Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1842
Moge de daling in dew waarden als een
logisch gevolg van den ciitieken toestand daar
ginds te zijn achten, geen zin heef c de BC lerpe
koersreactie in allerlei speculatie f e waarden,
die In geererlei opricht verband hebben
met dit conflict.
De buitengewone koersval in Geconsoli
deerde Patrol, aandeelen kan nog worden
geweten aan de vrees, dat Turkije te eeniger
tijd de Dardanellen weer eens sluit, waar
door het verschepen v*n Rameentche pe
troleum ernstige belemmering soa kannen
onderbinden; de daling in Orions vindt
daarin almede hare verklaring.
Doch moge de daling in de overige pe
troleum soorten psychologisch te verklaren
lijn, een redelrjken grond had zjj niet.
Wat eveneens gezegl kan worden van de
niet minder ernstige reactie iaTabaks-, Rubber
en andere dergelijke waarden.
Waar echter angstige houder»hun bezit
& toot p-ix opruimen, daar moet eene d
route ontstaan.
Ojk Amerikaanfcbe waarden werden hier
van l tot 2 pCt. beneden New-Yorksche
noieeringen afgedaan en in hoofdsaak werd
alles grif door Amerika geabsorbeerd.
Want men blijft daar ginds optimist, dank
«ij de schitterende omstandigheden, waarin
landbouw en nijverheid zich blijven bevinder;
De onnitgt voerde orders bij de 8
eelCojporation bedragen circa 300000 tons
meer dan het vorige kwartaal, van waar
de vaste tendens voor Steels in Ka «-York;
de ontvangsten der spoorwegen gaan be
langrijk vooruit ondanks de belemmerende
beslissingen van de Interstate Commissie,
soodat, ware het Balkan-coifl et niet in het
critieke stadium van thana gekomen, de
koersen der meeste speculatieve sharts ver
moedelijk niet onaanzienlijk hooger dan op
den huldigen dag zonden noteeren.
Van Staatswaarden konden ook Russen
niet geheel aan den indruk, dien de
Montenegrjjneche actie maakte, ontkomen.
De toestand van de geldmarkt blijft zeer
beledigend, wat ongetwijfeld nog van
wezenlijken steun in deze critieke dagen mag
worden geacht.
11 Oct. v. d. M.
v. d. B. te N. Van Uw schrijven is dank
baar nota genomen.
F. 8. Over 't geheel heerschte heden
een betere stemming, waarvan vooral de
locale ppecu'atiere waaiden proflt«erden;
ook Amerisaansche shares werden fractioneel
hooger verhandeld.
De lang aanhangig1»kwes'ie van den ver
koop van 250.('00.?aandeelen Shell
Transport, in het bezit der Koninklijke (niet
der Djrdtscae) heef c naar wordt medege
deeld, haar beslag gekregen, waafdoor de
Koninklijke eene winst van .£950.000.- zou
hebben te boeken.
« *
*
De rekening van de Balkan-Staten.
De hoop op het behoud van den vrede is
zoo goed als verdwenen; de kansen om deo
strqd alsnog te voorkomen, waren luttel, maar
men wanhoopte nog niet, totdat het kieine
Montenegro Dinsdag U. de kat de bellen
aanbond en Tarkye den oorlog verklaarde.
De kleine Balkan-staten willen hun slag
slaan en steunen daarbij op hun meer sterken
mede be ar g hebbende, het tot den stryd be
hoorlijk toegeruste Bulgarije. M-t dit land,
maken Griekenland, Servië en Montenegro
zie b. gereed hun oude rekening met den
gehaten Turk te venffenen.
Het oogenolik i»goed gekozen, tenzij heden
of morgen de vrede tusschen I alië en Turkije
worde gesloten, hetgeen volgens de Berichten
zeer waarschijnlijk ie. Dan zal Turkije zijn
buren-belager s de tanden laten zien en zullen
er vermoedelijk van het 4-tal minstens een
paar zijn, die jaren lang de naweeën zullen
gevoelen van bon roekeloos optreden van
thana.
Want dat vereffenen van de oude rekening
ia een voorwenisel, dat een oorlog als de
thans in aantocht zijnde niet kan rechtvaar
digen. Honderden jaren zijn voorbijgegaan
sedert de wij se, waarop de Turken de
heericbapprj over de bewoners van den B Ukan
uitoefenden, de ergernis van de beschaafde
wereld in de hoogste mate wekte en in de
laatste 50 jaren is daarin door het ingrijpen
van Europa wel degelijk veranderinggekomen.
Het jonge geslacht van thans, de bewoners
Brieyen over Belangrijke
Onderwerpen.
I. HET GELE GEVAAR.
Een vriend van mij is boekverkooper.
Dezer dagen trof ik hem slecht geluimd in
zijn kantoorrje. Op mijn vraag, wat hem
scheelde, wees hij op mijn jaszak In de
meening, dat hij geld van mij ter leen wilde
vragen, stak ik voorzichtigheidshalve mijn
hand in den zak en stuitte daarbij op een
exemplaar van Het Leven, dat ik juist op
straat hal gekocht en in den buitenzak
van mijn jas hal gestoken, zoodat het ge
deeltelijk zichtbaar was.
Ja," zei mijn vriend, «dat is het, dat
afschuwelijke Laven."
Ik begreep er nog niets van, toen hij
doorging: Weet je wel, dat ze gisteren
hun millioensten abonnéhebben gekregen?
Begrijp je, wat dat zeggen wil in een land
van 6000000 inwoners? Reken eens na:
van die zes millioen zijn toch zeker n
millioen kinderen, n millioen getrouwde
vrouwen, n millioen onvermogenden en
n millioen idioten; rest dus twee millioen,
en daarvan i»de helft geabonneerd op Het
Leven. Begrijp je niet, dat de boekhandel
daaronder lijdt? Al die manschen hebben
ons niet meer noodig; zij vinden alles in
dat driewerf vervloekte Gele Gevaar: humo',
S'aatjes, romans, novellen, wetenschappe
ke lectuur, en wij moeten maar zien, hoe
wij aan den kost komen."
Ja," waagde ik schuchter te zeggen,
Het Leven is een aardig blaadje."
Aardig," schreeuwde mijn vriend, noem
jÜdat aardig, die flauwe grappen (ld. ine
leventjes noemen zij die dingen), die eeuwige
kiekjes van de Koningin en den Prins, van
congressen, van spoor wegongelukk»n, die
prulnovellen, die keukenromans! Jij bent
al net als de rest Weet je hoe zij aan al
die aboncé's komen? Weet ja hoe? Door
hun on beschaam ie reclame. Bah!"
Hoor eet s," zei ik, je slaat door, je
overdrijft geweldig Onbeschaamde reclame ?
Vooreerst raad ik je aan dit niet in het
publiek te zeggen, want dan beginnen ze
een proces tegen je. Dat is meteen een mooie
reclame voor ze. Dan kom je zelf in Het
der vrije zelfstandige Balkan-staten wordt
door geheel andere drjjfveeren er toe ge
bracht van de moeieljjkheden, waarin het
Tnrksche rijk zich bevindt, misbruik te
maken.
Eensklaps ia in het eerlq'k gemoed van
den braven Griek, in het vrome hart van
den onzelftuehtigen Bulgaar, in de reine ziel
van den nobelen Serviër en in den edelen
borst van den vredelie venden Monteuegrijn
het onweerstaanbaar verlangen ontwaakt
om hunne atamgenooten te bevrijden van
het Turksehe jak.
Maar voor wat, hoort wat.
Griekenland gaat die grootsche roeping
verruilen in de hoop zijn gebied te vergrooten
met het aangrentend Epirns, misschien zelfs
met Kreta, waarop het reeds zoo lang en te
vergeefs begeerige blikken heeft gericht.
Bulgarije zal «ich voor zijn opofferingen met
Macedonië, Servië met het Sandjak Novibazar
tevreden stellen en Montenegro, welks koning
als schoonvader van den koning van Italië
vermeent ook wat meer te moeten gaan be
teekenen, vleit zich met de hoop, een gedeelte
van Albanië te kunnen impalmen.
Stryd en oproer op den Balkan is niets
vreemda in de laatst vervlogen honderd jaren.
Ia 1812 maakte de vrede van Bucharesteen
einde aan den oor'og tusschen Rusland en
Turkse. Ia 1828 ontbrandde de strijd pp
nieuw en b»dreigden de Rassen zelfs
Adrianopel. In 1854 b ak al weder de oorlog uit,
die in 1856 eindigde: de Rnssisch-TnrkEche
orrlog van 1877 ligt velen onzer nog in het
geheugen. Daarna kwam de strijd tnsschen
Servië en Bulgarije, waarbij de Serviërs een
treurige figuur maakten en de oorlog tusschen
Griekenland en Turkije, die ons geen hoog
denkbeeld kan geven van de groote dapper
heid van Griekenlands leger en vloot. Da
Grieken ondervonden toen maar al te zeer,
dat de Tarksche soldaten geen katjes zijn, om
zonder handschoenen aan te pakken.
En ditzelfde ondervinden de Italianen nu
reeds een jaar lang in Tripolis, ondanks
home meerderheid en hunne toepassing van
alle middelen, waarover de moderne
krijgswetenschap kan bef o dkken.
Behalve ait een oogpunt van menschel
kheid en de mogelijke gevolgen voor het
vredelievend Europa, is het voor de econo
mische ontwikkeling der daarojj betrokken
jonge staten te betreuren, dat ay de gunstige
resultaten, in de latere jaren van hnn zelf
standig bestaan onder de zegeningen van
den vrede verkregen, thans door
eennoodalooze daad van roekeloosheid gaan op het
spel zetten.
Want het zijn nog slechts zelfstandige
rukjes in wording, voor welke een langdurige
handhaving van den vredes-toestand maar
al te zeer noodig is en voor welke tbans de
welvaart, die zich geleidelijk begon te ont
wikkelen, ernstig wordt bedreigd door het
vooruitzicht op jarenlaogen achteruitgang.
En wanneer er sprake is van het vertfianen
hunner rekening, mogen de Balkan-staten
wel het etrst denken aan hunne rekening
met Europa in de ware beteekenis des woord j,
die voor hunne omstandigheden al
tameljjk hoog is opgeleop^n.
Om te baginnen met Bulgarije, de sterkste
in militaire weerkracht, maar van het 4-tal
ook de grootste debiteur van Europa.
Bepalen wij ons tot de hier ter beurze
verhandelde leeningen, dan heeft men de:
uw>pr. bfdrag jaldo in 1911
li jil't. Uyp. Ippnniig van 1892 frs. 12i.!)62,5UO frj. 86.7(11,51)0
5 ,. Tabak-lecniug ,. 1902 .. lUfi.'IOi'.OOO IOUÏII5.500
5 fgel-leening 1901 ,, HKI.UOO.OuO .. i)], 111,500
4J/£vGoud-leening I9IIÏ ., Hö.Oull.UUO .. li3.ltill.UOO
'i^i .. Itening ,. 1909 182,000.000 181.219,1110
Deze laatste leening heeft geen aangewezen
onderpanden als zekerheidsstelling, doch is
nitslittend gebaseerd op de kredietwaardig
heid van den Balgaarscnen staat. Deze heeft
bovendien gegarandeerd een 5 pCt. leening
van de hoofdstad 8. fia van 1906, groot
frs. 35.0UO.OOO, te Berlijn geëmitteerd, en een
4% pCc. leening van 1910 ad frg. 15.( 00.000,
die ook aan inze beurs wordt veroaadeld,
i er wij l in L9U verder een stedelijke leening
van frs. 30.000000 werd gevoteerd.
De pogingen, in den laatsten tijd door de
Bulgaarscae regeering te Parijs in het werk
gesteld, om een leening van t f e. 180.000.000
af te si BI ten, nebben het gewenscüta
retnttaat nog niet opgeleverd. Da beurs aldaar
onthield zie a tot dasver van Baigaareche
liiliiiiiiiimiiiiiMHiiiiiiimMiiiiimiiiiiMi MINIMI miiiiMiiiiiiiiitmiiiiu!
Laven en je advocaat en hun advocaat en
de terechtzitting en je krijgt misschien nog
boete ook. Bovendien wat voor onbeschaamde
zit er nu in die reclame van Het Laven ?
Iedereen maakt tegenwoordig reclame.
Maar wat je zegt: Hun millioenste abonné?
Hoe weet je dat ?"
Wel, van nummer millioen zelf Het is
mijn barbier. Hij vertelde het mij van
ochtend. Zijn portret komt natuurlijk de
volgende week in Het Leven. Da vent is er
opgetogen over. Zij hebben hem in de
redactiekamer ontvangen met bitter en
sigaren en zij hebben hem onder geheim
houding verteld van hun nieuwste
reclameplannen. M»ar de kerel kon het niet voor
zich houden: Weet ja wat zij nu gaan doen?
Op Sint Nicolaas plakken zij het hetle
RijksMuseum van onder tot boven vol mat die
misselijke gele reclame-biljetten, net als ze
op den Vijgendam heoben gedaan. Ea als
ze dan niet dadelijk twee millioen abonné's
hebben, plakken ze alle grafzerken op de
Oude Oosterbegraafplaats vol, en als dat
niet helpt, pleegt de hoofdredacteur op den
Haarlemmerdijk harikari, allemaal voor de
reclame".
Harakiri" verbeterde ik.
Harakiri of harikari, wat geeft een boek
handelaar om die larie! God geve dat
het gebeurt! Ja, ik ben geen kwade vent,
maar dien opschepper, dien prul auteur, die
niet eens Hollandach zonder fouten kan
schrijven, die reclame-kolom, dien gun ik
het, of neen, ik gun het hem eigenlijk
niet, want hij is in staat in de hel ook
nog reclame voor Het Leven te maken.
En die lui in de hel heoben het al erg
genoeg".
Hier zweeg müa vriend. Hij veegde zich
het zwoet van het voorhoofd en zeeg op
een stoel neer.
Jongen", begon ik, je bent onredelijk:
Je hebt van a tot z ongelijk. Ik vind Het
Leven een verdienstelijke creatie. Die z.g.
kleine leventjes zijn werkelijk allergrappigst.
Zelfs in het buitenland lacht men er om
en worden z\j in de geïllustreerde bladen
overgenomen, soms zelfs reeds vór dat zij
in Het Leven verschijnen. Dikwijls heb ik
b.v. in Jugend" anecdotes gelezen, die
geemissiën en onder de tegenwoordige om
standigheden zal züvan dezen gedragslijn
voorloopig hoogst waarschijnlijk niet afwijken.
Serve en Griekenland zijn op de
fondsenmarkt niet bepaald als primasoliede bekend.
De hier verhandelde 4 pCc. Servische
Goudleening van J 895 is een uitvloeisel van de
oorspronkelijke 6 pCt. schold, die bij ge
dwongen conversie op legeren rente-voet
werd gebracht. Het bedrag dezer leening,
bij da uitgifte frs 355.392000 groot, was op
l Januari 1911 tot fr*. 336.840.000 verminderd.
Evensoo werd de 3 pCt. Sarvische
premieleening van 1885, oorspronkelijk frs 33,000.000
groot, in 1896 tot een 2 pCt. fonds terugge
bracht, waarvan nu nog /re. 21 920.000 in
omloop is. Voegt men daarbij de te Parijs
uitgegeven 5 pCt. leening van 1902 ad
frs. 60.000.000, de 4 % pCt. ad frs. 95 000 000
en een 4}4 tCt. segel-leeniag van 1909 ad
frs. 150.000000, dan komt men, met eenige
kleinere leeninsrpn, tot een totale schuld van
bijna frs. 6SO.OOO.OOO, voor den dienst waar
van ongeveer 34 millioen per jaar noodig is,
d.i. bijna 30 p04. van de totale
staatsinkomsten.
Griekenland heeft het zoo bont gemaakt.,
dat het aan onze beurs is geboycot. In 1893
staakte het zjjn betal ng*n;da vroegere 5 pCt.
leening van 1881/1884 ten bedrage van
f r». 206.735.000 werd op een rentevoet van
1.6 pCt. taruggebracht. Voorts heeft 't nog
te zijnen laste een:
4 pCt. g'COEsol. Gondl. groot 5.000 000
4 Goudl. van 1890 3.595000
4 Monop.-I. v. 1887 fri». 135.00il.000
5 Piraeus-1. v. 1893 352.940
Montegreno neemt nog een bescheiden
plaats als emittent in; enkele jaren geleden
sloot het zijn eerste staatsleening, groot
250.000.?te Londen af.
Hoe de uitslag vanden thans voorgenomen
oorlog ook moge zijn, zeker zal na afloop
daarvan de rekening van de krijgslustige
Balkan-staten vrij wat hooger en de vereffe
ning daarvan heel wat moeilijker worden.
11/10 '12. v D 8.
IIIIUIIIIIMIIMMIIMII
Art. 72 Grondwet.
Aan A. D. te A'dam.
Uw betoop, aangaande de wenschelükheid
om in art. 72 dar Grondwet de woorden Hij
de gratie Gjds" te ecorappen, is overbodig.
In ons hoogste Staatsttnlr, te beginnen met
de Grondwet van 1814, koman deze woorden
niet voor!
Bij de herziening van 1887 werd door De
Gser een amendement ingediend, strekkende
om art. 72 met gemelde uitdrukking aan te
vullen. De portee van dit amendement was,
te doen uitkomen dat de koninklijke macht
door het Opperwezen is ingesteld.
Dit amendement werd verworpen. Door
deze verwerping kan men aannemen dat de
Grondwetgever van 1887 een tegenoverge
stelde meening huldigde.
Uw bewering, dat onze Grondwet de mee
ning huldigt dat de opdracht van het
opper«esag in de Nederlanden aan Willem I en
diens nakomelingen alleen geschiedde bij
(tiever: door) de gratfe G9ds"" is dus
onjnist.
Dat regelmatig bij afkondiging van wetten
in hat formulier de woorden hy de gratie
Goda" worden ingevoegd is mogelijk door
het woordje en*." achter Wij" in hat grond
wettig formulier. Hoewel nu dit gedeit 1887
01 grond wettig is.
Zweeloo (Dr.) J. KOLLB.
Peccavi!
Ik dank den heer Kolle voor zijn terecht
wijzing.
It ben niet in het bezit eener cfficieele
uitga re dar grondwet, maar hèD clacits de
door boekhandelaren gedane uitgaven.
Met velen verkeerde ik steeds in de meening,
dat het in die uitgaven voorkomende woord
enz." was gebezigd by verk rting, ten einde
ruimte te laten voor de invulling van naam
en titels van het Hoofd van den S'nat.
Nu echter bet amendemnnt- De Gaer, om
de woorden bij de ara'ie Gads" in het for
muiier van afkondiging na contradictoir
debat werd verworpen, had men althans an
toen af moe en opQouden, deze woorden in
stolen waren uit Het Leven, dat een week
later verschijnen zou. Zoo zijn zij daar er
als de kippen bij. Ea dat zij die grappen
Kleine Leventjes noemen, daar steekt toch
ook niets in. Ik ben overtuigd dat de redactie
zalf niet eens weet waarom zij die dingen
zoo noemt".
Reclame", zuchtte mijn vriend.
Houd ja mond," zei ik, en laat mij uit
praten. Jij vindt die prentjes niet aardig
van de Koningin en van den Prins. In
De Prins komen ze oak voor. Jij bent zeker
socialist. Ieder weldenkend Nederlander
vindt die prentjes mooi. Het is overigens
een goed werk van Het Laven, ons volk
meer bekend te maken met zijn vorstelijk
huis. Dat is echt patriottisch."
Dat doet hij om een lintje te krijgen."
Neen, dat doet mijnheer van Erleroort
niet om een lintje Wat geeft een artist
als hij, om een lintje? Ja, een artist, want
dat is hij. Heb je Vrouwenflirt gelezen ?
Neen, natuurlijk niet. Maar ik lees het, en
ik ze?' je, het is mooi De titel allén is al
iets bezonders: Vrouwenflirt, niet
mannenflirt, begrijp j}, maar Vrouwenilirt"
Dat vind ik onzedelijk," zei mijn vriend.
Vrouwen behoeven onder elkander niette
irten."
Ja bent gek," zei ik, zoo bedoelt mijn
heer van Erlevoorde het niet. Het is alles
heel fatsoenlijk van een heer en van een
dame."
Dan kent de vent geen Hollandsen," was
het antwoord.
Dat is wel mogelijk,' zei ik, maar het
is mooi. Luister maar:
Dolf keek haar aan. Er lag iets als
een angst in haar oogen, er brandde
een luimig verlangen in, maar hij
schuchterde, durfde niet gelooven, niet
begrijpen wat ze bedoelde.
OS je nog bij me komt, toe gauw,
zeg op, kom je straks nog, nu dat Jo
weggaat, toe dan, spreken we af, hier,
hoe laat kun je?
Of ik hier kom, hoe en wanneer
aarzelde Dolf nog, die onwillekeurig
een stap achteruit gegaan was.
Vannacht! klonk het tluisterzacht.
Maar dwars door de gesmoorde stem
het formulier te gebruiken. Mijn beswaar
er tegen is thans nog te grooter geworden.
TOMIS toch blijken de woorden af te wijken,
zoowel van de letter, als van den geest der
grondwet. *
A. D.
9e Jaargang. 13 October 1912.
Redacteur: J. DE HAAS,
Graaf Florisstraat 15', Amsterdam.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
(Het onderstaande artikel werd op ons
verziek door den bekenden dam-ltuoret'cut C. Blan
kenaar geschreven en wordt, buiten onzen
Damredacteur om, hier geplaa'st. Red.)
DE D AM SPELER J. DE HAAS.
De jongste wedstrijd heeft opnieuw be
wezen, dat er op dit moment zes figuren
zijn, die in de internationale dam wereld ala
speler beteekenis hebben. Deze
dam-celebriteiten zijn: Hoogland, Dr. Molimard, Weiss,
Bonnard, Fabre en last not least de Haas.
Buiten dezen kring kunnen wij natuurlijk
nog'eeoige verdienstelijke spelers aanwijzen,
maar de aandacht ia terecht geconcentreerd
op dit sterke zestal. Onder hen zal voort
durend de wereldkampioen schuilen.
Tot deze greep bijsonder begaafde spelers
behooren nu twee Hollanders: de 20 jarige
Hoogland en nestor de Haai. Hiogland is,
afgescheiden van zijn succes in Rotterdam,
een waar dam-phenemeen. H (j behoort
ontegenzeggelijk tot de sterkste spelers van
dezen tijd, een "echt natnurtalent en... een
gelnkskind.
Dit laatste kan men van de Haas niet
zeggen. Op de Haas schijnt een noodlot te
rusten : Hij mag geen wereldkampioen wor
den l" Bene andere verklaring kunnen wij
niet geven; want laten wij eens nagaan wat
hij als speler presteert.
Men kan in het damspel drie groote lijnen
trekken: de opening, het midienspel en Let
eindepal. Van opening en middenspel heeft
de Haas een grondige studie gemaakt.
Evenwel zijn Hoogland en Molimard niet
minder tehuis op dit tirreir. Hierin werdt
de Haas das geë renaard. Maar wat hem tot
eene geheel aparte vertchijning maakt, wat
de kern genoemd kan worden van ayn
damgenie, dat is zijn overbiufltand eombineeren
wanneer er weinig stukken op het bord
staan. Ia het eindspel gevoelt hy zich tehuis
als een visch in het water. Het eindspe!, dat
diepe en gevaarlijke water van het damspel.
En nu gebeurde er in Rotterdam iets
merkmaarwaardigB. Het was in zyn strijd tegen
Molimard,
Twee felle vernuften!
Molimard de geniale man van het
middenspe!; de Haas de hercules van het eindspel.
Voor den aandacht igen toeschouwer was,
hetgeen toen plaats vond, hoogst interessant.
De Haas noodzaakte Molimard hem te volgen
Laar het eindspel. Daar wcedde als het ware
een strijd tusschen kaaiman en panter.
Onverbiddelijk werd de panter, in dit geval
M ilimard. naar het voor hem nootlottige
element getrokken en daar finaal afgemaakt.
Hier heeft de Haas een geheel nieuwe
tactiek gevolgd en gevoeld welke richting hrj
uitmoet. Deze belangwekkende speler is als
veelzijdig kenner van het damspel dan ook
zonder evenknie. Hij heeft meer dan een
scherp- gepnnten pijl in zijn koker.
Ean bejaard toeschouwer bij den laatsten
wedstryd fluisterde, nadat hy de Haas zorg
vuldig bespied bad:
Die man haalt diep uit!"
Ju^st! geen luchtige, sierlijke speler is
de Haas, maar een die diep graaft.
Wat de Haas overigens voor het damspel
doet, willen wij hier niet uitvoerig releveeren.
De ontzaglijke moeite, die h|j zich getroost
om zijn geliefd spel te propageeren, de zwakke
spelers te onderrichten, maakt hem tot een
uitnemend leermeester.
Zal het noodlot zich nog eens keeren?
Zil de Haas nog eens wereldkampioen
worden?
Ook zonder dien hoogsten titel zal de Haas
voor ons blijven de Ideale damspeler.
C. BLANKBKAAR.
laaide een fel, koortsend verlangen en
als voalde ze de schaamte, spreidde ze,
ondanks het duister zich de hand tot
waaier van vingers voor de oogen, bad
haar stem in een smeekende herhaling:
Vannacht!
Maar daar klonk de aanpassende tred
van den architect alweer in knette
rende kraking o/er het grint en ach
ter hem kwam de meid mee, die een
paar liesschen droeg en een blad met
glazen en een h oogen koeler vol ijs.
Mooi, niet waar," zei ik, die tegenstel
ling van Vuur en IJs Het Laven kan
gelden voor een letterkundige kracht. Je
bent bevooroordeeld. Ook scheldt jij op die
foto's van congressen en
spoorwegoogelukken. Dat is alweer even ongemotiveerd.
Die prentjes zijn hoogst nuttig. Denk jij,
dat zooveel menschen tegenwoordig naar
congressen zouden gaan, als zij niet hoopten
op die manier hun portret in het Laven te
krijgen? Zoo worden kunsten en weten
schappen bevorderd door de reclame voor
de congressen."
Jawel," zei mijn vriend, reclame. Moeten
ze voor spoorwegongelukken soms ook re
clame maken?"
Hoor eens," zei ik, sinds het Leven z\jn
lezers gratis tegen ongevallen verzekert,
is het zeker niet ongepast den menschen
het gevaar van reizen in herinnering te
brengen. Dat is een zeer geoorloofde
reclame."
Al weer reclame," riep mijn vriend.
Zeur toch niet zoo, over die reclame,"
riep ik ongeduldig. Wat wil je toch ? Zij
zijn op hun tijd degelijk ook. Daar heb je
hun enquête over de afschaffing van het
Fransch op de Lagere School. Daar is een
der redacteuren drie weken mee bezig ge
weest. Drie weken heeft de man niets
anders gedaan dan anderen over die kwestie
te laten schrijven. Al dien tijd heeft hij er
zelf over nagedacht. En toch heeft hij be
scheidenlijk over de zaak niets gezegd dat
de moeite waard was. Dat is toch waar
achtig geen reclame. Een bewijs ook dat
zij niet van drukte houden bij het Leven,
is, dat zij zoo tegen het Fransch zijn. Ik
houd het er voor, in de eerste plaats omdat
ONZE CURSUS".
Prijsvraag.
II
Wit speelt en wint.
O o te lossen met
eindspel.
Stand.
Zwart 6 schijven op
3, 7, 10, 15, 33, 39.
Wit 8 schijven op
13, 18, 21, 24, 27, 32,
37, 48.
Voorwaarden voor deelneming.
1. Deelnemers mogen niet ouder zijn dan
17 jaar.
2. Oplossingen moeten binnen 8 dagen
na heden in ons bezit zijn.
3. Het eindspel moet uitvoerig behandeld
worden in alle varianten.
4. Men zende in onder opgaaf van leeftijd.
Onder de inzenders van correcte oplossin
gen zal worden verloot het standaardwerk
van De Haas en Battefeld Het Damspel",
Theorie en Pwctjjk, in prachtband. (Uitgave
van Goor Zonen, t»Gouda).
Voor zoover beschikbaar, zullen degenen,
die geregeld correcte oplossingen inienden
en geen prijs winnen, een diagramboek ont
vangen.
Doet allen uw best. Het vraagstuk is door
mij samengesteld en de oplossing zal u ge
noegen doen. GJJ moogt a echter niet laten
helpen.
De valzef.
Bjj dergelijke openingsslagsetten is het
van groot belang ook voor wit de toepassing
te kennen. Wit speelt steeds het eerst en
daardoor wordt het gemakkelijker voor zwart
een typeslag ait te voeren dan voor wit.
Het is daarom een groote verdienste van
wijlen meester Lec'erq geweest, deze slagen
steeds voor beide kleuren aan te geven.
Thans volgt dan de Valzet" toegepast
voor wit.
Wit 33 28, zwart 18-22,
wit 3833, zwart 18-18,
wit 43-38, zwart 9 13,
?it34 80,zwart 18 237?
(Zie diagram).
Nu voert wit denzelf
den zet uit als vo'gt:
wit 30-24, zwart 19-30 a)
wit 35:24, zwart 20:29,
wit 33:24, zwart 22:33,
wit 38 20 en wint voor
loopt g 3 schijven.
(a) 20.29, wit 33:24, zwart 19:30, wit 35:24
zorgt er steeds voor dat zwart met 22:33
slaan moet, wit 38:20.
OPLOSSING VAN HET VRAAGSTUK.
Stand.
Zwart 12 BchUven op 6, 8, 10, 12, 13, 16,
18, 19, 22. 23, 29, 45.
Wit 12 schijven op 16, 21, 25, 26, 30, 37,
39, 41, 42, 43, 44, 50.
W. 44.4030-242117 16743-3837:19 26:3
'Li. 46.34 i9:3U22 l .(<?) 12:i 3*:32 i3:24.
(«) W 27:' 9 4* 38 ?5:3.
Zw. 1.2:21 13:24 34:3<J.
Een aardig vraagstukje van onzen jongen
vriend.
Goede op'osiingen ingezonden door: Dirk
Struik en Thomas Struik belden te Rot
terdam.
EEN GROOTE WEDSTRIJD.
DeDamclub Zaandam" organiseert morg:n
in caféNeof" aldaar een groep»nwedstrjjd
voor spelers uit de Zaanstreek. Ni t minder
den 90 personen hebben zich reeds
opgeeven, v elk aantal wel getuigt van
damleven in deze streek. De Nederlandsche
Dambond he*ft voor dezen wedstrijd ean
medaille beschikbaar gesteld.
CORRESPONDENTIE.
D. v. N., te R. Uw aan vargazet is foutief
'op 21-17, zwart 12:21, wit 26.28, zwart 23:32,
wit 37:28 en dan is zivart aan den zet.
llllillllllllliillllllliiiiiinillliiniilllllllllllllliiliiiiiiiiiiliiiillllllliiiiiiiiii
züniet van de Fransche drukte en
windmaker ij moeten hebben. Vanwege de con
currentie, zal je zeggen, maar dat is een
geldige reden. En dat een man als Jonk
heer van Loon te Amsterdam het Laven tot
zijn lijforgaan heeft gemaakt, zegt al meer
dan genoeg. Weet jij wel dat allén ten
gevolge van dit artikel over het Fransch
in den Haag acht menschen de koppen by
elkaar hebben gestoken en een Lagere
School zonder Fransch hebben opgericht.
Ea wat voor koppen! Koppen van
eersterangs staatslieden waren er bij, althans van
een Kamerlid, waarmede de redacteur van
den Haag naar Amsterdam heeft gereisd
(in de eerste klasse). Je kunt het allemaal
in het Leven van l October lezen."
Geloof jij dan alles, wat in Het Leven
staat?" vroeg mijn vriend.
Of ik alles geloof wat in Het Leven
staat?" vroeg ik, Ja zeker, net als ik alles
geloof wat in den Bijbel staat".
Ik wist niet, dat jij zóorthodox was
geworden," zei de boekhandelaar, terwijl
hij mij doordringend aankeek.
Ik deed alsof ik deze ongepaste opmer
king niet hoorde en vervolgde: En wat
jouw barbier verteld heeft van de nieuwe
reclameplannen van Het Laven, daar geloof
ik niet veel van. Zij hebben di«-n vent wat
op de mouw gespeld, ten minste wat be
treft het beplakken van het Rijksmuseum
en van de grufoteenen op de Ou ie Oosterbe
graafplaats. Zoo dom zijn zij niet: Op de
begraafplaats komt geen levende ziel en
dus zou niemand er iets van merken, want
wat de dooden betreft, die zijn toch onbe
middeld, en het Rijksmuseum? Dat zou
niemand van Het L >ven verwonderen. En
daarom zullen ze het natuurlijk juist niet
does I Neen, zoo'n domme reclame waar
ieder op wacht, zullen ze niet maken. Die
harakiri van den hoofdredacteur, ja, dat zou
ik wel een verstandige reclame vinden."
Ik ook," zei mijn vriend.
Daarop namen wij afscheid van elkander.
LEOXYDAS.