Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1840
JOOBEK-JKEIIK, V UTJB Jp L»S YXAj: O OU K Jee JFÏFK
Amfterdam.
ju srxtaaKitx j&t JIUTS rajuv&An
Da Portugeesch-Iwaëlietische Syaagoge te Amaterdam, van buiten gezien, van uit de Joden Breeatraat.
(DU de prentverzameling «a»R. W. P. de Vrlet).
De PortugeeEch-Ijraë ietische Synagoge te Amsterdam, van binnen. (1721.)
(Uit de prentverzameling van R W. P. de Tritf).
De Synagoge der
PortugeeschIsraëlietische Gemeente te
Amsterdam.
Volgens oude en goede gewo 31 te blij
ven Die van de Portugeesche natie",
zooals de oorspronkelijke en ware naam
is van de in Nederland gevestigde Portu
geesche Joden en zooals zij ook door
Bnrgemeesteren van Amsterdam in een
officieel stuk van 8 Mei 1612
(Vroed«chapsboek No. 11, berustend in bet
Oud-Archief van Amsterdam) genoemd
worden, de herinnering aan de stichting
en opening hunner Synagoge, gelegen
tusschen het Jonas Daniël Meijerplein,
de gedempte Houtgracht van vroeger,
ei de Muiderstraat, bewaren.
Op groote feesten, zooals deze week
Donderdagavond 3 Okober, wanneer de
Vreugde der Wet" ingaat, komt de
rustige schoonheid der synagoge treffend
uit. Dien avond branden alle lichten.
Honderden kaarsen op koperen kronen
verlichten dan zacht en kwijnend de
groote ruimte. Stille eerbied komt over
ieder die binnentreedt; het geheimzin
nige en het grootache grijpen hem aan.
Gekomen uit het drukke wereldleven
van rondom maakt een gewijde stilte
binnen deze tempelmuren, waar ieder
sieraad, iedere wereldschheid ontbreekt,
zich van hem meester. De mystiek be
vangt hem, de mystiek die Boaboom in
zijn schildering van deze synagoge het
gewijde geeft Zij, die niet zijl van de
tMIIIIIIIIIIMMIUIMMIIIIIIIMmiMlllimillllmiMII
GENERAAL GRAAF NOQI,
de veroveraar van Port-Arthnr, die,
tijdens de teraardebeatelling van den
overleden Japanschen keiier, met zijn
vronw harakiri pleegde.
Molene lust in Keulen,
Het is Koeieljjk in beknopten vorm een
gedetailleerd oversicht te geven van de
Kenlsche tentoonstelling, en iog bezwaarlijker
om nit die veel verscheidenheid van produc
ten der ultra-moderne internationale schilder
kunst de groene van de rijpe vruchten af te
sonderen. Dit echiftingswerk zou ook wel
eenige deceptie brengen, het onrijpe deel
kon daarb;] eens het overvloedigst blijken l
Maar, by stormachtige zomers vallen er on
tijdig veel vruchten van den boom. De ten
toonstelling is dan pok niet vooral belangrijk
om de aanwezigheid van kunstwerken, die
ruatig en onverdeeld te bewonderen z\jn,
maar om het veelzijdig getuigenis, dat ze ons
geeft van de vooruitstrevende neigingen eener
nieuwe generatie over nagenoeg alle landen
van Europa. En daarbij is er veel dat tot
waardeering heel wat van onsen goeden
wil vergt.
Het verwonderde me wel 'n paar zalen
gereserveerd te tien voor twee schilders, wier
werken in dit milieu laat me zeggen niets
opzienbarends hebben: August Denser en
Ednard Müach. De laatste kan met zy'n op
het vereenvoudigen aangelegde, en psycholo
gisch zinnende kunst als een overgangsvorm
tot het nieuwere hier beschouwd worden,
maar het vry habie'.e schilderwerk van den
eerste,doet hier al zeer gewoon,zelfs banaal aan.
Portugeesche natie" en ook aiet behooren
tot de Hoogduitsche Joden, raken bij de
ceremoniën, bij den zang onder even
grooten indruk als zij zei ven. De gewij ie
historie spreekt er uit het trouw bewaren
van ou ie gebruiken, uit de enkele her
inneringen aan Spanje en Portugal,
waaruit die van de Portugeesche natie",
vór eeuwen verdreven zijn, en waaruit
zij nog een wetsr»! hebben meegebracht
en uit da gebedskleeding van sommigen.
Zij, die geen Joden zijn, gevoelen zich
hier als in een andere wereld, als bij
dankbare ballingen, gekomen in de vei
lige haven der behoudenis.
Enkele eerbiedwaardige gebruiken
worden, helaas! niet meer bij de
Portugeezen gehandhaafd; er wordt niet meer
als nog vór 50 jaar in de Portugeesche
taal gepredikt, en de kwijtscheldingen
worden niet meer in de Portugeesche
taal gesteld, al is in de Synagoge
de Portugeesche taal nog niet geheel ver
loren; zij blijft behouden in enkele ker
kelijke roeoen ea in het gebid voor de
Koningin, 's Lands regeering, d«n Burge
meester van Amsterdam ea den Raad.
Dat is bij groote feesten eeie bizondere
plechtigheid. Op den avond vór den
grooten verzoendag, b.v., als eerst met
groote devotie de veertien wetsrollen uit
de kostbare kast genomen zijn en door
de notabelen der gemeente in ommegang
gedragen, op de tafel der verhooging ge
steld zijn, leest, terwijl zij er, die vasthou
dende, rondom staan, de voorlezer het
Gemotiveerder is dan de expositie van de
neo-impreseionnisten Gross en Signac, al
konden zij by aanwezigheid van Gauguin,
van Gogh en Cézanne hier als inleiders van
het gewichtige keerpunt in den
tegenwoordigen ontwikkelingsgang gemist worden. Hun
werk valt naast dat dezer drie niet mee en
men kan zelfs tot het inzicht komen, dat
slechts onder den nieuwen vorm van de
pointillé-techniek of de diviseerende
klenrtoepassing het schilderij den schijn van
moderniteit aanneemt, als een uiterlijk kleed,
maar all kunstuiting ook weer vastgeraakt
is in het echoolsche stelsel. Bjj Signac vooral,
die zijn doek bedekt met zorgvuldig
aneengevoegde klenrplannetjes.zonder relief werking
en zonder werkelijke kleurdiepte, doet het
methodisch toebereide en uitgevoerde schil
derwerk wel wat aan pasteibakkerskunst
denken.
We zien het aan als een nieuw-modisch
verschijnsel, een technische proefneming, die
echter van belang is als een uiterste conse
quentie van het impressionnisme, een
eindpunt dus.
Maar van hieruit wordt de wandeling door
de salen een ware dooltocht voor hem, die
gewend is met den vertrouwden maatstaf
tentoonstellings-zalen keurend rond te gaan.
En zoo zijn er twee categorieën van voor
en tegenstanders deser nog vreemdsoortige
kunstuitingen, die nit gelijke gemakzucht,
een vooropgezet goed- cf afkeurende houding
aannemen. Het viel me op, dat de meest
buitensporige modernisten het verkoopbaarst
bleken. Het eigenaardige, of wel het
kenfchetsende van deze tentoonstelling is, dat
uit de opeenvolging van indrukken er nage
noeg geen zijn, die los van de andere, een
bizondere herinnering aan bepaalde werken
achterlaten ; zeoals al die zoekende schilders
zelf, tast de bezoeker van een tentoonstelling
als deze, wat in 't onzekere rond met zijn
oordeel. En al kan hij zich bewust worden dat
veel nit die nieuwerwetsche kunstuiting, en
kunstwijze, hem een raadselspel is, bedankt hij
niet in hoeverre het onbegrijpelijke heel een
voudig zijn oorzaak vindt in het
half-voldragene of onbereikte. De kunstenaar van tegen
woordig matigt zich volkomene vrijdom van
nitzegging aan. Het is zijn recht. Maar heeft de
beschouwer dan ook geen recht een verstaan
bare en afgeronde nitzegging te eisenen. Ligt
het in den lijn eener gezonde ontwikkeling
dat de intentie'a eener kunstuiting, zoo ver
scholen liggen als ware het een esthetisch
probleem dat de leek onkundig van die ver
nuft-spelingen, er big overtuigd wordt van
zijn onbekwaamheid in de oplossing. Is het
de roeping der kunst; te openbaren of nit
te leggen? Zal zij openbaren wat be-leefd
Ï3, of uitleggen de diep-liggende verwikke
lingen eener uitgedachte kunstformnle? Er
is een onderscheid tusfchen bezonnenheid
en voorbedachten rade in een kunstuiting
en het wil me zelfs voorkomen, dat het
gewichtigste element in alle menschelyk
gebed, in het Portugeeach, dat in het
Nederlandsen luidt: God bescherme
Hare Majesteit de Koningin der Neder
landen en Haren Koninklijken Gemaal;
Hare Majesteit de Koningin-Weduwe,
Mevrouw Hare -Moeder; de Afstamme
lingen van het Koninklijke Huis van
Oranje-Nassau; de doorluchtige leden,
die behulpzaam zijn in het Bestuur van
deze landen, en de Edele en Eerbiedwaar
dige Heeren Burgemeester en Magistraat
(Wethouders en Raadsleden) van deze
stad Amsterdam.
Ka het lezen van dit gebed, vangt de
lezing der wetsrol aan.
Da wet is den oprechten van de
Portugeesche Natie'', evenals den waren
Hoogduitschen Joden, heilig. Daarom
kennen en vieren zij De Vreugde der
Wet". Den bruigoms der "Wet" is het
gegeven die te lezen en daarbij eene
symbolische handeling te voltrekken.
Da bruigoms der Wet1' zijn twee per
sonen, waarvan de een de Vijf boeken
van Mozes van het einde af leest, waarna
de andere bruidegom, zoodra de eerste
ophoudt, terstond het begin der boeken
aanvangt te lezen. De symboliek hiervan
is, dat de liefde voor de wet zoo groot
is, dat, zoodra men de wet geëindigd
heeft, men haakt om onmiddellijk weer te
beginnen. Eene nooit eindigende liefde!
Er is in de kerk der Joden, naar
Vondel'a benaming voor Synagoge, veel
treffende, dat duidt op het in eere houden
der herinnering aan een lang verleden.
Den scherpen opmerker b. v. zal het niet
ontgaan, dat een stuk van de lijst onder
de Vrouwen gaanderij is weggehakt. Hij
geloove aan geen moedwil en aan geen
schennis. Het duidt op da verwoesting
van Jeruzalem en van den temp;l van
Salomon, het wil zeggen, dat na dien tijd
geen openbaar Jooisch gebouw geheel
volmaakt kan zijn.
De Synagoge der Portugeesch-Israëli
tische Gemeente is thans nog als bij de
inwijding, in 1675. Slechts de kleine glazen
in de ramen zijn door grootere vervangen.
Hat gebouw heeft
72ramen,incijferBOvereenkomende met dat der voluitgeschreven
letters van Grods naam 17 in den
voorgevel, 13 in den achtergevel en 21
in elk der beide zijgevels. Het midden
gewelf van den tempel rust op 4 kolom
men van Bremersteen; de van traliën
voorziene vrouwengalerijen ieder op 6
kolommen van Schotsshen steen. Vijf
lijen geel koperen kaarsenkronen dienen
tot verlichting van het gebouw. Als
meesterstukken van meubelkunst worden
beschouwd de Hechal" tegenover den
ingang, en de Tebah van kostbaar
Jaoarandhout. De Hechal heeft vijf deuren
van voren (de middelste dubbel) en
twee ter zijden. Boven de middeldeur,
door een kroonlijst daarvan gescheiden,
zijn tusschen twee kolommen twee
Wetstafelen geplaatst, gedekt door een
kroon, waarop ia Hebreeuwsche letters
te lezen staat: Kroon der Wet'". Op
da wetstafel staan de 10 Geboden.
Boven de architraven der beide uiterste
zijdeuren zijn de gekroonde schilden aan
gebracht. Pyramiden en snijwerk ver
sieren verder het keurig meubelwerk,
dat van binnen met goudieder is behangen.
In het middenruim en onder de twee
vrouwengalerijen is plaats voor 1227 per
sonen. De lage gebouwen rondom het
voorplein dienden en dienen tot vergader
plaats van Parnasaim, tot woningen voor
de beide voorlezers en voor den koster.
Thans heeft men ook in die woningen
een kostbare bibliotheek van de zeldzaam
ste prenten, curiosa en van Portugeseche
boeker.
De leden van Amstelodamum", die
door het wakkere bestuur, aangevuurd
door den President Professor Dr. H.
Brugmans, uitgenoodigd zijn om in den
aanvang van Oktober een bezoek te
brengen aan de Portugeesch Isralelitische
synagoge, zullen zeker de bibliotheek
niet onbezocht laten.
De bouw van de Portugeesche Synagoge
heeft volgens d a rekening en verantwoor
ding van Isaao de Pinto, thesaurier der
bouwcommissie, bedragen: een h*nderd
zes en tachtig duizend en zes gulden,
plus enkele stuivers. Het heiwerk en de
geheele binnen-inrichting er onder be
grepen.
J. H. Rössrss.
(Slot volgt.)
BOUWBEDRIJF TER EBBE VAN DEN OVERLEDEN MIKADO.
Naar een Japanache aqaarel, voorstellend links de Keizerin- we d a we, rechts de nieuwe Keizer en Keizerin
met hunne kinderen en eenige grootwaardigheidbekleeders in rouwtenne.
bedrijf, de B isonkenheid, aan het laatste 't
meest vreemd is.
De kunst met voorbedachten rade, ik vond
haar uiterste hier in het werk van Picasso
uit zijn laatsten tyd.
Hjj toont zich in sjjn vroeger werk (type:
Scka'iepieler) een schilder van talent en tevens
een mtbeelder met edele neigingen, al zijn
er ook zwemen van gekunsteldheid aan de
rankheid van zijn teekening en zijn zachte
kleur.
Uit een latere periode is zijn Cubisme",
hier vertegenwoordig! door enkele niet te
ontcijferen voorstellingen als: Frau mit Vio
line en Hand«linempieler. Deze schilderyen
zyn wel allereerst curieus om de duisterheid
van het voorgestel ie, maar toch ook merk
waardig als een beeld uit de werkelijkheid
getransponeerd tot een geometrüca
lijnenweefsel op den grondslag van den recht
hoek dat in zijn geheel niet onharmonisch
van ordening aandoet. Men voelt achter dit
werk den stuur van iemand, begaafd met
intelligentie eu schoonheidshevoel, maar die
tevens, misplaatsend zijn talenten, het doel
voorbystreefr. Want als kunstuiting is het
toch bovenal het verzinsel van een wel
schranderen geest, die zich verdiept (en
uitpu') in combinatie-systemen, maar het
contact met den hartslag aelf van de
leveuBverschijnselen heeft verbroken. De werkelijk
heid boeit hem alechta ia den
overdrachtelijken zin, ze is hem de stof waaraan de
kunstvorm te ontleanen is. Misschien zou
men kunnen spreken van een plastische
uitdrukking der werkelijkheid in beeldspraak,
of wel... een natuurverkrachting ter wille
van de kunst. Om dete kunstuiting te be
grijpen, is er niet zoozeer noodig de ruime,
gretige ontvankelijkheid van een opene ziel
(zooala bij Van Gogh, dien ieder niet door
de cultuur geachaadde mensen mott begrijpen)
maar een vlugge bevattelijkheid van verstand.
Het Cnbisme is een hoofdverschünsel in
de tegenwoordige strevingen en kan be
schouwd worden als een teeken van deca
dentie, maar tegelijk ook als een heenwij sing
naar het ontkiemen van jonge elementen.
Decadentie is het bij de enkelingen, die zie
op het systeem uitputten, die niet meer
streven, maar leerstellig doordrijver?. Ia het
algemeen gaat het Cabisme met andere
richtingen samen als een keering van nieuwe
begrippen en aspiratie'* tegen die van een
uitgeleefden tijdgeest.
Al heeft de vooruitstrevende beweging nu
ook vele bijloopera, die met weaenlooze
moderniteiten speculeeren als zakenmenschen
op de koersverandering der inzichten, dan
is dit nog een teeken te meer, dat de tijd
rijp is voor kentering. A Ie uitingen in ver
spreide richting wijzen erop, dat na de kunst
van de schielijke, vluchtige sensatie'?, er voor
de toekomst een aan 't groeien raakt: uiterlijk
van vaater dracht, en interljjk van wijder
strekking. Iniusscaen lijkt het wel cf al de
modernen van tegenwoordig slee lts blinde
werktuigen zijn van die evolutie, en zeker
zullen er veel van die opatuwers terugvallen
in bun machteloosheid.
Deje tentoonstelling in Keu'en, zoo be
langwekkend, gaf zeer sterk den indruk van
hulpeloosheid in daad en van geestelijk"
beperktheid. Slechts enkelen spraken zich ver
staanbaar en zonder stotteren uit. Den Zwitser
Hodler zon ik kunnen noemen als een die
zijn daad beheerscht in zijn breed geschraagde,
ABRAHAM KUYPEE.
Jengjportret van Dr. A. Kuyper.