De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 25 augustus pagina 5

25 augustus 1912 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1835 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. De rroif ii let Fiucke Parlement. In Nineteenth Centwy Echryft miaa Bdith Beller: De gemiddelde viouw in Finland ia be gaafder dan hare aexe-genoot in andere landen, zij !? intellectueel meer ontwikkeld, heeft grooter bekwaamheid ex meer originaliteit." Bat schijnt haar echter niet te vrijwaren voor een steeds verminderende belangstelling in den meer directen stembnsstrjjd, wat blijkt uit de volgende opera: Het vorig jaar stonden op de kiezerslijsten 1.350.068 namen, waarvan 707.247 namen van vrouwen. Pas in 1906 trad in Finland het algemeen kiesrecht in werking, en sinds dien hadden er vijf algemeen e verkiezingen plaats. By de eerste, in 1907, namen 899.347 personen aan de stemming deel, maar het is niet bekend, hoeveel mannen en hoeveel vrouwen gestemd hebben. Büde tweede verkiezing stemden 416,373 mannen en 401,194 vrouwen; bij de derde 439,847 mannen en 412,280 vrouwen; bij de vierde 409,880 mannen en 386,683 vrouwen en bij de vijfde 419,491 mannen en 887.603 vrouwen. In 1908 stemden van de kiesgerechtigde mannen en vrouwen respectievelijk 68 9 en 60.3 percent, in 1911 slechts 65.3 en 54.8 percent. Ofschoon gedurende dece jaren, van 1907?1911, het aantal mannelijke kiezers toenam met 77,185, stemden er in 1911 slechts 318 mannen mér dan in 1907, terwijl de vrouwen in 1911 zelfs 18,591 stemmen minder uitbrachten dan in 1907. In de plattelands-districten werd bij elke verkiezing het aantal stemmende vrouwen geringer; in de steden deed zich dat ver schijnsel echter niet voor," Over de uitwerking van het vrouwenkies recht zegt miss Beller: Dat er in verschillende vrouwen zekere veranderingen hebben pjaats gegrepen, zal wel niemand ontkennen: veel vrouwen zijn nu belangrijk actiever dan vór 1906, ook strijdlustiger, en er meer op gesteld om in alles vooraan te staan. De meerderheid der Finsche dienstmeisjes, bijvoorbeeld, is ge heel anders dan zoo als ik vroeger, 10 jaar geleden, sommigen van haar kende. De wijze, waarop de Finsehe dienstboden haar voeten neerzetten is veranderd, en ze dragen het haar losser. De klank harer stemmen is, merkwaardig genoeg, niet dezelfde geble ven, evenmin als de uitdrukking van haar gezichten. Zy zijn personen van gewicht ge worden, nu zij door haar stem in 't parlement invloed hebben op de nationale zaken en dat weten ze drommels goed. Zjj laten vaak merken, dat zij het goed weten, wat zeer natuurlijk is, maar niet altijd verstandig. Er ia mij in allen ernst verzekerd, dat de mevrouwen niet voor haar eigen gemak overleg moeten plegen in zake de rege ling van de hnishending, maar alleenlijk voor dat harer dienstboden. Wanneer een socialistisch spreker aankondigt, dat hjj een rede zul houden op het nar, waarop de meeste families dineeren, moet in de meeste gezinnen het etensuur verzet worden of... geheel uitgeschakeld, als de dienstboden lust hebben, den spreker te gaan hooren. En mevrouw wordt zonder gewetensbezwaar een geheelen dag alleen gelaten, wanneer er in het parlement een debat te verwachten is, dat den meisjes bijzonder interesseert. Ofschoon velen vrouwen van.iets minder ontwikkeling door het in werking treden van het vrouwenkiesrecht het hoofd wat op hol gebracht is, voeren de meeste mannen en vrouwen den parlementairen en socialen strijd zeer ernstig." iiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiini UED DB NATUUR CDXCI. Lijmen. Er zy'n van die dingen in .de natuur, die je heel nuchter kunt verklaren, maar die je evengoed tot de wonderlijkst e en soms meest tegenstrijdige natuur verschijnselen kunt bren gen. Zoo met die lijmstok j es. De menechen, de slimme menschen, die niet vlug genoeg zijn, om een vogel met de hand te vangen, had den al heel vroeg gemerkt, dat er buiten gewoon kleverige en vasthoudende plantenstofien bestaan, waaraan een niet al te krach tig schepseltje blijft hangen, als het maar even de kleefstof heeft aangeraakt. En zy hebben van oudsher van die kennis gebruik gemaakt, om vogels te verschalken. Rondom een voederplaats worden in de struiken stokjes vastgezet, gedrenkt in vogellijm van de mistletoe afkomstig, of meteen andere taaie, niet spoedig opdrogende gomstof besmeerd, 't Is voldoende, dat een mees, een vink of een andere vogel van die grootte en zelfs een merel of zanglijster met den vleugel een lijmstok j e aanraakt, om hem in de macht te doen vallen van den vogelaar. Immers, ia het een zwak vogeltje, dan bly'ft het met den vleugel kleven aan het stokje; is het een sterkere, een wielewaal of merel, dan rukt hy meestal wel het stokje los, maar dit bljjft toch aan den vleugel vastgekleefd en het dier kan niet meer vliegen, het valt op den grond en spartelt allertrenrigst om weg te komen, maar het valt ten slotte hijgend neer. Onlangs ben ik, door leergierigheid en ook wel door een beetje nieuwsgierigheid gedr e vet, tegen belooning, met een paar vogelaars mee uit lymen geweest; ook de wetenschap dat hun ruk spoedig uit zon zijn, deed my verlangen, er eens iets van gewaar te worden. Behalve allerlei lekker voer, meelwormen, lijstervoer en gekneusd hennepzaad vooral, droeg een van de slampampers nog een levende uil in zijn zakdoek; het was een steenuiltje, een diertje niet veel grooter dan een mans vuist. Dat uiltje werd op een afgebroken tak van. een spar gezet, waarom heen ook het fijne kettinkje van het broekje geslagen werd, dat den vogel wel het ver plaatsen en klapwieken toestond, maar hem belette op te vliegen. 't Is ongelooflijk, hoe dom allerlei vogeltjes worden, als zjj by dag een levenden uil be merken. De vink of mees, die hem het eerst in het oog krijgt, valt haast van zy'n stokje; maar begint, na bekomen te zy'n, een geweldig kabaal te maken. Als een dolle vliegt hy om den uil heen en piept en schreeuwt en zingt of fluit zoo luid en druk, dat al spoedig een roodborstje komt kijken, wat er te doen is. Ook een paar pimpels zy'n er dadelijk by die ontbreken nooit als ergens in de vogel wijk ruzie is. Alle vogels die op het rumoer afkomen, zetten dadelyk een keel op en maken mee rumoer. Zoo la er In een kwartier tijds een heele bende vogels op de been, die Een ander getuigenis geeft mr. V. PalenKordes in de Contemporary Review: .Sinds den aanvang van het vorig jaar dienden de vrouwen 29 wetsontwerpen in, van welke het parlement de volgende W*IF""»: Wetten om het kind te beschermen tegen slechte behandeling. Volkomen vrijmaking der vrouw van het wettelijk voogdyschap van haar man. De leeftijd om te mogen trouwen van 15 op 18 jaar gebracht. De organisatie van kolonies voor jengdige misdadigers. Het recht voor de vrouw om de zittingen van het departement van openbare genees kunde bq te wonen. Afschaffing van politie-toezlcht op prostitnée's. De voornaamste vrouwelijke afgevaardigde is, volgens de algemeene opinie, de sociaaldemocrate Mina Silanpee, redactrice van een courant. Haar geschiedenis is heel interessant. Na de lagere school bezocht t e hebben, werd ze fabrieks-arbeidster en later dienstbode te Helsingfors.Ieder verloren oogenblikjebenntte ze om zich zelf te ontwikkelen en door hard werken ia ze een der meest ontwikkelde en populaire vrouwen in Finland geworden. Za werd zonder buitengewone inspanning steeds gekozen, lederen keer met een groot sternmental. Mina Silanpee is een schitterende redenaarster en organisatrice; zy heeft een groot aandeel gehad in het organise sren van dienstboden. In combinatie met Cfa. Persinen redigeert zy een courant, die geheel aan den strjjd der vrouwen gewijd is". Deze Behryver eindigt aldus: Toen de vrouwen voor 't eerst zitting namen in het parlement, ontmoetten ze aan alle zyden twijfel en wantrouwen. Menige man en menige vrouw voorspelde den on der gang van Finland. Nu, na vyf jaren, moet ieder overtuigd zy'n, dat de vrouwen in het parlement zitting namen met den ernstigen wensch, den toestand van het land te ver beteren, en, wat van nog meer beteekenis is, dat zy tevens wisten, hoe te handelen, en dat zy betrekkelijk een schitterend resul taat bereikt hebben." Tutti Mti. Dr. Thekla Hnltin, een der meest bekende figuren in de Internationale vrouwenbeweging, ia het slachtoffer geworden van de reactionaire EuasiBch-geninde elementen, die in het Par lement van Finland zitting hebben. Het Russische keizerrijk is bezig eenige kerspela in Finland te annexeeren en, daar Thekla Hultin lid is van het Parlement en zitting heeft voor het district, waar deze wederrechtelijke daad geschiedt, heeft zy in de Manchester Guardian" daarover een artikel geschreven, in de hoop dat dit protest da aandacht van Europa zal vestigen op het feit. Het resultaat ia voor het oogenblik dit, dat dr. Hnltin, die reeis elf jaar archivaris is van het Centraal Bureau voor Statistiek en in die hoedanigheid het hoofd dier in richting meermalen ver rangen heeft, is voor bijgegaan, toen zy aan de beurt was om promotie te maken. Alsof dit nog niet vol doende was, heeft de Begeering, om haar voor bovengenoemd artikel te straffen, thans voorgesteld haar 6 maanden in haar betrek king te schorsen. De gouverneur-generaal heeft het voorstel nog niet bekrachtigd, doch het is weer het oude, beproefde middel van het gonverneden uil de oorea doof piepen, en hem op allerlei manieren trachten te plagen; zonder dat ze evenwel binnen zy'n bereik komt n. De uil, die bij dag niets liever begeert dan stilte en slaap, wordt door dat rumoer onrus tig; en van tijd tot tijd strekt hij eenkUuw uit naar de brutaal opdringende vogeltjes, of hij gaapt zenuwachtig en klept met den snavel. Dat maakt de kleine pietjes letterlijk dol. Wat zy' weten van den uil, is waarschijnlijk niet veel goeds; maar veel kwaads kan het toch ook niet zijn, daar de uilen 's nachts in stilte rooven. De meening, dat zy' by den dag den nestroover herkennen en achtervolgen, gaat niet op. Immers zij zien bij dag wel eksters en Vlaamsche gaaien eieren en levende jongen weghalen; en toch vliegen de vogels nooit een van deze nestroovers n», of plagen zij hem als hij in een kooi wordt gezet. Ook een papegaai, die uit een kooi is ont vlucht, wordt nagezet door de kleine zang vogels. Vermoeden zij een roofdier in hem? Ik geloof het niet. In elk geval, elke vreemde vogel, elke vreemde eend in de bijt wordt aangevallen, althans lastig gevallen; dat zien wij ook als een ontsnapt kanarievogeltje onder de musschen geraakt. Mogelijk blijft de nachtnil voor de dagvogels altijd een zeer vreemd gevormde vogel en is het alleen het ongewone, dat hen emotioneert en iriteert en zoo angstig maakt, dat «Üvan vrees, als er veel by elkaar zy'n, moedig, ja heldhaftig worden. Deze eigenaardigheid wordt hun vaak noodlottig, dat ia buiten kijf; de vogelaar, die rondom den uil, in de struiken en boomen zijn lijmstokken heeft gezet, maakt er heel wat buit. Hy ontdoet de arme angstige dieren voorzichtig van de stokjes, waarbij alty'd nog wel een veertje wordt gelaten, en stopt de diertjes eerst even in een dunne katoenen kous, zoodat ze niet spartelen kunnen, maar toch nog wel iets zien, denk ik. Als ze uit de kous in de kooi komen, zy'n ze al veel kalmer. Enkele vogela besterven het echter van angst; de meest beweeglijke, zooals pimpels, houden zich nog het best; een nachtegaal overleeft het geval bijna altijd, roodborstjes ook, evenals vinken en groenvinken; maar een grasmnsch of een braamt luiper is een onzekere vangst. Dit lijmen van vogels schijnt ons zoo iets gerafnneerds toe, zoo echt valsch-menschelijk, zoo hinderlaag- en krygslist-achtig, dat wij raar staan te kijken, wanneer wij in de natuur en nog wel in de plantenwereld, door een mooie bloemplant, als de zonne dauw, de lijmstok-methode zien toepassen. Inderdaad, hier is ook een lekkernij in werkelijkheid of schijnbaar aanwezig. De roode knopjes tooveren den insecten ook by volkomen droog weer honig of dauw of althans vocht voor oogen. Maar nauwelijks heeft het diertje, belust op honing of water de valsche droppels aangeraakt of het is gelijmd. De vlieg of het vlindertje kan lange taaie draden uit de verraderlijke honirgdroppels trekken, los komt het diertje maar zelden weer. Het is evengoed gevangen ment, om de Finiche onderdanen nogjmeer te knechten. Dr. Hnltin heeft thans het bevel ontvangen een rapport in te dienen, om de zaak toe te lichten. Daar zij in dat rapport op duidelijke wijze uiteengezet beeft, wat de constitutionele rechten van een burger en bewindsman in Finland zijn, wacht men met spanning, of nu voor deze bewindsvrouw een andere maat staf van recht zal gebruikt worden. N. MJLHBBBLDT?DÏ Wrrr HCBBKTS. miiiimiiiiiumiMMmiiiMiimilMumiliii tteidenplaag. Een oud Hollandsch spreekwoord zegt: Hebt gij n meid, dan wordt uw werk gedaan, hebt gij er twee, dan wordt het half gedaan, hebt gij er drie, dan wordt het in 't geheel niet gedaan. Dat spreuk j e is zeker uitgevonden door een huismoeder, die veel geleden had onder de dienstbodenplaag... en zoo zijn er niet weinigen. Edoch de meest geplaagde huisvrouw van de wereld ia dan wellicht de Keizerin van Rusland, die niet minder dan dertig duizend dienstboden onder haar bevelen heeft. Om het lijden der keizer lijke huismoeder te verzachten heeft men dit geweldige dienstboden-leger op militaire leest geschoeid. Er zijn allerlei officieren in dit leger, die over verschillende groepen bevel voeren. Het is natuurlijk een prikkel voor de eerzucht, om deze hooge rangen te bereiken, en wie goed oppast, kan het tot een fraaie positie brengen. Maar de luie en brutale dienstboden blijven achter en worden een afschrikwekkend voorbeeld voor hare collega's. En zoo komt het dan ook, dat, ondanks de tienduizend maal drie dienst boden, in de keizerlijke paleizen van Hare Majesteit de Czaritsa het werk wel gedaan wordt. * * Tweelingen. Men vertelt vele wonderlijke gevallen van sympathie tusschen tweelingen; maar 't volgende is wel een der wonderlijkste, die ik ooit hoorde. Te Lyon wonen de tweeling zusters Grandjean, die innig aan elkaar ver knocht zijn. Ze zijn thans drie en twintig jaar, en leden in den laatsten tijd nogal aan kiespijn. Ze hadden die kiespijn uit louter sympathie steeda gelijktijdig, en 't maakte op de gasten, die in 't huis harer oudera kwa men, ondanka het tragische van 't geval een komischen indruk, wanneer ze de beide meiekens dicht naast elkander in een hoek van de kamer zagen zitten, ieder met een reuaachtigen kiespyndoek om. Wonderlijker echter was nog de ontknooping van 't geval. Ze stapten, de kwelling moede, eindelijk samen naar den tandarts, en haar werd daar op den zelfden morgen... precies deselfde kies getrokken. Toeval wellicht, maar toch zeer merkwaardig. *** Sport. In Engeland wordt door de hooge aristo cratie de spoit soms wel heel ver gedreven. Onder de hertoginnen en graven is het thans de mode om tot uitspanning zich te ver mommen als reizende kooplui, en van huis tot huis in de dorpen hun waren aan te bieden. Lady Arthnr Grosvenor en de hertog van New-Castle vermomden xich onlangs als zigeuners, en maakten in deze vermomming een bedelreieje, em mandjes te verkoopen. Za vertelden later aan hun vrienden, dat het buitengewoon amusant was geweest. * * (Femina.) De mode van 1812 tot 1912, in silhouetten. iiiimiiiiiiiimjiiiimniiiiimiiiiimiiiiii iimiiiimiiiiiimniiimmMiiii Twaalf ambachten... Te Toggenbnrg in Zwitserland is de dorps schoolmeester tevens brandmeester, organist, smid, lantaarnopsteker, horlogemaker en landbouwer. In zijn snippernurtjes vindt hu zonder twijfel ook nog weieens gelegenheid, om aan de dorpsjeugd het A. B. C. en de tafel van twee te leeren. * * Een huis gezocht. In een dagblad in de stad Halle kwam onlangs de volgende advertentie voor: Wordt gezocht een huis in de nabijheid van Halle. Grootte, ligging inrichting en huurprijs zul len geen grond van overweging uitmaken, mits de ingang breed genoeg zij voor den nieuwen hoed van m'n vrouw. De deur van mijn tegenwoordige woning kan zij niet passeeren, zonder haar hoed af te zetten, wat ik als een zware ramp beschouw." ??" Zwegen. In de onmiddellijke nabijheid van de mon daine badblaats Biarrltz,waar alles zwierigheid is en f utiliteit, en waar de roode mondjes op de boulevards en promenades klapperen als molenraderen, bevindt zich een van de merkwaardigste religieuze instellingen, die de wereld kent, r>.I. het klooster der Stille Zusters." Al de vrouwen-kloosterlingen die dit consent bewonen, hebben een gelofte gedaan, nimmermeer te zullen spreken, en zoodra ze den drempel overschreden hebben zijn voor altijd stom. Dit lijkt me werkelijk de vreeselijkste penitentie, welke ik mij voor kan stellen: ik praat dolgraag... en gjj m'n waarde lezeres ?... * * Tricycle. In sommige streken van Dultschland en in Engeland begint de driewielige flets die gernimen tijd nagenoeg geheel van de baan wap, en door den tweewieler verdrongen werd, weder in eere te worden hersteld. Voor het snelverkeer heeft de driewieler ontegenzeggelijk weinig nut, en staat in alle opzichten bij den tweewieler achter. Voor een gezellig, gemoedelijk, kalm wandelritje echter op een rechten weg is het een ideaal voertuigje. Op de Engelsche renbanen schrijft men thans ook weder hardryderyen voor driewielers uit. ALLEQEA. De pek-anjer. door de gomknopjes van de plant, als de vink door de lijmstok van den vogelaar; en het insect is er nog minder goed aan toe, het wordt niet weer bevrijd van den taaien last; het zonnedanwblaadje beweegt zicb, het kromt zich om den ongelnkkigen vlinder of libel heer, en sluit het diertje ie. N n gaan de schitterende knopjes nog meer vocht en ook eenandere vloeistof afscheiden, op de manier van een dierlijke maag; het ge vangen dier wordt gedood en feitelijk verteerd. Zulke vleeschetende kleefplanten heeft iedereen wel eens gezien, ze zijn niet zeldzaam op de heide en in de veeneo. Minder bekend is een plant, die een heel enkelen keer by ons ia gevonden, maar thuis behoort op de kalk- of gipsheuvela van Midden-Europa. 't Is de plant die de Dnitschers met den naam van Pech-Nelke, Pek-aojcr bestempelen. Dat is nu eens een naam die wat zegt, want deze anjer of eigenlijk is het een soort koe koeksbloem scheidt inderdaad een kleverig vocht af, dat taai en donkergekleurd if>, als koolteer-pek. Op het ruwe schetsje hierbij, dat ik in den voorzomer gemaakt heb, op een plaats in den Eife), waar ze bij tientallen groeiden en volop bloeider, ziet ge onder de bloem een donkere plek aan den stengel; dat is de lijmring. De lijm of gom die daar door de plant wordt afgescheiden, is bij zonnig weer zoo taai en werkzaam, dat ge door den vinger tegen den stengel te honden en daarna den vinger naar onder terug te trek ker, de geheele plant kunt ombuigen. Bekijkt ge de lijm met een loupe, dan ziet ge dat de geheele met lijm bezette ring, be halve met een enkele mier, vol zit met heel kleine vliegjep, mug j es, met bladluizen met thripa; deze laatste insecten zy'n zeer schadelijk voor het leven van de plant, vooral van 4e bloemen. De plant heeft er dus voordeel van, als de kleine thrips wordt tegengehondep. tuü"i Deze pek-anjer is nota bene een plant, die, wat zijn voortbestaan betreft, geheel af hankelijk ia van levende insecten; de bestnivingE-mekaniek is er op ingericht. Het leven van elke bloem van deze plant heeft drie perioden; bij het openen zjjn vijf van de tien meeldraden rijp, z\j steken bun helmknopjes ver uit de bloembuis; de in secten die den honing willen bereiken, moeten hun slurf tusschen een koker van vijf schubjea op de bloemkroon doorsteken; daarbij zullen zij noodzakelijk, met kop of rug, de nieeldraden aanraken. Den volgenden dag zijn de volgende rijf meeldraden aan de bemrt; de eerste vijf zijn leeg, en de draden krommen zich naar buiten uit de bloem; zij hebben ' afgedaan en kunnen vergaan. Den derden dag komen weer vijf draden te voorschijn; nu echter dragen de toppen geen helmknopjes, maar stempels; deze zachte vochtige einden van de stijlen zijn geschikt om stuifmeelkorrels vast te houden en den bevrnchtenden inhoud daarvan door den stijl naar de eitjes te laten gaan. Dat is het derde, het vrouwelijk stadium van de bloem. Het stuifmeel, dat de stempels bereikt, kan dus niet uit de eigen bloem afkomstig zijn, er heeft noodwendig kruisbestuiving plaats; maar die kan alleen door insecten geschieden, want de wind heeft geen vat op het vochtige meestal eenigszins kleverig stuifmeel. De plant die de kleine insecten lijmt en doodt, lokt de grootere met kleur en geur en honing, om zijn voortplanting te bevor deren. De verklaring? Die kleinere diertjes konden niets bijbrengen voor de heatniving; ze zouden door het beknagen van de helm knoppen en de vrnchtbeginaela schade kunnen doen, en in elk geval den'honing verbruiken, zonder er ieta nuttigs voor in ruil te geven. Het zniverate egoïsme dus; wat van een redeloos wezen dan ook niet anders te ver wachten is. Ge kunt de zaak echter ook wel van een minder poëtisch en kant bekijken. De heele, zoo mooie kruisbestnivings-inrichting is met eenig vernuft wel uit te leggen, als een nut teloos en daardoor doelloos en toevallig ver siersel. En die ly'mstokjes? Och er zijn zoovele planten die gom, lijm of hars afscheiden, allemaal kleverig goedje. En heet het geheel geslacht der Silenen niet van onda Lijmkruid? Als nu een soort Silene eens wat meer gom afscheidt en dat doet, meer speciaal vlak onder den bloeitros, dan is dat toch niet zooveel bizonders, waar je allerlei wonderlykheden en doelmatigheden by vertellen moet. Merkwaardig kan men het ook noemen, dat onder de insecten, welke deze lymplant bestuiven, er n voorkomt, die zich niet op de bloemen zet, maar in zwevende vlucht, stilstaand met trillende vleugels, op de wijze van de onrusten of pjjlstaartvlinders, honing puurt en zoo de bloemen bestuift. Dat is de wolvlieg, een merkwaardig diertje met een langen stijf rechtuit staanden znigsnnit. Raakte de vlieg maar even den stengel aan, dan was hij verloren, want de lijm kreeg hy nooit van zijn snuit of zijn pooten af, al zon hy zijn lichaam weten los te rukken. Maar als het ne, de lijm, volgens de zienswys van velen, geheel doelloos is, kan het andere, het vermijden ervan door de bestnivers n.l. niets dan toeval zijn. Of men moet weer iets anders onaannemelyks aannemen; en wel dat alle andere legitieme bestnivers, in den loop der ontwikkeling gelijmd en uitge storven zijn. Dat de hommels, bijen en vliegen voorzichtig, bewust van het gevaar, de ge vaarlijke lijmring vermijden, dat ia voor ieder waarnemer ongelooflijk. E. HBIMANB.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl