De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 1 september pagina 5

1 september 1912 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Na 1836 DEAMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Mjja vacantie bulten doorbrengend, trof ik in het geiin van een mijner vrienden twee vreemde kinderen aan, terwijl ik siJn eigen jongens miste. Op mfjn belangstellende vraag waar deie waren, kreeg ik ongeveer 't volgende te hooien: Je weet hoe het bj] ens gesteld ie. Ik heb wel vacantie, doch van uitgaan kan meestal geen Bprake zyn. Mijn vronw en ik schikken ons daar wel in het moet wel, hè? en met de jongens ion dat natuurlijk ook wel pan. Tech leek het ons voor hnn opvoeding uitstekend, als se eens in een andere streek en in een andere emgeving kwamen. De vraag was nu maar: hoe krijgen we dat met ome beperkte middelen gedaan. Pension voor hen zoeken was natnnrltyk uit gesloten. Onderdak vragen bij familieleden ging ook niet, want voor zoover die niet hier wonen, kunnen te geen logé's hebben. Daar herinnerde mijn vronw licb, dat «e eens wat geleien had over 't i uilen van kinderen.*) en ie opperde 't idee, de oplossing te soeken in die richting. Ka veel over en weer praten, plaatsten we in 't orgaan van onien vakbond een advertentie: I»HBT BEZIN van een collega gedurende 14 dagen opname gevraagd van 2 jongens van 10 en 12 jaar. In ruil daarvoor in 't geiin van steller deier opname aange boden van 2 kinderen van ongeveer denselfden leeftjjd. Brieven enz. Zoo ongeveer moet de advertentie geluid hebben. We kregen minder brieven dan we gehoopt hadden, doch onder de weinige, die we ontvingen, was er toch n, die ons leek. Hij was van collega X. te Y. Wy wisselden nog enkele brieven, my'n vronw ging eens naar Y., mevrouw X. kwam eens hier en de rmil ging aan. 't Is van weerskanten uitstekend bevallen en, niet 't minst op aandringen van de jongens zelf, hebben we hen ook dit jaar omgernild tegen een paar stadikinderen. Of er heelemaal geen beiwaren zijn T Voor de kinderen, geloof ik, niet. Die pasten zich merkwaardig gauw aan hun nieuwe omgeving aan. Voor ons en de pleegouders van onze jongens wel. Kaar groot zjjn ze niet en de voerdeelen overtreffen se ver. Ook voor ons, ouders, 't Is wel eens goed een poosje andermans kinderen om sich heen te hebben, dag en nacht. Daar valt van te leeren, dit b|]v. dat we op ie werkelijke en vermeende deugden en gebreken van onze eigen spruiten een beteren kijk kragen. Hoe de kinderen proflteeren, is gemakkelijk te begrijpen. Voor hnn opvoeding, hun algemeene ontwikkeling is zoo'n meeleven in een andere omgeving goud waard. Daarbij komt 't groote voordeel, dat se er aan wennen, ?ens van moeders pappot weg te zijn. Enfin, wüzijn nn wel vast besloten om elk jaar, dat we zelf niet uit kunnen, onze jongens op deze manier hun vacantie te laten genieten. *** UIT DB NATUUR. CDXCIL Composieten en Umbelliferen. In een van mijn vorige opstellen heb ik het woord composiet" gebruikt, zonder er aan te denken, dat er nog lezende menschen konden bestaan, die niet weten, wat in de botauie een composiet is. Een briefkaart van zoo'n mensch heeft mij daarvan over tuigd; dat schrijven kwam niet eens van een gewoon aenscb, het was van een geleerde, blijkbaar niet in natnurkennis. Ik heb mij al zoo vaak voorgenomen, zulke technische termen niet weer zonder commentaar te gebruiken in mijn populaire opstellen; of ik het zal kunnen volhouden, weet ik niet, er zal er nog wel eens zoo eentje tnsschen doorglippen. Want wie er in zit, voelt niet altijd meer het ongewone in de terminologie van z$n vak. Ik dacht werkelijk dat de bota nische beteekenis van een doorzichtig woord als composiet, tegenwoordig wel by ieder ontwikkeld mensch bekend zon zijn, maar ik erken dat de schuld aan mg licht; elke specialiteit heeft zijn eigen, meestal ontzaglijk uitgebreid studie veld; en Ik geef toe: van iemand die van jongs af in geschiedenis of muziek heeft gewerkt, mag niet gevergd, kan zelf* niet verwacht worden, dat hij een botanische term als compoiiet" juist opvat. Toch is dat composiet" een allereenvoudigst bota nisch begrip; niets anders dan een bijzondere wijze van bloeien en tegelijk de naam van de grootste plantenfamilie. De eene plant draagt zijn bloemen afzonderlijk als een tulp, een ander in trossen zooals een byaclnth, of als seringen, waarbij elke bloem een af zonderlijk stoeltje heeft; alle steeltjes zyn gezamen lijk bevestigd langs een veel grooteren, gemeenschappelijken steel, den staanden of hangenden bloemsteel of aa. Weer een andere heel bekende bloeiwijs is die van de peen of gewone eetwortel; zoo'n bloemencombinatie heet in de botanie een samengesteld scherm. Daar heeft ook elke bloem een stoeltje, maar eenige van die steeltjes staan te samen op den top van een ander stoeltje, op de wijze als de baleinen in een om geslagen paraplu of parasol. Een aantal van die schermp jes staan weer met hnn allen op den top van den eigenlijken bloeistengel; zó, dat een groot plat of half bolvormig, soms bijna een volkomen bol bloeioppervlak ontstaat. Zoo'n groot wit bloeischerm van een peen of van een andere schermbloem, venkel bijvoorbeeld, met zijn gele bloemen, ia eigenlijk ook al een samen- Onderaan Het komt me voor, dat op deze, of soort gelijke, wijze aan duizenden kinderen een prettige vacantie kon werden bezorgd, welke ze nn moeten derven, tot spijt en ongerief van hnn ouders, die maar al te vaak evenals trouwens hnn kinderen den dag zegenen, dat de scholen haar deuren weer openen. Dikwijls hoort men den middenstand t) klagen, dat er voor z y n kinderen niets wordt gedaan, voor de kinderen der arbeiders alles. Men wijst dan op vacantie-kinderfeesten en vacantie-kolonies en vergeet, dat hiervan nog slechts zoo'n klein procent van de kin deren profiteert. Hier opent zich nn echter veor de ouders een gelegenheid om met kleine kosten voor reis en uitrusting hun kinderen een prettige en leerzame vacantie te verschaffen. Eau men zelf al niet uit om financieele redenen niet, of omdat men geen vrijaf kan krijgen of nemen voor de kinderen kan gezorgd worden, indien men slechts pleegouders voor hen zoekt, aan wie men hen volkomen durft toevertrouwen. Natuurlijk behoeft de .ruil" niet juist met een vakgenoot te worden aangegaan, al lijkt het wel gewenscht, om allerlei haken en oogen" te voorkomen, dat men tennaastenby in zijn stand blijft. Als bemiddelings-bnreau om op de hoogte te komen der ruil"- gelegenheden zou stellig een beroep gedaan kunnen worden op de afdeelingen der vakbonden. Misschien ligt hierin ook een nieuw terrein van werkzaam heid voor de Vereenigingen tot bevordering van 't vreemdelingenverkeer. Het spreekt van «elf, dat niemand de definitieve kense van hen, aan wie bij zijn kinderen gaat toevertrouwen, aan buiten staanders zal overlaten. Intnsschen, dit zijn kwesties van uitvoering, welke ieder voor zich zelf zal hebben op te lossen, en die natuurlijk niemand zullen af houden van een ernstige poging om iets te doen in 't belang van zijn kinderen. Leert de ondervinding dat deze nieuwe soort rail" niet om geldelijk gewin ge dreven l algemeen praktisch uitvoerbaar is, dan zal nog een antwoord gezocht moeten worden op deze vraag: Hoe kunnen die ouders, welke zelfs de kleine kosten voor reis en uitrusting niet kunnen dragen, aan dat geringe, doch noodzakelijke geldsommetje worden geholpen? _ JAN W. XBAMEB. *) Dat kan geweest zijn in De Folkschool, 't orgaan van de Afd. Amsterdam van den Bond v. Ned. Onderwijzers. Vór 3 a 4 jaar heeft dat. blad, als ik me wel herinner, een artikel aan deze kwestie gew|d. t) Natnnrlijk versta ik hieronder niet alleen winkeliers, kleine basen enz. doch ook de meeste ambtenaren, «nderwijzers enz. lllllimilllllllllllllllllllllllllllllllllHHIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Corbeilk-fleurie. In het Zaiden heeft men iets nieuws bedacht, om ook op de wandeling met mooie bloemen te kunnen pronken. De corsage-bouqatten zijn te klein en geven te weinig afwisseling, de hoed met levende bloemen is wél groot genoeg, en kan op zyn breeden rand en wfldIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIHI gestelde bloem ; al die nietige kleine bloempjes immers zijn zoo dicht opeen gedrongen, dat, op korten afstand gezien, al die kleintjes samen een dicht aaneengesloten massa vor men, of het n heel groote witte, lila of gele bloem was. De uitwerking van dese plaatsing by schermbloemen, waarbij uit bet nietige iets opzicht igs, uit het heel kleine iets groots wordt verkregen, is wel degelijk gelijk aan n groote bloem met evenveel kleur, geur en honing. Weinig bloemen hebben zoo'n druk insecten bezoek als de schermbloemen en er is plaats voor vele gasten. Door die samenvoeging Is verkregen dat de op zichzelf zoo nietige bloempjes een sterken kleur- en geur- indruk moeten maken op de onmisbare overbrengers van het stuif meel: de vliegen, torren en bijen. Alle planten nn die zoo'n wijze van bloemencombineeren hebben, worden In de botanie schermbloemen genoemd en zij vormen samen n moote familie. Dat die verwantschap inderdaad bestaat en niet alleen in die uiterlijkheid, in die schermvormige bloeiwyze Is gelegen, bewijzen ook de bloemen zelf en nog sterker de vruchten der scherm bloemen of Umbelliferen. Wie de beteekenis van de bloeiwyze dezer nmballiferen inziet, begrijpt ook dadelijk de composieten. Een boeketje Composieten. een Tabaksbloem voor de tegenstellirg. SEIZOEN 1912. Mag ik een badkostnnm ? De kleur doet ei niet toe, maar alstublieft (een rilling) een dat warm ie. loopigen bol menig roosje torsen, maar deze modegril is reeds een weinig oud en abgeschmackt." Nieuw echter zijn de dameswandelstokken met bloemen, door welke de promenades in de groote mondaine badplaat sen, In 't bijionder in Frankrijk, een voort durend blóemencorso worden. Onder den knop is namelijk ons. deze sierlijke, lichte stokken een fijn teenen mandje gevlochten, dat op gesierd wordt als corbeille-flenrie," en door een tactvolle hand tot iets zeer fljns en bekoorlijks kan worden gemaakt. Het ligt voor de hand, dat er tnsschen de draagsters dezer bloeiende, Arcadische herdersstaven een wedstrijd moet ontstaan, wie van haar op de wandeling het mooiste en smaakvolste bloemenmandje zal ten toon stellen. En dit op zichzelf is een fijne, echt-vrouwelijke sport, die veel belangstelling wekt. Het geheele voorwerpje is zeer gracieus en licht, en weegt niet veel meer dan een zijden parasol. Dezen winter zal men er, naar ik vermeen, in Monte Carlo een wedstrijd voor uitschrijven, en ik twijfel niet, of er zal van dezen prijskamp veel charme uitgaan. *** Huureontract. Het zonderlingste huurcontract, dat ooit opgemaakt werd, is tot op den huldigen dag in eere gehouden in een derp in de omgeving van Londen. Daar werd namelijk een kleine honderd jaar geleden door een oude dame een stuk grond beschikbaar ge steld voor het bonwen van een school. Zij wilde (het was een zonderlinge gril) dit stuk grond niet schenken, maar wel verhuren, en de huurprijs zou dan bestaan uit tien rozen, welke haar door tien kinderen der school op den eersten Juli van elk nieuw jaar moesten worden gebracht. -Natuurlijk werd het voorstel aangenomen, en daar dit merk waardige recht erfelijk overging op een lid van haar familie en het contract volle 250 Denk n van zoo'n samenstel van schermpj es van een peen bijvoorbeeld aile steeltjes hoe langer hoe korter; stel u voor dat de ba leintjes of bloemsteeltjes eindelijk geheel ver dwijnen, dan zitten" alle bloempjes op den top van den bloeistengel. Indien deze nu bovenaan om aan zeer vele bloempjes een plaats te geven wat verbreed en afgeplat of knopvormig is geworden, dan kunnen er honderden bloempjes zeer dicht bijeenkomen, en weer is het efiect bereikt dat vele onaan zienlijke kleintjes ne opzichtige groote maken. En gezien worden" schijnt voor een insecten-bloem een levensbehoefte; een kwestie van to be or not to be. Zoo is het bijna bij alle composieten; hetzij het een madeliefje of een margeriete, of wel een com posiet van het paardebloem, zonnebloem of distelbloem-type geldt. Nn zal een schermblpem zonder gestoelde bloempjes, en zulke zijn er ook, toch nooit een composiet worden, want die heeft ook andere kenmerken dan de nmbellif eren-bloem. Het voornaamste verschil valt eerst in het oog büeen onderzoek van heel dicht by of met de lonpe. Dan blijkt de composiet uit kleine bekervormige bloempjes te bestaan, die elk vijf naar buiten omgebogen slippen vertoooen; bij sommige, zooals madelief j es en zonnebloemen is dat bloeibekerlje (by de bloempjes die aan den rand staan) heel ondiep, het is gespleten bijna tot op den bodem, en de anders cylindervormige wand van den beker is plat uitgeslagen tot een lang en breed lint. De top van dit lint vertoont zeer dikwijls nog vyf zeer kleine tandjes of insnijdingen als een herinnering aan het vy'falippig bekertje, waaruit het is ontstaan. De beteekenis van de lintvormige randbloemen is niet moeilijk te gissen; die lange en vaak breede linten zyn meestal helder gekleurd : wit, geel, rood of blauw; zy zyn zooveel als het uithangbord of de reclamevlag van de heele compagnie. Zeer dikwyls is het tot een verdeeling van werkzaamheden gekomen; de lintvormige randbloemen hebben de eigenlijke taak van een bloem, de voortplanting van de sooit, geheel opgegeven; ze krijgen geen zaad, hebben soms niet eens een zaadknop en zoo ja, dan zijn ze nslachtig geworden', het stuifmeel ontbreekt. Enkele missen zelfs de rudimenten van geslachtsorganen, zoo als by onze gewone korenbloem hst geval is. De groote blauwe randbloemeo, hier bekervormig gebleven, ty'n totaal loos, het zijn niets anders dan lokbloemen. Ook by de prachtige kweek-centaurea's die dezer dagen bloeien, is dit verschijnsel mooi te zien. By een groote groep composieten daaren tegen, zyn alle bekerbloempjes lintjes gewor den, onze paardebloem is daarvan een goed voorbeeld; deze groep is voor «ier-bloemen minder geschikt, ze zyn wat plat. Wie de vergelijking tnsschen schermbloe men en composieten wil voortzetten, moet in deze eind-Angnstusdagen eens een bloei wijs van beide in de baad nemen. Beide families hebben veel laat-bloeiende vertegen woordigers, vooral de composieten met hun zonnebloemen, asters en dahlia's. De botani cus in spe zal dan nóg een overeenkomst kunnen aaatoonen; de stempel, d.i. de plaats waar het stuifmeel moet aangevoerd worden om het bevruchtingsptoces in te leiden, is by beide plantenfamilies dubbel; met andere woorden: er zyn twee stempels. Ook is het onderste jaar geldig is, trekken nog Inamer jaarlijks tien mooi aangekleede kindertjes, elk een roos dragende, in optocht naar het kasteel, waar ze de huur gaan betalen van den grond, waarop de school gebouwd is. De slotheer bereidt hnn een gul onthaal, en legt dus op de erfenis zijner oud-tante jaarlijks nog een aardig dnitje toe. * * * Waar de Struiveeren groeien... Dingen, die de mode, hoe grillig en ver anderlijk ze zich ook toone, wel nimmer geheel ter zijde zal zetten, zijn de prachtige kostbare staartveeren der struisvogels. Indien men ze niet meer op hoeden gebruikt (wat bijna ondenkbaar is) draagt men ze als algretten In 't kapsel, en indien men ook dat niet meer doet, maakt men er boa's van. Zelfs de dierenbescherming kan daar niets tegen hebben, want verreweg de meeste veeren komen van tamme struisvogels, en de dieren worden voor dit product niet gedood, maar integendeel op de struisvogel-farmers op de voortreffelijkste wyze gekoesterd en verzorgd, om den groei der kostbare pluimen zoo mooi en zoo voordeellg mogelijk te maken. De struisvogels, die in Afrika in 't wild leven, worden ook niet bij voorkeur geschoten, maar levend gevangen. De veeren der tamme vogels, zijn doorgaans mooier en zuiverder, dan die der wilde. Men houdt de struisvogels niet zoo goedkoop als een ren met kippen, want ze hebben niet voor niets een struisvogelmaag", en houden van een overvloed!gen maaltijd. Ze brengen nochtans in de tegenwoordige-tijd hnn rente wel op, want men geeft zoowel voor de vogels als voor hun pluimage geduchte prijzen. Wilde vogels, wier vederdosch door de cultuur nog niet verfraaid is, en die dus weinig kans op groote winsten geven, koopt men voor weinig meer dan n pond sterling (? 12.) Maar er zijn ook vogels met by zonder fraai gevederte (mannetjes), die 12,000 gulden en meer op brengen, en die nochtans zoo rijkelijk contribneeren aan de behoeften der Parysche en Belgische modemagazijnen, dat, ze hnn eigenaars jaarlijks een rente geven van 50 procent. Deze zeer hooge prijs is echter een uitzondering, en men kan eigenaar wor den van een paar zeer goede vogels voor pryzen die varieeren tnsschen de 1000 en 3000 gulden. De struisvogel heeft een groot terrein noodig om z'n lange beenen en z'n steeds hongerige maag den kost te geven, en wie dus struisvogels gaat houden, en zulk een uitgestrekt terrein aanschaft, is met n paar vogels niet content. Op de struisvogelfarms in Zuid-Afrika houdt men dan ook niet zelden 500 vogels, die dan te samen vaak een waarde vertegenwoordigen van een half millioen. De winsten, die deze collectie af werpt, bedragen echter een paar ton, en 't zaakje is dus nog voordeelig genoeg... als de mode maar standvastig blijft in haar bewondering over de struis veeren l * * * Chapeau-bat. Hoed-afl"... heeft gedurende den vroe gen, warmen zomer de mede gecommandeerd, en op de groote Kurorte" hebben de dames haar sierlijke en rijke hoofddeksels laten varen, en vooinaamste deel van den stamper het vrnchtbeginsel, bübeide families buiten en onder de bloem geplaatst. Uit dit vrucht beginsel ontstaan bij de schermbloem twee vruchtjes, by de composieten «aar n; de twee stempels evenwel wijzen op een oor spronkelijk dubbel vrnchtbeginsel. Maar nn weer een groot verschil, bit verschil. Elk composieten-bloempje, dat meeldraden heeft, bezit er vyf, evenals de scherm bloem en die zijn by beide families ook eerder ry'p dan de stempels; maar bij de composieten zijn de knoppen van de draden, dus de meeldoosjes, vergroeid tot een kokertje zonder bodem of deksel, tot een ring dus. Bjj de schermbloemen is daarvan niets te bespeuren, daar staan die helmknoppen af zonderlijk en ze geven by' twee of diie tegelijk hnn stuifmeel aan de bezoekers af. Binnen in dit merkwaardig composietenkokertje, dat maar bij een heel enkele soort ontbreekt, wordt het stuifmeel gedeponeerd. Dat het niet naar beneden valt,wordt beletdoor den stempel, die er tijdelijk den bodem van zal vormen. Die stempel groeit allengs omhoog door het kokertje heen en veegt zoo het stuifmeel er uit. Neen, dat is hier geen beeld spraak; want er zitten op dit stempeltje werkelijk veegharen. Eerst als het stempeltje een eind boven het kokertje Is gekomen, wijken de twee kleppen er van uiteen en vormen twee gekromde draadjes. Alle com posieten hebben deze bestuivings-mecaniek; ze gyn eerst manlijk dan vrouwelijk; met een technisch woord: protandrisch. En zoo zyn ook de schermbloemen. Wie een merkwaardig voorbeeld van werke lijke of schynbare verwantschap tnsschen deze twee in het eyateem vér uiteengezette families bij de hand wil hebben, moet eens een Blauwe Zeedistel, en een Kogeldistel, een echinops, bekijken. Langiaam dringt een wilde Eoort van dit prachtige composietengeslacht uit het Oosten in Europa door; onze grens is al bijna bereikt. U behoeft echter niet te wachten tot er een in 't wild wordt gevonden; ze zyn voor een prikje bij de groote bloemkweekers te koop. By deze plant zyn de bloempjes zoo geplaatst, dat zy een bolvormig oppervlak vormen; op de foto is dit goed te zien. Hadden de bloempjes stelen, ze zonden samen een groot bolvormig scherm zyn geworden. Van den anderen kant naderen verschei dene schermbloemen het composieten-karak ter, doordat ze de buitenste bloempjes van een scherm laten stralen". Deze stralende Umbelliferen rekken de racd bloemen uit en maken er al halfveegs lintbloemen" van. Ook de klokjes vertoonen, by nader toe zien, in hnn levenswijs en hnn uiterlijke vormen merkwaardig veel overeenkomst met de composieten; er zyn klokjes-planten, campannla's, met ongesteelde dicht opengedrongen bloemen en die gelijken bedrieglijk veel op composieten. Daarvan weet menig jongmensch, dat eind-examen H. B. 8. of het examen voor onderwijzers moest afleggen, mee te praten. E. HEIKANS. CORRESPONDENTIE. Den heer L. te Den Helder. Weledele heer, heb dank voor uwe welwillende critlek op my'u stukje Bij den Helder". Wat den (Giuetle de Hollende). OF Dl BENKEN VAN BK BADPLAATS Q-eplisseerde rok van blauwe voilestof. Jaqnette van met blauw ge borduurde crème t af -zij. iiiiiimiiiiiiiiiiutiiiiiiiiiiiitiiiiiiuiiiiuiiiiiiiiiiiiïiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiti buitengewoon veel werk van haar kapsels gemaakt, zilveren en gouden hoofdbanden gedragen, het haar met bloemen en strikken opgemaakt ... en op de wandelwegen hebben ze geparadeerd met de schoonheid van haar ongedekt hoofd. Hier in Nederland echter is deiemode nagenoeg niet doorgedrongen... kille regens en koude winden hebben ons eer doen denken aan bonten mutsen dan aan ongechapelleerde hoofden. Maar het nienwjte zal nog wel wat standhouden, en misschien brengt ons dus een volgende zomer, zon en warmte en ... hoeden af l *»* Edelwriu. Het mooie geheimzinnige alpenbloempje, dat by voorkeur op zeer gevaarlijke en moei lijk bereikbare plaatsen groeit in de Zwitsersche bergen, en vaak met levensgevaar meet worden geplukt, heeft veel beteekenis voor de folk-lore der bewoners van het hoogland, en men vertelt elkander van dat bloempje uit de sneeuw" talrijke sprookjes en legenden. Maar ook in de bloementaal speelt het een gewichtige rol. De Zwitsersche jonkman, die aan een meisje een tniltje Edelweiss schenkt, heeft daarmee, zonder een woord te spreken, een huwelijksaanzoek In optima forma gedaan; en het meisje, dat 't van hem aan neemt, verpandt daarmee haar woord, want het Edelweiss is met levensgevaar gepinkt, en het is dus een ridderlijk en mannelijk geschenk, dat getuigt van heldenmoed en zelfopoffering. ALLBGRA. onderwijzenden toon" aangaat, die n my verwijt en die u zoo hinderlijk aandoet, dat geef ik grif toe, ik probeer het wel eens anders; maar het gaat nu eenmaal niet, ik ben inderdaad al ruim dertig jaar onder wijzer en dat kan je zoo maar niet van je afschudden. U zelf noemt ten slotte uw aan merkingen op mijn voorstel schoolmeester achtig". Dat vind ik meestal geen ondeugd, en ik ben bly dat u de opmerkingen maakt en my toezondt. Vergissen is menschelijk, en Een mensch is nooit te oud om beter te leeren"; dat herinnert n misschien nog van uw schooltijd, als voorbeelden in het schoon schrift. Ik geloof u gaarne, als n, als deskundige, zegt dat ik my vergist moet hebben met dat t orpedo-moeder schip". Het schip dat ik bedoelde lag dichtbij een ijselijk slanken onderzeeër, en in vergelijking daar mee noemde ik het breed en plat. Myn zegsman was een bewoner van den Helder, die al jaren lang den Haven dagelijks twee maal passeert, en die mij de namen en kwa liteiten van de schepen noemde. Maar ook by kin zich vergist hebben, het was een bioloog, niet iemand van de Marine. Ook uw aanmerking over de totebel zal wel juist zijn. Men noemde mg ook den naam seharhoepel", maar ik vond het beter mijn lezers buiten den Helder, wien Ik een Indruk wilde geven van het leven in de haven aldaar, dat my zoo trof, niet dezen specialen term, maar den algemeenen bekenden naam te geven; daarbij stelt ieder zich dadelijk voor wat er gebeurt. Dat daar in den Helder aas in het toestel wordt gebruikt, doet aan de zaak niets toe of af; toch ben ik niet correct genoeg geweest, dat geef ik alweer toe. Ik had moeten zeggen: er werd door klein en groot druk met toestellen gevischt, die op eenige passen afstand, op gewone en verkleinde tptebellen gelijken. U zult my op mijn woord moeten gelooven, dat ik by de Helder op het eind van de steenen dwarsdammeB naar den kant van Huisduinen zeewier wortelend dus groeiend" heb gevon den. Ik kan n een paar exemplaren, die ik meenam en droogde, toonen. Ik ben bly dat het zoo'n zeldzame vondst was. Ik heb trouwens by het botaniseeren op steenen dammen aan onze kust waar zee gras aanspoelt of te drogen gelegd wordt, nooit vergeefs naar Zostera uitgekeken; onlangs nog weer tel Jmniden;er worstelen overal wel enkele exemplaren op de dammen; natuurlijk niet genoeg om als materiaal te plukken, en zeker niet in waarden die gemaaid kunnen worden; dat heb ik immers ook niet gezegd. Dat mosselen kruipen, al gaat het langzaam is op zich zelf toch niet onjuist; wie ze maar eens in een aquarium heeft gehouden, onder vond het meestal tot zijn schade. Ik had het echter niet zonder meer van de eetmossel Mytülus edulis (én van de duizend zoet- en zontwater-mosselsoorten) moeten zeggen; die juist kruipt Inderdaad zelden, en dan ver plaatst zij zich hoofdzakelijk, zoo niet alleen met behulp van de byssusdraden, haar voet" schuift by het kruipen" tussehen de telkens nieuw gesponnen kruipdraden door. Antwoorden ep vragen, in de vacantie gedaan, de volgende week, of per briefkaart. E. Hs.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl