De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 24 november pagina 3

24 november 1912 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1848 24 Nov. '12. DE AMSTERDAMMEE, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. VI/Z:ELSTR AAT-36 ? 50-GO HEERENGR 4Ö~ /^ROGGE5TRAAT14 INRICHTING TOT MET MEUBILEEREN-EN VERSIEREN DER WONING BOUWT TE NUNSPEET. Inlichtingen bühet bouwbnrean DE VELUWE", aldaar. DELA1HY BELLE1LE AUTOMOBIELEN. H«of<I- Agent v«or Nederland i J. LEONARD LANG, AMSTERDAM. kringen" van het dorp. Wat dit ongeval is niet voor het dienstmeisje zelve, zijnde deze een quantiiénégligable maar voor dominee en zijn gade en voor de ge meente en voor da publieke moraal, heeft De Meester, met meesterlijk ingehouden spot, geschreven. De uitgevers, die altijd zoo hijgen naar blij-geestige lectuur, kunnen dienu hier vinden. Het pathetische en tragische van het geval beliefde de schrijver, die dat anders ook wel kent, nu eens voorbij te gaan, om alleen de verschrikte klppendrukte van zijn weldenkende, maar zoo weztnlcoze, dorpsadellijken te beschouwen... ons allen tot innig leedvermaak. Er zijn in het ver haal hoogtepunten van fijnen humor, gelijk De M368 er, naar mijn weten, nog nergens zoo had geschreven, Büvoorbeeld, waar de j jnge vrouw van den veel ouderen predikant haar vriendin, freule Van Lak er velde, haar zoet geheim belijdt.", jalet als deze gekomen is om maatregelen te nemen naar aanleiding van een ander, oczoe?" geheim: de zwangerschap van dominee's dienstbode. De freule vond het wel bezwaarlijk, dat Aleid het meieja nog wilde honden. Kon zy het onmogelyk af met Neeltje, ook ais vrouw Rietgors lederen dag kwam". Toen beleed Aleid baar zoete geheim, dat tot nu toe alleen Wedelaar kende. O, kindje In het jonkrroHwelijk gemoed der bejaarde freule schokte een schrik, die eok een verzet was. Zij dacht aan den vader, al lóbejaard... Dcor haar geest waarden schnchterend weer zin, berisping. . welke zich uitten in een zacht. Doch tevens besef,e zij, dat het nu t&&f plicht was te helpen...." 1< hier niet een hooge comiek in het eamentrtffan dezer gaboorten, de wettige en de onwettige, in welker natuurlijke o rereen komst by conventioceal onderscheid de overigens zeer conventioueele, maar onge trouwde, freule n vreemd moment verward raakt? Een tweede hoogtepunt, met kostelijke soberheid en zelfverloochening beschreven, is die zonderling a receptie bij den dominee (door een der aanwezigen, ongepast, condoleanlie-bezoek genoemd), eigenlijk ter gelegenDe klok sloesr halver-elve. Tante keek Wipneuske teleurgesteld aan. Plots luidde de grielde belle korte, vlugge slagen, als het doodeklepelen. Och Renneke... dat is hij ... daiir zal 't zijn l De honden basten, sprongen rond als wilde dieren, de papegaai floot als een trein en kleine Dora, zoo bleek als een pieroo, stond armentierig nevens tante te beven. Alleen Renneke bleef ijzig kalm. Ze zette den papegaai op den standaard in d'achterkamer, ontstak 't koerske in den lanteern. Dora doet het blaft'etuurke open in de veurkamer dan kunnen we zien, zei ze stille. Zouén het geen dieven zijn, bibberde Dora. Zullen we den groolen hond los maken, vroeg nog de oude dame. Nee, die zou hem omverre springen ... Geen hand voor oogen viel er te zien. De kleine hondekes holden vooruit de duisternisse in. Renneke volgde moedig, de lanteern hoog houdend. Madam Waesdonck keek't lichtje achterna, dat zich scheen te kriukelen als een glimworm in den wegeling. Ze luisterde, doch ze vernam niets. Wipneuske nog aldoor zeker van het mirakel, meende beslist dat het dieren ?waren en wilde nichte achterna, tegare met Vapeurke zou ze nichte bijstaan. Ze stormde vooruit met een vruchtenmeske in haar hand. Tante greep haar nog net bij haar kleed en deed haar naar de voorkamer gaan, waar ze nu met gesperde oogen bleef staan gluren. Tante tort weer het huis uit, peilde de donkerte en nu hoorde ze klappen. Gelukkig ja, ze herkende ziju stemme, zijn grolgeluid... Zou het mis zijn ? Verstomd ging ze de lampe halen, en hield die nu boven haar hoofd, daar konden ze op afsturen. En nu zag ze ook den lanteern's vale schijnsel. Ga binnen met dat licht mama, hoorde ze Reuneke. I^WTP^H^^I^WTJ Badplaats in Zuid<»T l H ? I I " Tirol. Heerlük kj l ? ft W l k°klimaat. Seizoen JLJM^LJL*^M^M September?Juni 1911/12 31,502 badgasten. Stedelüke Kur- en Badinrichtina. Zanderinstituut. Kondwat rinrichting. Koolzuur- en alle geneeskundige baden. Zwembassin. Inballaties. Radinm ?Emanatorian). Diulven-, Mineraalwater-, terrein- en openlucht ligknren. Kanalisatie. 4 hoogebronwaterleidingen. Theater. Sport terrein. Concerten. 20 Hotels Ie Rang. Sana toria. Talrijke pensions en villa's voor vreem delingen. Prospectus gratis bij de Kurvorstehnng. De volgende Hotels van den len Bang zyn van allen comfort volgens den nienweren tyd voorzien, geven gelegenheid voor pension verblijf en zenden op aanvraag een prospectus. De cyfers zyn het aantal bedden. Grand Hotel und Meraner Hof 330, Fran Emma 260, Erzherzog Johann 220, Palast 220, Bristol 190, Kaiserhof 180, Habsbnruerhof 140, Park 140, Savoy 130, Tirolerhof 115, Aders 90, Minerva 85, Erzherzog Rainer 80, Austria und Villa Imperial 70, Hassfurther 65, Bavaria 65. PrimaAnthraciet,Gascokes, Brechcokes enz. WINTERSPORT. ADELBODBN. -?^^ FAMILIEHOTEL BEAU SITE. ~ LIFT, BAB, CONCERTZAAL MET EIGEN ORCBEST. GR. VESTIBULE. PENSION. ZOMER 7?12 Fr. WINTERS 8?15 Fr. PROSP. GR. INTERN. VERKEER8BUR., AM8T., RAADHUISSTRAAT 16. Wintersport Pontresina. Scblosshotel Enderlln. Voornaa Hotel I sten Bang. P/ospectus gratis. Internaiioiiaal Verkeersbureau Raadt maatraat 16, Amsterdam. N. V. EERSTE BDfflL. FiBRIEK VAN ASBESTCEfflEBTPLATES Marti n i t". MABTINITPLATEff zyn: brand-, trek- en krimpvrfl. prezen en monsters. Cruqiusweg 113, Amsterdam. FiraaEF.i Ljjnbaansgr. 296. - Telef. N. 4276. GRANDS VINS DE CHAMPAGNE Perrier-Jouet Epernay. Concessionnaires, Sauter & Polis, Maastricht. held van het bekend-worden van Dina's zwangerschap. Men wil, trots het gebeurde in zy'n huis, dominee gaarne onverminderde hoogachting betuigen, en zoo wordt het dien middag een ware ,,'nstuif" van alle aangeziene" familieFAleida voelde vocht in de oogen. Het was zoo druk en zoo vreemd maar ook heerlyk-. Al die liefde en waardeering. Ei rómarkant, na die preek van gister.... E in troostrijke middag was het geworden. Zooveel sympathie ... algen,én...." Luchtig, niet zonder hoogheid van ironie, zijn de se zeer doorleefde scènes neergezet. Als ik raar vergelijkingen zoek in onze literatuur, vind ik eigenlijk niet veel. Hollanders waren nooit heel rijk in fijne satire, in luchtige, toch niet platte, malligheid. Want deze wijze van luchtig neerzetten en gelijkmatig vol houden, maakt zulke lectuur tot vroolijke" kunst voor lezers, die niet al te scherp van zinnen zrJD.En dat zijn de meeste lezers niet. Voor de weinisia anderen valt dan nog wat grooters te onderscheiden: het pessimisme, de levimhait, die diep onder deze onschul dig pleizierige oppervlakte gloeit. Het is de echte Fianbertsche levenshaat, die eerst ver bijsterd, dan minachtend staat teeenever de verwarde, wezenloose verstrooidheid der dingen. Het is altijd alles misverstini, wat in het leven geschiedt, meent het pessimisme dezer kunstenaars. Niemand begrijpt iets van den ander, niets sluit, niets gaat logisch of harmonisch, en zoo lijkt de wereld precies een dronken boerekerml?. Gij kunt er om lachen, als ge er niet om huilen wilt, dat hier de ganscbe zedelijke ontsteltenis geboren werd uit een daad van den jongen Herman, die voor hem precies een bevrijding en moreele verheffing beteekende. En vrouw Van Kooyen intrigeerde met sluwheid om de dominees familie te verzekeren van een discretie... die niet eens gewenecht werd. En Dina be greep maar niet wat haar moeder wilde. E a de domineeakliek begreep niets van Dina, noch van den maatschappelyken kant der zaak. Zoo stoot en tolt en raast en botst ge woonlijk alles tegen elkaar, zonder zin of deel, tot het geslacht en place uitgeput neersinkt. Ea dan begint het spel weer fnsch van voren aan De kinkee stoomde door de wind. Sidderend, haastte de oude moeder zich naar binnen. Ze had zijn gezichte gezien.... 't Leek druipend van bloed Na schoffelden ze holderbolderend de treden af rond het perkeke. 't Kleine, blonde vrouwke met den lanteern, stroef naast den zwaren dronkaard die ze voortduwde. Strepen bloed blonken op 't grauw-paft'erig wezen onder den bablutsten flambardhoed, die scheef, hem bijkans op de oogen stond. Zijn knevel, rood van bloed, hing slap en 't druppelde tot op zijn verslonsde kleeren. Met een grooten zweai zwenselde hu voor de deure, em eer Renneke of demoeder hem konden tegenhouden, sloeg hij voor over, languit op den grond, den standaard omwerpend waar den papegaai krijschend afvloog, naar de andere kamer, alwaar Dora, stijf van schrik, stond te staaroogen. Madam Waesdonck's handen hingen slap. Alleen Renneke bleef dapper. Bijkans onaan gedaan sloot ze eerst de deure, zette den lanteern neere, probeerde nu haar echt genoot op te helpen. Door den slag wat verntichterd, krabbelde hij oyerend, viel meteen in den zetel. Hij hikte herhaalde malen en lodder oogde naar zij n moeder, die met een vochtigen doek zijn wezen wilde betten. Hij lag gevallen tegen de grielde aan, verklaarde Renneke, iemand bracht hem zeker tot daar, belde en liet hem dan maar omtuimclen, denk ik... maar 't zal niet erg zijn ... onkruid vergaat niet. Als dokters-dochter handig, wiesch ze het bebloede gezicht, bond toen den doek stevig over de wonde op het voorhoofd. Hij lachte nu, schokte leutig, bekeek het eindje sigaar in zijn bemodderde hand. 't Is mee geweest om zeepe, hikte hij ... maar 't ziet er slechter uit dane 'k ik... 't is plat gelijk een zeske... zijn beulingen hangen eruit. Hij probeerde op te krawietelen, doch zakte met een smak terug, grollachte, hikte en trok zijn oogen stijf open, alsof hem iets raars te binnen schoot, Hij giechelde, lachte Er was een tijd, dat De Meester zich over deze dingen placht te uiten hartstochtelijk en met groot gebaar. Thans, al ontbreekt het hem ook noz geenszins aan bewogenheid ea kracht, is hij rustiger geworden en in staat zondar direct er in gemengd te zijn het leven op een afstand te beschouwen. En dan is het merkwaardig, op een afstand van tijd of ruimte, hoeveel minder gewichtig de dingen zich voordoen. Mij dunkt, het is de, waarachtig niet gestolen, macht van onzen rijperen leefty'd, dat wij allen dit op den duur begrijpen gaan, al is het ook niet velen gegeven het op zulk een glimlachend-hooge manier uit te spreken, als De Meester in dit boek gedaan het f r. FRANS COENEN. Nienwe BoeSTïëinór inierei. Tegen St. Nicolaas. (T.) Niemand zal beweren, dat F. de Sinclair zy'n métier niet kent, doch büis er, met de suggestie zelfa van al zijn gladde, vloeiende zinnen, zyn meest rtëale dialogen, niet in geslaagd een kinderboek te schrijven, dat uitmunt. De Wandelende Driekl'U', oorspron kelijk jongensboek van F. DE SINCLAIR, met acht platen van LODIS RAEMAEKERS, uitgave Van Holkema & Warendorf, Amsterdam, is niet geworden, wat de uitgevers er zekerlyk van verwacht hadden. De schry>er heeft vlotten, komischen geest genoeg, doch hy is hier wel wat heel plat en banaal gebleven en neemt te vaak zijn toevlucht tot grappigheden van gefarceerden aard Waar geroeligmenscbe'yke sentimenten naar buiten breken is hu echter snms raak en ortroeretd. Het liefde-scèaetje tusechen Torn en Gladys is heel subtiel ingeleefd en een baschry'ving van groote zuiverheid geworden. Ofschoon de schrijver ten opzichte van dieverjacht e.d. müop een yry mild stand punt schijnt te staan, had ik de detectivegeschiedenis gaarne gemist. Ik vind het een onwenschelyke en onwaardige concessie aan de door Nick Carter- en Wilson-verhalen naar grove prikkeling bageerize jongens. Wanneer het boek tot een volgenden druk mocht geraken, moet de schrüver de leefty len van zyn heldea met verschillend gekleurden dan luidkeels. Hij moest altemet zijn maag vasthouden van den danigen schaterlach die hem alzoo aangreep. De papegaai in de voorkamer riool fel. De dronken man hield met lachen op, keek verwonderd rond, staarde toen blije naar de andere kamer. Papegaatje ... eelaba coco ... waar zijde dan ? ... /ijn oogen peilden den afstand. Hij trok een scheeve tote. Nee, hij kon het niet wagen. Met onnoozele hooge stemme, zong hij nu: Er komt een veugelke gevlogen, Mee zijn steertje in de lucht, hik!" Zijn stem sloeg over, doch hij bezag triomfantelijk Rsnneke, die 't hoofd schudde. De moeder, nu haar grootsten schrik voor bij, meende hem te moeten vermanen, zei verdrietig: Jongen, jongen, ge moest u schamen! Schame... waarveure.., een redeka velinge met onzen chef.... Wat chef... van de statie? Nee, nee... fanfare.-.! ge begrijpt wel... sociëteit... koninklijke zulle....! President, mij ... ikke... eere president... kunnen müniet missen allons.... Madame Waesdonck wilde dezen keer niet zwak zijn. Ze moest het hem zeggen. Ge zijt bezig u een fameuze reputatie te bezorgen, begon ze. Eerepresident... wat ten duvel...! is dat niet naar uw goeste ? Renneke allez ... tonnerre, help mij 'ne keer. Renneke gebaarde aan moeder te zwijgen. Wie heeft er u gebracht '?: vroeg ze enkel nog. Gebracht... hoe gebracht... ? peinsde dat ik een borelingske ben... ? Maar Ren neke mijn kind .. ? eerepresident... dat is scheune zulle! 't is een eere ... Ja een schoone eere... enfin, hoe krijgen we u naar bedde, sprak Renneke bedenkelijk. Na veel moeite, trekken en duwen hadden ze hem eindelijk boven. De oude, zware moeder, zelf zoo onhandig, keek meewarig toe, hoe ongevoelig Kenneke hem op het VORMEN. Een Handboek voor Dames. BBWEEKT DOOB JOH ANNA VAN WOUDE. Het ainwst« ei «lledigste kaïihtek ier Etffiettt. In prachtband ?2.50. In satijn ?2.90. Uitgave van Van Holkema & Warendorf, Amst. Verkrijgbaar te Amsterdam bij: AU BON MARCHE J. G. HERBERMAN, Damrak. JACOBSON & MANU8, Kalverstraat. H. MEYER, hofl., Koningsplein. ADR. SCHAKEL, hofl., Heiligenweg. SCHADE & OLDENKOTT, Nieuwendük. NED. INDIE: Heeren Kleeding Mag. M. DE KONING, Batavia. Winkel-My EIGEN HULP", Batavia. W. SAVELKOUL, Soerabaja. Verdere adressen verstrekken wy gaarne. minimin iiiiiiillimmiiiiiiiiiiiMiiiiiimiiiiMiillMHllllliilMllliiiMillMlllliiiilnliiiiiiiiiiiiiiiiiilliuiilliliiil haardos belangrijk verhoogen, want nu ly'n enkele gedragingen van het drietal bizonder onsympathiek en onwaarschijnlijk door hun jengl. Ik denk bijv. aan da rurn-drinkery op de slaapkamer der kostschool, een uiting; van jeugdigen overmoed en OLgebondenheid, die büjongens van dertien, veertien jaar toch werkelijk niet voorkomt. De platen van Louis Raemaekers zijn ver beneden zijn kunnen. *** Ook De avonturen van Flip en z'n speurhond door JAN FEITH, met teefceningen van den schrijver en WILLY SLUITER, uitgave Schellens en Giltay, Amsterdam, kan men eenigszins een mislukking noemen, hoe wel de auteur zich ook met de schrijfsunst vertrouwd acht. Een draeer van literair kunstenaar schap is Jan Feith niet, doch zijn journa listieke schrijftrant ia er een van de zeer goede soort, hoewel voor een jongensboek lik wij la geheel ongeschikt, daar hu, ondanks de gemoedalyke kenvelarïj'jea tot zijn lezer?, B ij n wjjze van uitdrukken berekent op een publiek, dat eerag sarcasme kan verstaan. Ook verleidt zijn vlotte journalistiek hem wel eens tot slordigheden, of tot gerekte boutades, gelijkover de hondententoonstelling, waar fan de zeer zeker groote geestigheid echter meer op de appreciatie van Onder de- streep'Mezers dan op die van kinderen is berekend. Ofschoon de fantasie van den schrijver ons veel k o lelijks heeft gegeven, o.a. in zijn voorlaatsta boek, Oe geheimzinnige uit vinding", bracht hy het in dit boek niet veel verder dan tot min of meer gevarieerde reminiscensen van vroeger werk. Flip en a'n speurhond" is natuurlijk geen minderwaardig werk, al schijnt het my minder verkieslijk om te pogen door het doen drukken van een dergelijk boek een reputatie op te honden als schrijver van gezonde, fdtscheen goed-geschreven kinderboeken. De silhouetten en krabbels, waarmede de echry'ver kwistiglijk den tekst verluchtte, lijken my in de algemaene malaise te deelen. Za zijn wat grof, evenals de platen van Willy Sluiter, welke trouwens eenigszins overbodig zijn. HESSEL JONGSMA. bedde duwde, zijnen jas uittrok en hem dan maar liet liggen; voor haar eigen 't bed schikkend in de logeerkamer. Maar allez, als ze maar bij hem bleef. "Wie weet wat er nog voor veranderingen komen konden. En Renneke, dat zag ze nu, deed met hem wat ze wilde. Denkend en peinzend tort ze de trappen af. Hij sprak van die sociëteit... Kerepresident... Als dat eens zijn aandacht trok. Dat zou hem verplichten op zijnen point d'honneur te passen! Deze gulden uitkomste glimperde plots voor haar gepijnigden geest als een straal van den hemel, die de verbeide uitkomste bracht. Vol bereddering hierover deed ze den papegaai in zijn muite, haalde den grooten hond binnen, duwde weg den bebloeden hand doek en 't vertrapte stukske cigaar. Alzoo 't meisse zou althans niets er van merken. Renneke tort den trap af, 't jeugdig voor hoofd in diepe rimpels vertrokken. Hij slaapt al, sprak ze hard. Vertelde hij nog over de sociëteit? vroeg madam Waesdonck eerzelend. Och ... zotteklap! 'k Weet het niet... mijn kind... als 't hem eens zijn eergevoel terug deed krijgen. Rennoke staarde verwonderd, zei: Van den noene waart ge er nog zoo tegen.... Ja maar, zoo iets kan zijnen geest open houden. EQ uwen portemonnaie daarbij ... geloof dat maar mama! Als 't hem maar redden kon! We zullen er morgen over spreken ... dan, nu ga ik maar, 'k ben zoo benauwd voor braud ... slaap wel! Ja, wij gaan ook, kom Dora, mijn pierootje. Een heelen tijd lag de oude moeder wakker, verzinnend hoe ze 't zou inrichten. Haar liefdevolle, onverstandig herte ver geten al de berekeningen die telkens als kaartenhuizen werden omgeblazen. Ingenomen door de eigen goeie voorBerichten. DE LITEBAIEE FILM. Het Verband" van dnitsche tooneelschrrjvera heeft met den kino, welke het indertijd in den ban heeft gedaan, vrede gesloten. De Noorsche FilmCompagnie te Kopenhagen is met het grootste deel dar voornaamste dnitsche en oostearijkache schrijvers in onderhandeling getreden, om van hunne werken goede films te maken. Een der eersten, die de overeenkomst geteekend heeft, is Max Halbe; hem volgden Ernst von Wolzogen en Gerhart Hanptmann. Dezen laatste werd een buitengewoon hoog honorarium toegekend. OLYMPISCHE SPELEN. Ter herinnering aan de vijfde Olympiade, dezen zomer te Stock holm gehouden, zal te Gothenbnrg een gadenkboek worden uitgegeven met tekst in het Zweedsch, Duitsch, Fransen en Engelsen. Deie tal worden geschreven door de voor naamste Zweedsche sportlieden, voor het meerendeel leiders of scheidsrechters bij de O'ympische spelen. Het werk zal 500 bladz. bevatten en voorzien zijn van 400 illustratiën. MAEJORIB BOWEN. Een nieuw werk van deze schrijfster, ten onzent vooral bekend door haar trilogie over stadhouder Willem UI, zal da volgende week te Londen verschijnen onder den titel dod's playthings. Mrs. B D wen heeft in dit werk voor haar thema gekozen een serie dramatische epi sodes welke verband hou len met den dood van verschillende historische personen. Bjj Frederik Muller & Co. te Amsterdam, heeft eene belangrijke veiling; plaats. 26?29 Nov. oud-Chineesch en Delfcsch porcelein, kamerbetimmeringen, goud, diamanten, kant enz. enz. nemens die ze ia zijn mond lei, schiep ze voor haar zoon een leven vol plicht en eerbaarheid. Za zag hem al als eere-president, met het lint op de fiere borst een gevierd en geëerbiedigd man. 't Zou hem bezig houden, de belangen van de sociëteit te behartigen en Renneke moest hem bijstaan. En zoo, meende ze, zou 't huwelijksge luk, al lang vervlogen, terug koeren, als een amor met een broekske aan. Ze glimlachte vol hoop, dan kon zij ge rust haar hoofd neerleggen. Haar verdroefde ziele, wat gesust door het vertrouwen in 't innerlijk goede van haar kind, bracht haar een beetje ruste en als de twijfel opzette, 't gezond verstand boven 't gevoel uitpiepte, drong ze dit terug. Welja, zijn betere gevoelens moesten enkel worden naar boven gebracht. Ze waren er toch, die betere gevoelens. Hij blenf haar eenigste zoon. Een maneglimp schichtte van tusschen een wolkenspleet, speelde op de raam waar Dora's b°ddeke stond. En nu zag tante twee blinkende oogen die haar aanstaarden. Tunteke, klonk het zachtekes. Wat is er... mijn wijveke? Hebde gij verdriet, tanteke ? Och Heere, bij ja ik, mijn kind. 't Mirakel kwam niet... de pillekes helpen niet... Neens... ze helpen niet. Dora begon nu stillekes te snikken en ook tante's zenuws zoo strak gespannen, lieten los en weldadige tranen, tranen van verdriet en van hoop verduisterden haar oude oogen. Ge moet lezen, onze lieve Heerke smeeken Dorake... we zullen de pillekes nog eens probeeren... Ja tanteke... ja... slaap wel tanteke! De maneglans werd verduisterd door zwartigheid die 't teere licht ontnam. Alle twee baden ze nu, eerst luid op, 't kind vol vertrouwen, de oude vrouw in gelatenheid, tot ze beiden moe ia slaap dompelden.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl