De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 25 augustus pagina 10

25 augustus 1912 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1835 Dat de arbeidere, indien de trust hunne vereeniglngavryheid niet belemmerde, beter er turn toe zonden zijn, wordt niet beweerd. De loonen zijn in 10 jaren in doorsnêa 83 dollar gestegen, zooals onderstaande tabel aantoont: i. betaalde loonen aantal gemiddeld loon '*** (in mill. dollars) loontrekk. (in dollars) 1902 120 168.127 717 1903 120 167.709 720 1904 100 147.343 677 1905 128 180.158 711 1906 147 202.457 729 1907 160 210.180 765 1908 120 165211 729 1909 151 195.500 776 1910 175 218.435 800 Maar daar de trust een groot aantal hooggeaalarieerden in dienst heeft, gaat de ge middelde loonstand van het personeel, dat aan vuur en oven den dagelykschon arbeid moet verrichten, belangrijk naar ^beneden, zoodat men voor deze categorie een week loon van weinig meer dan 12 dollar kan aannemen. Bij de hooge kosten van levensonderhoud in de Ver. Staten is dit een zear matige vergoeding voor den zwaren arbeid en het voortdurend gevaar voor ljjf en leven. In 't algemeen honden de arbeiders dua weinig of niets over en het beste bewijs daarvoor is, dat slechts ongeveer 10 pCt. van alle loontrekkenden der trost, dus de hoogtezoldigden inbegrepen, gebruik heeft gemaakt van het recht, Mndéelen op termijnbetaling te koopen, niettegenstaande de directie daarvoor zeer billijke voorwaarden had vastgesteld. nota II Q zo/öl*. iiiiiiimiiiiiiiiiMiiiiimmiii V. D. S. iiiitimiriiiimimifiui 9e Jaargang. 25 Augustus 1912. Eedacteur: J. DE HAAS, Graaf Floriastraat 15', Amsterdam. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. EEN 12-JAKIG TIJDPERK. De Internationale. Wedstrijd om het wereldkampioenschap. Georganiseerd door den Ned. Dambond. Morgen «al deie kamp te Rotterdam aan vangen. Wij grjjpen deze gelegenheid aan, om de geschiedenis van het wederppleven van het damspel in ons land even de revue te laten passeeren. Twaalf jaren geleden, slechts n damclnb in ons land, thans een 40-tal waarvan 31 vereenigd zijn in den N. D., in het bezit van een tijdschrift dat maandelijks verschijnt f illiai Bootii. t I can never look upon suffering of any kind, without aaking myself two questions: "What is the cause of it and what can I do to alleviato the sufferer. This habit has become a second nature with me " Deze woorden gaf generaal William Booth ten antwoord aan Cecil Khodes, toen deze hem vroeg, waarom toch de uitgeworpenen en mislukten bij hem (het Leger des Heils, bij uitbreiding,) kwamen om hulp, en deze woorden mede hebben het hoofd van den straffen en harden des poot "William Booth doen stralen in het aureool van menschenmin en zelfverlooche ning, dat zelfs den meest vurigen paganist moest verblinden. De biografieën, die nu in de kranten verschijnen, voor een deel of wel geheel geïnspireerd door het Inter nationaal Hoofdkwartier te Londen, zijn dan ook weinig anders dan min of meer naar 's landa behoefte geretoucheerde reminiscensen yan zijn uiterlijk succes in gewagmakende wereldverovering. Het is jammer, dat men zich zoo aan de glanzende uiterlijkheid vergaapt, want de mensch "Wm. Booth, als zoodanig dikwijls over schat, bezat een sterke persoonlijke kracht, tegelijkertijd zijn zwakheid, waar door hij een der machtigste organisators van dezen tyd werd. Als schooljongen had hij geen bijzonder op vallende capaciteiten, knikkerde op zijn tijd valsch en was verliefd op een aardig meisje, niet juist uit bizondere edele neiging. Op vijftienjarigen leeftijd werd hij bekeerd en van dat oogenblik af was er een wonder aan hem geschied. Hij begon zelf te prediken en nam zyn overgang tot den godsdienst zoo ernstig op, dat hij een six-pence, die hy met valsch knikkeren gewonnen had, berouwvol terug gaf en bovenbedoeld meisje with a pair of blue eyes and golden ringlets", vergeving vroeg voor zijn minder oirbare ge dachten ten haren opzichte. Wm. Booth, die omstreeks dien tijd reeds stoute droomen had en vizioenen van een ontknechte menschheid, kwam onder den invloed yan de Chartist-beweging, toen die te Nottingham, zijn geboortestad, werklieden-optochten organiseerde. Wanneer hij in deze periode met de felste ijveraars voor die beweging persoonlijk in aanraking was gekomen, zou hij zich zeer waarschijnlijk ontpopt hebben tot een heftig Chartist en onstuimig politiek agitator. Hij had al de capaciteiten en de heerschzucht om volks menner te z\jn, en vroeg zich juist toen, met het oog op de nooden van het prole tariaat, dikwijls af: What shal I do with my life?" Doch hij kwam onder den invloed van James Caughey, een Amerikaansch evan gelist, een ster van de eerste grootte in Methodistische kringen, en Wm. Booth werd een hartstochtelijk, dol-enthousiast Methodist, die zijn individueele dogma's oneindig veel belangrijker vond dan kies recht, vertegenwoordiging in het parlement, volkshuisvesting, loonsverhooging en andere brandende vraagstukken van zijn tijd. Yoor hem was het Methodisme door God gegeven als een middel om het verdoolde volk te redden. Hij-zelf kenschetste later deze jaren met de woorden: Er was voor mümaar n God, en John Wesley was zijn profeet." In dezen tijd van hooggestemde religieuse overdenkingen had hij een afkeer van vormen, ceremoniën, uiterlijke voorschriften, en achtte ze verderfelijk. Is het niet een haast Satanische speling van het noodlot, dat Wm. Booth, die zich afwendde van den dorren vormendienst zijner dagen, een organisatie moest stichten (het Heilsleger), die, mér dan eenige andere godsdienstige of maatschappelijke vereeniging, bestuurd en waaraan de beste spelers van ons land medewerken. In dit twaalfjarig tijdperk werden er 4 wedstrijden gehouden om het kampioenschap van Nederland, tal van groote competitiewedstrijden werden georganiseerd, waaraan circa 20 clnbs deelnamen; een groepenwedetryd beleefde men, die 4 weken duurde waaraan circa 300 personen deelnamen en een Beemsterdamdag met 200 deelnemers. In het afgeloopen twaalfjarig tijdperk zagen wij 4 matchen tot stand komen met de beide sterkste spelers, terwijl wQ thans als kroon op al dit werk den internationalen zien afspelen. Hoe heeft de dambeweging zich zoo snel ontwikkeld? Het mag hier wel even ge releveerd. Eigenlijk zijn het slechts 2 clubs, die dit alles tot stand brachten. Het zijn Constant" van Rotterdam en de bekende Amsterdamache dam vereeniging Eet Vereenigd Amster damsen Damgenootschap". Deze beide clnbs, de oudste onder hare znstervereenigingen, hebben tot bijna alles wat zoo even gememo reerd werd, den stoot gegeven. Het waren hare voormannen, die met onveiflanwden ijver en energie het damspel propageerden, het land doorkruisend om overal waar dit mogelijk was simultaan- séances te geven en clubs op te richten. Toen een flink aantal clnbs zoodoende was opgericht, stichtte men den Nederlandschen Dambond. Dit werd gevolgd door de stichting van een tijdschrift, waarvan men in bet buitenland getuigde dat het tot het beste behoort op dit gebied. Thans, zijn het de heeren C. G. Vervloet uit Constant" en I. Mijer van het V. A. D., twee energieke figuren in onze dambeweging, die in vereeniging met Constant's" vicepresident, de heer Jac. Mnsly, het moeilijke werk volbrachten, een intenaationalen damwedstrjjd in Nederland te organiseeren. De jonge bond kon financieel natuurlijk niet veel presteeren. Desondanks togen zy aan het werk. Het banoodigde bedrag was fl. 1500.?De commissie begreep terecht, dat deze wedstrijd grootsch van opzet zijn moest, om de Franeche meesters in ons land te doen deelnemen. Men kon dit alleen be reiken door het beschikbaar stellen van «enigszins belangrijke prijzen en de aan bieding van vr4je reis- en verblijfkosten. Het is de commissie gelukt; zij bereikte wat te bereiken was. Met taaie volharding en veel energie is zy geslaagd, dank zij de krachtige finantiëele steun der heeren Ver vloet en Mnsly, benevens hunne Rotterdamsche vrienden. De commissie heeft boven dien eer van haar werk in dit opzicht, dat de allersterkste Fransche dammers deel nemen. Het ZJJH Weiss, Molimard, Bonnard, Fabre en Garonte. De fine-fl aar der Fransche damwereld. Ook Nederlandse h e meesters nemen deel, en wel Hoogland, Battefeld, v. d. Broek, Van Wageningen en schrijver dezer. Er wacht ons dus een prachtige kamp, die ongetwijfeld het spel zal verheffen. Er zullen partijen gespeeld worden, waaruit, naar wij hopen, veel te leeren valt. Hulde dus, aan de drie mannen, die dezen wedstrijd hebben voorbereid en mogelijk genaakt. De Nederlandache dambeweging kan trotsch op hen zijn en de namen C. 6. Vervleet, Jac. Mwsly en I. Mijer zullen inde damspelgeschiedenis blijven voortleven! En nu de wedstrijd. Een voorspelling van den uitslag zon zeer gewaagd zijn. De ge gevens van vroegere tornooien zijn hiervoor te achaaracb. Na den grooten internationalen wedstrijd te Amiens, waaraan 5 Hollanders deelnamen, waaronder de bekende Klaas de Heer die den 3den prijs won, (de anderen namen geen plaats van eenige beteekenis in), is er maar n internationale geweest waaraan Hollanders deelnamen en vil in 1909 te Parijs; daar namen echrjjver dezer en zijn vriend Battefeld deel en ook daar werd de 3de plaats door den Hollander bezet. En nu? Zal het thans een onzer gelukken een hoogere plaats te veroveren? Wij weten, dat de Franschen gedachte spelers zijn. Zij hebben op ons hnn littera tuur voor, die meer dan een eenw oud is, terwijl de onze, van eenige beteekenis althans, dateert van de laatste 10 jaren. Daardoor telt Frankrijk zulke jonge, geduchte spelers. De belangwekkendste figuur op dit tornooi ia zeker wel de Wereldkampioen Isodore Weit». Deze zal zich deze keer wel geheel geven na zijn nederlaag tegen Molimard. Is hij nog zoo sterk als voorheen, dan zal men kunnen genieten van het brillante spel vol durf; o. i. het kansrijkste spel op een rondtornooi. Van Molimard behoeft men thans weinig te zeggen. Ds jonge doctor, die Weiss en de Haas in een match versloeg, die bezield is met het voornemen om te winnen, die uitmunt door zijn fijn positiespel, deze school weer in eere herstelde, blijft natuurlijk de gevaarlijkste concurrent voor een eerste plaats, al blijft het o.i. zeer de vraag of dit fijne poaitiespel op een rond tornooi voldoende zal domineeren. Van Bonnard valt weinig te zeggen. Vol gens de heer Dambrnn is hy een der gednchtste slagspelers van Frankrijk, terwijl uit zyn analyses blijkt, dat hij heel wat weet van theorie en praktijk. De jonge Fabre, die de geheele partij door op slag" speelt, is een speler van teer bij zonderen-aanleg, die volgena Molimard enorm is vooruit gegaan en thans ook sterk positie speelt. Dit is wel wenschely'k, want alleen met slagspel kan men er in dit toinooi niet komen. Een lezing in de Cadettenschool te C lap t on. wordt met credo's, voorschriften, ceremoniën, vormen en regels? Wat Wm. Booth verlangde was, naar zijn eigen meening, boven al het andere in de wereld te zien een organisatie, met de redding der zielen als voornaamst en alles omvattend doel." Het redden van zielen was de groote, allesoverheerschende passie van den stichter der Salvation Army". Om die hartstochtelijke begeerte te stillen, heeft hij zijn uitgebreide organisatie gesticht en ondanks het om vangrijk maatschappelijk werk, dat een groot stuk praktischen socialen arbeid vertegen woordigde, bleef hij in elke uiting van het Leger alleen waardeeren de gelegenheid om zielen te winnen for God and the Army". Het bekeer en van zielen was hem bijna een manie geworden; niets anders beheerschte zijn leven dan deze ne, nooit-gestilde passie, die zijn machtig organisatie-talent tot breede ontwikkeling bracht, maar hem tevens maakte tot den onverbiddelijken, strengen autocraat, voor wien alle officieren sidderden, wanneer zij niet voldoende ge slaagd waren in hun bekeeringswerk, of een gebod van den generaal hadden overtreden. Eens was te Fakenham, in Norfolk, een meeting, ondanks de uitstekende voorbe reiding, mislukt door gebrek aan publiek, een omstandigheid, waaraan niemand eenige schuld had. Doch generaal Booth was bitter boos en voer na afloop der bijeenkomst tegen de officieren uit: Waarvoor heb ik deze Salvation Army gemaakt ? Heb ik jullie invloedrijke posities gegeven, en jullie epauletten met sterren bedekt, om te laten vernielen, wat God mij heeft veroorloofd te formeeren ?" Zijn honger naar zielen was nooit gestild. Het bekeeringswerk ging hem nooit snel genoeg en hij had gaarne, ondanks den God in wiens wijs bestier hij onvoorwaar delijk geloofde, de omstandigheden, ja, den geheelen wereldloop, geforceerd. Een goed beeld van zijn bekeerings- hartstocht geeft het volgende gebed, uitgesproken aan boord van het schip, dat hem naar Australië bracht: Geef ons Zielen, Heer. Wij leven slechts daarvoor. Wat is het goede van preeken en kerken en meetings en marsenen en reizen, als wij geen menschen winnen voor U-zelf? Heer, wij zijn niet voldaan over de smelheid waarmee wij vorderen. Er moet een betere weg zijn om de harten van het volk te bereiken. Geef ons een ander uitzicht van den Calvariën-berg. Het is vol mysterie voor ons. Om door God te worden bemind om tenminste waard te worden gevonden om met Hem te leven. O, mijn God, hoe kunnen wij U loven. Zegen het Leger. Bewaar het voor het nastreven van hooge beginselen. Houd ons eenvoudig. Red de armen en zegen het volk aan boord van dit schip!" Hy keurde het zelfs in zijn omgeving af, als ze eens (sporadisch) in iets anders belang stelde dan in het winnen van zie len. Dat ondervond zijn schoonzoon kommandant Booth-Clibborn, toen hij den gene raal vergezelde op zijn campagne in Zwit serland, nu ruim twintig jaar geleden. Ze waren op weg naar Lucern en Booth-Clibborn riep plotseling uit: Generaal, wat hebben we hier een mag nifiek gezicht op den Mont Blanc!" De generaal fronste zijn voorhoofd en antwoordde: Wat heeft dat te maken met zielen winnen?" En om zielen te redden, te brengen tot den Heer (en tot het Leger), versmaadde hij zelfs niet gehuichelde ontroering en prak tische devotie. Een officier van het Leger, wien de generaal vragen stelde omtrent de mislukking van zijn corpswerk, had alle beprosfde middelen aangewend om te bekeeren, doch zonder succes. Probeerde je 't ooit met tranen ?" vroeg de oude man. Dat had de jonge man nooit gedaan, hoe wel vele officieren toch naar behooren wis ten te schreien, waar dat noodig was... Hoe men ook over William Booth mag denken, ieder moet erkennen, dat hu in het streven naar zijn organisatie niet tot sectarische bekrompenheid is vervallen, maar een machtige en eerbiedwaardige formatie tot stand bracht, als zoodanig zelfs wel te vergelijken met de organisatie van de Katholieke Kerk. Booth had bij het stichten van de Salvation Army inderdaad het oog op Home gericht Zijn eigen woor den dienaangaande zijn: Ik vind dat de sterkste godsdienstige macht op aarde is gezeteld in het pauselijk hof te liome. Ik wil mijne organisatie vormen naar hetzelfde model, aan de wet telijke en geestelijke macht slechts toeGaroute uit Marsellle, staat daar bekend als een zeer sterk speler en veroverde in verschillende wedstrijden in het Zuiden van Frankrijk een belangrijke plaats. Volgens Molimard kan men Garonte op een lijn stel len met de sterke Hollandsche hoofdklasse spelers. Het is dus niet te veel gezegd, dat aan dit tornooi de sterkste fransche spelers deelnemen. Van onze landgenooten zullen wij niet veel zeggen. Battefeld, Hoogland en schrijver toonden den Franscnen te kunnen staan, al hebben ly' niet altijd gezegevierd. v. Wageningen en v. d. Broek zal men zeker met spanning gadeslaan, daar zy zich nooit met de Fransche deelnemers konden meten. Indien Van Wageningen zich geeft met al z\jn energie en v. d. Broek evenals in den laatsten kampioenswedstryd zy'n ver rassend spel speelt, dan zullen beiden een goed figuur maken. Een rondtornooi is ten slotte iets andera, dan een match. Tal van invloeden, die in een match kunnen worden uitgeschakeld, laten zich in een rondtornooi gelden. In dezen wedstrijd zal, wat wel jamrnar is, het uithoudingsvermogen een der be langrijkste factoren zfln. Twee partijen per dag, gemiddeld dus 9 a 10 uur spelens en dat 9 achtereenvolgende dagen, is een gedachte prestatie. Het bestuur van den N. D. zal in de toe komst moeten overwegen of men niet 18 zetten per uur voor de meesters" zal moeten invoeren en dan n party per dag. Thans was dit niet mogelijk. De prijzen zijn als volgt: 1ste prijs f 200.?, benevens den titel van wereldkampioen. 2de prijs ? 150.?. 3de prijs ? 100.?. 4de prijs f 50 Benevens medailles en diploma's. De wedstrijd zal te Rotterdam in een der mooie zalen van het CaféBoneski" worden gehouden. Aanvang des morgens 10 uur, 2de partij 's avonds 6 uur. De wedstrijd-commissie is tevens jury. Ten slotte uiten w\j den wenscb, dat het den Nederlanders moge gelukken, in dezen kamp, de eer van ons land hoog te houden. ONZE CURSUS". Thans komen wij tot meer ingewikkelde standen van 3 dammen tegen 1. Wij naderen het gedeelte, waarby het beheerschen van een aantal diagonalen de hoofdrol speelt. voegend de disciplinaire macht van den generaal, die hier de Paus is der organisatie. De Paus van Rome eischt het recht, om de tijdelijke macht te gebruiken als een plaats vervanger Gods, maar hij heeft dat wapen verloren. De wereld heeft het hem ont nomen. Ik wil het bereiken, door hetzelfde wapen te gebruiken, dat in de RoomschKatholieke kerk zooveel kwaad heeft ge sticht. Ik wil een krachtige daad ten uit voer brengen en door de kracht, welke die brengt in mij en in ieder ander, wie dan ook, dien ik zal aanwijzen om mij op te volgen, wil ik rijkdom verzamelen, staten koopen, een koninkrijk verkrijgen en een wereld-omvattend keizerrijk". Generaal Booth heeft dat in zekere zin bereikt. Hij kon aan zijn ondergeschikten zeggen, wat geen keizer of czaar zou durven. Hij kon hun bevelen heen te gaan, waar hij hen riep, hij kon wetten vormen voor de leiding van hun leven, hij kon voor schrijven, wat zij moesten eten, drinken en dragen. Hij was een autocraat der auto craten en volgens eigen, vizioenaire, over tuiging even goddelijk aangewezen voor de controle over de organisatie, die hij stichtte, als de Paus ten opzichte van de Katholieke Kerk. Bij de stichting ver klaarde de generaal deze goddelijke uit verkorenheid erfelijk en stelde vast, dat hetzelfde merk van Hoogere goedkeuring gedrukt zal worden op alle toekomstige leiders. William Booth eischte het godde lijke recht om generaal van het Leger des Heils te zijn, doch hij koppelde daaraan vast het persoonlijk verlangen om wetten te maken en geboden uit te vaardigen voor menschen, en hun zonder genade straffen op te leggen, als zij deze regels door menschen gemaakt overtraden. Booth heeft niet alleen zijn eigen onver gankelijke superioriteit geproclameerd, doch ook die van zijn kinderen. Officieren en soldaten erkenden stilzwijgend die meer waardigheid der Booth's, vooral ook omdat er onder de nakomelingen van den generaal menschen van talent waren. Doch ook zonder bekwaamheid en zonder ervaring werden de verwanten van den generaal op posten geplaatst, die hun krachten te boven gingen... Ondanks zijn passie voor het winnen van zielen had hij het Leger des Heils nooit z kunnen organiseeren, zonder de hulp van zijn echtgenoote, Catherine Mumford, later the Mother of the Salvation Army" ge noemd. De uiterlijke glans van het Leger, den indruk naar buiten, waaraan Wm. Booth zoozeer hechtte, maakte zij niet mee. Zij beleefde niet, dat haar oudste zoon Bramwell Booth, gekleed in de uniform van chef van den staf der Salvation Army behoorde onder de offioieele deelnemers aan dekrpningsplechtigheid van koning Edward, en zij bleef verstoken van de eer om gen. Booth te begeleiden naar Buckinghampalace, waar hem koning Edward en koningin Alexandra ontvingen. Zij was van hun beiden niet de minste in den strijd. Toen de Conferentie van de Methodist New Connexion" haar man wilde dwingen terug te keeren tot de kerk, was zij het, die hem met een krachtig Never" aanspoorde te weigeren. Catherine Booth-Mumford stierf in 1890, doch deze slag was niet de treurigste ge beurtenis in het leven van den generaal. Hij achtte wel zijn kinderen aangewezen en uitverkoren leidslieden in het Leger des Heils, doch eischte, als generaal, van hen de onverbiddelijkste gehoorzaamheid en het was het uitblijven van de verwachte onderwerping aan een disciplinair gebod door een zijner kinderen, dat hem voor een goed deel zijn vroolykheid roofde. Z\jn tweede zoon, Ballington Booth, ge huwd met miss Maud Charlesworth, wa In den stand dien wij nu op het bord gaan plaatsen, wit 3 dammen op 37,38,39, zwart l dam op 3 («ie diagram), lette men goed op den stand der 3 witte dammen. Deze zoo naast elkaar geplaatst "" op het midden der lyn 36?40 zijn zeer sterk geposteerd. Dit is wel noodzakelijk met betrekking tot de vrijheid, die de zwarte dam geniet. Het schijnt wel of deze dam niet te vangen is, zooveel yluchtvelden staan hem ten dienste. Nu krijgen wij het fijne samenspel der 3 witte dammen; het spel dat zófijn is, dat de zwarte dam, ondanks zijn vrijheid, ver lies niet ontgaan kan. Hiertoe speelt wit: Wit. Zwart. 1. 37-48 Door dezen zet wordt de kracht der witte dammen geweldig. Zwart heeft nu maar ecnen tet om verlies te ontgaan en wel 1. 3-26 Op een der ruiten van 3 tot 12 kan niet, evenmin op 9 daar wit dam 38 op dezelfde lijn zon plaatsen als die waarop de zwarte dam staat. Zwart slaat dan 2 dammen en verliest. 2. 39-28 Vergelijk nn den stand der witte dammen met den oorspronkelijker Het is dan of de dammen 37 en 39 een omwentelende be weging hebben uitgevoerd, om dam 38, die op deselfde ruit bleef staan en alleen dienst doet om te worden gecff srd. Wat moet zwart na spelen ? Gaat zwart op 12, 8 of 3, wit speelt 38 21, 28-37, zwart 26:42 en wit heeft gewonnen. Nog een winstgang. Wit. Zwart. 1. 39-48 Zooals gij ziet, deielfde beweging als 37-48. Zwart heeft maar eenen zet en wel 1. 3-25 Op een der ruiten van 3 tot 12 kan niet, evenmin op 9 wegens het dreigende offer der witte dammen 2. 37-28 Precies dezelfde wentelgang als in de eerste variant. Ook de stand der 3 witte dammen is gelyk. Waar zwart dus ook gaat, hij is steeds verloren wegens het offeren van den dam door 38-20 en daarna 28 39. Bijzonder mooi is in dit voorbeeld het spel der witte dammen, hnn samenwerking en beheerschende kracht komt ten volle nit. iiiiimmiiiiimi een der meest gevierde officieren en had, als directeur der Cadettenschool te Clapton eerst, en later als kommandant van het Leger in de Vereenigde Staten een groote populariteit verworven. Hu was persona grata bij de Amerikaansche autoriteiten en had vele invloedrijke relaties. Toen kwam het bevel tot overplaatsing naar een ander land, welke daad van den generaal door alle Amerikaansche veld- en staf-officieren onredelijk, eigenwijs, ja krankzinnig gevon den werd en bovenal... echt Engelsen. Ballington wilde zijn vader, of liever de kommandant Booth wilde den generaal Booth niet gehoorzamen. Zijn broer Herbert Booth en zijn zuster miss E van geline Booth probeerden Ballington van zijn besluit af te brengen, doch deze ging, toen de ver plaatsing niet ingetrokken werd, tot een definitieven stap over en scheidde zich af van the Salvation Army. Hij vormde een nieuwe organisatie, the American Vplunteers" die voor de van strenge discipline afkeerige Amerikanen groote bekoring had door haar ruimere opvattingen, ook wat den godsdienst be trof. De jonge stichting deed de Salvation Army groote afbreuk en het duurde lange jaren voordat het Leger zich in de Ver eenigde Staten van dien teruggang eenigszins hersteld had. Zijn vorige positie nam het nooit weer in: de vereeniging van Ballington Booth trok het geestelijk werk bijna geheel aan zich, voor het Heilsleger niets overlatend dan de uitoefening van filantropie op groote schaal. William Booth offerde zijn zoon, die aan hot bevel van een meerdere doceerde, op aan de disciplinaire gehoorzaamheid, welke hij van ieder officier eischte en niet wilde prijsgeven om de genegenheid van zijn kind te behouden. Er was niets in de wereld zoo hoog en heilig, dat niet wijken moest voor de schepping yan Booth. Ieder haar op mijn hoofd en iedere druppel bloed in mijn aderen," zeide hu eens, en al wat ik bezit in tijd en eeuwigheid vrouw, kinderen en kleinkinderen, geboren en die nog geboren zullen worden behooren aan God en het Heilsleger. Ik heb geen vreugde, geen genoegen of zorg, geen tehuis, geen vrienden en geen kinderen buiten the Salvation Army". De kinderen die het waagden zich te verzetten tegen deze patriarchale wilsbeschikking-yoor-de- ge boorte, boetten er de genegenheid van hun vader bij in. Dit lot deelden Ballington Booth, Herbert Booth, en mevr. BoothClibborn. Miss Evaegeline Booth probeerde nu kort voor den dood van haar vader nog een verzoening te^bewerkstelligen tusschen hem en Ballington. Doch de stervende vol hardde bij zijn weigering, zoodat in Amerika de beide organisaties naast elkander blij ven bestaan. Bramwell Booth volgt zijn vader op in een voor de organisatie zeer moeilijken tijd. Er beginnen wat meer persoonlijke en geestelijke meeningen onder de officieren zich te uiten en allerwegen is men onte vreden met het tegenwoordige systeem. Het wordt door velen betwijfeld of hu in staat zal zijn door werkkracht en talent te vergoeden de persoonlijke vereering, die de officieren en soldaten voor den ouden William Booth koesterden. Het was William Booth's kortzichtigheid : de meening, dat buiten het Leger des Heils niets was van eenig belang. Het was tege lijkertijd de kracht, die hem maakte tot een figuur van machtigen hoewel despotieken wil, die voor geen moeilijkheid, geen strijd, geen leed nit den weg ging, om de maat schappij de zaligheid van zijn christendom tébrengen. H. VAN WATERKERKE.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl