De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 13 oktober pagina 10

13 oktober 1912 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1842 Moge de daling in dew waarden als een logisch gevolg van den ciitieken toestand daar ginds te zijn achten, geen zin heef c de BC lerpe koersreactie in allerlei speculatie f e waarden, die In geererlei opricht verband hebben met dit conflict. De buitengewone koersval in Geconsoli deerde Patrol, aandeelen kan nog worden geweten aan de vrees, dat Turkije te eeniger tijd de Dardanellen weer eens sluit, waar door het verschepen v*n Rameentche pe troleum ernstige belemmering soa kannen onderbinden; de daling in Orions vindt daarin almede hare verklaring. Doch moge de daling in de overige pe troleum soorten psychologisch te verklaren lijn, een redelrjken grond had zjj niet. Wat eveneens gezegl kan worden van de niet minder ernstige reactie iaTabaks-, Rubber en andere dergelijke waarden. Waar echter angstige houder»hun bezit & toot p-ix opruimen, daar moet eene d route ontstaan. Ojk Amerikaanfcbe waarden werden hier van l tot 2 pCt. beneden New-Yorksche noieeringen afgedaan en in hoofdsaak werd alles grif door Amerika geabsorbeerd. Want men blijft daar ginds optimist, dank «ij de schitterende omstandigheden, waarin landbouw en nijverheid zich blijven bevinder; De onnitgt voerde orders bij de 8 eelCojporation bedragen circa 300000 tons meer dan het vorige kwartaal, van waar de vaste tendens voor Steels in Ka «-York; de ontvangsten der spoorwegen gaan be langrijk vooruit ondanks de belemmerende beslissingen van de Interstate Commissie, soodat, ware het Balkan-coifl et niet in het critieke stadium van thana gekomen, de koersen der meeste speculatieve sharts ver moedelijk niet onaanzienlijk hooger dan op den huldigen dag zonden noteeren. Van Staatswaarden konden ook Russen niet geheel aan den indruk, dien de Montenegrjjneche actie maakte, ontkomen. De toestand van de geldmarkt blijft zeer beledigend, wat ongetwijfeld nog van wezenlijken steun in deze critieke dagen mag worden geacht. 11 Oct. v. d. M. v. d. B. te N. Van Uw schrijven is dank baar nota genomen. F. 8. Over 't geheel heerschte heden een betere stemming, waarvan vooral de locale ppecu'atiere waaiden proflt«erden; ook Amerisaansche shares werden fractioneel hooger verhandeld. De lang aanhangig1»kwes'ie van den ver koop van 250.('00.?aandeelen Shell Transport, in het bezit der Koninklijke (niet der Djrdtscae) heef c naar wordt medege deeld, haar beslag gekregen, waafdoor de Koninklijke eene winst van .£950.000.- zou hebben te boeken. « * * De rekening van de Balkan-Staten. De hoop op het behoud van den vrede is zoo goed als verdwenen; de kansen om deo strqd alsnog te voorkomen, waren luttel, maar men wanhoopte nog niet, totdat het kieine Montenegro Dinsdag U. de kat de bellen aanbond en Tarkye den oorlog verklaarde. De kleine Balkan-staten willen hun slag slaan en steunen daarbij op hun meer sterken mede be ar g hebbende, het tot den stryd be hoorlijk toegeruste Bulgarije. M-t dit land, maken Griekenland, Servië en Montenegro zie b. gereed hun oude rekening met den gehaten Turk te venffenen. Het oogenolik i»goed gekozen, tenzij heden of morgen de vrede tusschen I alië en Turkije worde gesloten, hetgeen volgens de Berichten zeer waarschijnlijk ie. Dan zal Turkije zijn buren-belager s de tanden laten zien en zullen er vermoedelijk van het 4-tal minstens een paar zijn, die jaren lang de naweeën zullen gevoelen van bon roekeloos optreden van thana. Want dat vereffenen van de oude rekening ia een voorwenisel, dat een oorlog als de thans in aantocht zijnde niet kan rechtvaar digen. Honderden jaren zijn voorbijgegaan sedert de wij se, waarop de Turken de heericbapprj over de bewoners van den B Ukan uitoefenden, de ergernis van de beschaafde wereld in de hoogste mate wekte en in de laatste 50 jaren is daarin door het ingrijpen van Europa wel degelijk veranderinggekomen. Het jonge geslacht van thans, de bewoners Brieyen over Belangrijke Onderwerpen. I. HET GELE GEVAAR. Een vriend van mij is boekverkooper. Dezer dagen trof ik hem slecht geluimd in zijn kantoorrje. Op mijn vraag, wat hem scheelde, wees hij op mijn jaszak In de meening, dat hij geld van mij ter leen wilde vragen, stak ik voorzichtigheidshalve mijn hand in den zak en stuitte daarbij op een exemplaar van Het Leven, dat ik juist op straat hal gekocht en in den buitenzak van mijn jas hal gestoken, zoodat het ge deeltelijk zichtbaar was. Ja," zei mijn vriend, «dat is het, dat afschuwelijke Laven." Ik begreep er nog niets van, toen hij doorging: Weet je wel, dat ze gisteren hun millioensten abonnéhebben gekregen? Begrijp je, wat dat zeggen wil in een land van 6000000 inwoners? Reken eens na: van die zes millioen zijn toch zeker n millioen kinderen, n millioen getrouwde vrouwen, n millioen onvermogenden en n millioen idioten; rest dus twee millioen, en daarvan i»de helft geabonneerd op Het Leven. Begrijp je niet, dat de boekhandel daaronder lijdt? Al die manschen hebben ons niet meer noodig; zij vinden alles in dat driewerf vervloekte Gele Gevaar: humo', S'aatjes, romans, novellen, wetenschappe ke lectuur, en wij moeten maar zien, hoe wij aan den kost komen." Ja," waagde ik schuchter te zeggen, Het Leven is een aardig blaadje." Aardig," schreeuwde mijn vriend, noem jÜdat aardig, die flauwe grappen (ld. ine leventjes noemen zij die dingen), die eeuwige kiekjes van de Koningin en den Prins, van congressen, van spoor wegongelukk»n, die prulnovellen, die keukenromans! Jij bent al net als de rest Weet je hoe zij aan al die aboncé's komen? Weet ja hoe? Door hun on beschaam ie reclame. Bah!" Hoor eet s," zei ik, je slaat door, je overdrijft geweldig Onbeschaamde reclame ? Vooreerst raad ik je aan dit niet in het publiek te zeggen, want dan beginnen ze een proces tegen je. Dat is meteen een mooie reclame voor ze. Dan kom je zelf in Het der vrije zelfstandige Balkan-staten wordt door geheel andere drjjfveeren er toe ge bracht van de moeieljjkheden, waarin het Tnrksche rijk zich bevindt, misbruik te maken. Eensklaps ia in het eerlq'k gemoed van den braven Griek, in het vrome hart van den onzelftuehtigen Bulgaar, in de reine ziel van den nobelen Serviër en in den edelen borst van den vredelie venden Monteuegrijn het onweerstaanbaar verlangen ontwaakt om hunne atamgenooten te bevrijden van het Turksehe jak. Maar voor wat, hoort wat. Griekenland gaat die grootsche roeping verruilen in de hoop zijn gebied te vergrooten met het aangrentend Epirns, misschien zelfs met Kreta, waarop het reeds zoo lang en te vergeefs begeerige blikken heeft gericht. Bulgarije zal «ich voor zijn opofferingen met Macedonië, Servië met het Sandjak Novibazar tevreden stellen en Montenegro, welks koning als schoonvader van den koning van Italië vermeent ook wat meer te moeten gaan be teekenen, vleit zich met de hoop, een gedeelte van Albanië te kunnen impalmen. Stryd en oproer op den Balkan is niets vreemda in de laatst vervlogen honderd jaren. Ia 1812 maakte de vrede van Bucharesteen einde aan den oor'og tusschen Rusland en Turkse. Ia 1828 ontbrandde de strijd pp nieuw en b»dreigden de Rassen zelfs Adrianopel. In 1854 b ak al weder de oorlog uit, die in 1856 eindigde: de Rnssisch-TnrkEche orrlog van 1877 ligt velen onzer nog in het geheugen. Daarna kwam de strijd tnsschen Servië en Bulgarije, waarbij de Serviërs een treurige figuur maakten en de oorlog tusschen Griekenland en Turkije, die ons geen hoog denkbeeld kan geven van de groote dapper heid van Griekenlands leger en vloot. Da Grieken ondervonden toen maar al te zeer, dat de Tarksche soldaten geen katjes zijn, om zonder handschoenen aan te pakken. En ditzelfde ondervinden de Italianen nu reeds een jaar lang in Tripolis, ondanks home meerderheid en hunne toepassing van alle middelen, waarover de moderne krijgswetenschap kan bef o dkken. Behalve ait een oogpunt van menschel kheid en de mogelijke gevolgen voor het vredelievend Europa, is het voor de econo mische ontwikkeling der daarojj betrokken jonge staten te betreuren, dat ay de gunstige resultaten, in de latere jaren van hnn zelf standig bestaan onder de zegeningen van den vrede verkregen, thans door eennoodalooze daad van roekeloosheid gaan op het spel zetten. Want het zijn nog slechts zelfstandige rukjes in wording, voor welke een langdurige handhaving van den vredes-toestand maar al te zeer noodig is en voor welke tbans de welvaart, die zich geleidelijk begon te ont wikkelen, ernstig wordt bedreigd door het vooruitzicht op jarenlaogen achteruitgang. En wanneer er sprake is van het vertfianen hunner rekening, mogen de Balkan-staten wel het etrst denken aan hunne rekening met Europa in de ware beteekenis des woord j, die voor hunne omstandigheden al tameljjk hoog is opgeleop^n. Om te baginnen met Bulgarije, de sterkste in militaire weerkracht, maar van het 4-tal ook de grootste debiteur van Europa. Bepalen wij ons tot de hier ter beurze verhandelde leeningen, dan heeft men de: uw>pr. bfdrag jaldo in 1911 li jil't. Uyp. Ippnniig van 1892 frs. 12i.!)62,5UO frj. 86.7(11,51)0 5 ,. Tabak-lecniug ,. 1902 .. lUfi.'IOi'.OOO IOUÏII5.500 5 fgel-leening 1901 ,, HKI.UOO.OuO .. i)], 111,500 4J/£vGoud-leening I9IIÏ ., Hö.Oull.UUO .. li3.ltill.UOO 'i^i .. Itening ,. 1909 182,000.000 181.219,1110 Deze laatste leening heeft geen aangewezen onderpanden als zekerheidsstelling, doch is nitslittend gebaseerd op de kredietwaardig heid van den Balgaarscnen staat. Deze heeft bovendien gegarandeerd een 5 pCt. leening van de hoofdstad 8. fia van 1906, groot frs. 35.0UO.OOO, te Berlijn geëmitteerd, en een 4% pCc. leening van 1910 ad frg. 15.( 00.000, die ook aan inze beurs wordt veroaadeld, i er wij l in L9U verder een stedelijke leening van frs. 30.000000 werd gevoteerd. De pogingen, in den laatsten tijd door de Bulgaarscae regeering te Parijs in het werk gesteld, om een leening van t f e. 180.000.000 af te si BI ten, nebben het gewenscüta retnttaat nog niet opgeleverd. Da beurs aldaar onthield zie a tot dasver van Baigaareche liiliiiiiiiimiiiiiMHiiiiiiimMiiiiimiiiiiMi MINIMI miiiiMiiiiiiiiitmiiiiu! Laven en je advocaat en hun advocaat en de terechtzitting en je krijgt misschien nog boete ook. Bovendien wat voor onbeschaamde zit er nu in die reclame van Het Laven ? Iedereen maakt tegenwoordig reclame. Maar wat je zegt: Hun millioenste abonné? Hoe weet je dat ?" Wel, van nummer millioen zelf Het is mijn barbier. Hij vertelde het mij van ochtend. Zijn portret komt natuurlijk de volgende week in Het Leven. Da vent is er opgetogen over. Zij hebben hem in de redactiekamer ontvangen met bitter en sigaren en zij hebben hem onder geheim houding verteld van hun nieuwste reclameplannen. M»ar de kerel kon het niet voor zich houden: Weet ja wat zij nu gaan doen? Op Sint Nicolaas plakken zij het hetle RijksMuseum van onder tot boven vol mat die misselijke gele reclame-biljetten, net als ze op den Vijgendam heoben gedaan. Ea als ze dan niet dadelijk twee millioen abonné's hebben, plakken ze alle grafzerken op de Oude Oosterbegraafplaats vol, en als dat niet helpt, pleegt de hoofdredacteur op den Haarlemmerdijk harikari, allemaal voor de reclame". Harakiri" verbeterde ik. Harakiri of harikari, wat geeft een boek handelaar om die larie! God geve dat het gebeurt! Ja, ik ben geen kwade vent, maar dien opschepper, dien prul auteur, die niet eens Hollandach zonder fouten kan schrijven, die reclame-kolom, dien gun ik het, of neen, ik gun het hem eigenlijk niet, want hij is in staat in de hel ook nog reclame voor Het Leven te maken. En die lui in de hel heoben het al erg genoeg". Hier zweeg müa vriend. Hij veegde zich het zwoet van het voorhoofd en zeeg op een stoel neer. Jongen", begon ik, je bent onredelijk: Je hebt van a tot z ongelijk. Ik vind Het Leven een verdienstelijke creatie. Die z.g. kleine leventjes zijn werkelijk allergrappigst. Zelfs in het buitenland lacht men er om en worden z\j in de geïllustreerde bladen overgenomen, soms zelfs reeds vór dat zij in Het Leven verschijnen. Dikwijls heb ik b.v. in Jugend" anecdotes gelezen, die geemissiën en onder de tegenwoordige om standigheden zal züvan dezen gedragslijn voorloopig hoogst waarschijnlijk niet afwijken. Serve en Griekenland zijn op de fondsenmarkt niet bepaald als primasoliede bekend. De hier verhandelde 4 pCc. Servische Goudleening van J 895 is een uitvloeisel van de oorspronkelijke 6 pCt. schold, die bij ge dwongen conversie op legeren rente-voet werd gebracht. Het bedrag dezer leening, bij da uitgifte frs 355.392000 groot, was op l Januari 1911 tot fr*. 336.840.000 verminderd. Evensoo werd de 3 pCt. Sarvische premieleening van 1885, oorspronkelijk frs 33,000.000 groot, in 1896 tot een 2 pCt. fonds terugge bracht, waarvan nu nog /re. 21 920.000 in omloop is. Voegt men daarbij de te Parijs uitgegeven 5 pCt. leening van 1902 ad frs. 60.000.000, de 4 % pCt. ad frs. 95 000 000 en een 4}4 tCt. segel-leeniag van 1909 ad frs. 150.000000, dan komt men, met eenige kleinere leeninsrpn, tot een totale schuld van bijna frs. 6SO.OOO.OOO, voor den dienst waar van ongeveer 34 millioen per jaar noodig is, d.i. bijna 30 p04. van de totale staatsinkomsten. Griekenland heeft het zoo bont gemaakt., dat het aan onze beurs is geboycot. In 1893 staakte het zjjn betal ng*n;da vroegere 5 pCt. leening van 1881/1884 ten bedrage van f r». 206.735.000 werd op een rentevoet van 1.6 pCt. taruggebracht. Voorts heeft 't nog te zijnen laste een: 4 pCt. g'COEsol. Gondl. groot 5.000 000 4 Goudl. van 1890 3.595000 4 Monop.-I. v. 1887 fri». 135.00il.000 5 Piraeus-1. v. 1893 352.940 Montegreno neemt nog een bescheiden plaats als emittent in; enkele jaren geleden sloot het zijn eerste staatsleening, groot 250.000.?te Londen af. Hoe de uitslag vanden thans voorgenomen oorlog ook moge zijn, zeker zal na afloop daarvan de rekening van de krijgslustige Balkan-staten vrij wat hooger en de vereffe ning daarvan heel wat moeilijker worden. 11/10 '12. v D 8. IIIIUIIIIIMIIMMIIMII Art. 72 Grondwet. Aan A. D. te A'dam. Uw betoop, aangaande de wenschelükheid om in art. 72 dar Grondwet de woorden Hij de gratie Gjds" te ecorappen, is overbodig. In ons hoogste Staatsttnlr, te beginnen met de Grondwet van 1814, koman deze woorden niet voor! Bij de herziening van 1887 werd door De Gser een amendement ingediend, strekkende om art. 72 met gemelde uitdrukking aan te vullen. De portee van dit amendement was, te doen uitkomen dat de koninklijke macht door het Opperwezen is ingesteld. Dit amendement werd verworpen. Door deze verwerping kan men aannemen dat de Grondwetgever van 1887 een tegenoverge stelde meening huldigde. Uw bewering, dat onze Grondwet de mee ning huldigt dat de opdracht van het opper«esag in de Nederlanden aan Willem I en diens nakomelingen alleen geschiedde bij (tiever: door) de gratfe G9ds"" is dus onjnist. Dat regelmatig bij afkondiging van wetten in hat formulier de woorden hy de gratie Goda" worden ingevoegd is mogelijk door het woordje en*." achter Wij" in hat grond wettig formulier. Hoewel nu dit gedeit 1887 01 grond wettig is. Zweeloo (Dr.) J. KOLLB. Peccavi! Ik dank den heer Kolle voor zijn terecht wijzing. It ben niet in het bezit eener cfficieele uitga re dar grondwet, maar hèD clacits de door boekhandelaren gedane uitgaven. Met velen verkeerde ik steeds in de meening, dat het in die uitgaven voorkomende woord enz." was gebezigd by verk rting, ten einde ruimte te laten voor de invulling van naam en titels van het Hoofd van den S'nat. Nu echter bet amendemnnt- De Gaer, om de woorden bij de ara'ie Gads" in het for muiier van afkondiging na contradictoir debat werd verworpen, had men althans an toen af moe en opQouden, deze woorden in stolen waren uit Het Leven, dat een week later verschijnen zou. Zoo zijn zij daar er als de kippen bij. Ea dat zij die grappen Kleine Leventjes noemen, daar steekt toch ook niets in. Ik ben overtuigd dat de redactie zalf niet eens weet waarom zij die dingen zoo noemt". Reclame", zuchtte mijn vriend. Houd ja mond," zei ik, en laat mij uit praten. Jij vindt die prentjes niet aardig van de Koningin en van den Prins. In De Prins komen ze oak voor. Jij bent zeker socialist. Ieder weldenkend Nederlander vindt die prentjes mooi. Het is overigens een goed werk van Het Laven, ons volk meer bekend te maken met zijn vorstelijk huis. Dat is echt patriottisch." Dat doet hij om een lintje te krijgen." Neen, dat doet mijnheer van Erleroort niet om een lintje Wat geeft een artist als hij, om een lintje? Ja, een artist, want dat is hij. Heb je Vrouwenflirt gelezen ? Neen, natuurlijk niet. Maar ik lees het, en ik ze?' je, het is mooi De titel allén is al iets bezonders: Vrouwenflirt, niet mannenflirt, begrijp j}, maar Vrouwenilirt" Dat vind ik onzedelijk," zei mijn vriend. Vrouwen behoeven onder elkander niette irten." Ja bent gek," zei ik, zoo bedoelt mijn heer van Erlevoorde het niet. Het is alles heel fatsoenlijk van een heer en van een dame." Dan kent de vent geen Hollandsen," was het antwoord. Dat is wel mogelijk,' zei ik, maar het is mooi. Luister maar: Dolf keek haar aan. Er lag iets als een angst in haar oogen, er brandde een luimig verlangen in, maar hij schuchterde, durfde niet gelooven, niet begrijpen wat ze bedoelde. OS je nog bij me komt, toe gauw, zeg op, kom je straks nog, nu dat Jo weggaat, toe dan, spreken we af, hier, hoe laat kun je? Of ik hier kom, hoe en wanneer aarzelde Dolf nog, die onwillekeurig een stap achteruit gegaan was. Vannacht! klonk het tluisterzacht. Maar dwars door de gesmoorde stem het formulier te gebruiken. Mijn beswaar er tegen is thans nog te grooter geworden. TOMIS toch blijken de woorden af te wijken, zoowel van de letter, als van den geest der grondwet. * A. D. 9e Jaargang. 13 October 1912. Redacteur: J. DE HAAS, Graaf Florisstraat 15', Amsterdam. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. (Het onderstaande artikel werd op ons verziek door den bekenden dam-ltuoret'cut C. Blan kenaar geschreven en wordt, buiten onzen Damredacteur om, hier geplaa'st. Red.) DE D AM SPELER J. DE HAAS. De jongste wedstrijd heeft opnieuw be wezen, dat er op dit moment zes figuren zijn, die in de internationale dam wereld ala speler beteekenis hebben. Deze dam-celebriteiten zijn: Hoogland, Dr. Molimard, Weiss, Bonnard, Fabre en last not least de Haas. Buiten dezen kring kunnen wij natuurlijk nog'eeoige verdienstelijke spelers aanwijzen, maar de aandacht ia terecht geconcentreerd op dit sterke zestal. Onder hen zal voort durend de wereldkampioen schuilen. Tot deze greep bijsonder begaafde spelers behooren nu twee Hollanders: de 20 jarige Hoogland en nestor de Haai. Hiogland is, afgescheiden van zijn succes in Rotterdam, een waar dam-phenemeen. H (j behoort ontegenzeggelijk tot de sterkste spelers van dezen tijd, een "echt natnurtalent en... een gelnkskind. Dit laatste kan men van de Haas niet zeggen. Op de Haas schijnt een noodlot te rusten : Hij mag geen wereldkampioen wor den l" Bene andere verklaring kunnen wij niet geven; want laten wij eens nagaan wat hij als speler presteert. Men kan in het damspel drie groote lijnen trekken: de opening, het midienspel en Let eindepal. Van opening en middenspel heeft de Haas een grondige studie gemaakt. Evenwel zijn Hoogland en Molimard niet minder tehuis op dit tirreir. Hierin werdt de Haas das geë renaard. Maar wat hem tot eene geheel aparte vertchijning maakt, wat de kern genoemd kan worden van ayn damgenie, dat is zijn overbiufltand eombineeren wanneer er weinig stukken op het bord staan. Ia het eindspel gevoelt hy zich tehuis als een visch in het water. Het eindspe!, dat diepe en gevaarlijke water van het damspel. En nu gebeurde er in Rotterdam iets merkmaarwaardigB. Het was in zyn strijd tegen Molimard, Twee felle vernuften! Molimard de geniale man van het middenspe!; de Haas de hercules van het eindspel. Voor den aandacht igen toeschouwer was, hetgeen toen plaats vond, hoogst interessant. De Haas noodzaakte Molimard hem te volgen Laar het eindspel. Daar wcedde als het ware een strijd tusschen kaaiman en panter. Onverbiddelijk werd de panter, in dit geval M ilimard. naar het voor hem nootlottige element getrokken en daar finaal afgemaakt. Hier heeft de Haas een geheel nieuwe tactiek gevolgd en gevoeld welke richting hrj uitmoet. Deze belangwekkende speler is als veelzijdig kenner van het damspel dan ook zonder evenknie. Hij heeft meer dan een scherp- gepnnten pijl in zijn koker. Ean bejaard toeschouwer bij den laatsten wedstryd fluisterde, nadat hy de Haas zorg vuldig bespied bad: Die man haalt diep uit!" Ju^st! geen luchtige, sierlijke speler is de Haas, maar een die diep graaft. Wat de Haas overigens voor het damspel doet, willen wij hier niet uitvoerig releveeren. De ontzaglijke moeite, die h|j zich getroost om zijn geliefd spel te propageeren, de zwakke spelers te onderrichten, maakt hem tot een uitnemend leermeester. Zal het noodlot zich nog eens keeren? Zil de Haas nog eens wereldkampioen worden? Ook zonder dien hoogsten titel zal de Haas voor ons blijven de Ideale damspeler. C. BLANKBKAAR. laaide een fel, koortsend verlangen en als voalde ze de schaamte, spreidde ze, ondanks het duister zich de hand tot waaier van vingers voor de oogen, bad haar stem in een smeekende herhaling: Vannacht! Maar daar klonk de aanpassende tred van den architect alweer in knette rende kraking o/er het grint en ach ter hem kwam de meid mee, die een paar liesschen droeg en een blad met glazen en een h oogen koeler vol ijs. Mooi, niet waar," zei ik, die tegenstel ling van Vuur en IJs Het Laven kan gelden voor een letterkundige kracht. Je bent bevooroordeeld. Ook scheldt jij op die foto's van congressen en spoorwegoogelukken. Dat is alweer even ongemotiveerd. Die prentjes zijn hoogst nuttig. Denk jij, dat zooveel menschen tegenwoordig naar congressen zouden gaan, als zij niet hoopten op die manier hun portret in het Laven te krijgen? Zoo worden kunsten en weten schappen bevorderd door de reclame voor de congressen." Jawel," zei mijn vriend, reclame. Moeten ze voor spoorwegongelukken soms ook re clame maken?" Hoor eens," zei ik, sinds het Leven z\jn lezers gratis tegen ongevallen verzekert, is het zeker niet ongepast den menschen het gevaar van reizen in herinnering te brengen. Dat is een zeer geoorloofde reclame." Al weer reclame," riep mijn vriend. Zeur toch niet zoo, over die reclame," riep ik ongeduldig. Wat wil je toch ? Zij zijn op hun tijd degelijk ook. Daar heb je hun enquête over de afschaffing van het Fransch op de Lagere School. Daar is een der redacteuren drie weken mee bezig ge weest. Drie weken heeft de man niets anders gedaan dan anderen over die kwestie te laten schrijven. Al dien tijd heeft hij er zelf over nagedacht. En toch heeft hij be scheidenlijk over de zaak niets gezegd dat de moeite waard was. Dat is toch waar achtig geen reclame. Een bewijs ook dat zij niet van drukte houden bij het Leven, is, dat zij zoo tegen het Fransch zijn. Ik houd het er voor, in de eerste plaats omdat ONZE CURSUS". Prijsvraag. II Wit speelt en wint. O o te lossen met eindspel. Stand. Zwart 6 schijven op 3, 7, 10, 15, 33, 39. Wit 8 schijven op 13, 18, 21, 24, 27, 32, 37, 48. Voorwaarden voor deelneming. 1. Deelnemers mogen niet ouder zijn dan 17 jaar. 2. Oplossingen moeten binnen 8 dagen na heden in ons bezit zijn. 3. Het eindspel moet uitvoerig behandeld worden in alle varianten. 4. Men zende in onder opgaaf van leeftijd. Onder de inzenders van correcte oplossin gen zal worden verloot het standaardwerk van De Haas en Battefeld Het Damspel", Theorie en Pwctjjk, in prachtband. (Uitgave van Goor Zonen, t»Gouda). Voor zoover beschikbaar, zullen degenen, die geregeld correcte oplossingen inienden en geen prijs winnen, een diagramboek ont vangen. Doet allen uw best. Het vraagstuk is door mij samengesteld en de oplossing zal u ge noegen doen. GJJ moogt a echter niet laten helpen. De valzef. Bjj dergelijke openingsslagsetten is het van groot belang ook voor wit de toepassing te kennen. Wit speelt steeds het eerst en daardoor wordt het gemakkelijker voor zwart een typeslag ait te voeren dan voor wit. Het is daarom een groote verdienste van wijlen meester Lec'erq geweest, deze slagen steeds voor beide kleuren aan te geven. Thans volgt dan de Valzet" toegepast voor wit. Wit 33 28, zwart 18-22, wit 3833, zwart 18-18, wit 43-38, zwart 9 13, ?it34 80,zwart 18 237? (Zie diagram). Nu voert wit denzelf den zet uit als vo'gt: wit 30-24, zwart 19-30 a) wit 35:24, zwart 20:29, wit 33:24, zwart 22:33, wit 38 20 en wint voor loopt g 3 schijven. (a) 20.29, wit 33:24, zwart 19:30, wit 35:24 zorgt er steeds voor dat zwart met 22:33 slaan moet, wit 38:20. OPLOSSING VAN HET VRAAGSTUK. Stand. Zwart 12 BchUven op 6, 8, 10, 12, 13, 16, 18, 19, 22. 23, 29, 45. Wit 12 schijven op 16, 21, 25, 26, 30, 37, 39, 41, 42, 43, 44, 50. W. 44.4030-242117 16743-3837:19 26:3 'Li. 46.34 i9:3U22 l .(<?) 12:i 3*:32 i3:24. («) W 27:' 9 4* 38 ?5:3. Zw. 1.2:21 13:24 34:3<J. Een aardig vraagstukje van onzen jongen vriend. Goede op'osiingen ingezonden door: Dirk Struik en Thomas Struik belden te Rot terdam. EEN GROOTE WEDSTRIJD. DeDamclub Zaandam" organiseert morg:n in caféNeof" aldaar een groep»nwedstrjjd voor spelers uit de Zaanstreek. Ni t minder den 90 personen hebben zich reeds opgeeven, v elk aantal wel getuigt van damleven in deze streek. De Nederlandsche Dambond he*ft voor dezen wedstrijd ean medaille beschikbaar gesteld. CORRESPONDENTIE. D. v. N., te R. Uw aan vargazet is foutief 'op 21-17, zwart 12:21, wit 26.28, zwart 23:32, wit 37:28 en dan is zivart aan den zet. llllillllllllliillllllliiiiiinillliiniilllllllllllllliiliiiiiiiiiiliiiillllllliiiiiiiiii züniet van de Fransche drukte en windmaker ij moeten hebben. Vanwege de con currentie, zal je zeggen, maar dat is een geldige reden. En dat een man als Jonk heer van Loon te Amsterdam het Laven tot zijn lijforgaan heeft gemaakt, zegt al meer dan genoeg. Weet jij wel dat allén ten gevolge van dit artikel over het Fransch in den Haag acht menschen de koppen by elkaar hebben gestoken en een Lagere School zonder Fransch hebben opgericht. Ea wat voor koppen! Koppen van eersterangs staatslieden waren er bij, althans van een Kamerlid, waarmede de redacteur van den Haag naar Amsterdam heeft gereisd (in de eerste klasse). Je kunt het allemaal in het Leven van l October lezen." Geloof jij dan alles, wat in Het Leven staat?" vroeg mijn vriend. Of ik alles geloof wat in Het Leven staat?" vroeg ik, Ja zeker, net als ik alles geloof wat in den Bijbel staat". Ik wist niet, dat jij zóorthodox was geworden," zei de boekhandelaar, terwijl hij mij doordringend aankeek. Ik deed alsof ik deze ongepaste opmer king niet hoorde en vervolgde: En wat jouw barbier verteld heeft van de nieuwe reclameplannen van Het Laven, daar geloof ik niet veel van. Zij hebben di«-n vent wat op de mouw gespeld, ten minste wat be treft het beplakken van het Rijksmuseum en van de grufoteenen op de Ou ie Oosterbe graafplaats. Zoo dom zijn zij niet: Op de begraafplaats komt geen levende ziel en dus zou niemand er iets van merken, want wat de dooden betreft, die zijn toch onbe middeld, en het Rijksmuseum? Dat zou niemand van Het L >ven verwonderen. En daarom zullen ze het natuurlijk juist niet does I Neen, zoo'n domme reclame waar ieder op wacht, zullen ze niet maken. Die harakiri van den hoofdredacteur, ja, dat zou ik wel een verstandige reclame vinden." Ik ook," zei mijn vriend. Daarop namen wij afscheid van elkander. LEOXYDAS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl