De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 1 september pagina 10

1 september 1912 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1836 flesachen, die ook al weder door een syn dicaat wordt beheerecht, tenminste wat het vaststellen van de prijzen betreft, want de verkoop geschiedt door de fabrikanten iel yen. De grootste ondernemingen op dit gebied |jn de Gerresheimer Glasfabriek en de Maatschappij voor Glas-Industrie v/h. Friedrioh Siemens te Dresden. Een groote omwenteling is in deze in dustrie gebracht door de machine van O ff ene; de fabrikanten, die deze machine in hunne inrichtingen gebrnikea, hebben daarmede zeer gunstige resnltaten verkregen, het meest echter de Deide genoemde ondernemingen, omdat de machinale aanmaak bfj groote massa's het meest loonend is en z|j het grootste aantal flasschen vervaardigen. ? Door deie machine is handarbeid nagenoeg overbodig geworden; z|j neemt de glas-massa nit den oven, vormt, blaast en werkt af. De Dnitsche fabrikanten die, in samen werking met hunne vakgenooten in de andere landen van Europa, de Owens-patenten voor alle landen der wereld, behalve Amerika, Canada, Mexico, Japan en China, voor on geveer 7% millioen gulden hebben aange kocht, kebben daarmede goede zaken gedaan, want behalve de meerdere rentabiliteit van het eigen bedrjjf, wordt door verkoop van het patent aan landen buiten Europa, onlangs b.v. aan Brazilië, een groot gedeelte van de koopsom terng ontvangen. Toen het patent werd aangekocht, had men voor Europa op een productie van ongeveer 1430 millioen flesschen per jaar gerekend, n.l. voor Dultschland 530, Engeland 305, Frankrijk 295, OoBtenrjjk-Hongarjje 160, Nederland 70, Zweden en Noorwegen 32, Denemarken 24, België 12 millioen enz. Nn is de machinale vervaardiging, waar mede in 1908 is begonnen, nog niet algemeen in toepassing, geleidelijk echter wordt deze wijze van fabriceeren uitgebreid, om den overgang voor de arbeiders minder voelbaar te maken. Eén Ovens-machine doet n.l. bet werk van 30 glasblazers en daar voor de bediening slechts n man noodig ie, zou de plotseling algeheele toepassing van dit stelsel te veel arbeiders broodeloog maken, wat men door geleidelijke invoering wil voorkomen. Niettemin wordt in Duitscbland reeds het derde deel der totale productie langs machinalen weg vervaardigd en misschien nog meer, daar in den laatsten tyi een groot eaantal machines is in werking gebracht. De Garresheimer fabriek, die voor haar deel in de koopsom der patenten f 1,200,000 heeft moeten betalen, fabriceert jaarljjks ongeveer 150 millioen flesschen. De verkoop waarde daarvan kan men dooreen op 6 et. per flesch, de winst op 0.6 et. aannemen. Dese onderneming heeft in 1911 f 900,000 netto-winst gemaakt, wat op een productie van 150 millioen flesschen zou uitkomen. Maar voor afschrijvingen was reeds ?333,500 nit de bedrijfsresultaten afgezonderd en het beste bewy'a voor de zeer gunstige positie dezer onderneming is wél, dat z\j onlangs aan hare aandeelhouders op iedere 7 aandeelen een nienw aandeel kosteloos kon uitreiken. Dit geschiedde aldus: het aandeelen-kapitaal werd van 7 op 8 millioen mark gebracht en den aandeelhouders de nienwe aandeelen a pari aangeboden, welk bedrag echter door de maatschappij uit het winst saldo werd betaald. Ondanks het vergroot kapitaal wordt echter een niet kleiner dividend in uitzicht gesteld, nl. 16 pCt., tegen 14 pCt. wanneer men de gratis uitgereikte aandeelen buiten reke ning laat. De Siemens-fabriek is, wat de flesschenproductie betreft, nagenoeg even beteekenend als de Gerresheimer en vervaardigde in 1911 145 millioen flaeschen, echter met inbegrip van hare fabrieken in Oostenrijk. Want reeds van hare oprichting af, is zy eigenaresse van een fabriek in Bohème en 2 jaren geleden verkreeg zij al de aandeelen (Kr. 1.250.000) der Grazer glasfabriek te Eggenberg bij Graz, tot welk doel 1.000.000 mark Siemens-aandeelen werd uitgegeven & 120 pCt., zopdat haar maatschappelijk kapitaal op 11 millioen mark werd gebracht. Het dividend onderging in de laatste 10 jaren weinig verandering en bedroeg van H tot 16 pCt., behalve over 1911, toen 18 pCt. werd uitgekeerd. De koers dar aandeelen is circa 234, die der Gerresheimer fabriek 236 pC t. Siemens is betrekkelijk bij deOostenrykeche flessehen-industrie nog meer geïnteresseerd dan bij de Dnitsche, maar de beide groote ondernemingen leveren de helft van de geheele productie. Van beteekenis is ook de productie van de Apolinaris- en Johannes-maatschappij, die in de laatste jaren een eigen flasschen-fabriek, volgens het O wen s-systeem, heeft gebouwd en nu jaarlijks ongeveer 30 millioen flasschen voor haar eigen bronwater fabriceert. Door het tot stand komen van het Oostenrijksch-Hongaars flassphen-kartel, is de con currentie tusschen D aitschland en Oostenrijk, vooral wat den uitroer betreft, feitelijk opgehouden. Tot vór korten tijd bestond er ook voor de Dnitsche fabrieken van tafel-glas werk een kartel, dat echter niet vernieuwd kon worden. Van de electro-technische glasfabrieken is de Lansitzer glaswerk A. G." de voornaamste. Deze levert aan de Allgem. Elektrizitatsgesellschafi" en aan de groote fabrieken voor gasgloeilicht, als Auer en Fintsch, welke ook in haren bestuursraad zijn vertegenwoordigd. Zij behoort tot de meest rendeerende onder nemingen en keerde in 1911, toen het kapitaal van 3 op 3 % millioen mark was gebracht, 25 pCt. dividend nit. Da koeis harer aandaelen is ongeveer 400 pCt. Van veel belang is ook de fabricage van spiegelglas, waarvan België eigenlijk de baker mat is. De meeste Duitsche spiegelglasfabrleken z|jn nog in het bezit van Belgen of onder Balguche controle. Sedert 1904 bestaat er een internationale bond van fabrikanten van spiegelglas in België, Frankrijk, Daitschland, Oostenrijk, Nederland en Italië, waarbij bijna alle fabrie ken in die landen, op een paar uitzonderingen na, zijn aangesloten. De productie-kosten z\jn in de latere jaren belangrijk minder geworden, zoodat de fa brieken in staat zijn, grootere winsten te maken. Ook als producent van vensterglas en tafelglaswerk neemt België een eerste plaats ie. Van dit laatste exporteert het 95 pOt. zijner productie, want het Belgisch fabrikaat is zeer gewild en niet duur. Onlangs is. de export-prijs ietwat verhoogd. Thans worden in België voor het vervaar digen van taf el-glaswerk proeven genomen met een Amerikaansche machine, die in Oostenrijksche fabrieken reeds in gebiuik is en waarmede ook in Dnltichland proeven worden genomen. E ren eens probeert men in België op machinale wijze vensterglas te fabriceeren. Het loon-nivean daar-te lande is in de glasn|j verheid zeer laag, zoodat de arbeiders, met 't oog op den goeden gang van zaken, hoogere loonen verlangen, een omstandigheid, die de ondernemers te meer aanspoort te onderzoeken, in hoever door de invoering der machinale fabricage de productie-kosten kunnen worden verlaagd. 30/8 '12. v. D. 8. uu i mm mi IIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Iets orer de Cbiieesctie geseüeilMe, (Slot). Dan vallen er ook nog even reusachtige werken te vermelden, die bijzondere onderdeelen der geschiedenis behandelen; zoo b.v. dat over de Tai-ping-rebelli in 111, dat over den Nien-f ei-opstand in 160 deelen en 't werk over de drie hevigste Mohamedanen-opstanden in Kaajgar, Kan-soo en Yan-naw, dat na voltooiing ongeveer nit 300 deelen sal bestaan. Toch is dit geenszins nog 't eind; om den catalogus compleet te maken moeten ook verder nog de talrijke topographische kronieken en geschiedboeken vermeld wor den, ledere provincie bezit haar eigen ge schiedwerk, dat door hanlin geleerden geschre ven en uitgegeven wordt. Dan hebben ook ieder district, onderdistrict, ja zelfs elke stad weer afzonderlijk een eigen kroniek. Komt men voor Btudie-doeleinden in een Chineesche stad, dan kan men niet beter doen dan door te beginnen met inzage te nemen van de stedelijke kroniek. Naast een nanwkeurigen plattegrond van stad en omgeving vindt men daarin alle mogelijke bijzonderheden aangaande 't ont staan, de ligging, de bevolking, 't dialect, de beroemde mannen en vrouwen van de stad enz. enz. Als we ons al die geschiedboeken bijeen deuken, dan komen we tot een ont zettende menigte. Volgens 't verhaal hielden de manuscripten van de Alexandrijnsche bibliotheek 't vuur van Khalif Omar dria maanden lang aan 't branden. Hoe lang zonden dan de Chineesche geschiedboeken de vlammen van zulk een brand wel niet kunnen voeden! Nadat we nu 't veld der Chineesche historielitteratuur even in vogelperspectief bekeken hebben, willen we nog eens teragkeeren tot haar eigenlijken stichter, den straks genoemSze-Ma-tsien, den Chineesche Horodotns. HU werd in 195 v. Chr. in de provincie Sjan-si geboren en reeds op 10 jarigen leeftijd had hu een ontzettende menigte oude teksten en citaten in 't hoofd. Met zijn 20ste jaar ondernam hy een langdurige reis door 't gansene r|jk in zijn toenmaligen omvang, waarbij hy natuurlijk in de eerste plaats de verschillende historisch merkwaardige plaat sen besocht, zooals de geboortesteden van Kon-foe-tse, Men-tze en andere beroemde personen. Het door hem geschreven histo rische standaardwerk, dat ten grondslag dient voor alle latere geschiedboaken, draagt den titel Sji-tsji" of Geschiedkundige merk waardigheden" en is als de eerste volledige (natuurlijk tot aan den tijd waarin de schrijver leefde) en kritisch behandelde beschrijving van China's historie voor de Chineesche litteratuurgeschiedenis van groot belang, uit de manier, waarop 8ze-Ma-talen de o ver rijke massa van materiaal weet te groepeeren, blijkt ten duidelijkste de gcwaldige omvang van zijn onderneming, 't Werk omvat de geschiedenis van 't Chineesche rijk van de oudste tijden tot ongeveer 100 v. Chr. De 130 deelen waaruit 't bestaat, zijn in vy'f groepen verdeeld, 't Begin wordt gevormd door de Pen-Ki's of fondamenten, waarin de gebeurtenissen in 't rijk in streng chro nologische volgorde vermeld worden aan de hand van de regeer ingsj aar tallen der achter eenvolgende keizers. Daarop volgen de Nienplao's of jaartabellen. De derde groep bevat de Pah-sjoe of de acht verhandelingen; dit zijn cultuurhistorische opstellen over muziek, godsdienst, sterrenkunde meteorogie, hydrographie, enz. In de vierde afdeeling, de Sji-Kia's, komen de gebeurtenissen in de onafhankelijke staten aan de beurt, en da laatste groep, de Lien-tsjoean, of de biographieën der beroemde mannen, bestaat uit 70 deelen. Opvallend is 't hierbij, dat Kon-Foe-tze niet onder dese beroemde mannen gerangschikt, maar dat hem een aparte plaats onder de regeerende vorsten ingeruimd is. Daarmee wil Sze-Ma-tsien voor alle tijden te kennen geven, dat Kon-Foe-tze, zij 't ook een ongekroonde, toch een koning was. Sze-Ma-tsien beschikt over schrijverstalenten; met plastische duidelijk heid weet h|j menschen en dingen voor te stellen, zoodat men zich onwillekeurig inde toenmalige omstandigheden terugverplaatst waant. Hoe leerrijk is dat voor den historl cus, en hoe belangrijk ook voor den diplo maat, die dooi zijn carrière naar 't Rijk van 't Midden" gevoerd wordt. Immers, 't door Sze-Ma-tsien 200 meesterlijk geschetste intrl guen-geknoei is ook in onze tijden nog in precies denzelfden vorm aan de orde van den dag. Sze-Ma-tsiens werk werd, door Panpiao (3?51 n. C.), een geleerde nit de pro viriele Kan-soe, voortgezet, en diens zoon Fan-Koe schreef een geschiedenis van de oudere Han-dynastie. Daar hu hierbij echter te veel blijken van openhartighid gaf, moest hu deze vermetelheid met den dood bekoopen, en toen werd zijn werk voltooid door zijn zuster Pan-tsau, een van China's eerste be roemde vrouwenfiguren. Tijdens de Soeng-periode werd de draad der geschiedenis weer opgevat door Oa-yang< hj-joe (1007?1072 n. C.). In een schilderach' tige streek liet hjj zich een landhuis bouwen en gaf zijn Tuscalum den veelzeggenden naam van Tsjioe-wpengting, d. w. z. de woning van den ouden drinkebroer. Hier schreef hij een nienwe geschiedenis van de Tang-dynas tie. Soe-Toeng-po en tal van anderen, die zich op historolographiach gebied verdien stely'k gemaakt hebben, gaan we stilzwijgend voorbij, om nog even terug te komen op den verdienstelijken geschiedschrijver Sae-Makwang. Zijn hoofdwerk ia Tsze tsji-toengtBJien, een historische heerschersspiegel in 75 deelen. Hierin vinden we de annalen van 500 v. C. tot aan de Soeng-periode (1000 n. C.). Ook schreef hij nog de Tsji-Koe loe, dat de tijdruimte vanSCOO voortotlOOün.C.omvat. De aller bekendste der Chineesche historici is Tsjoe-liof Ttj oe-Foe-tsje,die zich evenalsllegel in niet mindere mate als philosoof dan als geschiedschrijver naam heeft gemaakt. Hy heeft de boeken van Sze-Ma-Kwang grondig om- en bijgewerkt en er 't voornaamste his toriewerk van gemaakt, dat nog heden ten dage door iederen ontwikkelden Chinees ge lezen wordt en Toeng -Kien- Kang- moe heet. Van groot belang is ook zijn commentaar op de geschriften van Kon-Foe-Tze waarmee hy ook later en tot op onzen tijd nog niet weinig invloed uitoefent op den Chineeschen volksgeest. Als we nu ten slotte een oordeel over de Chineesche geschiedwerken zullen uitspreken, is dat zeker een moeilijke taak. Grijze baren moet men eeren; en is er wel grijzer en eer biedwaardiger hoofd denkbaar dan de ontel bare oude folianten, die, ook al bevredigen ze niet bepaald onzen smaak, toch eenwen en eeuwen lang een groot volk trouw gediend hebben ? Vergeleken met onze westersche methode der historiographie mag men wel zeggen: China's geschiedenis is geen ge schiedenis, maar niets dan een kroniek, een opsomming en aaneenryïng van feiten en feitjes. Ze is van af Kon Foe-Tze's aloude werk, de voorjaarg- en herfst annalen, tot op de nieuwste werken van dezan tijd eigenlijk niet meer dan een reusachtig dagboek, waarin alle gebeurtenissen aan elkaar geregen zyn gelijk de kralen van een paternoster. Door al de boomen zien de Chineasche historieschrijvers 't bosch zelf over 't hoofd. Ze bevinden zich in een labyrinth, waarin geen draad van Ariadne hun den weg wijst. Divide et impera" is een kunst die hun totaal vreemd is. Hun dagelyksche notities kunnen slechts in zooverre geschiedenis genoemd worden als 't opschrijven van de namen der hemellichamen astronomie mag heeten. Toch wordt er in onze dagen onder de JongChineezen een strooming merkbaar om hun geschiedenis in een nienw licht te beschouwen. Za beginnen eanig begrip van indeeling te kr|jgen en de drie hoofdgeoeurtenissen hunner We tor ie klaarder nit den chaos te voorschijn te zien treden, n.l.: 1. De veroyeriag van China door de Chineszen, die zich na verdrijving der oei bewo ners aan den Yang-tze en Hoang-ko vestigen. 2. Déverovering van China door de Tar taren, waarvan nu nog de groote muur een welsprekend getuigenis aflegt. 3. De strijd tusschen de middelpuntvliedende krachten in 't i|jk, denzelfden dien wij in onze dagen in den strijd tusschen conservatieven en revolutionnairen opnieuw krachtig zien herleven, en die reeds zoo groote gevolgen had. Wat echter de Chineezen in de toekomst uit hun geschiedenis zullen maken, voor ons ia en blijft echter dit ne van belang, dat er zulke onmetelijke schatten aan kennis en ervaring in verborgen Z|JD, dat de westersche geleerden er nog nauwelijks eenig denkbeeld van hebben. E renais de middeleen wsche priesters hun kerken opbo'nwden uit de steenen der oude colossenm-muren, zoo zul len ook eens de mannen der westersche wetenschap nit die Chineesche ruïnen zu k een mate van kennis en ervariag vergaderen, dat ze China en de Chineeaen ja ook hun eigen land, hun volk, anders en beter zullen kunnen beoordeelen en begrijpen dan waartoe ze tot nog toe in staat waren. B|j 't bestudeeren der Chineesche historie krijgen we een dergelijke gewaarwording over ons als wanneer we te Peking voor 't groote Boedhabeeld in den Lima-tempel staan; we voelen ons zoo klein en nietig, en 't land, waarin zich zooveel verhevens en wonder baar! yks afgespeeld heeft, wordt grootech en eerbiedwaardig in ons oog. G. B. J. v. H. Il Ffltirisio sÉin daEeiesen, Wat nu volgt is een passage uit het laatstverschenen bij-voagsel van het Manifeste technique de la Littérature futuriste", rond schrijven, waarin de heer F. T. Marinetti, de uitvinder en voedster- vader van het toekomstelingschap, de wetten rechtvaardigt van deze nieuwe letterkunde, die alleen rekening houdt met de intuïtie en by'voegelyke naam woorden en bijwoorden als r uttelooze impedimenta over-boord gooit. Bedoeld is de be schrijving van een veldslag, die van Gargaregch, in Tripolis door il illustrissimo signor Marinetti bijgewoond en roöbeschreven: Begin van den slag, gewicht + reuk: Twaalf uur (middag C.) 3/4 fluiten gejank oplaaiing toembtoemb alarm Gargaresch ge kraak geknetter marsch gekletter ransels geweren hoeven spijkers kanonnen manen raderen aflaiten joden pofl"«*j as olie-brooój as zangen pothuizen walmen kleuren-spel leepoogen stank kaneel." Bombardement: Torens kanonnen manmoedigheid lagen opstelling afstandsmeter extase toembtoemb drie seconden toembtoemb golven glimlachen, lachen plaff plot ff gloaggloegloeloe verstop pertje kristallen maagden menschec-rleeEch armbanden paarlen odium broom-zouten rok ken gas likeuren lucht-bellen 3 seconden.' De scbriif-wijze die F. T. Marinetti ons in de weerbarstige maag wil stoppen als de dernier cri", pardon il ultimo grido" der voor-de-hand-liggende toekomst, is al bijna een eeuw oud ... werd op 13 Mei aniso 1827 al gebezigd door den profetischen Mr..' :ngle, die, op dezen eigen datum, aan de heeren Samuel Pickwick, Tracy Tupman, Augustus Snodgrass en Nathaniël Winkle in deze ter men een episode verhaalde uit de Pary'sche revolutie van Juli 1830. Episch pcëjna, tienduizend regels Juli-revolutie op de plaats zelf gedicht Mars-over-dag, 's nachts Apollo, schooide veld-stukken af, tokkelde de lier." - - Waart u tegenwoordig bij deze roem rijke gebeurtenis? vroeg mr. Snoigrass. Tegenwoordig T Zo a ik denken; vuurde een masket af, vuurde met een idee, schoot een kroeg binnen schreef het op weer naar buiten wizzl pang! een ander idea _ wér de kroeg in pan en ink.t nóg eens naar buitan sabel-hauw, jaap verheven tijd, meneer..." Dit is minstens zoo pekkend als Marinetti's beschrijving van den slag by' Gargarescb... En wat zou de futuristische liefdes-litteratuur kunnen leveren dat beter was dan dit relaas van Mr. Jingles' Spaanech avontuur? Engelsche meisjes niet zoo mooi als Spaansche edele schepsels git-haar zwarte oogen lieflgke vormen lieve schepsel tj es prachtig." Waart u in Spanje, meneer ? vroeg Mr. Tracy Tupman. Daar geleefd -- eeuwen." Vél veroveringen, meneer ? cischte Mr. Topman. Veroveringen? Daizenden! Don Bolaro Fizzgig - grande eenige dochter donna Christina heerlijk schepsel - dol op mij jaloersche vader hooghartige dochter knappe Engelschman donna Ohristina wanhopig blauwzuur maag-pomp in mijn hand-koflertje -- operatie gelukt oude heer Bolaro in verrukking stemt in ons huwelijk tee handen in elkaar en stroomen tranen romantische geschiedenis zeer." Is de dame nu in Engeland, meneer? vroeg Mr. Tupman. Dood, meneer dood.... Maag pomp nooit terag-gevonden ondermijnde ge zondheid als slacht-ofler gevallen." (Brie-d brac. Telegraaf.) Het fauHi, Uil het Duitsch, van Bruno Wolfgang, door T. S. In de nabijheid van een pi o iincie- hoofd stad, welker inwonertal al over de hon derdduizend reikte, lag 'n klein meer, waar heerirjk zacht zand aan de oevers het liggen veraangenaamde. De vlakke grond strekte ver onder het glinsterende water zich uit, dat in het midden groen en klaarblanw als de zee was. Hier stoeide alles dooreen, oud en jong, vrou wen en mannen. Eerwaardige burgerfamilie's lagen in 'n kring in het zand, met manden vol proviand, brood, worst en bier. Bruingebrande natunrbeminnaars zwelgden er in het licht en de lucht en lagen op het weeke zand lui uitgestrekt als zeehonden. Niemand bekommerde zich verder om dit paradijs. De kleeren lagen rustig op hoopjes aan den kant; er weid zelden wat gestolen, en nog zeldzamer verdronk er iemand. Het was 'n cht vry volksbad. Doch eens op 'n dag, viel het de gemeente op, dat er niets verboden was. Er gebeurde wel niets, maar het ging hier om het grond beginsel en de autoriteit. En gén gemeente kan dulden dat ergens geen bordje mat verbodsbepalingen staat, of erger nog, dat iets geheel kostelsos zjjii zon. Onmiddellijk werd hier ingegrepen, en er werd op de plaatb, waar het water een meter diep was, 'n ly'n gespannen met 'n bord er bij: De ge meente is niet verantwoordelijk voor het leven van hen, die zich verder dan deze plaats begeven." Da menschen, die er baden kwamen, stonden eenigszins verwonderd; niemand kon zich herinneren, dat er zoo iets gevraagd was aan het gemeentebestuur. Ook kon niemand zich precies voorstellen, wat, er gebeuren zon, als er eens iemand, ondanks het loffelijke ingrijpen der hooge beschermirg, in dat ne gedeelte van 't water verdrinken zou en op die wyze \tèl van de verantwoordelijkheid der gemeente zon profiteererj. Dit echter was pas da eerate stap. Het jaar daarop al besloot de gemeente een goed geregelde badinrichting te doen aanleggen. Verscheidene gemeenteraadsleden waren namelijk tot de ontdekking gekomen, dat hier door het ontbreken van 'a scheiding tusschen de geslachten de zedelijkheid in gevaar wa?. Het gemeentebestuur stond bovendien in zeer vriendschappelijke be trekking tot de dienaren van de zedelijkheid, die de vertegenwoordigers der allerhco^sten hier op aarde waren, en hechtte groote waarde aan 'n zichtbaar fatsoensbatoog, temeer daar het toenemen der bevolking het toch al 'n doorn in't oog wa?. Dnswas'nvr volksbad langzamerhand 'n misstand in hare oo?en geworden. Er werd dus besloten van gemeentewege 'n badinrichting te doen ver' vaardigen en dit met al de wapenen der moderne zedelykheids-techniek uit te rusten. Er zonden drie van elkaar gescheiden afdeelingen zyn. Een datnesbad, voor die dames, die uit moreele of aeathetische gronden er de voorkeur aan gaven, zich niet aan mannenoogen bloot te geven, een heerenbad voor soortgelijke heeren, en ten jslotte 'n familiebad, dat, zooals bekend is, door god delijke en menschelijke wetten, van alle zedelijkheid ontheven ie. Door hooge schotten zouden de afdeelingen worden ge scheiden. ledere afdeeling zou hare eigene ingang hebben en hare eigene entree-bil jetten, die door kontroleurs en hoofd-kontroleurs scherp nagekeken zonden worden en vergeleken met het geslacht van den toonder. By' het damee- en heerenbad was dat allemaal heel eenvoudig. By het familie bad, daarentegen, was dat lastiger en er ont stond 'n fel debat bij de behandeling daar omtrent in de gemeenteraad. De meeste ge meenteraadsleden waren er voor, om de scheiding streng door te voeren. Vooral die gene, die zelden of nooit 'n bad plachten te nemen, waren daar sterk voor. Een ge deelte nam het voor het familie-bad op, mits het met alle zedelykheidsinrichtingen uitgerust zonde worden, en voor de meestbedekkende badpakjes aorg gedragen. Eén raads lid beweerde wel, dat die scheiding der ge slachten overbodig en belachelijk was. Want God zélf was by de schepping niet c.p 'n scheiding, maar integendeel zeer sterk op 'n vereeniging der beide menschensoorten bedacht geweest. Dat veroorzaakte echter 'a heele opschudding. De voorzitter riep het lid tot de orde en er tusschen door werden hem de gedenkwaardige woorden toegeroepen: U is 'n sociaal-democraat l" Dat wilde de man in quaestie nu weer niet zyn, en om zyn goed rendeerende zaak niet te schaden, zweeg hy maar verder. Het familie-bad kwam er echter door. Eerst was nu de vraag te beantwoorden: Wat is 'n familie, waar begint die, en waar houdt die op ? Een normale familie, zei meo, baataat uit man, vrouw en kind. De kinderen zgn weer in groote en kleine te verdeelen, in deiulke, die wel, en die niet gevaarlijk zijn, wat de zeden betreft. Wear zy'n hier de grenzen? Het begrip familie werd na lange debatten streng tot die personen be perkt, die zonder gevaar de zedelijkheid aan te tasten, nog tezamen in n slaapkamer konden verblijven. Aldus bleven van de zegeningen van het familiebegrip uitgesloten, dienst meisjes, weduwen en weduwnaars, zusteis en broers in hetzelfde huis wonende, tantes en ooms, neven, nichten, zwagers en schoon zusters, huisdokters, huisvrienden en nog verder verwijderde familieleden. Zoo scheen alles mooi in oide en het bad werd geopend. Het volk trok nieuwsgierig en in scharen er heen. Op de plaats waar men vroeger voor niets gebaad had, stonden uitgebreide bouwsels en er moest betaald wor den. De slechte stemming wies, toen de scheiding der geslachten bekend werd, en menig paartje, dat op de oude goede wyze aan 't strand kwam, moest afdruipen. liet publiek morde en begon over midde len van verweer te peinzen. Op 'n dag ver scheen er aan de kas 'n vroolyk levenslustig paartje en wenschte twee entree's voor het familiebad. Ze zagen er zoo verliefd en ge lukkig uit dat de kassier hen niet vertrouwde m vroeg: Is u werkelijk getrouwd ? Natuur lijk, zei de jonge man stout weg. 'Er stonden den kassier gén andere middelen te baat en hoofdschuddend gaf bij de briefjes. Wel dra was het familiebad vol jongelui. Het was 'n zeer geliefde plaats voor samenkom sten ran ongehuwde menschen. Er ontstond 'n soort huwelijk ten behoeve van het baden, dat even makkelijk gesloten als ontbonden werd. In het heerenbad bleven alleen nog maar een klein hoogst fatsoenlijk aantal van krombeenigen, platvoeten, grijsaards, kreu pelen, gemeenteraadsleden en verdere nood gedwongen vertegenwoordigers van het scheidings-beginsel. In het damesbad spar telden als voorwereldlijke reptielen slechts 'n paar hofjes juffrouwen en verder wat hopelooze liefde's. Be gemeenteraad werd met ontzetting geslagen. Uit alles bleek, dat alleen het kleinste gedeelte, op z'n hoogst, van de in het familiebad aanwezige personen getrouwd kon ayn. De goede zeden sche nen zér in gevaar. Het aantal baden in het familiebad steeg met den dag, en die geen vrouw had, ichafie er zich eene aan. Earzame jongelingen, die nooit nog naar "n vrouw gekeken hadden, zagen zich genood zaakt relatie's aan te ktoopen, om de treurige vereenzaming in-hei heerenbad te ontgaan. Er ontstond voor het badhuis 'n kleine beurs, waar ontbrekende familieleden te krijgen waren. Agenten traden nieuw aangekomenen vriendelijk lachend tegemoet en vroegen met uitnopdigend handgebaar: Heeft n misschien familie noodig? Da kranten stonden vol advertentie's van dezen inhoud: Gevraagd 'u blonde familie-betrekking,voor het familie bad; slank gebouwd en niet al te egoïstisch aangelegd, gewenscht. Entreegelden voor mijne rekening. Huwelijk onmogelijk. Heel vaak veranderde de vluchtige badkennismaking in'n blijvende vriendschap en verder. En 'n losser leren won ziendereogen in de gemeente veld. In een opgewonden zitting besloot toen de raad het volgende: Echtparen moesten hunne trouwringen laten zien, of 'n kind meebrengen. Het publiek zat om 'n troef baast niet verlegen. Het kocht simili-trouwringen, waarmee, wel die industrie, doch niet de zedelijkheid geholpen was. De verordening op de kinderen gaf in 't eerst den badenden heel wat hoofdbrekens, maar ten slotte werd de oplossing van het vraagstuk ook kinderspel. Naast de familie-beurs verrees een soort kinderleen-bank, waar men voor 'n kleinig heid 'n familie kompleet kon krijgen. De conti6'e stond daartegenover machteloos, en de op die wijze samengestelde familie's trok ken lachend langs haar heen. Eindelijk werd het vertponen van tronwacte's gevraagd. Op die manier werd bovendien toen ook de mis stand van het vervalechen van stukken ingevoerd. Trouwacten werden in grootan getale geleverd en 't gevolg was, dat er b|j velen de gedachte ontstond ook krediet waardige papieren op die manier na te maken. De eerlyksten brachtK 'n trouwbewijs van kennissen mee, er waren er zelfs die zich vonr hun eigen ouders uitgaven. Bg grooten toeloop en gedrang aan de conti le slaagde men er zelfs in, op 'n spyskaart of 'n be lastingpapier toegang te krijgen. De inge wortelde eerbied voor het gezag nam merk baar af; het werd zelfs 'n soort voiksvermaak de overheid wat wy's te maken. Dat begon met de zedelijkheid en eindigde met belastingbiljetten. Heel het publieke en particuliere leven zweette oneerlijkheid op 't lest. Spoedig hadden de zedelijkheidsmaatregelen van de gemeente het er toe gebracht dat de stad onder de meest kwaadsprekendste stadjas van het rijk werd geteld. Eans stelde het gemeenteraadslid, dat eerst zoo tegen de maatregelen geweest was, en die tengevolge het algemeen verderf in dien tusscheatijd werkelijk sociaal-democraat was geworden, aan de orde 'n voorstel, om uit zedelykheidsoogpnnt het baden weer geheel vry te laten. Dat werd met beschaamde kaken, maar eenstemmig aangenomen. En de zomer daarop speelden weer lichte golfj?s ongehinderd op het vrije zand. De jonge lui wierpen met steentjes naar de over blijfselen van het laatste bordje met ver bodsbepalingen tot het geheel zonk. De oude goede zeden keerden terug en de stad werd weer duidelijk netjes. Wat de oude waarheid nieuwe kracht geef t, dat de natuur lijke zedelijkheid van alle voorschriften 'n diepen afkeer heeft, wat niemand haar kwalijk nemen zal. Amor's raad. Wanneer gij met uw meisje Per spoor cf boot of tram, Straks maken wilt een reisje, Een reisje naar Schiedam En ge U daar neer wilt vlijen In 't malscbe dijk-tapaet, Tot zoetelyfc vermeien, Wat ook wel vrijen" heet ; Dan, hoe de wangen gloeien, Hoe 't harte ook moge slaan,.,. Blijft eohoon 't meer zal vermoeien Blijft staan l bly'ft staan! blijft stèanll Het zitten is uit den booze, Ook liggan mag je er niet; Doch staande minnekoozen, Geen metsch die d;it verbiedt I R'dam, Aug. 1912. WILLY WINZSN. Tricycles. Aan de Ksdactie van De Amsterdammer. M., In het laatste nummer van uw Weekblad komt een stuhja voor over da Tricycle". Ik ben het hiermee niet geheel eens. Toen ik, 4 jaren geleden, er my eene aanechafte, was daarvan de reden dat ik slecht kon loopen en op een tweewieler kon ik mij, op mijn leeftijd, ik ben thans 78 jaar, niet wagen. Zonder mij in 't minst te vermoeien rijd ik ermee naar plaatsen, die 5 a 6 uur van hier zyn verwijderd, mits ik niet harder ryd dan 10 K.M. per uur, ongeacht de weg recht is of krom. Ik deel dit mede om ouden van dagen hierop opmerkzaam te maken, want waarlijk 't is een groot genot een drie wieler te beryden. Epe. O.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl