Historisch Archief 1877-1940
Na 1837
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Door den Bond der DaitBche
vrouwenvcreenigingen zijn bfl den Rijksdag, en verder
bjj alle regeeringslichamep, twee verzoek
schriften ingediend, om by de aanstaande
grondwetsherziening de volgende verande
ringen aan te brengen.
I. Dat de gehuwde vrouw als een
zelfstandig persoon beschouwd zal wor
den, wat betreft het verkrijgen of
verliesen van nationaliteit, doch, dat het
haar ook vrij nl staan, naast haar oor
spronkelijke nationaliteit, die van haar
echtgenoot te volgen.
II. Dat minderjarige kinderen, die
hetzij door den dood van den vader of
met toestemming van den vader, tezamen
wonen met de moeder, die van haar
echtgenoot gescheiden leeft, gerekend
mllen worden te behooren tot de nati
onaliteit der moeder.
In de toelichting worden eenige voor
beelden aangehaald, waarvan ik hier de
meest sprekende weergeef. Door de inge
wikkelde wetgeving van verschillende landen,
is het mogelijk dat de vrouw ttaatloot wordt.
Bjjv.: In sommige Staten van Amerika deelt
de vrouw niet in de nationaliteit van den
man. Wanneer zij daar dus een bepaald
aantal jaren gewoond heeft, verliest s)] haar
eigen nationaliteit en is daarna dm londer
vaderland.
Kort geleden huwde een Dnltscue vrouw
met ee»Ras. De man beging de een of andere
font en werd in Rusland gevangen gezet.
Daar het huwelijk niet door een Russische
pope was ingezegend («ij waren in haar
Heimat getrouwd) werd hun huwelijk in
Rusland onwettig verklaard en de vrouw
over de grenzen gezet.
Een Duitsche vrouw trouwde met een
buitenlander, doch bleef in Dnitachland
wonen. De man werd ziek en sy moest in
het onderhoud van man en kinderen voor
den. Als lijnde zonder middelen van be
staan, werd hjj toen met iyn familie als
buitenlander over de grenzen gezet, verloor
de vrouw daardoor haar betrekking en wer
den zjj broodeloo?.
Zulke voorbeelden worden er in de toe
lichting nog vele gegeven. Ia het wonder
dat de vrouwen ongeneigd zijn, de wetge
ving als volmaakt te beschouwen?
In de zitting der Tweede Kamer van
Woensdag 3 Juli werd het ontwerp van
wet, tot het verleenen van subsidie van
110.000 gulden aan de centrale commissie
van Plan 1913", aangenomen.
Bij de besprekingen die daarop nog volgden,
werd vooral het mercantiel en finantieel
karakter van dit Plan op den voorgrond
geschoven. Een der onderdeelen is o.a. de ten
toonstelling de Vrouw 1813?1913"; maar
ik meen met een gerust geweten te mogen
verklaren, dat door de vrouwen, die het
UIT DB NATUUR.
CDXCIII. Van de Vacantiereis.
Enkelen van mijn lezers zullen zicb, hoop
ik, nog herinneren wat ik hun verleden jaar
vertelde van mijn vorig vacantie-verblijf,
hoog en droog boven Frankenhansen am
Kyffhauser. Nederlandera kennen dat plaatsje
niet, en de bewoners daar ginds weten nau
welijks, dat er een Nederlandache natie bestaat.
Mijn tijdelijk verblijf, Berlebeck, in deze
vacantie was van dat in de vorige de vol
slagen tegenstelling. Natuurlijk ook wat den
atmoaferiachen toestand betreft. Berlebeck
is niet hoog en niet droog; het ligt aan de
Oost-zy'de van het Tentobnrgerwond, in het
dal van de Berle of Barlebecke; die beek
is nooit droog, en in deze soppige vacantie
liep hij zelfs over.
Toch kwam deze tegenstelling met verleden
jaar nog niet zoo sterk uit, als de andere,
die de connecties met Nederland betreft.
Het moge paradoxaal klinken, een fait is
het, dat wij somtijds verrast opkeken, als wy
voorbijtrekkende, of in Berlebeck logeerende
toeristen echt Daitsch hooren spreken. Geen
Hollanders!" zeiden wij dan tegen elkander.
Wjj hadden van tyd tot tyd ook wel geregeld
Duitschers als gaande en komende
medegasten in ons pension, maar er is toch n
dag geweest, dat wij uitsluitend met Hol
landers aan tafel zaten. En 's avonds tegen
den tyd van het avondeten hoorde j a
menigkeer in de electriache tram van Detmold naar
Johannaberg het grootst en zuidelijkst gele
gen bötel?niet anders dan Hollandach spre
ken. Dat de conducteurs nog geenNederlandach
verstaan, ligt alleen daaraan, dat alle Hol
landers hen in het Dnitsch toespreken ; maar
plan hiervoor opvatten en bij haar, die bij
de uitvoering daarvan de initiatiefneemsters
terzijde zullen staan, persoonlijke noch
mercantiele noch flnantieele voordeelen beoogd
worden, maar dat het haar integendeel veel
tijd en geld tal koster, omdat deze tentoon
stelling hoofdzakelijk Ideële plannen hoopt
te dienen.
Door de inrichting van een huishouding
uit het jaar 1813, waar de huisvrouw zelf
nog kaarsen en aardappelmeel bereidt, spint
en weeft, en met de hand alle naai
werk verricht, zullen zij het publiek doen
zien, dat toen het woord van kracht
was, dat nog maar altijd door domme
napraters tegen het vrouwenkiesrecht gebruikt
wordt en dat luidt: de vrouw hoort thuis".
Als tegenstelling zal men nn een huishou
ding uit het jaar 1913 demonstreeren, om
te bewijzen hoe zeer alle arbeid verplaatst
is en de plaats der vrouw niet uitsluitend
meer in huiêkin zijp.
Doch het voornaamste deel zal natuurlijk
gewijd zijn aan alles wat de vrouw op sociaal
gebied aan arbeid levert (om hun de oogen te
openen, opdat tij zich hekeeren van de Du
ternii tot het Licht), opdat de mannen zullen
inzien, welk een werkkracht ei aan de maat
schappij onttrokken wordt, zoo de vrouw
niet de volle medezeggingschap in alle zaken
heeft, die het belang van het Huisgezin, de
Maatschappij en den Staat betreffen.
Op het onda landgoed Meerhuizen aan den
Amsteldijk, dat met recht een stukje klas
sieke grond mag genoemd worden, daar het
eertijds de theetuin der familie Roemer
Visscher waf, waar de Muiderkring dik
wijls bijeen kwam, heeft het
Tentponatellingf-comitédoor de welwillende bemiddeling
der gemeente Amsterdam een zeer geschikt
terrein gevonden. Het oude gedeelte, door
hoog hout omgeven, leent zich uitstekend
voor het gedeelte 1813, terwijl op de groote
terreinen, die zich daarachter bevinden, de
afdeeling 1913 tot haar recht kan komen.
Het terrein is door trams gemakkelijk te
bereiken, maar bovenal zal het vervoer per
bootje langs onze schoone Amatel, een aan
trekkelijkheid te meer vormen.
N. MANBFELDT?DB WITT HUBEHTS.
ALfDEI^EEI.
Coquetterie.
Is coqnetterie een ondeugd?" vraagt mij
een jonge dame. De Frarcaiaea zullen u dit
niet licht toegeven; een Franech spreek
woord zegt: Une femme sans la moindre
ceqnetterie c'eat nne flaur fanée." Ik geloof,
dat de Frarsaises een beetje gelijk hebben:
wij Hollandache vrouwen zijn wel wat al te
schuw voor de eigenschap, die we met een
veel te zwaar en veel te eigenwijs woord
behaagzucht" noemen. Is het dan zoo mooi
ooi OB behaagzucht ig en daardoor allicht on
behagelijk te zyn ? De .kleine vogels denken
er anders over, die zingen in de lente hun
Nederlandacb. kleingeld kennen zy best en
weten het precies te waardeeren. In ons
hotel in het dorp verstaan de lui al vrij wel
Hollandscb; trouwene Westfaahch en
OostGelderech naderen elkander.
Ik heb eens hoor en zeggen: in een buurt
waar byzonder veel Engelache toeristen ko
men logeeren, is het zindelijk; ik zou er wel
bij willen zeggen: en waar opmerkelijk veel
Hollanders komer, daar is bovendien het
landschap eenvoudig mooi. Een stelling, die
natuurlijk niet voor omkeer in g vatbaar is.
Hoe zoo'n klein verscholen plaatsje als
Berlebeck bij onze landgenooten zoo tn trek
kon komen, is moeilyk te zeggen in het
vreemdelingenboek vond ik al van jaren her
bekende Nederlandache families ingeschreven.
In elk geval het pleit voor de smaak en het
schoonheidsgevoel van onze landgenooten
dat zij al in de jeugd van het toerisme, dit
mooie plek j a ontdekten, en nog meer, dat zy
het sedert steeds in eere hebben gehouden.
Het is inderdaad een plaatsje met veel
landachapsachoon; wel niet van de meest
trotsche soort, van de indrukwekkende
schoonheid van het hooggebergte; meer van
de soort die de meeste Hollander?, schijnt
het, bijzonder waardeeren: de eenvoudige,
de intieme, de kalme schoonheid van een
niet al te vlak en toch vruchtbaar land.
Berlebeck nu ia niet vlak; alles be
halve; maar de bargen zijn er zoo, dat ze
je nergens in den weg staan; ze zy*n niet
hoog en niet woest, n groep van kale rotsen
vormt een uitsondering. Toch zyn het heel
wat anders dan zeednlnen of Veluwsche
heuvels; een paar honderd meter boven het
dal is nog de minste hoogte van de bodem-
verh< Hingen die rechts en links het dal omaluiten.
Wat de streek vooral aantrekkelijk maakt,
Kjjkje uit myn venster door de winger bladeren heen op de halzen tegen den Sternberg.
hoogste lied... voor wat andeis dan om te
behagen? Hebt ge weieens gezien, welke
ocquette buigingen en strijkages twee duiven
tegen elkander maken kannen? En is de
pauw niet aart sec quet als zij haar bieeden
waaierstaart ontplooit, en het groen-gond der
prachtige veeren doet glanzen en stralen in
't zonlicht... Ik raad n dus aan, lezeresje,
dat mij deze vraag deed, niet al te bang te zijn
voor een leitje cc qnetterie (niet AlaCarmen
natuurlijk l!).., es ist una Malchen angeborep.
*?"
Dichter.
In Engeland maakt thans een dichter op
gang, die den geheelen dag met zwarte handen
voor een gloeiend vuur staat. Alfred Williams
is namelijk machinist by de Great Western
Railway, en even knap in het besturen van
zijn machine als in het dichten. Zyn tamelijk
zwaar beroep belet hem evenwel niet, zeer
fijne verzen te maken, waarvan hij reeds
met belangrijk succes een tweetal bundels
het licht deed zien. Het is intnsschen te hopen,
dat deze dichter-machinist niet aan dichterlijke
verstrooidheid gaat lijden, want dat zon voor
de reizigers bedenkelijk kunnen worden.
* . *
Weduwe.
Men vertelt me, dat in een kleinere Engel
ache stad door den burgemeester de opvoering
verboden werd van de Duitsche operette The
merry Widow". (Die lastige Wittwe). Dat
kon niet anders dan een onzedelijk stuk zijn,
meende de Edelachtbare, want 't kwam voor
een widow" onder geen beding te pas om
merry" te zijn. Ik acht de mogelijkheid
volstrekt niet uitgesloten, dat zooiets ook
in Schiedam zou kunnen gebeuren.
?,*
Bout de jambe.
De Franache romancier Alphonse Dandet
heeft eens een snoezig versje geschreven over
fijne damealaarajea, dat voorkomt in zyn
geestig bundeltje: ,Las Amoureuses".
En de ondeugende dichter vertelt van
deze fjjne gelakte schoentjes:
En hiver au coin d'un bon feu,
Quand Ie sarment pétille et flambe,
Clicl clac!
Elles aiment a rire nn pen,
En laisaant voir nn bout de jambe.
Clicl clac!
Een Daudet van dezen tyd zou op dergelijke
wijze kunnen schertsen over onze moderne
jnpes-trotteurs". Da nauwe rok wordt reeds
onderaan met een split gedragen, dat cc qnet
openwipt onder 't loopen. De mode hoede
zicb intnsschen voor de overdrijving der
incroyables" in den tyd van het Directoire",
en make van de Franrche jnpe geen
zywaarts openvallende Grieksche tuniek....
Ik heb een vaag vermoeden, dat de grillige
mevrouw Mode ons deze malligheid wil
opdringen.
* *
Thuit.
Adeline Genée, een Fransche
tooneelspeeld»t is de variatie ia de boiembedekking. Op
een terrein zoo weinig uitgestrekt, dat het
van een hoog punt gemakkelijk is te over
zien wisselen bouwland, boomgaard, boach,
weide en heide met elkaar af; die bosschen
zijn niet somber; ze beataan voornamelijk
uit zware beuken, eiken, met hier en daar
sparren en ook enkele dennen.
Evenals overal in een bergachtige kalkry°ke
streek kronen de wonden de heuvels; daar zijn
de hellingen met koren of vruchtboomen
bezet, daar graast het vee in het vlakke smalle
beekdal. Zoo ook hier, maar dat er tussehen
die vruchtbare tarwe relden groote
bergkoepels in Augustus helder paars staan van
de bloeiende struikheide, dat ia iets dat ge
niet vaak zult aantreffen. Alleen het kale
zand, het stuif zand en de grintgrond met de
witte k wartg-kiezels van onzaDrentsche, Velu
ireche en Brabantache heide relden ontbreekt.
Er is wel stnifiand, Flugsand, te vinden,
maar het is toch altijd nog door een laagje
bosch- of heihnmns bedekt; alleen enkele
zanderyen met hooge steile zandmuren be
wijzen, dat althans op enkele plekken in deie
streek waar de bodem als regel steenachtig
ia toch zand voorkomt.
Waar op een terrein van eenige uren in om
trek, zooveel afwisseling te vinden is, daar
ontbreken ook de aardige plekjes de intieme
schilderachtige hoekjes niet; te meer daar de
huizen van het Westfaalsche type door hun
wit, zwart en rood goed kleuren in de groene
omgeving; en dat zal het wel zyn, dat de
Hollanders aantrekt.
Een materialist, met wien ik er over sprak,
beweerde dat de oorzaak een heel andere
waa: het waa er zoo goedkoop, en je kreeg
er goed eten en zinielijke kamers, en ddt
trekt Hollanders".
Nu, het kan wezen dat het er vroeger
heel goedkoop was, tegenwoordig ia het er nog
niet opmerkelijk duur, al ia het er nog heel wat
duurder dan in ona Zuid-Limburg. In deze
dure tyden is echter 5 Mark, die wy per dag
betaalden voor logies met twee ruime warme
maaltijden, ontbyt en een namiddagkoffie
met wat erby, een zeer matige prya. Maar
er ligt een kwartier van het dorp, dieper het
dal in, tegen de helling, een groot en nieuw
hotel Tobannaberg", dat duurder en toch ook
vol Hollanders was. En hoog boven aan den
Hangatein, met een prachtig en geweldig
ver uitzicht naar Oost en West staat er nog
een. In het dal by het dorp en aan de tram
ligt ons hotel, zonder kelners; waar we het
best hadden, waar we bediend en verwend
werden door de Weduwe Schmidt met haar
vier kwieke en ijverige dochter?. Er staan er
nog twee hotel-pensions, een iets duurder
het ander weer iets goedkopper; neen, het
kan niet alleen de matige prys zijn, die Hol
landers lokt. Ik blijf gelooven dat het werke
lijk het aangeboren gevoel voor mooie kleu
ren en vormen ia, die onze landgenooten
naar dit plekje voerde.
Ik heb er ook een paar Rotterdamache jonge
dames naar gevraagd, die er jaar op jaar
komen en het antwoord was: het is hier
leuk, gezellig, je voelt je hier thuis, veel
beter dan in de Harz of Thüringen, je kunt
hier eiken dag andere tochten maken, kleine
of groote, je wordt hier niet moe en je bent
hier dadelijk in het bosch, als het wat warm
wordt.
Dat laatste vooral zal er ook wel veel toe
bijgedragen hebben, het Tentobnrgerwoud en
vooral Berlebeck, en Hiddesen dat er vlak
by ligt, bij ons zoo bekend te maken. Het
zyn wel geen wouden die vlak achter het
hotel oprijzen; die beginnen een kwartiertje
verderop. Wat zoo dicht bij de hotels ligt,
zijn niet veel meer dan brokken en strooken
bosch tnsschen debon wlanden, maar de boomen
BADMUTSEN, DIE DIT SEIZOEN OP DE MODEBADPLAATSEN HET MEEST IN ZWANO WAKEN.
1. Noorache muts, 2. Mashroom-hoed, 3. Kokochnik, 4. Pariteinsch kapje.
ater, die in Amerika reist, wenacbt geen
gebruik te maken van de Amerikaanache
hotels. Zy wil zich overal thuis gevoelen
en voert dus, evenals de slakken, haar huis
met zicb. Zy vindt haar eigen, fijn artistieke
en sympathieke omgeving in een prachtigen
salonwagen, waarin ze haar geheele huis
houding meebrengt.
In dezen wagen heeft zij een zitkamer, een
slaapkamer, een eetkamer, een badkamer,
iimminimiM
zyn oud. Het zyn flinke sparren op zandsteen
en op het ontkalkte kry't, stevige benken en
eiken op demoaselkalk; al zjjn deze bosschen
klein, de schaduw ia er dicht, de bodem
bemost en vol boschplanten, die, al naar den
grond, uit kiezel of kalk bestaat, voor ons
Noord-Nederlanders gewoon of zeldzaam zyn.
Ook gebeurt het maar zelden, dat ik bui
tenslands een Nederlander ontmoet, die op
reia wat aan natunratndie doet; dezen
keerechter waa er een in onspension een
vyfdeklasser, die al heel wat plantenkennis bezit;
stellig meer dan hij voor zyn eindexamen
noodig zal hebben.
Bijna alle gasten, ook de Duitechere, had
den denzelfden weg genomen als wij, om in
Berlebeck te komen, namelijk over Datmold.
Het kan ook heel goed anders; maar wie
deze stad nog niet gezien heeft, durf ik gerust
aanraden by een bezoek aan het
Teutoburgerwond, Detmold niet voorbij te gaan; de
stad is ook nog een omweg waard.
Niet zoozeer om historische gebouwen of
andere antiquiteiten, kerken, schilderden en
dergelijke; het nat. historisch museum, waar
van men my veel mooie verteld had en dat
my een da? naar de stad gelokt heeft, zal
vrees ik menigeen tegenvallen; in zulke kleine
stadsmuaea verwacht men toch op zijn minst
een collectie van natnraliën uit de streek zelf
afkomstig; als gida en inleider bij de studie
heeft zoo iet a veel waarde. Opgezette dieren
waren er genoeg; van de apen af, het heel
systeem door. Maar de collecties, die my
hadden kuznen helpen by de natuurstudie
van de omstreken, waren het aankijken
nauwlyks waard.
Toch is Detmold voor een natunrvriend een
mooie plaats. Het alotpark midden in de atad
tussehen de vorstelijke woningen gelegen,
treft door den aanleg en nog meer door de
en in een tweeden wagen daarachter be
vinden zich een keuken en drie
dienstbodenkamers. En zy heeft het voordeel, dat zy
nn gedurende haar lange tournee op haar
eigen bedje slaapt, en daardoor veel beter
uitrust. Zy maakt een reis van nagenoeg
4000 kilometer baanlengte en kan dus ge
noegen hebben van haar home" op wielen.
ALLEORA.
prachtige parkbcomen. Daar zag ik, voor zoo
ver ik weet, voor het eerst den pyramide-eik;
ook in Berlebeck en bij het station staan
er enkele; ze gelijken op Italiaansche popu
lieren, nog meer op echte cypressen. Over
zyn oorsprong en geschiedenis zal ik u den vol
genden keer wel iets kunnen vertellen. Ik
noem den boom al vast, om eens te weten
te komen, of er ergens in parken of op
buitenplaatsen van ons land ook volwassen
exemplaren van dezen eik voorkomen; of dat
het misschien alleen toeval is, dat ik ze nooit
eerdei dan in deze vacantie te Detmold te
zien kreeg. Wie er in ons land een weet te
staan, doet mij een genoegen met een
briefkaart.
E. HEIMANS.
CORRESPONDENTIE.
Zoo even ontving ik een doosje met
houtwol, waarin zich twee levende eendenmossela
bevonden. Met potlood staat binnen tegen
het karton Carolientje van der Meulen. Als
dat een attentie is van iemand, die mijn
stukje over deze Legendarische Dieren gelezen
heeft; dan bedank ik de jonge lezeres wel;
ik had ze in geen jaren levend gezien. Is het
de bedoeling dat ik er wat van vertellen zal,
dan moet de zender of zendster nog maar
eens een brief kaart schrijven. Misschien is er
vergeten een briefje in te sluiter. Er zat niets
in het pakje dan de prachtige gave dieren
met hun lange rozeroode hecht s teler.
L. te Middelburg. Uw naturalia zal ik trach
ten te determineeren. Volgende week krijgt
u, hoop ik, da juiste namen.
H. v. V. te Laar. Uw tros met 24 hazel
noten is inderdaad verbazend; ik had er
nooit meer dan zes aan n tros gezien.
E. Hs.
Pyramide-eik (tegen lorken) te Berlebwk.