De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 1 september pagina 3

1 september 1912 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1836 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND, Leonardo da Vinci achter, maar, Corpo di Bacco, dan moet de geest van Savonarola het se hebben ingeblazen."Vergeef mij, waarde heer, dat ik hier eindig, waarlijk met de pen maar niet met het hart en verontschuldig de vele fouten die ik, als altijd in brieven, maakte. Ik dank u zeer voor de genoten lektuur. Met vriendelijke groete, uw JAC. VAN LOOY. Ruiker ford en Zoon, Kon. Ver, Het Ned. Tooneel. Een schouwburggang ia büons een gedempt feest, een grjjs feest. Onze vaderlandsche kleur kent Men in de grisaille. Wij spelen ons leven en (ourdine. Een schouwbttrggang is daarom nog wel een feest. O l een verademing! Ik geloof zelfs, dat wüalleen in de balzaal even (gematigd) opgewonden zijn, als in de komedie. In den schouwburg, vór er gehaald wordt, behaagt het mij tenminste naar 't ge soem te luisteren van het pas-gezeten en binnenkomende publiek als Baar iets Nederlandsen uitbun dige. Oase mevrouwen en jongelingen hebben dan iet»van het tintelig roze der ondeugden (vergeef mij) op hun strakke koonen, en de jonge meisjes ziet men op kuische wijsse glinsteren: verwachting-gespannen. Het schijnt een ouverture in de parterre: «oo'n wachten op de regissenrsschel. Neen, 't is toch maar praeludeeren. Wanneer een orkest zich gereed maakt voor de uitvoering, is er zoo'n zelfde geroezemoes op 't podium: het papier-schikken, snaren-stemmen en daarbij een overmoedig-stijgend probeeren. fiaide bereiden voor op het kunstwerk. Het theater, gij zegt het daar terecht, is iets maatschappelijks. Wij moeten voeling hebben met «me medemenechen, willen wügeschikt zijn tot het in o as opnemen van een tooneelstnk. Qrijs is, zeide ik, onse kleur. Grijs wordt bij ons ook het best gespeeld. Wij zijn niet zoo sentimenteel als de Duitschers, zoo conventioneel als de Engelscaen, zoo hol als de Franschen, maar, ma foi, wüzyn grijs, grü*, grü«, gros! Zie na Bika Hopper eens mej. Batherford spelen. Batherford en zoon is een Engelech drama, en bevat een vollen cente naar Londenschen mist. Alles wat uit dat topneelstnk voor acteurs te halen" is, had misschien verloren kunnen gaan' tusschen de coulissen der Kon. Vereeniging, maar de mist is er l Voor dat part is 't stuk büons zeker beter gespeeld dan te Londen. Mevrouw Hopper volhardt perfect in 't doffa grys van de rol. Het was ook 't best wat züdeed in Opstanding", waarin zjj veel goeds liet zien: De regie, die doorgaans op 't Lsidacheplein (vergun müde gemeenplaats) slecht is, had .den vereischten vervelenden toon magnifiek te pakken. Dit heeft niets van scherts. Want alles gaat hier volgens 't zelfde plan. Loaise van Korlaar is bits op de wyae van 't vol doen aan een vervelenden geloofsplicht. De hoofdrolspeler is overtuigd grauw. Chrispün on-overtuigd grauw. De dominee vaal-bleek. Emma Morel blemUre (of gris-perle.) Er is iets anders wat ik heb opgemerkt en n ter overweging aanbied. De acteurs vaa ons omcieele theater hebben behalve hun ge loof in grijsheid en granwelükbeid een in Bekeren zin volmaakt talent. Dat is iets nieuws, nietwaar? Er is van deze meesters in de tooneelspeelknnst te veel kwaad ge zegd. Men beeft zich hen nooit apart gedacht van den Baad van Beheer, die nooit heeft gewet en, wat hu wilde. Het Ned. Tooneel vormt een vrüaaneengesloten troep van gelijke eensgezinde (grijze) talenten. Affa talenten. Het was goed geiien Louis Bouwmeester daar niet meer in terug te nemen; Louis Bouwmeester is een belang rijk kunstenaar, van geniale invallen. Zyn rykbloeiende kunst ontwrichtte volkomen het overigens nauw gesloten gezelschap. Mevrouw Theo Bouwmeester valt er ook uit. Op my'n woord züwas ditkeer toevallig ook grijs", maar grijs als een gryze lucht van Van Goyen, waar alle klenr-vlammeu in broeien. Züwas gry's, om straks passierood te worden en eren later haat geel. Zwijgen we over Mevrouw Bouwmeester en groeten we haar eerbiedig, en drijven we haar weg van 't Nederlandach Tooneel, zooals haar broer. Malle, inconsequente Baad van Beheer, die haar handhaafr. Zübehoort op 'tLeidache plein niet thuis. Het is beter, dat zij net als Louis (voor een kinematoscoop) in den A.mstel Kom, zei de man glimlachend, iedereen heeft er een. Het kind hernam met moeite onder zy'n snikken door: Ik... ik... heb er geen. Toen werd de werkman ernstig; hij had den zoon van vrouw Blanchotte herkend en hoewel hu pas in 't land waa, kende hu vaag baar geschiedenis. Kom, zei hu, troost je, jongen, en ga met me mee naar je moeder. We sullen je wel een vader geven. Zj gingen op weg, hand in hand, ea de man glimlachte opnieuw, want hu wou die vrouw Blanchotte, die naar men zei een der mooiste vrouwen uit den omtrek was, wel eens zien; en in 'c 'diepst van zgn gedachten overlegde hu misschien dat een jonge meid, die eens een f o at begaan heeft, later nog wel kon zondigen. Hier is 't, zei 't kind, en hu riep: Moeder!" Een vrouw verscheen op den drempel en de werkman bedwong zyn glimlach, want hu begreep ineens, dat men niet zon kunnen gekscheren met deze groote bleeke vrouw, die stijf in haar deur bleef staan, alsof ly den toegang tot dit huis, waarin z(j al door een ander bedrogen was, aan eiken man ver bieden moest. Verlegen met ayn pet in de hand draaiend, mompelde hu: Hier, juffrouw, ik breng n uw jongetje terug, dat bij de rivier verdwaald waa. Maar Simon sprong zijn moeder om den hals en zei, terwy'l hu weer begon te schreien: Nee, moeder, ik heb me willen ver drinken, omdat de anderen mij sloegen... müsloegen, omdat ik geen vader heb. Een brandend rooi bedekte de wangen der jonge vrouw en, tot in 't diepst van haar hart gekrenkt, omhelsde ze haar kind ontstnimig, terwy'l tranen haar, al maar, langs het gelaat liepen. Ontroerd bleef de man staan, niet wetende hoe hu weg moest gaan. Maar eensklaps liep Simon op hem toe en zei: Wil Jümijn vader zyn ? Het werd heel stil. Vrouw Blatchotte zwemt. Geen geweldige artiesten tusschen zeer geschikte talenten! Wie speelt een eroica tusfichen boerenüedjes? Wie hangt n magistrale Mie hel Angelo tusschen een want vol tamme Gerard Don'd? Maar waardeer Dou. Zand uw jongen, die wil leeren teekenen, naar Don op studie. Zag ik geen krans van jonge maagden, tooneelschool-meisgjens, met aan dacht kijken naar 't spel van mevrouw Hopper en mej. Morel? Ze zijn te jong, de kinderen, om te zien, wat ik, gry'zende onbekende, zie: hoe mej. Morel de dageraad herhailt van mevrouw Holtrop, vijftien jaar geleden zelve eene bolronde dageraad: o l 't is of ik mevrouw Holtrop zie... vijftien jaar terug... ziedaar het schoonheilsrad van fortuin van den Baad van Be deer. Intnsschen keken ravenvedergelokte jongens, van dezelfde tooneelschoul Ko van DU k de kunst af. Het is tot zekere hoogte uitstekend wat van DU k en zy'n partners verrichten. Hoe beheerschen z prysenswaard de niterly'ke kunstgrepen om dien schün" te hebben, die het tooneel" uitmaakt... dien schijn te hebben en (moei lijker nogl) te behouden. Gjj Biet den mensen Batherford geteekend", gy ziet de kleuren aangebracht, die bedoeld zijn. Hier is iemand bezig, die een heele massa vakbekwaamheid heeft. Het ontroert n intusschen geensteek, want het" ontbreekt. Dat onnoembare, dat meej'eapende, dat aanbiddelyke het", dat n diep ontroert, is afwezig. Maar o at r oer en u de modellen-schilderingen der schilderprofessoren of de Proben" van de nummereens der muziekscholen? Batherford en zoon is een curieus drama, de moeite waard om bet te zien. Zon het echter geen mystificatie zy'n, dat eeuejonge vrouw het geschreven heeft" ? Meermalen treit de strakloopende dialoog; en de visie van zulk een fabrieksgeval is te staalkoud, zou men zeggen, voor een zelfs Engelsch meiej e>. Het was de zaal vol Amsterdammers eigenlijk een te machtig" stuk. Uit het meestal saaie dagleven weggesneld om eems wat verstrooiing te hebben, kwamen de fladderlnstigen van een koude kermis thuis! Het feestelijke van den inkom was er b den uitgang wel af l Ook voor den stillen toekyker een tegen valler. Wie bloeit niet gaarne mede in den bly'heidsopbloei van een feestelijke, op pret gestemde menigte. Wie ziet integendeel gaarne de blonde, naar achter waaierend gespreide lokken van den straks blyden jongeling neergezakt, wie ontwaart zonder leed te voelen de verwelking van den gouden haarkrul in de hals van de zeventienjarige? Beter een slap maar blüstuk. Musset zon diergel ijks hebben geoordeeld, die wel wist, dat een fijne hals en lentezacnte haarkrul de schoonheid zijn der vervelende avonden. BAIGNOIRB. Eei zelf-Mteristiefc m August Strinlberz, In de maand Mei van het jaar 1S97 zond de Deensche schrijver Georg Bröchner aan August Strindberg een lust met 29 vragen, met het verzoek die te willen beantwoorden. Strindberg gaf aan dit verzoek gaarne gevolg, ofschoon hu wist dat Bröohner het plan had de antwoorden te plnbiceeren. Door verschil lende oorzaken geschiedde dit tot dusver echter niet. Thans, na Strindberg's overladen, heeft Bröchner het document weer voor den dag gehaald, teneinde het te pnbliceeren. Door bemiddeling vaa bevriende zijde gewerd den heer Frederik van Monsjou een afschrift van het merkwaardige papier, welka inhoud genoemde heer in nauwgezette vertaling doet volgen. 1. Wat is de voornaamste trek in uw karakter ? Antwoord: Een zeldzame vermenging van de diepste melancholie en verschrikkelijkste lichtzinnigheid. 2. Welke eigenschap acht n het hoogst büeen man? Antwoord: Dat fay' niet kleingeestig is. 3. Welke eigenschap acht u bij eenvrouw het hoogst? Antwoord: Het moederiy'ke in da vrouw. 4. Welke bekwaamheid zon n het liefst willen bezitten? Antwoord: Te weten wat het wereldraadsel en het doel van ons leven is. 5. Welke fout zou u het minst gaarne willen bezitten? Antwoord: Kleingeestigheid. leunde stom en door schaamte gepijnigd tegea den muur met beide handen op haar hart. Het kind, dat geen antwoord kreeg, hernam : Ala je niet wilt, ga ik me weer ver drinken. Da arbeider nam de zaak op ala een grapje en antwoordde lachend: Wel ja, ik wil wel. Hoe heet je, vroeg 't kind toen, want dat moet ik de anderen toch kunnen zeggen als ze je naam willen weten. Philip, antwoordde de man. Simon zweeg een oogenblik om den naam goed in zy'n hoofdje te prenten, toen stak hij, getroost, de armen naar hem uit en zei: Nou dan, Philip, je bent mün vader. De arbeider nam hem in zijn armen, kuste hem snel op beide wangen en liep toen met groote passen weg. Toen 't kind den volgenden dag in school kwam, werd hij door een honend gelach ontvangen; bühet uitgaan, toen de jongens weer wilden beginnen, smeet Simon hen, als waren het steenen, de woorden naar 't hoofd: Hy heet Philip, mijn vader. Vreugdekreten stegen van alle kanten op. Philip wie ? ... Philip wét? Wie is dat, Philip? Waar heb je hem vandaan gehaald, dien Philip? Simon antwoordde niet; en onverzettelyk in zy'n geloof, keek hij hen uitdagend aan, gereed om zich te laten py'nigen, liever dan te vluchten. De onderwijzer bevrgdde hem, en hu ging naar zy'n moeder terug. Gedurende drie maanden liep de groote Philip dikwijls langs het huis van vrouw Blan chotte, en van tijd tot tijd waagde hy 't haar aan te spreken als züby''t raam zat te naaien. Zij antwoordde hem beleefd, altijd ernstig, zonder ooit gekheid met hem te maken en zonder hem ooit binnen te laten komen. Toch, del als hu was, (zooals alle mannen) verbeeldde hij zich, dat zij dikwijls meer kleur had dan gewoonlijk, als ze met hem praatte. Maar een verloren reputatie is zoo moeilyk 6. Wat is uw liefste bezigheid? Antwoord: Het schry'ven van drama's. 7. Wat ie Jaet hoogste geluk dat n zich kunt denken? Antwoord: Niemands vy'and te zijn en ook zelf geen vüanden te hebben. 5. Welke positie zou u het liefst willen innemen ? Antwoord: Een tooneelachrijver tezy'n,die altijd gespeeld wordt. 9. Wat zou u als uw grootste ongeluk beschouwen ? Antwoord: Den vrede van het gemoed en de rust van het geweten te missen. 10. Waar zon n het liefst willen wonen? Antwoord: In den Stockholmschen archipel. 11. Wat is uw lievelings kleur ? Antwoord : Zinkgeel en ametist-violet. 12. Wat is uw lievelings-bloem ? Antwoord: Het alpen viooltje. 13. Wat is uw lievelings-dier ? Antwoord: De vlinder. 14. Van welke boeken houdt u het meest ? Antwoord: Van den Bijbel; Chateaubriand: Génie du Christianieme; Swedenborg: Arcana Coelestia; Victor Hugo: Les Misérables; Charles Dickens: Kleine Dora; De Sprookjes van Andersen; Bernardin de St. Pierre: Harmonies. 15. Van welke schilderyen houdt n het meest ? Antwoord: Tb.Bonssean: Payaageslntimes; Böcklin: Het doodeneiland. 16 Van welke mudekstukken houdt n het meest? Antwoord : Van de sonates van Beethoven. 17. Welken Engelschen echrijver stelt u het hoogst? Antwoord: Charles Dickene. 18. Welken Engelschen schilder stelt u het hoogst? Antwoord: Turner. 19. Welke mannen der geschiedenis stelt n het hoogst? Antwoord: Hendrik IV in Frankryk en Barnhard van Clairvaux. 20. Welke vrouwen der geschiedenis stelt u het hoogst? Antwoord: Elisabeth van Thüringen en Marguerite de Provence, de gemalin van Lodewyk den heilige. 21. Welk historisch karakter veracht n het meest? Antwoord: Men heeft niet het recht iemand te verachten. 22. Welke verdichte mannely'ke figuren behagen u het meest? Antwoord: Louis Lambert van Balzac en de bisschop in Les Mkérables van Victor Hugo. 23. Welke verdichte vrouwelijke figuren behagen n het meest: Antwoord: Margaretha in Fauat en Seraphita van Balzac. 24. Welken na&m vindt n het mooist? Antwoord: Margaretha. 25. Welke fout kunt u büanderen het best door de vingers zien ? Antwoord: Verkwisting. 26. Welke maatschappelijke hervorming zou u het liefst zien? Antwoord: De ontwapening. 27. Wat eet en drinkt u het liefst ? Antwoord : Vischgerechten ; bier. 28. Van welk jaargety'de en welk weder houdt u het meest? Antwoord: Van zomarweder ra een war men regen. 29. Wat is uw zinspreuk? Antwoord: Speravit Infestis. (N. R. Ci.) Hienwe teen. De ontwikkeling van de moderne dansen, vooral van de menigvuldige variaties van de one step", gaat tegenwoordig in de richting van den dierentuin. Zelfs in zy'n meest mon dain vermaak keert de mensch aldus tot de natuur terug. De nieuwste wijzen van voort bewegen door de balzaal zy'n geheel geïnspi reerd op de aangeboren elegantie van den beer en den kalkoen. De pas de l'ourfa" is een graciense bewerking van het lompe, zwaar-ernstige stappen van den grizzly-beer, terwül de tnrkey trot" het zwaarlijvig wag gelen van den kalkoen weergeeft in een verfijnde nuance. Er schijnt werkelyk kans te bestaan, dat deze groteske dansen de balzaal zullen ver overen. De turkey trot" moet in Engeland en Amerika reeds populair zijn, terwijl een inventief Franschman de verleiding niet heeft kunnen weerstaan om ep dit nieuwe iiiiiminiiiiiiilii te herkrygen en blijft altijd zoo wankel, dat men ondanks de stugge terughouding van Blanchotte toch al aan 't babbelen was in 't dorp. Simon hield veel van zijn nieuwen vader en wandelde by'na eiken avond met hem, ala 't werk afgeloopen was. Hij ging vlijtig naar school en bewoog zich waardig tuaechen zy'n kameraadjes zonder hen ooit te ant woorden. Eena op een dag, kwam de jongen die hem 't eerst aangevallen had naar hem toe en zei hem: Je hebt gelogen, je hebt geen vader die Philip heet. - Waarom niet ? vroeg Simon ongerust. De bengel wreef in zy'n handen en hernam : Omdat, als je er een had, hy de man van je moeder zou zijn. Simon raakte van zy'n stuk door de juiatheid van deze opmerking; niettemin antwoordde hij: HU is toch my'n vader. Dat kan wel, zei dejongengrinnekend, maar 't ia toch niet heelemóil je vader l De kleine jongen boog zijn hoofd en ging droomerig den kant op naar de smidse van den ouden Loizon, waar Philip werkte. Daze smidse stond als begraven tuaechen de boomen. Het was er heal donker; enkel de rooie gloed van een geweldig haardvuur verlichtte met zy'n schijnsels v ij f smeden en hun naakte armen, die met een ver bijsterend lawaai op de aambeelden sloegen. Ze stonden rechtop, in de vlammen gehuld als duivels, de oogen gericht op het heete y'zer, dat züop alle wijzen verwrongen; hua loome gedachte ging op de maat hunner hamera op en neer. Simon trad binnen zonder te zijn gezien, en trok zy'n vriend zachtjes aan de mouw. Philip draaide zich om. Plotseling werd 't werk gestaakt en alle mannen keken op lettend toe. Toen hoorde men temidden van de ongewone stilte het broo/.e stemmetje van Simon. Zeg eene, Philip, nou zegt me die gebied uitvindingen te doen. Hu is voor den dag gekomen met: een grenonillette", een kikkerachtig te springen dans, en andere variaties op het in Artis te bestndeeren thema. Het kan niet uitblyven, of de beer en de kalkoen zullen een sterke concurrentie ondervinden, en de pas de Tours" en de turkey trot" zullen gevolgd worden door den elephant trot" en den pas de l'oie", aldus de danszaal veranderend in een arke Noachs. M. C. Berichten. HANDSCHRIFT VAN BEAUMARCHAIS, De stand plaats der bonquinisten aan de Seinekade te Parus behoudt nog steeds zy'n aantrekkelijk heid voor boeken verzamelaar s en antikwaren. Alleen worden de belangryke vondsten steeds zeldzamer, ten eerste omdat er niet zoo veel curiositeiten meer te vinden zijn en verder omdat de bouqniniaten langzamerhand ook wakker zijn geworden. Dezer dagen heeft een medewerker van een der Parysche bladen nog eens een buiten kansje gehad; hu heeft tegen welkenprüs zegt hu niet het geluk gehad de hand te leggen op een exemplaar van de oorspron kelijke uitgave van Beaumarchais' Engénie, dat daarom zoo belangry'k is, omdat het kantteekeningen en verbeteringen van den achryver zelf bevat, aoodat het blykbaar zy'n handexemplaar is geweest. Autographieën van Beanmarchais zijn zeer zeld zaam; zelfa de Bibliothèque Nationale bezit in haar uitgebreide verzameling hand schriften slechts n manuscript van hem, n,), dat van Le manage de Figaro. EBN ENQKLSCH.MAN OVER DB TAKIEF\VET. A fne farmer in a f ree state: a tludy of rural life and induttry in on agrieultural country is de titel van een werk waarin J. W. BobertEon Scott zijne indrukken mededeelt over onzen landbouw, onze veeteelt en ny verheid, waarmede hij, door y'ne lanfjarige bekend heid met ons land, meer dan de buitenlan ders gewoonlijk, op de hoogte is. Verschil lende hoofdstukken zijn gewijd aan het onderzoek van de bepalingen der nieuwe tariefwet en aan eene bespreking van de mogelijkheid van hare aanneming nog in dit jaar. FBEDBRIK VAN EBDEN IN DUITSCHLAND. De Deutsche Dichter-Gediichtnia-Stiftung" te Hamburg-Grossborstel heeft besloten een groot aantal exemplaren van Frederik van Eeden's Der kleine Johannes aan tekoopen, om ze onder kleine Volksbibliotheken te verdeelen.Deze vereeniging is er een uitsluitend tot| openbaar nut zonder eenig particulier belang. Het aantal bibliotheken bedroeg 50Üin 1903, 809 in 1907,1500 in 1910 en thans 1800. Cormponieitfe. Voor wat betreft abonnementen, adver tenties, bezorging van het Weekblad, uit betaling van het honorarium, e. d., wende men zich uitsluitend tot de ADMINISTRATIE van De Amtterdammer, Keizersgracht 333, Amsterdam. Voor wat betreft artikels en ingezonden stukken, uitsluitend tot de KEDACTIE en aan hetzelfde adres. Om teleurstellingen te voorkomen ia het gewenscht, dat de inzender iederen keer, dat hu een bijdrage zendt zoowel op zy'n brief als op zyn bydrage zijn volledig adres duidelyk leesbaar vermeldt, dat de inzender een voldoend bedrag in postzegels toevoege (los in den brief) indien büniet- plaatsing terugzending verlangd wordt. Op anonieme .zendingen of berichten wordt geen acht geslagen. Hene Nederlandsche Schrijvers en Schrijfsters. Proe ven uit hun werken, met beknopte biographieën en portretten, door L. LEOPOLD, 6 a uitgebreide druk, 741 pagina's. Prijs ing. ?2.90, geb. ?3.50. Groningen, J. B, Wolters. Als 't Hart jong i», door ELINE VAN STUWE (Jacqneline Reijneke van Stnwe) met eene omslagteekening van P. v. D. HEM. Modern Bibliotheek," deel 6, 230 pagina's. Prüs geb. 90 cent. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf. iiiiuMiiiimiiiiiiiiimu 40 cents per regel. BOUWT TE NUNSPEET. Inlichtingen by het bouwbureau DE VELUWE", aldaar. DELA1AY BELLEVILLE AUTOMOBIELEN. Hoofd- Agent voor Nederland t J. LEONARD LANG, 114 AMSTERDAM. D EL l LA CIGARETTES E enig e Fabrikanten W.BengerSühne Shittgarf Hoofddepót te AMSTEEDAM: Kalverstr. 166 K. F. DEÜSCHLE-BENGEB. jongen van Michaude, dat je niet heelemdal my'n vader bent. Waarom dan niet? vroeg de werkman. Het kind antwoordde in vollen eenvond: Omdat je niet de man van mijn moe der bent. Niemand lachte. Philip bleef staan, met zij u voorhoofd op den rug van zy'n zware handen, die geatut weiden door den steel van zyn hamer, op het aambeeld overeind staand. Hy' staarde droomerig voor zich uit. Zy'n vier makkers keken hem aan en, heel klein tusachen deae reusan, wachtte, gespan nen, Simon. Eensklaps zei een van de sme den, aller gedachte vertolkend, tot Philip: Alles büelkaar is vrouw Blacchotte een goede flinke meid, en sterk en oppassend ondanks haar ongeluk, en ze zou een beste vrouw voor een eerlijken kerel zifn. Dat is waar, zeiden de drie anderen. De werkman vervolgde: Is 't haar schuld ala zy' gevallen is? Ze hadden haar beloofd te trouwen, en ik ken er meer dan een die nu door iedereen geacht wordt en die precies 't zelfde heeft gedaan ala zij. Dat is waar, antwoordden dedrie mannen in koor. Hu hernam : Wat dat arme mensch gesloofd heeft om alleen haar jongen groot te brengen, en wat ze afgehuild heeft sinds dat ze nog maar alleen buiten komt om naar da kerk te gaan, dat weet de goeie God alleen. Dat is ook waar, zeiden de anderen. Toen hoorde men niets meer dan de blaas balg, die het haardvuur aanwakkerde. Philip wendde zich plotseling tot Simon: Ga aan je moeder zeggen, dat ik haar vanavond kom spreken. Toen duwde hij 't kind by' zyn schouders naar buiten. Hy ging weer aan 't werk, en ala n slag vielen de hamers gezamenlijk op de aambeelden. Zij smeedden zoo 't zer tot 't donker werd, sterk, machtig, vreugdig als tevreden hamers. Maar evenals de groote Verkrijgbaar te Amsterdam bij: AU BON MABCHE" J. G. HERBERMAN, Damrak. JACOBSON & MANU8, Kalverstraat. H. MEYEB, hofl., Koningaplein. ADB. SCHAKEL, hofl., Heiligenweg. SCHADE & OLDENKOTT, Nieuwendijk. NED. INDIK: Heeren Kleeding Mag. M. DE KONING, Batavia. Winkel-MüEIGEN HULP", Batavia. W. SAVELKOUL, Soerabaja. Verdere adreasen verstrekken wij gaarne. klok van de Kathedraal op feestdagen boven het geklingel der andere klokken uit j nicht, zoo viel de hamer van Philip, het geweld van alle anderen overstemmend, van seconde tot seconde met grcot geratel omlaag*. Ea hy' zelf, terwy'l zy'n oogen glinsterendea, smeedde hartstochtelijk, rechtop te midden der vonken. De hemel stond al vol sterren, toen hu aan de deur van Blanchotte klopte. Hy' had zyn Zondagschen kiel en ean schoon hemd aan en zijn baard was geschoren. De jonge vrouw verscheen op den drempel en zei op verdrietigen toon: 't Ia niet goed om te komen als 't al donker is, mijnheer Philip. Hij wilde antwoorden, stamelde iets en bleef toen verward voor haar staan. Zij hernam: U begrijpt toch wel, dat ik niet graag wil, dat er weer over mij gepraat wordt. Toen zei büopeens: Wat doet het er toe, als je myn vrouw wil zy'n! Er kwam geen antwoord, maar hij meende in de schemerdonkere kamer het geluid te hooren van een lichaam, dat ia elkaar zakt. HU trad snel binnen; en Simon die al in bed lag, hoorde dat züelkaar kusten en dat zijn moeder zachtjes sprak. Toen voelde hu zich uit bed gelicht door de handen van zyn vriend en deae riep hem toe, terwijl hy' hem hoog ophief in zyn sterke armen: Zeg nu maar aan die kameraden van j?, dat Philip Bemy, de smid, jouw vader is, en dat hu iedereen, die je kwaad wil doen, de ooren zal komen wasschen. Den volgenden dag, toen al de jongens in de klasse zaten, stond kleine Simon op, bleek, en met trillende lippen. Mjjn vader, zei hij met heldere stem, is Philip Remy, de smid, en hu heeft be loofd dat hy allen, die mükwaad willen doen, de ooren zal komen wasschen. Dezen keer lachte niemand meer, want Philip Rerny, de smid, dien kende men wel en dat was een vader waarop iedereen trots kon zy'n.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl