De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 22 september pagina 1

22 september 1912 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

, 1839 DE AMSTEBDAMMEB A°. WEEKBLAD VOOR NEDEELAND Onder redactie IMa\ H. IP. L. Dit nummer bevat een bijvoegsel Uitgevers: VAN HOT/KEMA ft W ARENDOEF, Keizersgracht 333, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden ..«...? 1.50, fr. p. post / 1.65 Voor Indië per jaar, bjj vooruitbetaling, ..... . . mail . 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar , 0.12'/t Zondag 22 September, Advertentiën Tan 1?5 regels ? 1.25, elke regel meer. . Advertentiën op de flnantieele- en kunstpagina per regel Reclames per regel ? 0.25 . O30 0.40 INHOUD: VAN VEERE EN VAN NABIJ: Roode Dinsdag. Inbond en Vorm. FEUIL LETON: Dadelijk na de verificatie, door P. E. W. K. KUNST EN LETTEREN: Drucker-uitbonw. Kroniek der Gedichten, XIII, door Karel van de Woestijne. Tooneelcanserieën, door de la Baignoire. Nieuwe Boeken van en vó&r kinderen, door Hessel Jongsma. INGEZONDEN. VROUWENRUBRIEK: Tutti Frntti, "door N. Mansfeldt de Witt Huberts. ALLERLEI, door Allegra. UIT DE NATUUR, door E. Heimans. Alfons Diepenbrock, met af b., door H. v. d. B. Alphons Diepen brock, do ar Mfttthjjs Vermeulen. Carl Larson en Dand Edatiöm, door W. Steenhofl. De Gonden Vaas, met af b., II, door K. Waseh. Naampie, door Charivarins. CHARIVARI. FINANCIEELE EN OECONOMI8CHE KRONIEK, door v. d. M. en T. d. 8. Een adres van de Vereeniging ?Tan schoolartsen, door J. C. van Lanechot Hubrechr. Gy znlt den naam des Heeren n wen God niet ydellijk gebruiken, door A. D. INGEZONDEN. DAMSPEL. SCHAAK SPEL. ADVERTENTIËN. PREMIE voor de abonnós van De Amsterdammer. Bij de opening van het nieuwe zittingsjaar van de 2e Kamer der Staten-Generaal, stellen wij onze abonnés wederom in de gelegen heid zich de geregelde ont vangst van het Kort verslag der vergaderingen van de Tweede Kamer franco aan huis te verzekeren voor den prijs van Tij f lig cents voor een ge heel zittingsjaar. Zooals men weet is de abonnementsprijs an ders ?1.?. Wie van deze Premie wenscht gebruik te maken, ge lieve dit bedrag per postwissel, vermeldende zijn nauwkeurig adres, aan ons op te zenden. Direciio van da Amsterdammer, Weekblad voor Nederland, Roode Dinsdag. Tienduizenden vredig gezinden trokken uit alle oorden des lands verleden Dins dag naar de Parlements-stad 's- ravenhage om er meeting te houden op een uitgestrekt weideland en daarna, opgewekt zingend, hun zorgvuldig inge pakte, onontplooide vaandels door de straten naar het Binnenhof te voeren. Deze menigten hadden zich, voor een groot gedeelte, opofferingen getroost: tegenstand overwonnen, spaarduitjas aan gesproken, urenlange train vermoeienissen getrotseerd, om voor iets zoo weinig opwindends als Algemeen Kiesrecht door hunne tegenwoordigheid belangstelling te wekken. De moeiten geheel te peilen, die h«t dezen menschen gekost had, om aldus van hun gezindheid getuigenis te kunnen geven, ware zeker niet goed doenlijk. In de dagbladen, die, als andere beter gesitueerden hun burgerdeugd of constitutioneel e plichten vervullen, wel eens vlugger begrijpen en vlugger prij zen, werd de tocht der tienduizenden een uitgangspretje gehecten maar aan de vredigheid en goede bedoelingen twij felen van deze menschen heeft géj gedacht. Scherper dan ooit is ons dezen Dinsdag duidelijk geworden welk een provoquant gedrag men den Haagschen Burge meester verwijten moet, die aan zulke vreedzame menschendrommen den regelmatigen optocht geweigerd heeft en ze op die wijze letterlijk noodzaakte tot een verspreid optrekken tusschen verwarringstichtende bereden politie en de kluts kwijt rakende commissarissen. Het lam vraagt een vreedzame wan deling en men poogt het tegenin te hit sen tot het een aard zou krijgen van de minder pacifiake dierenwereld. Tot dezen Dinsdag toe is er geen gevaar geweest. Da menschenstroomen, die op Groenmarkt, Plein, Vijverberg uitmond den, keken vreemd verweesd naar hu zaren en andere krijgslieden, en schenen og niet voldoende te beseffan wat hun onvermijdelijk een volgend maal, of een navolgend maal, voor den geast zal laven. Met hoe gemengde gevoelens hebben wij den lichten spot gelezen, die in de bladen doorstraalde over de vredigheid dezer a-revolutionaire cohorten. Uifrgaansmenscbjas, opstandelingen in Zondags stemming, zoo waiea de namen, die men, wat ondoordacht, dezen menschen gaf... Men moge zich niet vergissen! Volk is van nature vredig, en dat de heeren leiders der socialistische partijen, en met name Mr. Troelstra, door hun vele onvervulde dreigementen aan ver gelijking en dus aan spotternijen voet gaven, moet de psychologie van menigtenbeweging niet verwaarloozen doen: Het is zeker, dat een algemeen gevoel van on bevredigdheid de massa's vervuld heeft, die doelloos mochten blijven rondloopen door de Haagsche straten, zonder dat hun aan voerders eene ideëele bevrediging voor hen gevonden badder, welke voor menig ten in beweging zoo noodzakelijk is eene noodzakelijkheid, die reeds in ean enkel, thans nog onschuldig gebakelei haar uitweg zocht. "Wat zal het een volgend jaar zijn, als Troelstra ook dan weer geen middelen vindt om op on bloedige manier aan den natuurlijken eisch van een satisfactie uitweg te geven ? Dan zal per slot van rekening de Haag sche Burgemeester, met zijn optocht weigering, met zijn daad van willekeurige rechtsbesnoeiing, als de verantwoorde lijke persoon worden aangemerkt. En dit terecht. De Haagsche Burgemeester, als hij voortgaat met geweld deze vrede lievende manifestatie te keeren, zal later onvermijdelijk rumoer veroorzaken, waar van hij dan de verantwoordelijkheid voor ieder, die doordenkt, voornamelijk, zoo niet geheel, te dragen zal hebben. Ditlis de levendigste indruk, dien het nu nog onschuldige geparadeer der be reden militairen, tusschen de aangroeien de massa's manifestanten, bij OES achtergelatea heeft. Ziedaar door een Burgemeester, hand haver der orde, de wanorde voor de orde gekozen, wien zal men verant woordelijk stellen als volgend jaar, bij toevloeiicg van nog meer duizenden, uit de wanorde geboren wordt wat er uit geboren moet worden ? Inhoud en Vorm. Het heeft, gelijk wij later vernomen hebben, nog veel voeten in de aard of tenminste vrij wat voatstappsn op het Binnenhof gekost eer dr. Kuyper zijn ontslag als Kamerlid kon aanbieden De kwaaddenkende zeide : Zonder veel drukte om zich heen kan dr. Kuypsr toch maar niets meer gebeuien;Kuypers toeleg is daarop gericht, ook als hij het zelf niet weet l Maar het oordeel van ieder onbevangene was, dit men in dit geval toch ruimer zijn kon door te be denken, dat wat groot is niet zonder zwarigheid sterft. Sterke naturen hebben een moeilijken doodsstrijd. Deze zoogezegde, met een groot woord genoemde doodsstrijd" echter ? het blijkt alweer uit de Troonrede, die in het teeken staat van Ku\pers wil! is maar ean zér gedeeltelijke en preli minaire : Zoolang Kuyper niet emeri tus" zet voor al zijn ambten, wereld lijke en geestelijke, acht men dezen vijand wat hij gebleven is: gevaarlijk; en niet geheel is het dan ook te verw^nderen, dat de zwakke memchenkinderen dezen leeuw nog niet troostend streelen op zijn vergrijsde manen.... Heeft evenwel de liberale pers nietül te weinig moed en edelmoedigheid ge toond büdit afscheid uit de Kamer van den grootsten manuur- a'hommes, die in onafaienbaren tijd in ons land geleefd heeft? Ze is, als meestal, bitter klein geweest, onze nuchter-intelligente liberale pers. In 't bizonder viel ons een uitdrukking op van de N. R. Ct., die met de mee ning kwam: Kuypers artikelen zijn naar den vorm altijd te loven geweest, de inhoud was van minder gehalte. Zulk een uitdrukking schetst een zeer actueele", d. w. z. beperkte geestes toestand. Wij vonden dezelfde indertijd in 't Handelsblad bij een etnigszins plichtmatig (en matig) in memoriam op den stichter van dit Weekblad. Oofc van hem merkte toen de in eigenlijken zin al even weinig liberale" ala ver nuftige journalist op: De vorm van zijn stukken was beter dan de inhoud. Aldus zijn dan thans door hun min deren de twee groote dagbladschrijvers van de laatste halve eeuw veroordeeld, en in beide gevallen op, dezelfde wijze. Dit laatste is, meenen wij, interessant. Immers toen wij vroeger het HaBdelsblad zagen schrijven over de Koo, als boven gezegd, was van de tirade niet te bewijzen, dat zij iets meer beteekende dan een incidenteele, persoonlijke kort zichtigheid. Nu over den ander, over Kuyper, met zijn politiek gesproken nog onverzwakten invloed, 't zelfde oor deel geveld wordt door een zelfde soort pennevoerder, krijgt de vergissing een algemeenen kant, die ons de beschou wing waard lijkt. Iemand zou dus uitstekend kunnen schrijven en niet uitstekend denken, zie daar de belangwekkende thesis. lemind zou niet met valsch pathos, niet met taal vol aardige of half-aardige zetten of geleenden zwier, of geslepenheden, kortom niet in opgesmukten trant, maar in een taal lenig en sterk, weelderig ea lavead, in n woordeenden buitengemeen, zódat de besten van een volk er do uitnemende echtheid van erkennen, iemand zou in zulk een taal glashelder zich kunnen uitdrukken, met pijnlijke logica gevolgtrekkingen maken waar geen ontkomen aan is, en zoo iemand (zoo'n stumpsr!) zou alleen echt zijn naarden vorm, alleen helder naar het uiterlijk, alleen logisch aan den buitenkant ? Risum teneatis! Weerhoudt uwen lach! Men kan ongetwijfeld goede gedachten in slechten vorm opdienen : de dagblad hoofdredacteuren die partij-gedachten of ingeblazen opinies, men zou willen zeg gen in commissie handelende", met houterige zelfgenoegzaamheid opdienen, bewijzen dat dit mogelijk is. M «-n kan magere gedachten in wijde mantels kleeden van min of meer fraaie zegging wie, ook zonder dominee te zijn, lijdt er niet eens aan! maar op den duur valt de fout op, en den schrijver gewordt niet de erkenning, die de Koo had en dr. Kuyper, sedert veertig jaren, de zijne noemt. Beminnelijk van naieve zelfingenomen heid en gebrek aan gezicht op onderlinge verhoudingen is anders zulk een van beneden komend vonnis, datdr. Kuvper in goeden vorm" een minderwaardigen inhoud" zou hebben gegeven. Ziedaar ean politieken smid van groote allure, een bouwmeester, hoewel werkend in kleiner trant (in kleiner land!), met Bismarck te vergelijken; de eenige mensch, die bij ODS met Bismarck te vergelijken is; die een gatsnh andere richting gaf (een ons persoonlijk vaak stuitende, zoo gij verkiest) aan de politiek van zijn land; een geweldenaar van de realiteit der menscheagemeenschap; een kolos, jrjj kunt dan van hem denken wat gij wilt. Zijn vorm was van meer beteekenis dan zijn inhoud"! Maar hoe buitengewoon zou dan die vorin, als dit waar was, moetan wezen ! .Neen, zóbuitengewoon kan zelfs de N. R. Ct. hem niet bedoe len te noemen l De inhoud'' immers van dezen man, de inhoud" van zijne duizenden artikelen heeft niet meer of' minder beteekend Kuyper heeft er dezer dagen, om zich te verweren, aan herinnerd dan de onttroning van den Zonnekoning Liberalisme in Nederland en van zijn, toeumaals nog niet zure, maar invloedrijke Pompadour: do X. 11. Ct. Is dat zoa weiuig P Wij vinden het niet zoo weinig, en zslfs.... betreurbaar veel. Wij spreken dan uit negatieve over wegingen ! Moge het vrijzinnige Nederland van deu inhoud" des heeren Kuyper spoedig bekomen. Het zal niet tot de beschei denheid, die de N. B. Ct. siert, veel bijbrengen, maar ons allen, naar ons dunkt tenminste, ten nutte zijn. ifeöfMT, A£S "-? x De Drncier uitbouw. Aan een klein aantal mannen van erkend gezag in kunstzaken hebben wij gevraagd hun meenirig te formuleeren aangaande de wenschelijkheid van een verderen Druckeruitbouw. Onze meening hebben wij reeds doen kennen in een vorig nummer. Wij zullen als besluit van onze overwegingen Je hoop uitspreken, dat de Gemeenteraad -van Am sterdam, hulde brengend aan de groote vrijgevigheid van het echtpaar Drucker, de motie aanneme van de heeren De Vries, Boissevain en mr. de Jongh, luidende: De .Raad, op den hoogsten prijs stel lende, de tweede royale schenking van de zeer belangrijke collectie-Drucker, npodigt Burgemeester en Wethouders uit in overleg te treden met de Eegeering en den heer en mevrouw Drucker, ten einde te kunnen geraken, hetzij tot de plaatsing van de nu aangeboden n de vroeger geschonken collectie in een afzonderlijk gebouw een te stichten Museum-Drucker pp een terrein in de onmiddellijke nabij heid van het Eijksmuseum, in verband met een dan weer geheel tot zijn oorspronkelijken bouw terugbrengen van het Kijksmuseum, hetzij tot de opname van de nu aan geboden verzameling in, naar den wensch der schenkers in te richten, zalen van het Rijksmuseum, daarvoor beschikbaar te maken door verschikking en schifting der aanwezige verzameling. In deze motie steekt, naar wij meenen een aanbod, dat de ruimste opvatting huldigt. EED. * Het schijnt mij in het algemeen ongeoor oofd en onlogisch toe, om, ter wille van de beweegbare dingen, eem fout te begaan ten opzichte van de onbeweegbare en stabiele. Dat, met den z. g. Drucker uitbouw, aan het Eijksmuseum een zoodanige fout is gemaakt in geestelijken zoowel al j in stofi'elijken zin, wordt door nagenoeg geen be voegd beoordeelaar weersproken. Uitbreiding van dien aanbouw vergroot en bestendigt dus die fout; afgescheiden hiervan is die aanbouw op zich zelf een dissonant, niet monumentaal in overeen stemming met het museum en ook zonder picturale schoonheid, zooals het z. g. frag mentengebouw. De schoonheid der schilderijen is aan de beweegbare dingen gebonden ; de vraag is nu of ter wille van een bijzondere wijze van openbaren of toonen dier schoonheid, het geoorloofd is de schoonheid van het gebouw en van het stadsbeeld te deprimeeren en ten deele te vernietigen. Het antwoord kan niet anders zijn dan dat zulks ongeoorloofd is, juist omdat de schoonheid der schilderijen daaraan eigen blijft en er mitsdien een andere wijze ge vonden kan worden om die op even doel treffende wijze te toonen; terwijl, wanneer men een fout maakt aan stadsbeeld of gebouw, de schoonheid daarvan onherroepe lijk verloren is. 19 Sept. 1912. K, DE BA/EI.. AA.NBOI \v Dit ut KEK. Het is wel niet meer twijfelachtig, dat zoowel de aanbouw van de Nachtwachtzaal, als de bijbouw van de kunstzaal-Drucker, toch wel ait hebben geleerd, dat het beter aan de monumentale architektuur en het Museuia zou staan, wanneer deze beide niet waren gebouwd. Bij deze erkenning komt het mij dan ook ondenkbaar voor, dat de Eaad de vergrooting van de Druekerzaal zal goedkeuren, maar niet dat bjj hem de ernstige wil er is, te trachten een oplossing te vinden dia met het meest ruime kunstinzicht strookt. Want wanneer die wil er is, is er ook een weg orn zoowel de Druckercollectie een plaats en verlichting te geven, die voor zulk een kostbaar bezit worden vereischt, als om het Museum door verdere bijgebouwen tegen een volledige schending te behoeden. H. P. BKUL.UIE. -i= (Jetichte Jiediictie. Dat aan den stellig reeds te ver toegestanen aan- en bijbouw aan ons meest monumentale moderne paleis althans geen verdere uit breiding moet worden gegeven, spreekt voor mij van zelf. De Eaad neme daarom het voorstel van den heer Posthumus Meyjes aan ; het daarin uitgedrukte denkbeeld is mij vooral sympathiek, omdat het de moge lijkheid opent van de stichting van een nationaal historisch museum, waarvoor het materiaal in overvloed reeds in het Eijks museum is te vinden. II. Blt Aan de Utidaclie can de Amsterdammer" Weekblad voor Nederland. Naar mijn oordeel zoude de beste op lossing voor de plaatsing der verdere schen king van Schilderijen door de familie Drucker te vinden zijn, door het denkbeeld van Dr. Veth te volgen ; namenlijk zuivering van het Rijks-Museum van Schilderijen floor het op ruimen van onbeduidende portretten en andera schilderijen, welke thans schadelijk zijn voor de meesterstukken en in ge weste lijke Musea eene goede plaats zouden vinden ; daardoor zoude de kunstsmaak en belangstelling in de kunst bevorderd en tevens de organisatie der Musea belangrijk verbeterd worden. Door dezen maatregel zoude het gemak kelijk zijn, de zaal weder te gebruiken die gediend heeft, om de eerste collectie schil derijen van de familie Drucker in bruik leen ten toon te stellen en aanleiding was tot de verdere onderhandelingen, waardoor de thans bestaande Drucker- collectie de gewenschte zalen verkreeg, waarvan de verlichting en geheele inrichting zoo vol komen aan den wensch en verwachting der familie Drucker voldeden. Om de verdere schilderijen te kunnen plaatsen zoude men, ten 1ste de voormelde zaal in haar geheel (wellicht) met eenige wijzigingen en ten 2de het geheel complex van den tegenwoordigen biibouw, voor de schilderijen van de familie Drucker moeten jezigen. Thans zijn daarin verschillende zalen, tot andere doeleinden gebruikt; zoo zijn er zalen gevuld met moderne schilderijen en tevens collecties zooals de talrijke en fraaije ollectie van Lijnden en andere in het Dr u oker-Museum geplaatst. Eene 2de veel betere oplossing zoude ijn: het bouwen van een Museum-Drucker op de plaats daarvoor door de Gemeente an het Eijk af te staan onmiddellijk nabij liet Museum. Daar zoude men dan volsomen in overeenstemming met de bestaande zalen voldoende ruimte verkrijgen voor de meest uitgebreide schenking. Naar mijn oordeel zouden door dit laatste voorstel de zalen ruimer in getal worden en dus meer muurvlakte aanbieden dan eene 2de bijbouw ook zonder meer verdie pingen te moeten maken. Dr. P. J. H. CI-YPERS, Architect der lïijks-Museumgebouwen. -XAan de Eedactie van 't Weekblad De Amsterdammer". Mijnheer de Redacteur. Het komt mij voor dat de volgende punten moetan worden in 't oog gehouden bij de beoordeeling van een verderen aanbouw Drueker" in den tuin van 's Eijks Museum. Niet alleen bouwmeesters, maar ook kenners en vereerders van oude en nieuwe kunst verklaarden in de laatste dagen dat zij het niet verantwoordelijk vinden om het zoo waardevolle geschenk Drucker" aldus te huisvesten op eene wijze, die het monu mentaal aspect van het Eijksmuseum voor goed bederft. De verzamelingen die het Eijk en de Ge meente Amsterdam sedert 1885 hier onder brengen, zijn sedert dat tijdstip voortdurend in omvang toegenomen. Dat tuin en gebouw ze niet aldus behoorlijk kunnen bevatten, is sedert lang duidelijk. Dertig jaar na de stichting mag de tijd dan ook voor eene reorganisatie wel rijp worden geoordeeld. Maar dan mag thans voor een bijkomstig verlangen geen verdere principieele mis stap begaan worden, en nog wel aan den voornaamsten verkeersweg van Nieuwer Amsterdam. Wordt deze bebouwing door den Eaad goedgekeurd, dan zal men, op dien weg voortgaande, bij de natuurlijke verdere vraag om ruimte over een jaar of vijf ook weer het zuidelijke tuinvak, tusschen de doorrit en de woning van den Hoofddirecteur met een vleugel dienen te bebouwen ! Aldus zal daar dan een pendant" van de Druckergalerij even goed moeten worden toegestaan. Zoo goed als Amsterdam vroeger verklaard heeft de bebouwing van den Museumtuin aan den hoek van Jan Luykenstraat en Hobbemastraat niet toe te laten, moet thans den hof tusschen Bibliotheek en Doorrit vrij gehouden worden. Oude monumenten worden met groote kosten vrij gelegd, en nu zouden wij op kleingeestige wijze ons Nederlandsch mo nument van de XlXe eeuw vorder weg moffelen, door de stichting van lokalen die overal elders beter zijn iu te richten voor het doel 'i Ik houd mij overtuigd, mijnheer de Ee dacteur, dat de Eaad van Amsterdam thans door een kloek besluit zal toonen dit stand punt te begrijpen en zich niet zal bloot stellen aan de verwijten van de ons opvol gende jongere geslachten. JosErii TH. J. Ci'M'EKS, C. B. Ing. * Naar mijne overtuiging zal de Druckeruitbouw, wanneer hij daar eenmaal staat, nog meer tegenvallen dan de tegenstanders verwachten. Niet alléan om de belemme ring van het uitzicht op den interessanten Museum-gevel, maar ook om de uitbouw zelve, die, als verlenging van het bestaande Drucker-gebouw, bij zijne betrekkelijk ge ringe hoogte uit den aard der zaak te ge rekt zal doen. Dat dr. Guypers het werk zelf zal uitvoeren, is maar een halve ge ruststelling, waar hij uitdrukkelijk heeft verklaard, dit niet dan met tegenzin te kunnen aanvaarden, en waar wij gezien hebben wat er van den Eembrandt-uitbouw is terecht gekomen, die hem indertyd even eens wel zal zijn afgedwongen. De nestor in ons vak is een zeer welwillend man, die gaarne iedereen van dienst is en men kan het zich voorstellen, dat hij, noch tegen over de familie Drucker, noch tegenover de Eegeering, zijne eigene schepping z hoog heeft willen schatten, om eiken verderen aanbouw uit den booze te verklaren. Ik hoop echter dat hij deze bescheiden heid zal laten varen, nu hij bemerkt dat zijne vakgenooten voor het kunstwerk in de bres springen en dat hij dus ronduit zal weigeren dit onzalige werk aan te vatten, wanneer de Eaad onverhoopt de voordracht mocht goedkeuren. Het nageslacht, dat eerst zijn kunstwerk in zijne volle beteekenis zal leeren waardeeren, zal hem daarvoor dank baar zijn. Een betere oplossing zal zeker kunnen worden gevonden, wanneer men slechts wil. Het schijnt mij toe, dat het voorstel-Mevjes het meest afdoende is. Daarin is, naast de groote waardeering der gemeente voor het rijke geschenk, de appreciatie voor het mooie gebouw het meest belichaamd.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl