De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 27 oktober pagina 10

27 oktober 1912 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1844 Het vooruitzicht echter dat, zonder risico voor '<jryka financiën, een binnenlandsch petio'eum-monopolie, zooals het thans ia ont worpen, een nieuwe bron van inkomst voor de gchatkirt kan worden, zal wel veel hebben bijgedragen tot het verkregen van de modewerking der regeeiiag in deze aangelegenheid. Een gedeelte van de te maken wintt ia nl. voor de schatkist besproken, waartegen de regeering aan een op te richten maat schappij het recht wil verleenen tot exploi tatie van den groothandel in petroleum binnen het Dnitsche rjjk voor een tjjdvak van 30 jaren, van welke maatschappij direc teur en commissarissen worden benoemd met machtiging van de regeering, die boyendien wordt vertegenwoardigd door een rykscormmissaris, die de uitvoering van belangrijke of gewaagde maatregelen door z'J n r echt van veto kan beletten. De invloed van bnitenlandache onder nemingen op den gang van zaken wordt geweerd, door deze te beletten ala aandeel houders der maatschappij deel te nemen in het maatschappelijk kapitaal, dat op 60millioan ryksmark ia bepaald. Of het daarom mogelijk ia! zijn den sydelingachen invloed van machtige maat schappijen in het buitenland te ontgaan, ook al staan de aandeelen dan niet te haren name, ia een vraag1, waarop moeilijk een bevestigend antwoord ia te geven. Maar officieel wordt het boitenlandsch element van inmenging uitgesloten. Wol echter kan iedere buitenlavdsche pro ducent, dns ook de Standard O il Cy., het product aan de Duitsohe maatschappij leve ren, wanneer hare aanbiedingen daartoe in de termen vallen. By het weta-ontwerp ia blijkbaar voor namelijk het oog gericht op de licht-olie, waarop het invoerrecht echter zeer hoog ia (6 rjjksmark par meterzentnei), zoodat in ge wone t\jden invoerrecht kosten van transport, alvorens het product den consument bereikt, weinig minder bedragen dan de waarde van de olie zelve. Op 'c oogenblik, na depetrolenmprijs zeer hoog is, overtreft dase het bedrag van invoerrecht, transport en andere on kosten. Maar wil men het licht voor den kleinen man meer bereikbaar maken, dan sou men moeten beginnen met het hooge invoerrecht te-verlagen. Dan zon het eigen monopolie uit een sociaal oogpunt althana te verdedigen zjjn, Da Standard Oil Cy., de rechtstreeks door het nieuwe monopolie getroffene, verdedigt zich tegen de tot haar gerichte verwijten, wat de willekeurige, hooge prijzen betreft, door er op te wijzen dat de concurrentie haar voorbeeld in dit opzicht steeds heeft gevolgd, in plaats van in werkelijkheid te concurreeren door lagere pryien. Zj was in elk geval niet de eenige producent en dat de prijzen niet nog 'meer zijn opgezet, is eenvoudig het gevolg van de steeds ruimere toepassing van gas en electriciteit, zoodat voor het petroleumverbrnik het terrein zooveel doenlijk moaat worden behouden. Wat de hooge prijzen van het laatste j aar betreft, hiervan ia de verklaring te zoeken in het gebrek aan tank-stpombooten. De concurrentie in Dnitschland waa niet uitsluitend afhankelijk van de machtige Standard OU Cy. «n betrok ten deele hare rnwe olie uit andere bronnen, tot prijzen, zeker niet duurder dan de Amerlkaaneche, en meer nabij geleger, zoodat het vervoer minder kostbaar was. De Deutec: e Bank o. a. was in belangrijke mate geïnteresseerd bij de 8'eaua Romana en richtte de Europ. Petio eum-Unie op, die echter in plaats van, zooala het program vermeldde, de Standard Oil Cy te bestrijden zich met deze vereenigde. Onlangs beeft zij ' zich daarvan losgemaakt en thans staat ztf aan 't fcoofd van de oanken en bankiersfirma's, die het consortium vormen voor de plaatsing van het kapitaal der nieuwe mono polie-maatschappij. Tegenover haar staan natuurlijk de finan cieel e instellingen, waarvan de belangen be rusten büde ondernemingen, verbonden met de grcote Amerikaaneche o'ie-trust. 25/10 '12. v. D. 8. iiiiiiiiiiiiiimii Vorstelie gtff. Bovenstaande woorden kan men herhaal delijk lezen boven het bericht van een aanzienlijke gift of schenking, door een particulier voor een of ander liefdadig of ander nuttig doel gedaan. Aan het gebruik van deze woorden moet een einde komen. Niets is toch minder waar, dan dat Vorsten zoo buitengewoon liefdadig of milddadig zijn. Wél is dit het geval met niet-vorstelijke personen in alle landen. Om niet te spreken van de schatten gelds, die de NoordAmerikaansche milliardairs voor en na tot allerlei liefdadige en andere doeleinden schenken, zou ik willen wijzen op de Bothschilds, de Montefiores, de Bleichröders, de Hirschs, om slechts de voornaamsten te noemen, die vroeger en later millioenen weggaven voor genoemde doeleinden. En wat heeft in ons eigen land in vroegere jaren de Amsterdammer Jansen in dit opzicht niet gedaan? Men denke ook aan het Amsterdamsche echtpaar Rosenfchal, aan den Breda'schen van Cooth, die meer dan een ton gouds legateerde voor een in zijn woonplaats te stichten ambachtsschool, aan détt Kotterdammer van den Bergh, die, weinige jaren geleden, anderhalve ton gouds gaf voor de stichting van een Sanatorium ten behoeve van kinderen, die aan tuber culose lijden, voorts aan het echtpaar Drucker, dat zoo groote kunstschatten schonk voor het Rijksmuseum. Als er een oproep voor noodlijdenden geschiedt, kan men, vooral te Amsterdam, onder de ontvangen giften dikwijls lezen Y«n ?1000 en ?5000, soms van nog meer, en de gever of geefster wil zich niet laten noemen. "Welke eenigszins belangrijke giften staan hier tegenover van Vorsttn, zoowel bij ons te lande, als in het buitenland? Het zijn in den regel op zijn hoogst ettelijke honderde guldens, en dan wordt, bij een gift, zelfs van slechts ?25, de naam van gever of geefster vermeld! Staat er niet geschreven, dat de linkerhand niet mag weten wat de rechterhand doet? Daarom nogmaals: Als voortaan van aan zienlijke giften van niet- vorstelijke personen wordt melding gemaakt, late men de woorden: ^Vorstelijke gift" weg. LEO. "Wij achten de consequentie van deze juiste opmerkingen deze: Indien een koningin of een koning of prins een geschenk doet van meer dan een zeker bedrag, zoo zegge men: de koning, koningin gaf een Morgansche, of een waarlijk Oarnegiesche gift. BED. Het enfant terrible" pater Bonaventura Krnitwagen heeft in eenige hoofdartikelen in De Tijd" gepoogd de oomken uit te vinden, waaraan ia toe te schrijven de on gelukkige toestand, waarin de Roomsche boek handel en uitgeverij verkeert. Het schy'nt een oude qnaeatie te zijn, vol haken en oogen, en er zit meer aan vast dan men zoo opper vlakkig zon meenen. Vooral in de laatste vijf jaren ia dit vraagstuk in het katholieke kamp op den voorgrond getreden en werden er in de Roomsche pers heel wat kolommen aan gewijd. Pater Kruitwagen blijkt n oprecht man te zijn, en wellicht ia het daarom, dat hij de blakende gunst van vele geloofsgenooten moet derven; daartegenover staat de ware hoogachting, welke verscheidene wetenschap pelijke niet-katholieken hem toedragen. Voorheen zon men ala katholiek niet 200 vrijmoedig over een pater in het publiek geschreven hebben, doch sinds Thompson door zijn liefdeloos en ergerniswekkend schelden op zijn priester-collega's in den Roomachen Aamodee" (d._w. z. de officieele Roskam vaa het biadom Haarlem) alle ge wetensbezwaren daaromtrent by de leeken heeft weggenomen, acht men zich op dit punt veel vrijer, en al wil men niet het afatootende Rotterdamache voorbeeld van laffe en denigreerende verdachtmaking vol gen, men durft waar te «ÜD, ook zelfa wanneer het den clerus geldt. Zelfs zou men aange moedigd worden tot een beatja schelden, wanneer men weet hoe die ergerniagevende eerwaarde (die blijkens zijn zonder imprimatnr" verschijnend schendblad, alle naasteliefde sibi aliennm pntat) op zijn prieaterfeest is gehuldigd door de hoogste waardigheiddragers uit zijn bisdom, met den VicarisGeneraal, den vnrigen Maasbode-beschermer, aan het hoofd. In gesegde artikelen noemt,pater Krnit wagen de werkzaamheid van kloosters, semi naries en missiehnizen op het gebied van boekhandel en nitgeverszaken onder de oor zaken, waardoor die vakklasae in het gedrang komt. De klacht over de nijverheid dezer inrichtingen gaat echter niet enkel van deze vakkringen uit. Ook het drukkers- en jour nalisten-bedrijf lijdt onder deze concurrentie; pension- en hotelhouders (welk Pdlace-Hotel werd ooit gelijk Dninrust door een bisschop geopend?) klagen over de alom ras op schietende groote gestichten, die veelal niet andera zijn dan pensions of herstellings oorden met religieuze bediening; wij kennen onze monnikken die bier bronven en likeur stoken; wy vernamen van een gees telyke, die te Rotterdam een land verhuizershotel exploiteert; tot voor kort was een pastoor commissaris der Geldersehe credietvereeniging; telkens kunnen wülezen hoe kapelaans en patera optreden ala impresario's van processies en congressen, hetgeen alle bezigheden zijn, waarvan men niet zoo direct zon onderstellen, dat zij ressorteeren onder het geestelijk ambt of doel kunnen zyn van geestelijke roeping. (Zie ter illustratie van een en ander de onderstaande adver tenties*) en het artikel in De Protestant" van 7 Augustus j.!.). In het buitenland, vooral in Italië, ia die handelsgeest büden clerus nog veel sterker ontwikkeld, maar ook Frank rijk, Spanje en Portugal weten er van mede te spreken; terwy'l hier te lande een gedeel telijk overdreven, gedeeltelijk ongegrond mis baar gemaakt werd over de uitdrijvingen de wetten in die landen,-zegende aldaar menig oprecht katholiek het vertrek van zoo on gewone en onrechtmatig bevoorrechte con currenten. Ook in ons land neemt dit euvel snel toe; telkens gaan uitgestrekte landgoederen en groote terreinen over in handen van eigen of vreemde kloosterorden, en dan worden daar allerlei bedrijven uitgeoefend die niets met gebed, studie of meditatie te maken hebben. Het Roomsche onderwijs (dag- en kostscholen) ia bijna geheel in religieuze handen, ziekenhuizen en sanatoria worden met succes geëxploiteerd, en zoo vast zit al de idee, dat zulks aldna behoort, dat leekenverplegera of verpleegsters onbestaanbaar worden gaacht. Nu zit aan deze bedrijven nog iets vast van caritas of dienende liefde, al gaat de kunst van rekeningen uitschrijven hun ook opperbest af, maar wat te zeggen, wanneer zulke geestelijke corporaties zich werpen op de eigenlijke bedry'ven van handel en nijverheid? Hun positie wordt dan al te bevoorrecht ten koste van de leeken. Earst winnen ze de gewone revenuen uit hun zaken, dan wordt er handig nog wat by gebedeld voor het goede doel" en eindelijk weten ze zich nog rijkssubsidies te doen toestoppen, terwijl de wel voorziene kloosterkas in reserve blyft. Aan alle belastingen echter (speciaal bedryfsbelaiting) weten ze te ontkomen en ook alle andere lasten, waaronder de gewone zakenmenschen gebukt gaan, hebben ze ge leerd glad van zie i af te wentelen, onder praetext, dat ze toch zulke arme zusters en paters zyn. Het gezegde kan niets afdoen aan de achting, waarin ze zich doorgaans terecht als fatsoenlijks en rustige burgers verheugen; ook moeten za na eenmaal leven, doch een ondoelmatige en onrechtvaardige bevoorrech ting is onnoodig en oneerJyk. By dat gedeelte van den Roomgchen middenstand, dat zich bezig houdt met boek handel, uitgeven, drukken enz., schy'nt, vol gens pater Krnitwagen en uitlatingen in sommige bladen, de concurrentie en tegen werking van de zijde der kloosters en andere *) Te Hees by Nymegen ia geopend Villa Sancta Maria." Pension voor R. K. dames. Gesticht Ie klas, bestuurd door de Zusters van Barmhartigheid." De beste en zuiverste Samos-wynen, mie-, morgen-, dessert- en zieken-wynen zijn die, welke door de Miasion Cstholiqne de Samoa worden gemaakt en geleverd door het Apos tolisch College te Keer bij Maastricht. Vraagt prijscourant." Adressen gevraagd van kloosters of par ticulieren, die zich belasten met het feetonneeren en borduren van linnengoed. Prima werk is eerste vereiechte. Bj billijke prysnoteering kan geregeld werk worden toege zonden door bekende firma. Brieven franco, onder no. 5793, bureau van dit blad." dergelijke instellingen al bijzonder voelbaar te zijn. Men splitse hier boekhandel en uitgeverazaken; de uitgever ia fabrikant, de boekhandelaar winkelier. In beide bedrijven zijn de kloosters minder mooi werkzaam. De boekhandel wordt clandeatien uitge oefend door klooatera, priesterseminaries en andere onderwijsinrichtingen; onder bedrei ging van klandizie verlies, tevens met motieven, ontleend aan het medelijdend en liefdadig hart van den uitgever, worden van dasen in massa de boeken afgeperst met ongeoorloofde korting, ofschoon zeer wel bekend is, dat zoowel de statuten der vakvereeniging als de onveranderlijke statuten der sociale recht vaardigheid deze handelwijze verbieden. De meestal zwakke uitgever zwicht voor de be dreiging en verleiding van de financieel en maatschappelijk sterk staande geestelijke cor poratie. Hier ia een overblijfsel van een vroeger gezichtspunt (dat nu non vigeert in sommige streken van Amerika), dat namelijk geestelijke personen alles voor niets moeten hebben en boven betaling verheren worden gerekend. Ook op ander gebied werkt dit idee nog wel door. Déaldna ontfutselde boekenachat wordt aan de leerlingen verkocht tegen da volle in den boekhandel voor particulieren gel dende prezen, (soms misschien hooger), dik wijls niet enkel aan de leerlingen, ook aan omwonenden, aan vrienden, geestelijke ver wanten of milddadige begunstiger?. Zao wordt dit de reinste handel in boeken, doch een handal, vrij van belasting en gesubsidieerd van staatswege. Het geniepige komt vooral hierin uit, dat de bij den uitgever bestellende mannelijke of vrouwelijke geestelijke op geheimhouding aandringt, van zyn (haai) kant geheimhouding belooft, en de bestelkaarten en dergelijke gaan de wereld in, onderteekend door een naam, voorafgegaan door het woord boek handel", welke naam de familienaam is van den met het bestellen belasten kloosterling. ZDO worden hier door geestelijke pressie, de verhoudingen tuaschen Raomsche handeldryvende leeken onzuiver en oneerlyk ge maakt. Ook wordt er misbruik gemaakt van het recht van den sterkste, want hoe hoog ver heven staat, vooral in de oogen der geloofs genooten, een wel gefundeerd, rustig, onbe zorgd en welvarend lerend klooster of seminarie boven een armen, tobbendea, simpelen leek-boekhandelaar, die niet alleen alle lasten draagt van leven, geiin en vak, maar borendien kinderen en penningen afdraagt, ter wille der goede Roomsehe zaak, om die geestelijke inrichtingen, welke hem knypen en knauwen, te steunen en te onder honden. Toen hij met veel offers en kosten zyn kind liet opvoeden tot kloosterling of pries ter, toen by soms edelmoedig een liefdegave, door een pater of zuster afgevraagd, toestond, was het waarschijnlijk niet zyn bedoeling, dat uit een en ander wapens zouden gesmeed worden tegen zyn poover en schraal bestaan. Ook als uitgever treden genoemde inrich tingen vaak op. Men detke hier aan de tallooze, meest prullige, dikwerf ongezonde tydschrifijea, almanakken, prentjes en der gelijke uitgaven, welke hun abonné'a by tienduizendtallen tellen. De opbrengst wordt gezegd te moeten dienen om naast liefdegaven en andere niet onbeduidende inkomsten, de arme kloostergemeente ervan te laten leven. Da Benedictijnen, de Passionisten, de Damianisten, het missiehuis van S.eyl (onge veer l millioan abonnementen) en nog vele andere corporaties houden zich hiermede besig, en die ondernemingen slagen alle vrij wel, want een pij en nonnenkap zjjn by ons Roomsch goedgeefrch publiek geen te onder schatten middelen voor een colportenr. De inhoud dier annalen, boden, of hoe ze verder heeten mogen (wat stichtelijkheid en wat overoude wetenswaardigheden op ander gebied met een paar zoetelijke verhaaltjes) werkt verheffend noch onderrichtend en jammer is het ook daarom, dat hun debiet zoo groot is, want tijd en geld daaraan door de lezers ten koste gelegd, konden vrucht baarder gebruikt. Zoo werkt hun overstel pende massa, opgedrongen door vromen aan vromen, verwarrend en deprecieerend op de Roomsche boekenmarkt, waartoe niet weinig bijdraagt het by'idee van een goed en gods dienstig werk te steunen. ]>jj kleine koopera is dan voor degelijk werk van de eigenlijke uitgevers en boekhandelaars geen kans mear. Komt zulk een pater- of broeder-colporteur voor de omslagen van zyn geechriftje bij de Roomsche neringdoenden om advertenties, en wyst hij hun op het eanig (?) doel van zyn uitgave : het verspreiden van godsvrucht, dan wordt hem gegeven wat den leek-uit gever wordt onthouden ; die kan niet zeggen, dat het eenig doel zijner publicaties grond vindt in godvruchtige beweegredenen. Z)o komt door bedoelde manipulaties da leek-vakman lealyk in het gedrang, en zon hy zich volgens zyn goed recht durven ver dedigen, dan klinkt aldra van alle kanten : Foei, die waagt het iets tegen de paters en kloosters te zeggen, wij moeten hem laten verhongeren, weg met hem, aan het kruis met hem, tolle, tollel" Het is veel gevraagd en het zou een ver onderstelling van bovenmenschelyke held haftigheid zyn, bij den R. K. boekhandelaar en uitgever nog veel liefde of geestdrift te verwachten voor deze ondardeelen van zyn kerkgenootschap. In hoever het volgens de wetten dier kerk geoorloofd is, dat geestelijke personen handel dry ven, in hoever het die iel f de corporaties op den duur tot zegen of tot vloek (men denke aan Frankrijk!) zal verstrekken, blyve hier veilig onbesproken en aan gezaghebbende deskundigen overgelaten. Christus dreef de handelaars wel uit den tempel, doch er waren ook pausen die de tempelheeren uit den handel joegen. Zaker is het der moeite waard te noteeren, dat de gansche staf van Roomsche sociale denkers en werkera nog nimmer in het open baar deze verkeerde verhoudingen aanroerde, terwyl zy toch zoo menigmaal voorgeeft ook in het belang van den middenstand werkzaam te willen zyn. Het zon aanbeveling verdienen dit vraag stuk in zijn geheel met al zijn aanhangsels en nasleep op het programma te plaatsen van de het volgend jaar te houden sociale week, of van den aanstaanden katholiekendag. Vragen als deze zonden dan in de af deelingen door de gewone eminente sprekers met het gewone daverende applaus behandeld kunnen worden. Welke is in de tegenwoordige sociale verhoudingen de plaats der kloosters en religieaie gemeenschappen ? Mogen züof lidmaten van andere geeste lijke instellingen zich bezig honden met handel en nijverheid ? Zoo ja, binnen welke grenzen en onder welke voorwaarden t Zoo neen, hoe valt er dan het geschiktst overleg te plegen met de kerkelijke over heid, opdat een ver bod worde uitgevaardigd? Ia het in het algemeen van sociologisch standpunt uit, toe te juichen dat het aantal kloosters in Nederland, bevolkt met eigen en vreemde landslieden, steeds toeneemt en hoe langer hoe "meer grondgebied in kerkelijke handen overgaat? Zoolang aangaande deze vraagstukken geen principieele, gezaghebbende uitspraken aan dringen op wettelijke voorziening door kerk en staat, zullen de boekhandelaars, uitgevers en andere klagers zich moeten behelpen met de oprechte maar weinig uitwerkende dien sten van Krnitwagen en anderen. MASSOF. Rbytniscke Gwtieï, Naar aanleiding van een artikel van den heer J alle Troelatra over de Dalcroze-feeaten te Helleran, ontstond in ons blad een pennestiijd tnsjchen de heeren J. M. J.'Korpershoek en W. P. E. de Hart. In het nummer van 28 Juli had de heer de Hart het laatste woord; de radere bestrijding van den heer Kojpershoak was te omvangrijk en daalde te zeer af in technische details, om in haar geheel op te worden genomen. Dit antwoord aan den heer de Hart ia thans voor het eerate gedeelte gepubliceerd in het Oetober-aummer van het maandblad Licbaamsoefening". Ona wordt verzocht de aandacht van onze lezers, die de polimiek gevolgd hebben, ep [dit artikel van den heer Korperahoek te vestigen. Het adres van Lichgamaoefeninfe" ia Maaskade W.Z. 86a, Rotterdam. Iilml m TöflscnL On»Tijdschrift, afl. 10: J. H. Gunning J.Hz., In- Spanje, II. M. van W ij hèEza, Mis daad en Straf. Nellie, Versen. J. A. Rispens, Verzen. J. Petri, Kunst en 8yntheae, II, en?. De Bxkzaal: H E. Grove, In memoriam G. van RUn. Jonkvr. Clara Engelen, Vier boeken van H. P. Berlage. M. H. van Campen, Brieven over literatuur, V (slot). D. Smit, De eerste Bariynache kinderleeszaal. De Witte Mier, Oct. '12: Mr. J. T. van Royen, Nieuwste boek der Eiagry-P/esp. Deutscher Mueterdruck. J. Greshofl, Typo grafie en Gemeentezorg. Annie Salomona, Ean merkwaardige Vrouw. C jrneüs Veth, Het Affiche der Gastentoonstelling. De Klaroen, No. 43: J. Jac. Thomson, Christelijke levenshouding en maatschap pelijke onderscheiding der Stander. Dr, J. van Dorp, De G'aheelonthoudersbeweging van Patteraon. tfoleichott, No. 16: Trachoom (de besmet telijke oogziekte) in Antwerpen. De strijd tegen vervalsching van levensmiddelen en zijn beteekenis voor de volksgezondheid, enz. De Levende Natuur, sfl. 12; E. Hei mans, Curiosa. Dr. J. J. Tasch, Krabben van onze kust. B. E. Bonman, K eskeurige zwammen. H. R. Hoogenraad, Een nieuwe plant voor de Nederl. Fiora, enz. Mork»' Magazijn, Oet. '12: K»rel Verdroe ven, Het ontslag (gevangenisÊchetp). S;edenschoon in Overijsel. Het NegervraagHtuk in Amerika. C'ara Viebig, By den Krater der Doeder, enz. 9e Jaargang. 27 October 1912. Redacteur: J. DE HAAS, Graaf Florlsatraat 15', Amsterdam. Verzoeke alle mededeellngen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. ONZE CURSUS". Ook deze les is gewyd aan den valzat", doch in inga wikkelden vorm toegepast. f zult zien hoa vaak men daarop spelen kan en wanneer gy combinatievermogen bezit, dan kunt gy met betrekkelijk weinig schyven zelf deien zet conatrneeren. Wy pry'zen dit spelsysteem volstrekt niet aan en zyn er evenmin aanhanger van, maar men dient dit gedeelte van het spel te kennen en hierom behandelen wij deze zetten uitvoerig. B WVi Wit. 31-27 3631 41-36 47-41 34-29 40-34 4440 Zw. 17-21 21-26 11-17 17-21 12-17 8-12 1722? Z wart loopt nu in den valzet. (Zie diagram.] 8. 29 23 18:29 Op 19:28 wit 32:23, zwart 18:29, wit 34:23, zwart 21:32, wit 37:19. 9. 34:23 19:2 10. 322S 21:32 11. 37:19. Wel leuk l Nu een voorbeeld van dien slag voor zwart. Wit. Zw. 20-24 1520 18-23 13:22 10-15 6-10 9 13 34-30 40-34 34-29 29:18 31-26 39 34 34 29 _. 43-39? Wit loopt hiermede (in den valset I (Zie diagram.) 8. 22-28 9. 33:22 Wit 32:23, zwart 19:28, wit 33:22, zwart 17:28, wit 30:19, zwart 14:32. 9. 17:28 10. 32:23 19:28 11. 30:19 14:32 Men ziet, de slag berust er op, dat wit als laatste zet 30:19 alaan moet. Oplossing en bespreking van de prijsvraag in de vol gende rubriek. DE INTERNATIONALE. PH. L. BATTEFELD. Deze bekend* Nederlandeche speler ver overde de plaats waarvoor hy' in aanmerking tomen kon. Vór den wedstrijd beschouwde Battefefald zelf reeds deze plaats voor kern ala de normale. De derde onder de Hollanders. Battefeld neemt ala dammer een heel bijzon dere plaata in. Z<jn kracht dat k t hij niet aan studie, doch aan kennis, opgedaan in de praktijk. Al spelende leerde hij aterk dammen. Battefeld heeft veel kennis van de openingen BB deed op dit gebied verschillende vondsten. Dit ia echter het gedeelte, dat hij bestudeerde. Van het eindapel maakte hij geen studie. Het manoenvreeren met een dam heeft hij niet onder zijn bereik. Met schijven in het eindspel speelt hij echter uitstekend en weet deze dan goed te combineeren. HU ia een positiespeler, die het sterkst speelt wanneer de partij wordt geleid langs regelmatige paden. In onsen lij d is dit echter niet voldoende. Ook in het onregelmatige spel moet men het poaitieapel onder de knie hebben ea juist in deze partijen is Battefeld het zwakst. Hiermede meenen wüniet, het nist zien van slagen, want het zal iemand niet licht ge lukken een sJagzet tegen hem uit te voeren. Met een onregelmatige voortzetting kan men hen veeltijds overbluffen en dan raakt hij de klnta kwijt. Het die»t echter gezegd, getuige zijn spel in den jongsten wedstry'd, dat groote vooruit gang in dit Opzicht te bespeuren valt. Tegen de sterketen accepteerde hy onregelmatige partije». Zijn winst behaald op schrijver dezes, zijn remise tegen Molimard en vooral die tegen Bonnard in een zeer ingewikkeld en onregelmatig spel, waren een groot euccea voor hem. Made een zijner «wakke punten ligt in zijn gemis aan zelfvertrouwen. Ook hierin valt verbeter ing te bespeuren, want Bittefeld heeft leeren inzien, dat men geen wonderen doen kan op het dambord en het ia mij bekend, dat hij na den internationalen meer dan vroeger in zijn spelkracht ia gaan gelooven. Bitlefeld apeelt geheel en al voor zijn genoegen. Geen winst of verlies brengt hem uit zijn gewone stemming en hy is al vol daan wanneer het een mooie' part)} waa die hij speelde. Teekenend voor hem waa zijn partij, die h\j tegen Fabre verloor. Fabre won in pracht i gen atyi en Bittefeld hield niet op,met het spel van!zijn tegenstander in deze partij te bewonderen en te pryzen. Hy behoort tot de sympathiekaten onder onze speler?. Indien hy een studie maakt van het eindspel en de onregelmatige party, dan heeft ?hy by een volgende gelegenheid een goede kar s op een hoosere plaats. Een paar voorbeelden gaan hierbij uit den internationalen wedstrijd. WEISZ. ZWART. BATTBFBLD. WIT. Wit kan nu schijnbaar voordeelig uitruilen en een scby'f op 7 plaatsen. Deze uitruil waa juist de valstrik door Weiss opengezet want op Wit 30-24 35:24 38 33 34 30 40:7 B wart 19:30 20:29 29:38 25:34 zon zwart laten volgen: Wit ....__7:18 27:18 31:22 26:17 Zwart 8-12 13:22 38:27 17:28 11:13 met de winst van een cchijf. De val was goed gesteld, doch ook door Battefeld goed doorzien, want er gaan 17 echy'ven van het bord. Dit ia wel een bewijs dat Battefald langzamerhand ook dit gedeelte van het spal onder de knie krijgt. Het volgende volgende voorbeeld leert ona Battefeld kennen ala de geduchte positie speler. H. J. v. D. BROEK. ZWART. BATTEFEID. WIT. Wit is aan den zet. Zijn stand ia beduidend sterker vooral op het midden in tegenstelling met zwart, die daar door zyn verspreiden stand geen kracht ontwikkelen kar. Wit speelde nu 44-4011 zwart 35:44, wit 39:50 en zwart moet nu, hoe dan ook, een schyf ver liezen f wit kry'gt vrijen doorgang naar dam. Zie maar. Op zwart variant I. Wit 29-24 22 18 26-21 28:8 Zwart 3U-35 19.3U 13:22 17:26 deze variant werd gespeeld en wit won. Nu een andere voortzetting. Variant II. Wit 22:1129-24 2420 20:9 28-22 Zwart-11-16 6 17 30 35(a) 12 18 13:4 17:39 dan wit 38-33. 32:12. (a) Op ' 30-34 wit 50 44, zwart 19:30, wit 3329, 28:10. Variant III. Wit ..... 22:11 2924 2420 20:9 29-23 Zwart 11-16 6:17 30 35 12-18 23:4 wit 38-33, 32:1 Wel moo1, in een stand waarin ieder 10 scby'ven heeft, door een achterwaartachen uitruil een schyf winst of doortocht naar dam te forceeren.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl