De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 1 september pagina 7

1 september 1912 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 1836 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. TASCKEDB AVQDME, de nieuwe president van de Neger republiek Haiti. ItuiiiiimuiiiiitHiiiiiiiiiiiMiiiiriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiii houdingen te kunnen rechtvaardigen. Ze z|n, «Is de Teekenlngen, celfa voor den Tegen stander van Vincent onmiddellijk de moeite waftrd. Ze kannen lederen niet moedwillig blinde (er zfln «alken) doen inden, dat de Mensen Vincent, geteisterd en hoop-vol, rallend en rasend, vut-besloten en weinig aarielend, een der rijke Katuren van zijn periode geweest is. Ze kannen a, als mg, opnieuw leeren dat we in deze verschilling bezaten en bezitten niet den Koninklijken Kunstenaar, maar een van die btkrtstochtvolle Tasters, wien veel, wat ons deert en bezeert, gemeensaam was. En als ge, als ik, dit vondt en hervondt en weer inzaagt, dan krijgt iedere tentoonstelling haar belangrijkheid, want elk werk is niet een flauw voornemen bij hem, maar telkens een felle, dikwijls niet volledlg-uitgevoerde daad. Te midden van deze pogingen zijn de Teekeningen Tin de volledigste, der rustigste, en der meest bezonnen dingen. Een tentoonstelling van teekeningen is dan ook een te verwerkelijken IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIII EUNSCriAPPEÜJKE LXV. Een zesie ztolnii voor zeelui. 11 Naar aanleiding der Titanic-ramp is een stortvloed van nieuwe reddingsmethoden over onze hoofden uitgestort vanaf nesten" van reddingbooten, die als toovereieren in elkaar passen, tot drijvende dekken, die op 't be slissende oogenblik vermoedelijk niet loslaten sullen. Maar men zag tegelijkertijd in dat voorkomen beter is dan genezen, en dat men meer had aan toestellen die aanvaringen voorkomen, dan aan reddingmidde'ennazoo'n aanvaring. Naast de voorzorgsmaatregelen die in de officieele rapporten genoemd zyn, sijn er ook vele 'niet-officieele aangegeven door belangstellende stuurlui aan wal. We hebben gehoord van geweldige zoeklichten die voorop den boeg geplaatst, ver vooruit voorwerpen konden zichtbaar maken voor den uitkijk, zonder dat men hierbij erg veel lette op de twee groote bezwaren, n.l, het verblinden van den uitkijk van een tegemoetvarend schip, en, wat nog belangrijker is, het onbruikbare van een zoeklicht bij mist, cooals gewoonlijk een ijsberg omgeeft. In dit geval dient het licht alleen om den nevel zichtbaar te maken waarin men reeds vaart, en daardoor alle voorwerpen die in den nevel zyn heelemaal onzichtbaar te maken, zoodat zelfs bij betrekkelijk lichte mist het toestel nog eerder schadelijk dan alleen onbruikbaar is. Het geven van verrekijkers aan den uitkijk is ook geen praetisch middel onder alle om standigheden, omdat het gezichtsveld van een kijker zeer klein is vergeleken met dat van het ongewapend oog, zoodat een voorwerp, bij het komen binnen den afstand voor zicht baar worden, volstrekt nog niet in het ge zichtsveld van den kijker valt, terwijl boven dien de lichtsterkte van het voorwerp zwakker wordt, waardoor iets dat nog wel voldoende licht is om door het ongewapend oog waarge nomen te worden, te lichtzwak is om in een j kijker gezien te worden. Men heeft voorgesteld telkens aan boord van het schip een geweldig sterk geluid te veroorzaken, een oorverdoovende gil, en dan te luisteren naar eventueele echo's daarvan. Het is werkelijk waar dat een drijvend voor werp, genoeg boven water uitstekend, het geluid terug zal kaatsen zoodat men aan boord een echo hooren kan, waarbij het tijdsverschil tnsschen oorspronkelijk geluid en de echo 'ervan, het middel is om de af stand van het echo-gevend voorwerp te meten. Immers het geluid vliegt voort met een snel heid van 330 Meter per seconde. Hoort men men de echo na 6 seconden, dan is in dien tijd het geluid heen en terug geloopen, dus de voorwerp-afstand is 3 X 330 Meter ongeveer een Kilometer. Maar in theorie is dit plan beter dan in de praktijk, daar het oorverdoovende geluid dat de echo moet opwekken allerhinderlOkst is voor slapende passagiers, terwijl, en dat is het grootste bezwaar, de verdooving der ooren" zoo groot noodzakelijkheid. En deze tentoonstelling worde met beetren opzet uitgevoerd dan tot nu toe geschiedde. Het beste, het meest straffe, het meest dramatische, worde gekozen en voor oogen gesteld. Wat het meest in dezen harts tochtvolle tot kunst wierd, worde uitgezocht. Er wordt, tot nu toe, te veel op verkeerde wijze gehandeld. Vincent is een der schilders, die het meest last ondervinden van hun aanbid ders. De haters van dit werken, zij leven rustig. De aanbidders roeren zich. Maar ze zoeken, als bij veel modernen, van den aan gebedene niet het waardevolle, maar het tastende alleen. Het is het eigenaardige van den tyd die achter ons gaat liggen, het onvolledige in de werken het liefst te laten zien, en dit als bewijs van grootheid te laten gelden. Het is te begrijpen en te verklaren uit een cultuur, die onvast wierd of nog niet bestaat, maar het dost schae. En ook deze tentoonstelling büArte en de Bois doet naar de nieuwe tentoonstelling verlangen, die defi nitief voor een tijdperk moge zijn. Teekenin gen als de Tuin met Distels (No. 2), Grasveld met Struik (No. 3), Gezicht op Mont Majoor (No. 7), Landschap met telegraafpalen (No. 17); La chairette bleue (No. 21) en de Cyprea met het Korenveld" (No. 31), zonden daar ver zameld kunnen worden onder anderen; van de overigen konden er een aantal worden gemist. En wie der uitgevers cal dan den durf be zitten om zoo'n serie werken zuiver gerepro duceerd, nit te geven, met scherp scheidenden text en niet oordeelloozen eerbied in n te saam gekomen? 2. Jan Manke». Mankes is een schilder wien iedre zwaarte gehaat is. Hij is niet een der onstnimigen, maar een der stillen. Hij wil de bleemen en de stillevens die hij in zorg-volle eenzaamheid schildert, liet op zyn voorstellingen als louter dampend licht geven, er is nog een ander verlangen in hem; allerzacbtst posphoresceeren, maar bleek, de dingen die hij zich kiest om zy'n wesen en om zijn verlangen uit te drukken. Hij ziet zijn dieren, zijn bloemen, roerloos haast, en waar-om verwonderd? Voor een achtergrond van vloeiend zich vereenen, staan en zijgen de kleuren die het hoofdvoorwerp in eenzaamheid en in het zachte phosphoresceeren trachten te bepalen. Hij tracht te bepalen. Zijn kracht, die het vlottende zoekt, is niet altijd en zelden, groot genoeg en gansch en geheel te doen leven, wat hij wenecht dat leven mocht. Sommige vervloei ingen zijn vervloeiingen voor dat hj] den vorm, dien hij moest kennen, weer in droomery'en won vergeten. Dat is wat soms bij het be-zien dezer stilte doet aarzelen en doet vragenwaar-heen? Sommige menschen, als hij, doen een plotseling gillen verwachten.... S. Breitner. De kritikus van de negentiende-eenwsche schilderkunst is nog niet aan het einde van zijn dagtaak. Hem blijven nog veel werkingen en wisselwerkingen te bepalen. En dit is moeilijk. Het locale Ijjkt meer en meer te worden overwonnen; verlandschen invloed zal de kritikus hebben na te gaan, en de bepalingen, en de perken waar-in ieder zich bewoog, zijn nog niet vastgesteld van vele schilders. Er cal een gemeenzaam heid blijken te bestaan die door weinigen nog gezien wordt, en er zullen afzonderlijkheden rijzen die nu nog te sluimeren liggen. De kriükus zal de kracht der persoonlijkheden hebben te meten, en de stoutmoedigheid soms onder zijn oogen tot een gewaande zien worden. HU zal bespeuren, dat er in sommige stillen dnrender macht zich borg, dan in hen, die als uitventers van hun Wezen, op de markt van den Boem nu staan. Hij cal achter gesloten oogleden hebben te ky'ken, en wel eens, verrukt, bespeuren, dat achter die deuren dei oogen statige kamers van kennis en mildheid liggen. De kritikus cal nog aan vele brieven als aan vele monden en stem men, te luisteren hebben, en wie twijfelt onder ons die uitzien en bezien en inzien, en hooren, er aan, dat strenge modulaties rustige liefdevolheden in zich blijken zullen te hebben. De kritikus moet meer nog dan na worden tot een, gevoelens en vermogens bindend en scheidend, psycholoog, en hy moet op het tooneel der schilderkunst staren tot iedre figuur hem klaar zal zijn in ieder ver band. Maar dit is over den kritikns en Biet over Breitner. Het wezen van Breitner heeft een gekende gemeenzaamheid met dat van Jacob Maris. Hun klenr-samenstellingen naast elkaar ge hangen, vertoonen geen onderbreking, maar doorloopendheid. Het werk van Breitner toont verband met Verster en met Suze Kobertaon. Hier is reeds een der splitsingen die nauwkeuriger te constateeren zullen zijn. Het weik vam Breitner toont verband met Bommig van de Zwart. Ik zag dit nu in den Haag, bij Schmller. Dit is een nieuwe waarheid die zich opdoet. En om dit alles begon ik over den kritikns te schrijven, toen ik Breitner boven dit deel mijner beschouwing zette. Hier was een concreet voorbeeld van wat in abstracto *»y' duidelijk was. Hier was een rij te zien Jacob Maris?Breitner?Ver ster?Suze Bobertson?de Zwart, die voor kritikns velerlei deflnieeren moet wekken. En bier is eenvoudig voor ons, die ty'dgenooten zijn, te begrijpen, dat de kritikus een psycholoog moet wezen, willig voor observatie, willig voor ar beid, willig voor't nagaan, maar stoutmoedig daarna in synthesis of ragfijn in deducties. PLABSCHAEBT. On»geheugenslreepje. Eerst dun wordt uitgeleverd, wan neer een zoodanig bewijs van* straf baar heid is geleverd, dat er voldoende grond is om, indien daar ter plaatse het misdry f gepleegd ware men tot veroor deeling zou overgaan." (Tel.) Hij liet de huizen omsingelen met het uitdrukkelijk verbod om niet anders dan op zijn last te schieten." (U. D.) Zondag kocht ik voor mjjn echtgenoote een flets, die er op naar huis reed." (Ing. in de O. H. Ct.) Nog meer scherpe tegenstellingen. De gewonde ging de brug over, waar hij ontwapend werd, evenals twee man nen." (O. D.) Dan zal het materieel zijn vermeer derd door de aanvulling van torpedaen onderzeebooten, zoo mede door de aanschaffing van nog 2 onderzeebooten en nog een 4-tal torpedobooten." (U. D.) * HERHAALDE WAAKBCHUWINQEN. Tegen roekelooze beeldspraak. Langzaam gaat het Westen, op de basis voort werkende van het sedert gemimen tijd bereikte, hooge standpunt voort." (N. R. Ct.) Het handelen van niet-vaklieden moet miiiiimHlMiiiiiliMitmiiliMniiMiiMiiilillliiiiliiiilMimiMiiiiiiMinnitiuiniimniiitimniiHtMmtmiintmmimm Fig. 1. VERTICALE DOORSNEDE DOOH EST TBILLINGVERZENDEND TOESTEL. Verklaring: zie bijgaand artikel. Fig. 8. ONTVANOTOESÏEL dat de opgevangen onhoorbare echo-trillingen verandert in hoorbare geluiden. De bewegingen van het gespannen vlies sluiten telkens een electrisehe etroom, die een bel in beweging brengt. is, dat men na een paar seconden nog niet genoeg bekomen is om zwakke echo's te hooren. Het echo-idee op zichzelf is echter zeer bruikbaar en zoo is Sir Hlram Maxim na korte overwegingen op een zeer practische toepassing gekomen, waarbij hu gebruik maakt van voor ona onhoorbare Inclltgol ren. Geluid bestaat uit trillingen van de lucht; de hoogte van het geluid hangt af van het aantal trillingen dat de lucht per seconde maakt, terwijl ten slot te de sterkte van het geluid afhangt van de groote der trillingen, zódat kleine trillingen een zacht geluid veroorzaken en grootere trillingen een ster ker geluid. Nu is ons gehoororgaan alleen gevoelig voor bepaalde luchttrillingen n.l. voor tril lingen waarvan het aantal per seconde ligt tasschen ±16 en ± 16000, (dat zijn zeer globale getallen I) Diepe orgeltoonen liggen in de buurt van 16; krekelgel uiden liggen in de buurt van 16000. De lacht kan echter ook heel goed minder dan 16 of meer dan 16000 trillingen maken maar dan prikkelen deze trillingen ons oor niet en wij hooren niets. Sir Maxim wil met trillingen der lucht werken, beneden deze hoorbaarheidsgrenp. Deze trillingen zullen in niets (behalve dan in hun trillingsgetal) verschillen van hoor bare trillingen en evenals deze zullen zij de eigenschap hebben door een wand terugge kaatst te worden en een echo te vormen, maar nu een onhoorbare echo. De voortplantingssnelheid van alle geluiden in de lucht is even groot, dus de snelheid der onhoorbare trillingen is ook 330 M. per seconde. Er zyn ongetwijfeld dieren, die van deze onhoorbare trillingen gebruik maken, b.v. vleermuizen. In het halfdonker of heeldonker vliegend voelen zy de nabijheid van vliegende insecten doordat zeer zenuw-rijke uitgroeisels van de vleermuis-kop getroffen worden door de luchttrillingen die deinsectenvlengels veroorzaken. En ook van een echo van onhoorbare trillingen maken de vleermuizen stellig gebruik. Het is een be kend feit dat vleermuizen, in een kamer vliegend waarin draden gespannen zijn, nooit deze draden aanraken. De verklaring hier voor is vermoedelijk de volgende: de vleugel slag der vleermuis zelf ^veroorzaakt lachttrillingen, die teruggekaatst worden tegen de draden en andere voorwerpen, om na de terugkaatsing weer de gevoelige deelen van het vleermitislichaam te bereiken. Uit deze echo, die hu voelt, kan de vleermuis de ligging der draden afleiden; laat de snelheid waarmede de vleermuis op deze onhoorbare echo's reageert geen bezwaar zijn, want hoe gauw trekken wij een gebrande vinger terug van de kachel l In elk geval, een feit is het dat onhoorbare trillingen ook teruggekaatst worden. Sir Maxim wil elk schip voorzien van een zesde zintuig voor onhoorbareecho's; daarvoor z|jn drie dingen noodig n.l. het toestel dat de onhoorbare luchtgolven veroorzaakt, een toe stel dat de onhoorbare echo hier van voor ons waarneembaar maakt, en een toestel dat de kracht der echo-golven aangeeft. Het toestel dat de luchtgolren veroorzaakt is afgebeeld in fig. l, terwijl het toestel met hoorn in doorsnee geteekend is in fig. 2. Het is eigenlijk een gewone sirene, d.i. een toestel waarin de lucht regelmatig stooten krijgt, door een stoomatraal uit e die een schijf b met gaten na eens wel, dan weer niet passeeren kan, daar een draaiende schijf a met evenveel gaten de stilstaande gaten nu eens openlaat dan weer sluit. De stoom, onder hooge druk staande kan, als door middel van de hefboom d de klep c geopend is, den weg volgen, die de pijltjes in fig. l aan geven; de lucht die in de hoorn zit, waar van het eerste gedeelte alleen geteekend is büf, krijgt, wanneer de schijf ronddraait, stooten die in aantal toenemen naarmate de schijf sneller draait. Sir Maxim wil de draaiingssnelheid zoo kiezen dat de lucht per seconde niet meer dan 14 of 15 stooten krijgt zoodat er luchttrillingen ontstaan die voor de menschelyke ooren onhoorbaar zijn. De lange hoorn, die in fig. 2 in zyn geheel ge teekend is, dient, even als de gewone roeper, om alle trillingekracht in n richting te concentreeren zoodat men, de hoorn naar verschillende zijden draaiend, naar elke gewenschte zijde de luchttrillingen kan uit zenden. Het ontvangtoestel dat de onhoorbare echo voor onze zintuigen waarneembaar moet maken is op verschillende wijze in te richten. In fig. 3 ziet men een trommel in doorsnede, die rechts door een gespannen vlies gesloten is, dat als een trommelyel in trilling kan komen. Treffen de echo-trillingen dit gespan nen vlies dan brengen zy het in heen-snweergaande beweging. Achter het vlies zit een inrichting waardoor het bewegende vlies bij ijr) trilling een electriscbe stroom sluit, die een eleetrische bel aan den gang brengt. Door middel van een hier niet nader aan te duiden inrichting kan men zorgen dat sterkere trillingen een andere bel doen geluid geven dan zwakkere trillingen, zoodat men aan het belgelnld de trillingsterkte kan onder scheiden. Een tweede ontvangtoestel is af gebeeld in fig. 4; ook hierbij is een vlies a gespannen over een trommel; dit vlies draagt een stift b, die bewegingen van het vlies MARTIN CHLITEB, R. K. PBIESTEB, f samensteller van de eerste kuiist"-taal, het Volapück. iiiHiiiiiiilitiiiiiiifimiiiiiiiiHiiiiiiiiiiMiiiiiliiiuiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiii ongetwijfeld te eeniger tijd een kracht na zich sleepen, waarvan deze menschen dan de dupe sullen worden." (Bbl.) « Het juiste woord op de juiste plaats. De ware heer se her kent de factoren, welke onder hem arbeiden, de krachten, welke deze vertegenwoordigen en de mogelijkheden, welke hy er mede kan bereiken." (N. R. Ct.) Hierdoor ontstonden zware verschijn selen van vegiftiging." (Pharm. Wbl.) * De minister van financiën brengt in de Staatscourant onder de aandacht van het publiek: dat tot l Januari 1923 alsnog de ge legenheid bestaat om mantbilletten in te wisselen; dat van l Januari 1923 af de alsdan nog niet ingewisselde muntbilletten waardeloos zullen zijn. Het bovenstaande geldt alleen voor meemaakt en aankomt tegen een smalle papierstrook, die, evenals bij een telegraphietoestel, regelmatig afloopt langs de stift. Treffen de echo-trillingen het vlies, dan wordt de stift door elke vlies-trilling dwars langs de papierstrook bewogen, terwijl, als er geen trillingen in de buurt zijn de stift recht en onbewogen langs het papier een streep zet. De papierstrook loopt juist 2.5 cM. verder in den tyd dat het geluid een seemyl (1.7 K.M.) aflegt. Stel dat men met de sirene sterke trillingen opwekt, dan gebeurt het volgende: eerst schrijft het ontvangtoestel de trillingen zelf op, die afgezonden worden van het schip, en als de echo een tijd later terugkeert schrijft het toestel ook deze trillingen op. Uit de papierstrooklengte tasschen de twee opgeteekende trillinggroepen kan de afstand van het echogevend voorwerp dadelijk afgelezen worden, terwijl de trillingsterkte op te maken is uit de grootte der stiftbeweging, dwars op het papier. Niet alleen vaste voorwerpen geven dergelijke echo's maar ook ontstaat een echo wanneer de lucht plotseling dichter wordt, b.v. door afkoeling van een ijsberg. Op deze wijze ontstaan zeer typische echofiguren op de papierstrook. Natuurlijk zullen de golven eok wel echo's teragkaatsen die de stift opteekent, vandaar dat dfe lijn tasschen de opgeteekende trillingen niet altijd recht is maar ook wel zwak of sterker gegolfd. In fig. 5 vindt men voorbeelden van deze papierstrooken met opgeteekende trillingen. B|j a is de linksche trilling door de sirene veroorzaakt, terwijl rechts de echo-trilling opgeteekend is; er is blijkbaar een groot voorwerp op l zeemijl afstand; büb dito op 3 zeemijlen afstand, bij c dito op 6 zeemijlen. Bij d is een voorwerp op tien zeemijl af stand aanwezig, terwijl de zee glad is; bij e is anderhalve zeemijl weg een ijsberg aan wezig omgeven door een luchtverdichting; in dit geval is het zwakker worden der echo trillingen zeer kenmerkend. BÜ? is een klein voorwerp gesignaleerd op 10 zeemijl afstand, terwijl de golfslag sterk is; t>U g een grooter voorwerp, 3 zeemijl weg; büh vier voorwer pen op verschillende afstand (ieder een eigen echo gevend, waarbij de echo van het verste voorwerp natuurlijk den langsten tijd noodig had om terug te keer en); bij i zien we de echo's die ontstaan op een heeten wolkeloozen dag doordat dan in den dampkring op gaande heete (dus verdunde) lucht stroomen zijn, en koude, dichtere, dalende stroomen, die allen trillingen terngkaatsen. Bjj j staan de echo's die veroorzaakt zijn door een lage, oploopende kust op twee mijl afstand met een bergachtig terrein op den achtergrond. Een schip dat dwars ligt geeft de echo k, en met de kop naar ons toe de echo l, terwijl m ook weer verschillend groote voorwerpen signaleert op ongelijke afstanden. Door tel kens herhaalde waarnemingen met dezelfde toestellen, kan men elke gewenschte zeker heid krijgen. P. VAN OLST. l kf . "< 9 ~K~ -t. t */ 1 L ) Fig. 2. HET COMPLET»VIRIENDIKQSTOISTEL. De hoorn kan naar elke gewenschte tijde gericht worden. Het toestel dat de trillingen eigenlijk maakt tit links op het voetstuk, en dit deel is afgebeeld in fig. l. Fig. 4. ONTVANGTOESTEL dat dt trillingen opteekent op papier. Het trillende vlies a 6eweegt de schrijfstift b langs een papierstrook, die gtlijkmatig afltopt van de trommel c. Fig, 5. VOORBEELDEN VAN ONHOORBARE ECHO'S OPÖETEEKEND DOOR H»T TOKSTEL VA»Fia. 4. Verklaring: tis bijgaand artikel. De verdeeling, die de rechtopstaande streef en op de papiertlrooken aangeven, stellen telkens een tesmijl voor.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl