Historisch Archief 1877-1940
8
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1846
C. J. van Aalst,
de alen we president van de
Handelmaatschappij.
Maar de dwalende minachting Tan den
ae thet" voor den geleerde" is die Tan den
heer Plaucaaert: jj toont het duidelijk,
daar bij het ideaal (mér zelfs dan dat: een
onbestaanbaarheid t men «e verderop) van
den Bchilder (aesthet), stelt tegenover de
caricttuur van den kunsthistoricus. Het
resultaat Tan de vergelijking Tan heiden kan
dan oek niet twijfelachtig zijn.
Het is wfarJyk niet onbelangrijk dat P.
de kennis van de ontwikkeling tot het kunst
werk geheel tracht te scheiden Tan het in
richt in de af «onderlij k e schoonheid van dat
werk. Maar het riekt naar Bremmerisme"
en is reeds als zoodanig (maft ik het zeggen?)
een'gBsius naïef. Want de definitie Tan het
eigenlijke kunstwerk = het datnmleoze"
looals P. die (reeft, is in haar eenzijdigheid
evtnieer een fictie als eene niet bestaande,
maar dcor hem blijkbaar onderstelde die
het werk alleen als historischen factor liet
gelden, ion syn.
Men heeft zoolang (journalistiek) langs
het kunstwerk zelf, zoowel als zijn verband,
beengekletst: bennlloos, nietszeggend ge
sproken Tan de moederlijke teederheia" en
den bernchten bc aten glimlach" Tan een
madonna b.v., dat een reactie ook
harerzjjdech wat al sterk het overwicht aan den
raderen kant der verhouding gaf en tegen
over dien bernchten bc aten glimlach" het
niet minder beruchte ualbplastisch, hinten
hohl" stelde.
Maar met de constateerlng van dit feit is
de zaak niet afgedaan. Want, al staat dan
tijdelijk bij de wetenschappelijke kunstbe
oefening het accent misechien wat téschrap
op het wetenschappelijk"; dit beteekent
hoogstens: zjj negeert de aideremogelijkheden,
ontkent ze niet. *)
En verder: Zeker, het praedikaat acade
misch kunsthistoricus" geeft geenerlei waar
borg omtrent smaak en oordeel en das
geschiktheid Tan den drager voor
museumbeheer (trouwens, geen enkel praedikaat geeft
in eenig opzicht een waarborg), maar Teel
minder nog doet dit het praedikaat schilder",
zoo al s ik hoop aan te toonen.
Allereerst dan zal de kennis Tan de ont
wikkeling der kunsten toch het begrip ver
zekeren, dat de groote kunstenaars zij zijn,
die ge Ten, en daardoor de, bg seitger.ö>
sieckfe" kuoit zoo algemeene. verwarring van
groote en goede kunst eenigjtins tegengaan en
een zekeren graad Tan oordeel waarschijnlijk
naken. En een schilder? Ia uit den aard der
zaak, en zeker als hij een goed schilder is, ten
eenenmale vreemd aan elke kunst die zich
in een andere richting beweegt dan de zijne.
Hij noemt de anderen struikroovers" of
geneene kerels", al naar zijn aard. Want
zocdra hij «on zien dat het ook anders
kan", hem zou toch de vehementie van
scheppingskracht gaan ontbreken, die hij
ontleent vooral aan het bewustzijn, dat de
kunst Tan vroeger em elders, ja zijn eigen
onderwerk, feitelijk niet veel soeps was en
dat het nu pas goed wordt." Vcorbeelden
te over Tan groote schilders, die het heel
openhartig zeiden: dat de anderen toch alle
maal f gek f misdadig waren. En de heer
P. kan toch niet werkelijk meenan dat een
schilder, die niets met de Haagsche school
te maken had, indertijd de werken Tan die
school vel Toor een museum zou hebben
aangekocht, als bij den kunsthistorici verwijt
dat «ij dit niet deden. Zoo kan hij ook niet
meenen dat lün schilder Tan welke
richting dan ook b. v., Boccloni, Delanney,
Herbin en Kandineky, tegelijk ton deen han
ger. Tgchndi was kunsthistoricus l
En wat de verzamelingen van Mesdag en
de anderen betreft: het is toch een secret de
poUchinelle, dat de richtinp van dezen veel
intiemer samenhangt met de voorraden van
bepaa'de kunsthandelaars, dan met den
smaak" Tan de eigenaar?. Zon dan misschien
een kumthandclatr de ideaal museum
directeur blijken ? ? f;
Tot wanti ouwen tegen een fcbilder-direc
teurschap Eoopt, duikt mij, ook de zeker
niet orgegronde, Trees voor een dar, meer
dan tot nu toe, heenchende kliek-ptotecfie.
En ten slotte: Als de heer P. dei. kunst
historici terloops verwijt, dat zij dikwijls al
te graag op schoonmaken" en dat tog wel
met minder eerbied dan (sclii ders)", uitzon
spijt het mij te moeten constateeren dat het
omgekeerde absoluut juist is. Waar komen da
vele dcorgepoetste schilderijen vandaan?Uit
de private collecties der amateurs" l Wie
zyn er berucht om, dat zij de schilderijen
die zy bezitten roo netjes beschilderen (Het
e?gat Tan al)? Da schilder?, en zeker niet de
kunsthistorici die meestal de behandeling
Tan schilderijen niet verder uitstrekken dan
tot het hoogrfnoodige ? onderhoud
(Pettenkof arn en;.) en zooveel moge'yk, o a zeker
te gaan, naar een restaurateur zoeken, die
niet schilderen kan. Neen, ik vind schilders
beste kerels, als zy schilderen l Maar aan
schilders ALS BBQEL het beheer van musea in
handen geven daas ware doch
wirklich: den B o ck z urn Gart ner
machen!
Ky'k eens: knns'kèanars zijn natuurlijk
de voorbeschikten om de directeursplaats aan
een museum in te nemen. Ea kunstkenners
zijn in alle kategorien die hier in aan
merking komen mogelijk, en in alle
zeldIIIIIIMIIIlllllllllllllllllllllllllllltlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllliiiiiitllllllllllllll
TE KOOP GEVRAAGD
SCHILDERIJEN 1800-1860.
Kunsth. M. WO L F F,
Amst., Vgzelstraat 18. - Tel. 4068.
KUNSTHANDEL
WED. G. DORENS & ZN.
mm 58. _ AMSTERDAM.
TENTOONSTELLING
VAN
SCHILDERIJEN,
AQUARELLEN
en TEEKENINGEN
VAN
E. VAM BEEVER.
5IE.RKUM5T
KEIZERSGRACHT 592
M. SPIEGELSTRAAT
KUNSTVOORWERPEN
SCHILDER'JEM
AMTIQUITEITEM
MEUBELEH.AARDEWERK
R.ElLIOrkCi
Antieke Kasten,
Antieke Schrpureaux
(MET GARANTIE)
zér voordeelig bij
J. G. FONTEIN,
AMERSFOORT.
N, V, DE WONIN6
Keizersgracht 478
MEUBELEN, KARPETTEN «te.
(Ontwerp W. PENAAT).
LAMPEN, KRONEN etc.
(Ontwerp JAN EISENLOEFFEL).
AMSTERDAM.
HARRIJ HEIJER
RESTORER OF
OLD PAIKTINGS.
Btissuiii, Holland.
KENNISGEVINGEN VAN
VERLOVING E«
ONDERTROUW
GEBQORTEKAARTEN f
LUXE-PAPIER
ARTISTIEK STEMPELWERK
BOEK EN STEENDRUKKERIJ
B. VAN MANT GE M!
HOFLEVERANCIER
SINGEL 562 HOEK VIJZELSTRAAT
AMSTERDAM.
Gebr, Douwes
Speciale Ateliers
VOOB HBT
Verdoeken en Restaureeren van
Schilderijen.
Gevestigd t mier t l SOS.
Warmoesstr. 78 b/d Oudebrngsteeg, Amsterd.
zaam en te toeken. Daarom bly've in den
regel de vc o t keur op den kunsthistoricus
by wien men minstens de negatieve zeker
heid zal hebben dat hg geen kwaad zal
doen".
utree k t, 30.10.12. E. WICHMANN.
*) Met bovenstaanden zin werd natuurlijk
geenszins een loochening van het
bestaanerecht der, laat ons zeggen: 'journalistieke
kuns'bespreking bedoeld.
f) uit «en oogpunt van expertise ia hy
dat zeker.
ANTWOORD II.
Den Heere Wicbmann. U hebt een eigen
aardig gemak van bewerer. 3e zegt dat ik
tegen den weter schappelijke ben. Hoe weet
a dat? Het is daarenboven orjuist. Ik ben
tegen den wetentchappelijke op d* onjuiste, op
de verkeerde plaat». De kunsthistoricus heeft
nit hoofde van zijn knnsthistoricos-zijn geen
recht op het leiden van de aankoopen voor
een museum. Toch is dit een meening waar
van de belanghebbenden gaarne het
hoogopgroeien zonden zien, tot sjj voor de anderen
als vanzelf sprekend werd. De feiten wijzen
dit overal uit.
2. Schilder is geen praedikaat". Het is
de constateering van een werklykheid. Wat
n over de eenzijdigheid zegt, behandel ik in
het stak j e tegen den heer Beets; ik zal het
n niet herhalen. Dat een schilder de anderen,
aiet van zijn richting, voor gemeene kerels"
scheldt, y'n aardigheden in uw betoog, die
ik onbesproken zal laten. Zy qnalificeeren
mij uw inzicht in het wezen van de kun
stenaars.
S. Wat u over de verzamelir g Mesdag etc.
in den groven zin van het wooid iminvtert,
waar haalt u het recht vandaan mmschen,
die deden, wat anderen, kunsthistorici na
lieten, zoo te bespreken? Het qualiflceert n
opnieuw voor mij.
4. Het fcbynt mij toe dat ik de schilders
beter ken dan u. Zi hebben voor zoover ik
ze zag en ken, meer eerbied voor het werk
van anderen dan de kunsthistoricus. Z) weten
te v«el bet moeitevolle van het goed geslaagde
schilder^ etc., dan dat zij er ijdellyk hun
handen aan zonden slaan.
5. Aan het eind van dit alles zegt u dat
kunstkenners de voorbeschikten zijn. Dat is
wat ik als uitgangspunt aannam, en wat mij
er toe bracht het stuk te echry'ven: er is
tegenwoordig een verwarring aan het ont
staan tnsechen wat een knnat kenner is en
wat een kunsthistoricus is. Da historici wer
pen zich op als kenners. Dat is da font.
PLASSCHAEKT.
Ciarirari.
3»(«fscQf«Kk filet JUfwI
Vereeniging tot (laarstel)ing eer er
Algemeene Bibliotheek <e Rotterdam en
van een daaraan verbonden Laeskabiner,"
Ook dit argument werd door den
minister blijkelijk overhoord." (Hbl.)
Het weekblad de Hollandse Lelie,
waai van de recensent bemerkt: het zy'
genoeg te zeggen, enz.' (Tijd)
TELEPHOON-3384.
|ROTTERDAA\
^FRANCO LEi/EfflNG
L
,GEHEE
NEDERLRND.
ADMIOAAL OC RU YTCRWEe
AMSTERDAM
VOOR
ZUJART ca KLEUREM
P. C. PAERELS,
VOOB MODERN B MEI BLLEiJtLSQ
Amsterdam.
ROKIN 118. TEL. 4*41.
VOOR INRICHTISQKN Dl
QTJDHOI-LA.N1MCH XN ANDERE STIJLEN
Magazijn
Oud-Holland",
ROXIN ISO. TEL. 4641.
De hoenderatapel is thans behoed,
voor de klein'ache kippensiekte. (O. D.)
Noo i gedwongen stemt Men toe in
den vrede." (N. v. d. D.)
Zon het nn niet mogelijk zijnde uitspraak
van het Nederlandsch * te richten naar de
standaard-uitspraak van H. M. Koningin
Wil heimina? vraagt Bernard Cantor in
Neerlandia terwijl het toch van algemeene
bekendheid is dat H. M. de Nederlander leest.
*
Wellicht," zoo vervolgt de heer Canter,
«m H. M. wel bereid gevonden worden, in
't belang van onze taal, ean rede in de
grammophora te spreken," en toevatHg lezen
wy zoo j ais t in het U. B.: De fotograaf
Dentmann heeft twee nieuwe portretten
gemaakt van Prinses Jaliaca, beide spre
kende beeltenissen."
Als men Dentmann eens !n den arm nam?
*
Zij vonden het onrechtvaardig, dat
de trams dikwijls het geheele onderhond
van den wegmoeten bekostigen." (N.S.Ct.)
Men kan eerder putten nit de tram
dan uit de gasfabriek." (Hbl.)
Als de tram nu niet eens in een flink
ingezonden stak protesteert, heeft zjj 't aan
zichzelf te wijten, als se morgen aan den
dag op straat staat.
?
Zijn gloed en macht deden in den
een of anderen hoek van haar hart een
soort van treurigheid ontataar.
Voelbaar werd haar hart kleiner."
(N. S. C'.)
Zoo zal men dus langiamerhand beter in
de gelegenheid zyn geweest om plaats en
soort van de treurigheid nauwkeuriger te
bepalen.
*
Het vroegere front werd verlater, en
een nieuw front in rngwaartsche lijn
gekozer." (U. D)
Eet zoogenaamde rugfronf.
«
Zoo dikwijls Virginia de oogen sloot,
be iünerde haar mend haar aan den
zynen". (N. R. Ct.).
Een tabakssmaakje?
«
Eindelijk weer eens een lympnthiele.
Da bescheiden, sympathieke vlieger
nam met een handdruk afscheid van onp,
en besteeg op zyn kalme, rustige wij;e
zijn toestel". (Kampioen).
*
Het is voor vreemdelingen, die Nederlandsch
willen leeren, moeilijk de geslachten te ont
houden. Men zegt: de min en het paar, maar
het minnende paar, de vlieg en het blad,
maar het vliegende blad; zoo ook: het vuil,
maar deyiep.
Mond Tan Ttjisciiriften,
De Gids, Nov. 1912: Dr. P. C. Boutens,
Liederen van Isouda. Carry van Bruggen,
Heleen (II) Prof. J. 8. Speyer, Zielsver
huizing en Karma in het Indische volks
geloof. Jacob Israël de Haan, Aan den
heiligen Sabbath (gedicht). Jobannn W.
lasa Boletinattj.
Deze aanvoerder en aanstoker der
Albaneesche woelingen, die in zijn veatingsterk
berghuis de aan vallen der Turk sche bataljons
trotseerde, tot het in puin geschoten werd,
is, vór zijn droom yan een Albaneesch
vorstendom verwezenlijkt werd, door een
Montenegrjjnscb officier neergeechoter. Onder
de regeering Tan Abdnl Hamid werd Issa
ontzien en gepaaid, doch het jong Tnrksche
regime bond den openlyken strijd met den
schitterenden roover aan. H g schijnt met de
Montenegrijnen geen open kaart gespeeld te
hebber, wat zijn Jood tengevolge had.
iiiiiilimiiiiiiiiiiiiiiMiMiiiiHiiiimiiiiiniiiitlMllliiiiiiiiMlimi
A. NTaber, Joannes Anaatssina Velngnna
herdacht. K. P. J. Tatein Nolthenius,
Menscben- plankton (Naar aanleiding van een
bezoek aan eene Noorweegsche lagere tchoo!).
J. Pa. van Goethem, Herfst (gedicht).
Aart van der Leeuw, De hinde, (gedicht).
P. Otten, Grü'.e dag (gedicht). Annie
Salooions, Sappho (sredicat) A. EI., Bacon.
Sbakespeare. H. T. Colenbrander, Wat een
Amsterdammer in 1837 niet zeggen mocht.
J. N. van Hall, Dramatisch Orerzichr.
Henii Viotta, Mnükaal Orersicht. C.
Buitenlandsch Orersicht. C. S. en F. C.
Bibliographie.
De Beweging, Nov. '12: T. J. de Boer,
Leereniojl of Werkicbool? Jacob Isrsël de
Haan, In Russische Gevangenissen (II).
Albert Verwey, Mythische Stoffer. G. E.
G. Meuleman, Bnorre's Edda (vertaald).
Nine van der Schaaf, Hat Huis van mijn
Vriend. Th. van Ameir'e, Ballade aan de
Maan. George Gongrijp, De Verre Vul
kaan (gedicht). G. Burger, Politieke feiten.
en Ricatingec. %* E m lied van Zuster
Berlken. A. V., Nietzsche en Philosopher
Cnips."
IIIMIIlllltlMltlllMIIIU
MIIIIIIMMinilMUlMIIMUllllllll
BINNENHUIS
KUN5T
ONDER REDACTIE
VAN S.VAN R
VERS
?- TOEGEZONDEN .1
UITGAAF VAN 'T BINNENHUIS
RAADHUISSTRAAT-AM STERDAM
DI YAN, geheel gereed (kleed
onnoodig), franco ieder Station
in Nederland
- Gld.
16.VOSKUYL & VAN DER LOOS
Complete Meubileering
KEIZERSGRACHT 450 hij het Molenpad, AMSTERDAM. T.Ufeon 8940.
Yraagt Catalogus onzer Complete Menbileeringen a 460, 485, 715 en 976 61d., eni.
D. OBERINK & Co., AMSTERDAM
KERKSTRAAT 88-104 TELEFOON No. 4472
TOEPASSING DER ELECTRICITEIT OP ELK GEBIED
V.T. TECHNISCH BUREAU T/h HO EX M A BECK,
BLOEJHLEXUAAl
Importeurs Tan
materiaal Toor plafonds, vrijstaande wanden,
trapbetehietingen, «BS. In Kerken, Scholen, Kantoorgebouwen,
fabrieken, Schouwburgen, Woonhuizen, Boerderijen,
StalLtn, enz.
Monsters en nieuwe prospectus-prijscourant worden «p
aanrraag gratis toegezonden.
E. UI. JAARSntAS
Men lette op d~t fiift»*irefcameHk. ~