Historisch Archief 1877-1940
No. 1846
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
VË/ZELSTRAAT-.56-58-6O
INRICHTING TOT HET MEUBILEEREN-EN VEFLSIEREN DER JONING
BOUWT TE NUNSPEET.
Inlichtingen brj het bonwbtureau DE
VELUWE", aldaar.
DELAUHAY BELLEVILLE
AUTOMOBIELEN.
Hoofd-Agent Toor Nederland i
J. LEONARD LAN6,
AMSTERDAM.
Badplaats in
ZuidTirol. Heerluk
tlimaat. Seizoen
__ -September?Juni
1911/12 3i,6ua tmüKMB.cu. Stedelijke Kur- en
BadiniichtinB. Zanderinstitnut.
Koudwaterinrichting. Koolzuur- en alle geneeskundige
baden. Zwembassin. Inhaliaties. Badium
?Emanatorinm. Druiven-, Mireraal water-,
terrein- en openlucht ligkuren. Kanalisatie.
4 hoogebronwaterleidingen. Theater. Sport
terrein. Concerten. 20 Hotels Ie Bang. Sana
toria. Talrijke pensions en villa's voor vreem
delingen. Prospectus gratis bij de
Kurvorstehnng.
De volgende Hotels van den lén
Rang zyn van allen comfort volgens den
nienweren ty'd voorzien, geven gelegenheid
voor penaionverblUf en zenden op aanvraag
een prospectus. De cijfers zijn het aantal
bedden. Grand Hotel nnd Meraner Hof 330,
Fran Emma 260, Erzheriog Johann 220, Palast
220, Bristol 190, Kaiserhof 180,
Habsbnrgerhof 140, Park 140, Snvoy 130, Tirolerhof 115,
Aders 90, Min«rva 85, Erzherzog Bainer 80,
Anstria nnd Villa Imperial 70, Haasfurther
65, Bavaria 65.
Prima Anthraciet,Gascokes,
Brechcokes enz.
Lijnbaansgr. 296. - Telef. N. 4276.
weinige, die hem hebben gelezen: Strindberg'd
vurige wenach, gelezen te worden l
Zalke wrangbeden, zulte nervease, sidde
rende schoonheden verwarren n in nw eigen
bedenksels; als een os, waar niets hmppeligs
meer aan ie, wordt gy gejokt. Gij aijt ge
breideld. De vrouw, die de Freule gpealde
is zonder finesse, is grof sensueel in plaats
van onbewust pet file pervers; verloren
staart gij naar haar, en ziet a/'hter haar
spe), aan gene zijde van haar gebaren de
diepe grachten om in te verdtinken, de lange
trooatelooze kamergangen om nit te schreien,
da herfstverlatenheid van een groot treur
spel en een eenzaam man.
Werk u los l Ga niet naar de opvoering
van znlke stukken l Mij ia liever ze te lezen
bi) 't haardtutu of zei f* onder 'c enkele helle
gasUcht, waarmee die kuost verwant is.
Mirjam Horwitz, vohiptuenee, canailleuse,
lachende bacchante, een Wienerin, geniale
dnivelin geworden. Haar zon het wynlonf
pfcfgen op baar vochtige echoone voornoofd,
als ze speelt, dronken van leven, gelijk de
renaissance het begeerde, de renaissance,
die zij helpt uitbeelden majestueus behagelyk.
Mandragola is geen oirbaar s'.nk. Ik zwijg
en denk, met verlof, aan Mi;jam.
Mag ik n mededeelen, dat de renaissance
wederom nabij is, en dicht in enze buurt?
Op de brug over den Arno stonden te
Florence de gondamidswinkelp, waar de
Benvenuto Cellini's bun smeeiw«rk maakten
en waarin zij, in kleine optrekjes beginnend,
als beeldhouwers en schilders de roem werden
van hun land. Uit het bedrijf der edele
metalen werd de renaissance van I alië geboren.
Wij hebben in Nederland in de heiene
tijden een bloeiend bedrijf van bewerking,
minder der edele metalen dan van eiele
steenen; de diamant levert reeda prosa!oren
en dichters, en ook kunstminnende burge
ryen, die hun volkskasteelen doen verluchten
door edele anlater», en pontifer, die met de
caviar de kunsten beschermen.
op de in de stroozak geprikte naald gesto
ken. Toen de vetdoozen, de lepel, het mes,
ordelijk op hun plaatsen gelegd, alles z
uit den ransel, bijne glimmend nog dat hij
de stukken maar even te beademen en af
te wrijven had om ze opnieuw te doen
glanzen. En daarna kwam het ondergoed:
twee paar sokken, al model gevouwen, de
nummers groot zichtbaar; een handdoek,
twee onderbroeken, twee hemden, . . . .dat
?was n. . . . Hij zocht nog in den leegen
ransel, maar hij wist 't al wel: treiterend
flitste het door zijn grijze kop: verkocht
voor jenever-centen. Angstig gluurde hij
om zich heen, maar gelukkig: niemand
lette meer op hem, ieder was te bezig met
zich zelven. Hij bezon zich even, vingerend
aan z\jn borstelige knevels: wat te doen,
fronzend keek hij rond. Daar zag hij de
vreemde kamer wacht, die met een doekje
de gaskraantjes probeerde glimmend te wrij
ven, hij dacht zich gered. Stiekum ging
h\j op den boerenjongen toe: Zeg Jan, haal
JÜeens gauw een hemd van je chambree,
maar gauw, n mond-houëa! fluisterde hij
gebiedend. Doch de stugge boer bleef
bedaardig door-wreven: Ik kan nou niet
?weg; nee- ik doe 't niet l ....
Toe nou kerel, ... ja krijgt een borrel
straks in de cantine! . . ?
Maar de kerel weigerde halsstarrig en
bleef maar dom grijzende nee schuddend
?wrijven over het koperen gas kraantje. En
buiten kletterde weer een sleepsabel. In
orde I" dreunde 't door de chambree, en de
peletonscommadant stond al binnen en in
formeerde speciaal of Koster er nu al was.
En dadelijk stond Koster weer bij zijn krib
en had zijn gezicht in de dienst-plooi ge
trokken. Ja, Luit, ik ben zoo klaar, nog
een minuut l ... En handig moffelde hij
de handdotk over de leege plek waar het
hemd moest liggen.
Gerustgesteld ging de luitenant weer naar
het bureau: op zoo'n vrijwilliger kon je
vertrouwen, bij zoo een liep je geen kans
van standjes en onaangename opmerkingen.
Koster, alleen weer, stond even te denken.
Toen verzon hij bliksemsnel een oude truuk:
hij trok de beide lakens uit zijn wolletje,
vouwde een ervan in vier plooien en stopte
dat zoo weer tusschen de dekenvouwen dat
het scheen of er toch twee lakens tussch n
zaten. En gauw, vliegensvlug sloeg hij het
Wij la?en, dat Henri Polak zijn portret
bad laten maken, en hebben dit werk met
eigen oogen bewonderd om de gelijkenis.
Het scheen ons geen juweel, maar welke
diamantbewerker is niet blarévan juweelen?
De hoofdzaak is, dat rechtzinnige lieden
het werk reeds een plaats wildan geven nnast
de verlnchiirgen waarvan wij spraken. Man
mag niet denken, dat wij zonder ernst hier
spreken en dat het achonwtooneel niet zon
mogen putten nit het dagelijksch leven en
toezicht honden op alle her-lev'ngen der
kunsten en van de maatschappij. Men mosr,e
liever vragen, dat iemand eens een
boskwerk schrijve om aan te toonen hoe ele
menten van wedergeboorte reeds voort
kwamen uit het kunstig Amaterdamsch be
drijf. welks kundige werkers ook de
schouwburgen vullen, boven en beneden.
HONOEÉDB LA BAI«NOIRK.
Erratm.
In het artikel In memoriam E. W. Moes,
van jhr. H. Teiin? van Berkhout kwam een
zinstorende zetfont voor. Er stond Belgische
steen lees: Belgische etsen.
c/np&zcnban
M struint fan het Nationaal ?iroan voor
Vfüw rMl tei lover fle
feitnoistelling Ce ?row 1813-1913,"
Wy allen, behoorend tot de meerderheid
van de gmote schare, die Zondag 3 November
1912 in Utrecht waren op de Buitengewone
Ahemeene Vergadering van het Nationaal
Bureau voor Vrouwenarbeid, hebben zeker
vrij-gekomen laken open en rolde het op,
handig in de vorm van een voer de inspectie
model gebouwen hemd. En daar lag het op
zijn stroozak, boven aan de uitpakken),
tegen het mooi vierkante wolletje, in vorm
en uitzien volmaakt gelijk aan de hemden
links en rechts op de andere bedden. Hij
was gered, alleen, het wapennummer
ontbrak nog, doch dat zou hij wel gauw
j verhelpen. Snel trok hij de nummerkist
] achter de groote kachel weg. waar ze alweer,
i netjes ingepakt, stond opgeborgen en zocht
vlug de stempel-vormen van zijn wapen
nummer uit. en drukte ze handig op het
! opgerolde laken, op het hemd-model, en lei
het weer netjes op de stroozak tegen het
| welletje, dat je zou zweren dat er een hem l
lag, genummerd en wel. En terwijl zijn
handen in laatste streeling de
equipementsstukken extra netjes schikten, grinnikte hij
achter zijn dikken knevel over zijn
getrukeerdheid: daar moest je eerst een tij i voor
; gediend hebben om je er zóuit te redden.
! En fier stelde hij zich voor zijn krib, de
'-, borst breed-uit, de decoratie pronkend, de
handen op de rug: een toonbeeld voor de
milicientjas. Zijn sectie-commandant had
schik in hem, zag in zijn martiale figuur
voor de sectie een sieraad dat door den
kolonel niet onopgemerkt zou blijven.
Jij hebt natuurlijk alles present, nietwaar
Koster?... vroeg hij bijna
kameraadschappelijk. En Ja, sergeant, ik heb de
bulletjes compleet. Kijk u maar na!... zei
Koster uit volle borst Maar nee, zei de
sergeant, gerustgesteld glimlachend, neen,
dat vertrouw ik wel. Zoo'n oud-gediende
als jij!... Bescheiden glimlachte toen Koster
ook gevleid zijn roode neus buigend: hy
wist zich de glorie van de chambree.
Buiten bij de poort klonk het signaal
voor den kolonel. De kamerwacht in het
grauw-witte werkpak slordig tusschen de
netjes in het blauw pronkende miliciens,
onverschillig de inspectie-drukte aan
ziend, zong lollig het hoorn-geschetter na
op de woorden: Jan-mèt-dè-pèt!.. .wat hem
een reprimande bezorgde van een der
onderofficieren. En al weer werd er in
ordel... geschreeuwd. Hijgend kwam de
dikke compagnies-commandant binnen en
schreeuwde dadelijk van: de ramen open,
de lucht is hier om te snijen!... en vroeg
of alles in orde was en gaf en passant nog
^nNTERSPORL.fAI)ELBODEN'
??^?????????????????????^??"F 1MTLTEHOTEL BEATJ SITE. _
«LIFT, BAB, CONCERTZAAL MET
EIG&N ORCHEST. GR. VESTIBULE. PENSION ZOMER 7?12 F' WIMER3
8?15 Fr. PRQSP. GR. INTERN. VERKEERSBÜR., AM8T., RAADHUISSTRAAT 16.
Wintersport Pontresina. Schlosshotel Enderlïn."
Voornaam Hotel Isten Rang.
Pr08pecfns gratis. Interna locaal Verkeersbuieau Raadt msstiaat 16, Amsterdam.
N. . EERSTE NEDEEL. FABRIEK VAN ASBESTCEMESTPLATEN
tt art i nit". ~
MARTINITPLATEN zijn:
r- brand-, trek- en
krimpvrij.
Vraagt prijzen en monsters.
ADHES:
Cruqiusweg 113, Amsterdam.
GRANDS VINS DE CHAMPAGNE
Perrier-Jouet
Epernay.
Concessionnaires,
Sauter & Polis, Maastricht.
VORMEN.
Een Handboek voor Dames.
BEWERKT DOOR
JOHANNA VAN WOÜDE.
let ii«wst« ei «lledigste kaïtoek <«r Ettyuttt.
In prachtband ?2.50 In satijn ?2.90.
Uitgave van Van Holkema & Warendorf, Amst.
WBRÖWITEB VHlTOMOfltn «ri5TERD«M
Verkrijgbaar te Amsterdam bfj :
AU BON MARCHE
J. G. HERBERMAN, Damrak.
JACOBSON & MANÜ8, Kalverstraat.
H. MEYER, hofl., Koningsplein.
ADR. SCHAKEL, hofl., Heiligenweg.
SCHADE & OLDENKOTT, Nieuwendijk.
WED. INDIE:
Heeren Kleeding Mag. M. DE KONING,
Batavia.
Winkel-Mfl EIGEN HULP", Batavia.
W. 8AVELKOUL, Soerabaja.
Verdere adressen verstrekken wy gaarne
iiiiiiiiiini mi iiiu nu inii i u m ,,, m, iii^ mnii iiuiiiiiiimmiiimiM
i H i i i i i i in n minimi i, in iiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiii i iiiiiiiiiii
de uiuomat dier bijeenkomst betreurd, in
zoo ver men er niet in is kunnen slagen,
de directrice en het bestuur van bet Nationaal
Bureau af te brengen van de opvattin?, dat
de ontwornen tentoonstelling, De Vrouw
1813?1913", schade zon toebrengen aan de
beweging voor den vrouwenarbeid in Neder
land en dm aan de zaak der Vrouwenbe
weging in baar gansenen omvang.
Hoe jammer is dat geweeat, dat vastbonden
aan het eenmaal ingenomen standpunt, in
het zoo overtuigend bleek, dat er onder de
leien een krachtige atroomina bestond, die
vloeide in de richting van ?nel meidoen aan
de tentoonstelling en daaraan meedoen met
alle kracht, die in ons is.
't Is waar, het was de innige overtuiging
van me j a ff rouw Anna Polak, dat het niet op
den weg lag van het Nationaal Bureau,
daadwerkelijk en direct medewerking te verleenen
aan het groote werk voor het volgend jaar,
dat zooveler enthousiasme heeft gaande ge
maakt en dat in die warme geestdrift reeds
alleen de reden vindt van zjjn bestaan, al
zouden niet de tijdsomstandigheden lijnrecht
heen wy jen naar de noodzakelijkheid, om
juist den Vrouwenarbeid, en dien in de
eerste plaat?, te stellen op den voorgrond
van het tableau, dat het tentoonstelling!! j «ar
1913 aan de wereld te zien zal geven. Een
innige overtuiging nu geeft men maar soo
nint prijp.
Te sterker stond zij, omdat het gansche
bestuur van de vereen i ging Nationaal Bureau
voor Vrouwenarbeid" aan haar zijde stond.
Het ministerie was homogeen, wie zon zich
dan niet sterk voelen in een crisis! En sterk
voelde mej. Po'ak itch, dat bleek nit ieder
van haar welgekozen woorden, haar vloeiende
zinnen, die «immer haperden, haar rustig
zeggen zonder opwinding, maar metcadrnk.
Het moet prettig zijn, een (aak voor te
staan, die door mej. Palak verdedigd wordt,
zich aan haar zijde te weten in een qnaeatie,
die de gemoederen warm maakt, omdat haar
verdediging van een standpuit noodwendig
eenige wenken aan kader en manschappen,
en verdween weer, hijgend, en zenuwachtig
rukkend tog aan de knoopjes van zijn witte
handschoenen, om in de gang den kolonel
zijn opwachting te maken. .
Iedereen stond nu in afwachting, gespan
nen hoe de inspectie voor hem persoonlijk
zou afioopen: die vet waren of iets van hun
uitrusting mankeerden, hoopten maar dat
de kolonel hem niet uitpikken zou om het
uitgepakte nauwkeuriger te inspecteeren,
en die zich feilloos waanden, hoopten het
zelfde, omdat je het toeh nooit eens weten
kon. Alleen Koster stond in onverschrokken
houding, de kop rechtop, vast overtuigd
dat alles goed zou afloopen: de kolonel zou
natuurlijk de millicientjes inspecteeren,
hém niet, hij was een oud-gediende. En
onmerkbaar lachte hij weer achter zijn
zwaren knevel...
an luid gekletter van vele sleepsabels
in de gang, een gerinkel van sporen,... en
daar was de kolonel.
In orde!... gilde de kamer wacht, en
de oudste sectie-commandant schreeuwde
gebiedend: Staat 1... en toen stonden allen.
Ieder had zijn lichaam gestrekt in de
houding en de armen willig aan de romp
gedrukt, de handen plat achter de broek
zakken, ieder zag recht voor zich uit, ieder
voelde en hoorde den kolonel binnenkomen.
Daar stond hij, de gevreesde, in een paar
vlugge spoor rinkelende stappen den drem
pel over, en dan stil, alleen de blikken
rond dwalend, de heele chainbree door:
langs de wanden, over de gezwabberde
vloer, langs de gerichte kribben, langs de
manschap, over de bed-zakken vol
uitpakkerij alles vlug, scherp waarnemende,
zwijgend. Alleen als een millicientje het te
benauwd kreeg en zich verroerde, even
dan klonk des kolonels stem, zachtjes ver
manend, onder zijn spiedend kijken door:
stil staan, stil staan, niet bewegen!... en
dan zweeg hij weer, aandachtig inspec
teerend, tot opeens hij zijn kijken staakte
en zei: Ziet er goed uit!... Ziet er
heel goed uit! Laat maar op de plaats
rusten!
Er ruischte een adem en beweeg van
opluchting door de chambree, terwijl de
voeten zich verzetten en de stramme lijven
zich ontspanden. Doch even maar, want
nu ging 't komen: de inspectie over de
aan dat standpunt kracht en stevigheid moet
verleenen.
Maar nu, op dit my'ES inziens wankele
standpunt van zich af sijdig te willen houden
van de tentoonstelling, nu kon zelfs zij er
niet in slagen, de meerderheid tot haar zjjde
over te halen, ook niet toen mpj. De Jongb.
nit het bestuur en m<-j. Henriëtte Goadsmit
uit de vergadering haar instemming met
m c j. Polak ouder woorden brachten.
Da crisis is er dus. Hoe zal haar floop
weien? Na de aanneming der
afkenringsmoties, die de houding van bestuur en direc
trice laakten, is nog ei door mej. Van Dijk,
de pr enden t e van het bestuur, n door
mej. Polak gezegd, dat ze op den ingeslagen
weg dachten voort te gaan en naar eigen
zienswijze voornemens waren, verder te
handflar, blijvende op de door baar bezette posten
in den strijd voor den Vrouwenarbeid in
Nederland.
Door die woorden, evenals door menig
ander woord van bestuur en directrice in
den loop der vergadering vernomen, moeten,
dankt mij, velen net als ik gevoelig op hun
democratische teenen zijn getrapt. Bet had
verbazend veel van een autocratisch optreden,
wat daar werd vertoond, of zie ik verkeerd ?
Men kan haast niet aannemen, dat zoo'n op
treden steun zou vinden bg iemand, als bij
voorbeeld mej. Henr ë te Gandsmit. En
toch, zij sprong in de bres telkens en telkens
weer, als de a'ormloop op bestuur en direc
trice hevig werd; sij was hun ten schild en
ging op het laatst zelfs soo ver van te zeggen,
dat ze den ijver van de vergadering nauwe
lijks begreep en dat ze meende, boa men
zich een veel te hoog idee, een veel te groot- ?
sche voorstelling maakte van de medewerking
van het Nationaal Bureau aan de tentoon
stelling, dat men zich dus warm maakte om
iets, dat daarvoor eigenlijk niet in aanmer
king kwam.
Tegen die opvatting nn wil ik even krachtig
protesteeren, juist in neam van de groote
waardeeripp, die ik heb voor het werk van bet
uitpakkerijen. Wie zou er uitgepikt wor
den ? ... dat was de stille vraag.
De kolonel, kort, breed en voornaam,
glinsterend van goud, was geheel in de
chambree nu gekomen, gevolgd door zijn
adjudant, den compagnies-commandant, den
peletons commandant, den sergeant-majoor,
allen met boekjes in de wit-geschoeide
handen en gretige potloodjes om te noteeren.
Parmantig bewoog de stoet zich langs de
kribben, langs de strakke mouwvestborsten
der miliciens die vreezig in de houding
stonden, in afwachting gespannen wiens
spulletjes zouden worden nagezien. Want
ieder kende des kolonels gewoonte: op elke
chambree pikte hij uit de vele uitpakkerijen
er n die hij door elkaar warde en nakeek
en inspecteerde, alsof de toebehoorende
soldaat ten oorlog moest. Wie zou de
wan boffer zijn ?
Statig langzaam gingen de hoogen voor
waarts langs de kribben, de kolonel voorop,
bij ieder manschap even stil-houdend om
hém van hoofd tot voeten en van voeten
tot hoofd te bekijken en ging dan weer
voorwaarts, met streng zwijgend masker,
gevolgd door den sleep van officieren met
de boekjes en de gereede potloodjes, en den
sergeant majoor bescheiden achteraan. Eén
rij was al gepasseerd en nog was niemands
boeltja bekeken;... wie zou 't worden?
Alle oogen, die buiten 's kolonels ge
zichtskring waren, blikten hem na; sommige
milicien»j es trokken gezichten of knipoogden
stiekum om de overstaanders aan 't lachen
te maken, tot een grimmige dreig-frons van
een sectie-commandant hen in de orde
terugbracht. En steeds voorwaarts ging de
kolonel, zwijgend, langzaam en zeker, ge
volgd door zijn geleide met de begeerige
boekjes en de hunkerende potloodjes, hij
was al bij de kachel: nu naderde hij Koster.
En ieder voelde dat dit eea evenement
ging worden: de kolonel voor den oud-,
vrijwillig gediende. Stram stond Koster,
pal in de houding, de borst-breedte glad,
de groote model-decoratie er op als een
trqphee, de knoopen spiegelend, de kop,
grijs kort, onverschrokken rechtop. En stil
stond de kolonel nu, vlak voor den vrij
williger en bezag met welgevallen de kloeke
figuur. En voor 't eerst opende hij de strenge
lippen tot spreken:
Vrijwilliger?...
Nationaal Bureau. De medewerking van het
Bnrean aan de tentoonstelling, de krachtige,
rechtatreeksche medewerking, zal wél groote
beteekenis hebben. Mej. Weereringh heeft het
gisteren zoo goed gezegd, wat het Nationaal
Bnrean beteekent, en hoezeer die instelling
der Vronweniaak in Nederland ten goede
komt. De tentoonstelling moet op dienateun
kunnen rekenen; ontbonding zon in dezen
geluk staan met tegenwerking!
Niet omdat ik meen, dit het
tentoonstellingsbestnur en de vele
tentoonstellingacommiasiea het de facto onmogelijk er zonder
zullen kunnen stellen. Wy weten allen wel,
dat, al zullen er waardevolle gegevens voor
het tentoonstellingawerk in de archieven van
het Nationaal Bureau te vinden zijn, men ook
wel langs anderen weg erin alagen zal, zich
het noodiga aan inlichtingen en inlichtings
materiaal te verschaften, maar omdat een
ideëale opvatting in dezen het zoo uiterst
werjsehelyk maakt, dat het Nationaal Bnrean
meedoet. Hoe zon het zich ter zy'de kunnen
honden, waar het zelf door zy'n eigen be
staan, door de tallooze uitgaven, die het
de wereld inzendt, door de massa's en
massa's inlichtingen, die het verstrekt in het
belang van de vronwen en haren arbeid, een
eereplaata dient in te nemen op die groote,
mooie tentoonstelling, die wy alles goeds
toewenschen, De Vronw 1813?1913''!
Lochem, 4 Nov. 1912.
FBEDEBIKE J. VAN UILDEIKS.
Moni yan Tischriflen.
Onze Eeuw, Nov. '12: Ignatia Lubeley, In
haar Eenzaamheid (slot). W. 8. van Dam
van laselt, De wijziging van de Land
weerwet. Dr. G. B. Kielstra,
Volkavsrplaatsirgen in Indië. Gustaaf van Etfcken, Blinde
Man. J. de Gruyter, Keats (I). Jules
ScV rmariB, Verzen. Dr. J. D. Bierens de
Haan, Vereen wiging (gedichten), G.F.H.,
H. S., K. K., Leestafel.
Ja, kol'nel.
Hoelang al in dienst ? ...
Haast vier-en-twintig jaar, kol'nel!...
Bevalt je de dienst ? ...
Uitstekend, kolonel.
Van weerskanten ademde het gesprekje
achting en eerbied, en allen, de officieren,
de onderofficieren, de miliciens, allen ston
den getroffen en staarden met sympathische
blikken naar Koster, die stram stond, een
toonbeeld, als gesneden uit brons. Nog eens
bezag hem de kolonel van 't hoofd tot de
voeten en vaa de glimmende schoenen weer
naar omhoog, naar de onberoerbare kop
met de glimmende roode neus, en uit wel
gevallen, zuiver uit welgevallen, schreed hij
een stap in Koster's atraatje, en nog een.
en bpzag er, in zuiver welgevallen, de uit
pakking, alles ordelijk en glimmend, netter,
preciezer dan van welken milicien. En
direct, als een automaat, had Koster een
pas voorwaarts gedaan en keert gemaakt,
front naar zijn kolonel toe, doch oogen en
neus model rechtvooruit starend en wijzend
op zijn kribbekastje. De kolonel stond in
het straatje, bekijkend in welgevallen, de
keurige ordelijke uitpakkerij. En toen,
weer zuiver uit welgevallen toen strekte
des kolonels arm zich en zijn sierlijk wit
gezeemleerde vingers spitsten zich en de
slanke duim en vinger grepen het uiterste
puntje van het uitgepakte hemd model, vlak
boven het zwarte duidelijke nummer en
trokken omhoog, welgevallig afrollend het
hemd. En het hemd rolde af... en Koster's
neus werd nog rooder en steeds rolde het
hemd af, al langer wordend... de kolonel
had zijn arm al boven het hoofd gestrekt,
en nog rolde het hemd af. En de kolonel
trok in wanhoop zijn sabel en prikte daar
aan het hemdpuntje en wikkelde verder
af,... tot de geheele lengte was volbracht.
En stram, geluidloos stond er de man
schap, krampend van 't lachen, en de
onderofficieren vingerden aan hun knevels
en fronsden de brouwen, doch hun lijven
trilden, en de officieren wendden zich af,
ook al onbehoorlijk schokkend de schouders;
alleen de seigean -majoor onaandoenlijk en
bescheiden, hief gulzig het maagdelijke
boekje en bewoog al het vruchtbare
potloodje...
En Kostet sliep dien nacht niet op
z\jn bed.