse nuch ter overwegende en controleerende verstand te overtuigen. Voor de vreemdeling mag Italië juist interessant zijn, wijl het zich geen hogere eisen stelt, dan' van conservator van de overblijfselen van 't antieke Italië, de haat van 't verleden, 't PMselsme wordt gerecht vaardigd hij hem, die ziet hoe heel een volk bedolven ligt onder te groot verleden. Venetië, eens de stad van scb.eonb.eid, levende stad, stad schoon gegroeid uit de schoonheidsdn van een volk, is tans een dode stad voor hen, die niet door studie zich 't verleden knnnen verbeelden en de droom van eenmale realiteit als de wérkelikheid van de droom kunnen zien. En de bourgeoisie is daar lelik van houding en gebaar, geljjk zjj dit is in elke stad die schoonheid derft. Kunst is de droom van 't leven, de uiting van het leven en zjjn verzoening. In haar kenmerk draagt de kunst de roeping met het leven te verzoenen, tot het leven te verleiden kunst mag goddelik zjja, doch gelök de Goden is zij niet onsterfenk. Wanneer Marinetti das zegt, dat een snel lende automobile schoner is dan de Victolre de Samothrace, dan zonden wij deze uitspraak aldus weer knnnen geven. Het is beter om aan 't volk een anto te tonen, waarin de artiest hem de schoonheid moet leren zien, dan een klassiek beeld waarvan het begrijpen eeuwen achter hem ligt. Dat de roeping van de kunstenaar meer is, de schoonheid van 't moderne leven te zoeken, dan die van vergane tijden te reconstrueren is misschien alleen begrepen door Berlage, die de moed heeft gehad om tébonwen wat nog lellk in de betrekkelike zin van 't woord l is en dit te verkiezen boven dat, Wat eenmaal onschoon zal zijn. Lazen wjj zjjn brochure ever het gewapend beton, en leggen wjj daarnaast Marinetti's werk, dan hebben wij de uiting van twee volkeren. De heer Berlage zegt logies en kalm, de koel-bewuste Hollan der, die 't oude devies volgt: Zie mijn daden," doch niet wordt gehoord, de Italiaan Marinetti, vnnrwerkt zqn ziedende overtui ging uit in een vloed van gedachten, agiteert en sleept duizenden mee met de stroom van zjjn wil, verblind met 't vonkende spel van zjjn oproerige geest. 't'Modernisme vinden wjj ook eren ia onze literatuur, In 't eerste proza van Van Deyssel, in Gorter's School der Poedë, la ge dichten bjj dr. H. Boeken. Alleen bjj Gorter is 't moderne kunst geworden, bij Van Deyssel in uiting minder juist immers het doel EJJ niet het simpele in woord-corruptie weer *) Biesing, 's Gravenhage. het ontwikkelen, het licht nu tegenhouden, zoodat het papier daar wit blijft. De half zwarte plekken laten iets licht door, dus hier wordt het papier door licht aangetast en half donker; de lichte plekken van het negatief laten al het licht door eniiet papier wordt er zwart. Dus we krijgen pp papier het positieve beeld, dus de werkelijkheid. Nu weet elke photograaf, vooral in zjjn eersten leertijd, hoe moeilijk het is de juiste belichtingsdnnr der gevoelige plaat te kiezen. Belichten we ie kort dan wordt het broomzllver door de allerhelderste beelddeelen net even aangetast, maar de llchtzwakkere beeld deelen hebben geen tijd om eenigen indruk op het broomzilver te maken gevolg: een negatief, dat alleen de allersterkste lichtindrnkken nog even weergeeft b.v. de door de zon verlichte gezichten In eau groep terwijl de jassen, japonnen en het gras een troosteloos eentonig geheel vormen, waaruit niets meer op te maken is. Dan volgen in belichtingstijd de juist belichte platen, zeldzaam in het begin, later zelfs nog geen absolute regelmaat na jaren ervaring; er blijft altijd voor eiken photograaf een ver rassing in het bekijken van een goed belicht negatief, waarop alles staat zooals hij 't er wilde hebben. In de derde plaats komen we bij de overbelichte negatieven, waarbij de gevoelige plaat te lang belicht is. Alle deelen van het beeld, die nog maar eenigzins licht zijn, hebben, tenminste by erge overbelich ting, het broomzilver op hun dooie gemak kannen aantasten; ontwikkelen we deie plaat dan vliegt het beeld erop" zooals men zegt, en enkele details die nog even zichtbaar waren verdwijnen In een algemeenen sluier van zwart, en alleen door langer te ontwik kelen met een kunstmatig vertraagde ont wikkelaar kan men nog wat redden. Nu zijn er omstandigheden (en daarop komt het hier aan) waarbij men overbelichting niet ontzeilen kan. Stel dat men een landschap photografeert en dat door bijzondere omstan digheden ook de zon (om nu maar dadelijk het allerhelderste te kiezen) en het beeld aanwezig is. Ontwikkelt men dan de plaat dan blijkt na afloop dat op het verkregen positief de zon als een zwarte punt staat, terwijl voor onze verbaasde oogen, op bet negatief waar de zon juist als een ophooping van zwarte neerslag moet staan, het neerslag vrijwel weg is. Dit om keer en van wit in te geven, doch de corruptie in 't simpele bleef het b(j dr. Boeken kunstloos. Doch vreemd is 't, dat noch Adanufvan Scheltema, noch de Nieuwe Gidsen zelf begrepen heb ben 't belang vaa een kunstloos sonnet als 't Paleis op de Dam. Er behoort moed toe om iets leliks te maken moed, in de heilige overtuiging hierdoor tot het nieuwe te komen. In 't bewuste sonnet is een zeker streven naar primitieve uiting, zoals wij tans dit ongeveer terug vinden bij de franse cnbisten, en indien enige honderde van dergelijke gedichten verschenen waren, dan zoude onze poëzie, die nog grotendeels vast zit aan '80 in Holland, aldns een halve eeuw ten achter in de enropese beweging, waarschijnlik, dank Gorter en Boutens, nu door moderner ideeën beheerst worden. Van 't Italiaanse futurisme is de schilder kunst het meest doorgedrongen; zij heeft in Parijs, Londen en Berlijn de aandacht van heel de kunstwereld op zich weten te ves tigen, heeft publiek in grote getale tot zich getrokken en verplicht zich met hun werk te verzoenen of te vermaken l Thans werd na Brussel ook Holland bezocht, en worden hier de doeken getoond, die voer velen als zovele raadsels zich aan de wanden kleuren. Wanneer men als titel der schilderijen leest: Het huis treedt in de straat, of hoort, dat een paard in de straat twintig poten heeft, f, dat de kamer in ons zit, dan zal men lichtelik gestemd sjjn tot spot. Doch dat de mederne kunstenaar evenals de koop man het recht heeft de taal de invloed van deze tijd vaa snelheid en mekaniek te doen onderga «n, is een nimmer overdachte gedachte. Wanneer wjj lezen: Beurs zwak, koop Indië", dan begrijpen wij deze woorden niet Als fantastiese of waanzinnige taal, doch als de nuchtere zakelike opdracht van een speculant. Wanneer wij horen dat Amsterdam boven Betterdam ligt, dan beschouwen wij deze opmerking als eenvoudige schooltaal. Aldus kunnen wij in deze cerebraal be heerste tijden, die 't moderne leven zijn, de woorden niet meer in hun primitieve be tekenis voelen, om de zin te vatten; wij hebben onze intelligentie nodig: 't geen wij weten en wat wij zien, moeten wij herhaaldelik combineren. Wanneer een schilder dus verlangt dat 't schilderij zjj de synthese van ce dont on se souvient et de ce que l'on volt", dan is zijn schildering even primitief als die der primi tieven nataal was en moge hu met recht spreken van'tftturisties primitivisme. Wanneer wij een anto in een garage zien staan of de anto zien stuiven door een menigte, dfcn geeft deze auto-in-snelheid ons een impressie, die als 'c ware een psychechemiese saamstelling is van de indrukken, die de omgeving en de snelheid in de auto ons doen ondergaan. Aldns zeggend: het huis treedt in de straat, spreekt men kortelik uit: de impressies van 't huis lossen zich op in die der straat. En deze zegwijze heeft niets hyper-moderns, want spreekt men niet van een acteur, die een zaal vult, een kamer in feeststemming, of van een persoon die n is met zijn hond, zijn winkel of studeer vertrek? Bedoelen wjj hiermede niet, dat het herhaaldelik zien in de geassocieerde com binatie ons steeds gelijktijdig de twee im pressies gaf, waardoor het ondergaan van een enkele (b.v.b. 't zien van den man) de andere vanzelf opwekt (namelik van zijn hond of milieu.) Deze gevoels-associatie,ver klaarde Spinoza reeds. Oe beweging, de snelheid, het dynamisme weer te geven, het zoeken van de synthetiese lijn der beweging, ziedaar la ligne force, welke de futuristen zoeken. Zo heef t Toorop ons vaak de estetiese lijn gegeven, zonder de anatomiese te miskennen of beledigen. Het vreemde, ja onbegrjjplike en de los neergeworpen kritieken, doen zo licht ver onderstellen, dat een dwaas moment van onberedeneerd handelen een dutdanig werk doet ontstaan, terwijl zij die hen van nabij naderen slechts zonden kunnen verwijten, al te verstandelik de gevoelens en hun uitingen te analyseren. Beschouwen wij tans het lopende paard dat twintig poten heeft. Wanneer wjj een paard zien lopen, dan zien wij geen poten. Er ontstaat een rythme om elke poot die Fig. 1. GLOEILAMPJE, GEPHOTOGRAPHEEBD OF BIN GBWOHE OHQKPREPAKXEBDB GEVOELIGE PLAAT. Door zeer lange belichtingstijd (40 minuten) i»het beeld der gloeiende draad zoo overbelicht, dal revertie ie opgetreden. Inplant van een witte draad tien we een zwarte draad, wat natuurlijk geen werkelijkheid kan zijn in et* brandende gloeilamp. De witte onregelmatige itrtepen gijn teroortaakt door reflectie. zwart door overbelichting noemt men reversie. Hoa i»het mogeljjk, dat het licht dat eerat het broomzilver aantast, bjj langdurige inwer king weer het omgekeerde doet en het broom zilver herstelt, tenminste als men deze termen gebruiken mag bij een gebeurtenis die, b\ al haar populariteit, nog zoo vaag weten schappelijk vaststaat als het lot van hei broomzilver op een photographlsche plaat. Vermoedelijk is de verklaring te vinden bj HAKOBNOMIA YOSJI Hrro, de nieuwe Keizer van Japan, geb. 31 Ang. 1879. IIHIIIIIIIIIIIIllHllllllllllimillllllllllllHlllltllMHHIIIIIllHlHIllllllMIIIIIII een twintigtal lignes-force doet ontstaan, welke wjj fragmentaries waarnemen. Vandaar dat een foto, die meer dan n seconde beeldt, slechts een nevelige vlek zal vertonen, waarin j ontdekken zullen: stukken hoef, knie, ., die door hun houding voldoende zijn om de gehele poot te reconstrueren in gedachten. Wanneer dus de schilder ons die enkele gedeelten geeft, die ons de gehele ligne-force doen voelen, geeft bjj realiteit; wanneer hjj dit weet te stileren, zo geeft hij kunst. Kunstmodern, hyper modern, die nadert de kunst der meest primitieven die geen ogenblik draalden een beest dat snel liep acht poten te geven. En gaven de houwers der lucentauren ons deze gestalten niet met vjjf poten, wel be grijpend dat zjj het dief niet in zijn geheel gaven, zo zjjn beweging niet In de plastiek werd uitgedrukt? Op de expositie te 's Gravenhage vraagt een klein doek van Beverini uw aandacht. Dit is ten uiterste geschikt om ter demon stratie te dienen, deze danseuse. In 't goud-geel gekapel, vindt gij het rythme weer der been-beweging en fijne voet-cadans; men zon knnnen spieken van de arm-akkoorden en van de zuivere weer gave, van de expressieve impressies, waarin 't gelaat werd gerat. Een vergeesteliking van de materie, een oplossing in 't rythme, weergegeven in 't karakteristieke der subjectieve realiteit. Be staat er een andere waarheid voor de artiest dan zjjn ziening der realiteit; bestaat heel de wereld niet in onze voorstelling alleen en zon er dieper werklikheid bestaan dan onze gedachte? Is de drang tot waarheid niet de kiem, waaiuit elke nieuwe kunst richting groeide, geljjk de zucht tot godsvereering eenmaal de scholen liet ontstaan ? En is dit dan niet de grote waarde van 't futurisme, waarbij wegvalt elke bepaling of ontkenning van waarde wat het reeds be reikte betreft, dat het een ideaal geeft aan 't moderne leven, namelik 't zoeken der waarheid daarin? De mystiek was eenmaal de droom, uit 't leven gegroeid, mystiek werd tans te veel de droom naast 't leven, de voortleving in een verleden. Eerst zal 't moderne leven doorleefd moeten worden, door het triviale leven heen kan en zal eenmaal een moderne myatiek ontstaan. Geen moderne kunst is mogelik, alvorens 't moderne leven werd erkend. Het stijgen van een vliegenier is ons meer, dan een vlucht der vogels. Be straatlantarens zijn onze sterren, 't ontsteken der electriese lich ten is ons meer vertrouwd dan 't opgaan zoogenaamde omkeerbare reactief, die de schei kunde ons leert kennen, en die ik met een speciaal geval moet verduidelijken. Stel dat wij waterstofgas willen maken (het* gas dat b.v. voor ballonvulling gebruikt wordt), dan kannen wij dit doen door stoom in aanraking te brengen met gloeiend ijzer, er ontstaat dan ijzerroest en waterstof gas. Indien wij echter gloeiend ijzer en stoom bjj elkaar hebben in een afgesloten ruimte dan vinden wij na eenigen tjjd niet alles veranderd in jjzerroest en waterstofgas, een voudig omdat ijzerroeat en waterstofgas sa men gauw weer jjzer en stoom worden. Deze reactie is dus omkeerbaar, want uit de twee eindproducten ontstaan' weer debeginstoffen, en omgekeerd. We kunnen In zoo'n geval toch het gewenschte krjjgen, n.), door alle waterstof weg'ie halen, zoodra zij ont staat, b.v. door veel stoom door een gloeiende ijzeren buis te blazen. Het waterstofgas wordt dan «it het andere bniseinde geblazen voor dat het in staat is kwaad te doen en het ijzerroest aan te tasten. Een dergelijk proces komt vermoedelijk ook op de gevoelige plaat voor, niet bjj een nor male belichting, maar bij o ver belichting. In dit laatste geval n.l. sehjjnt er bjj het ver anderen van het aangetaste broomiilrer een stof te ontstaan die het veranderde broom zilver weer in zjjn oude staat terugvoert. Kan men deze stof nu wegvoeren voordat hjj kwaad doet, dan zal het aangetaste broom zilver veranderd blijven. Men heeft de plaat in bepaalde scheikundige stoffen gebaad, voordat de plaat belicht werd, en deze stoffen waren 100 gekosen dat de boosdoende stof er door werkeloos gemaakt werd. Een dergelijke plaat, lang belicht met een over maat van licht, die auders zeker reversie gaf, vertoonde nn geen spoor van reversie. Af gaande op deze proeven heef t men nn platen gemaakt waarmee reversie onmogelijk is. Men heeft bij een bepaald fabrikaat de ge voelige laag vermengd met hydrazinezonten, die de gewenschte werking hebben op de reversie veroorzakende stof. Zoodra door over belichting deze laatste stof ontstaat wordt hij ingepikt door de hydrazinezonten. De hierbij gevoegde afbeeldingen zijn gemaakt naar pheto's van een gloeilampje, waar bjj natuurljjk de gloeiende draad zelf een reden voor overbelichting is. De eerste figuur geeft een opname weer met een gewone gevoelige SADAKO, de nieuwe Keizerin van Japan, geb. 85 Juni 1884. iiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiii van de zon. De moderne mens gelooft in de wonderen... der techniek. Zjjn nervenziteit, de snelheid»geven hem in een dag een veelheid van .sensaties en aanschouwingen, die onverwerkt, heterogeen, kaleidoscoples, zjjn geest vervuiler/. Hjj, die bjjv. voor 't eerst in Parijs komt, zal 'a avonds wanneer hjj enige danseuses gadeslaat, een Boulevard-scène, de fonteinen van Versailles, een hèlbelichte Jezus-figuur van Ribera en een geel-rood gillende reclameplaat zien. De impressie van een kostbare paradijs vogel leeft neg wit-blank, terwijl een schar lakenrode mond, een donker oog treft. En aldus verklare men zich eenvoudig de zin der woorden van hem, die U zegt; op 't boord van de persoon waarmede gjj spreekt, ziet gij 't paard dat reeds een straat verder ie. Onze ciitici sullen, nn de tentoonstelling plaats greep, deze hollandse deugd, het goede kenmerk, niet verlochenen, om ernstig en wel doordacht zowel als doordenkend U hunne meningen te geren. De bedoeling zjj alleen, om met enkele woorden te trachten te niet te doen de laatdunkende indrukken, die men in ver schillende bladen zonder bevoegdheid of kennis U reeds te voor trachtte op te dringen en TT te overtuigen, dat deze fntnristiesa beweging, afgescheiden van zjjn momentele prestatie, eene is, die, vatbaar voor wjjzlging, de komende kunst zal beheersen. En al moge de naam verschillen, die men aan haar geven zal, de grond-idee zal geljjk blijven in alle landen. Reeds werd er op gewezen, dat de heer Barlage een der modernen is en dat ook in Holland 't futurisme in zijn zuiver bedoelen reeds verwezenlikt werd. Doch dat nze kunst een nieuwe kracht, een meer op 't leven geïnspireerd princiep van node heeft werd nimmer erkend. De Nieuwe wk-periode van '80, die tien jaar vroeger reeds in Frankrijk zjjn bloeitijd had beleefd, heeft slechts onze literatuur vooruit gebracht, het toneel eer geschaad, de andere kunsten niet bereikt. v Moge dan ditmaal in Holland de kracht en illuzie onder de jongeren leven, dat zij hun blikken vrjj durven slaan over de grenzen en mede de beweringen durven ondergaan en dat zjj niet hollaids-degelik wachten, om de erkende resultaten later tot imiteren te importeren. Het is Van Deyssel zelf die hen toeroept het elegant dwalen" niet te schromen. D. Fig. 2. GLOEILAMPJE, GBPHOTOGBAPHIBBD OP EEN MET HTDKAZINIZOUTBK OBFRBPARBXIDE GEVOELIGE PLAAT. Nieltegenitaande de lange belichtingitijd (tok 40 minuten) i»geenrevenie opgetreden. De draad i»wit geblevtn. plaat; het is duidelijk te zien dat door re versie inplaats van een witte gloeiende draad, schijnbaar een zwarte niet lichtgevende draad in de lamp zit. Daarentegen is bij de tweede figuur, waarvoor een hydrazine-plaat gebruikt is, geen rerersie opgetreden; de heele draad is een witte lijn (de onregel matige stukken draad in beide figuren zijn veroorzaakt door reflectie tegen de glazen peerwand). De belichtingstijd was 40 minuten in beide gevallen, hoewel 10 minuten al ruim voldoende waren om op de gewone plaat reversie te veroorzaken. P. VAK OLST.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl