Historisch Archief 1877-1940
No. 1848 24 Nov. '12.
DE AMSTERDAMMEE, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
VI/Z:ELSTR AAT-36 ? 50-GO
HEERENGR 4Ö~ /^ROGGE5TRAAT14
INRICHTING TOT MET MEUBILEEREN-EN VERSIEREN DER WONING
BOUWT TE NUNSPEET.
Inlichtingen bühet bouwbnrean DE
VELUWE", aldaar.
DELA1HY BELLE1LE
AUTOMOBIELEN.
H«of<I- Agent v«or Nederland i
J. LEONARD LANG,
AMSTERDAM.
kringen" van het dorp. Wat dit ongeval is
niet voor het dienstmeisje zelve, zijnde
deze een quantiiénégligable maar voor
dominee en zijn gade en voor de ge
meente en voor da publieke moraal, heeft
De Meester, met meesterlijk ingehouden spot,
geschreven. De uitgevers, die altijd zoo
hijgen naar blij-geestige lectuur, kunnen dienu
hier vinden. Het pathetische en tragische
van het geval beliefde de schrijver, die dat
anders ook wel kent, nu eens voorbij te
gaan, om alleen de verschrikte klppendrukte
van zijn weldenkende, maar zoo weztnlcoze,
dorpsadellijken te beschouwen... ons allen
tot innig leedvermaak. Er zijn in het ver
haal hoogtepunten van fijnen humor, gelijk
De M368 er, naar mijn weten, nog nergens
zoo had geschreven,
Büvoorbeeld, waar de j jnge vrouw van den
veel ouderen predikant haar vriendin, freule
Van Lak er velde, haar zoet geheim belijdt.",
jalet als deze gekomen is om maatregelen te
nemen naar aanleiding van een ander,
oczoe?" geheim: de zwangerschap van dominee's
dienstbode.
De freule vond het wel bezwaarlijk, dat
Aleid het meieja nog wilde honden. Kon zy
het onmogelyk af met Neeltje, ook ais vrouw
Rietgors lederen dag kwam".
Toen beleed Aleid baar zoete geheim, dat
tot nu toe alleen Wedelaar kende.
O, kindje
In het jonkrroHwelijk gemoed der bejaarde
freule schokte een schrik, die eok een verzet
was. Zij dacht aan den vader, al lóbejaard...
Dcor haar geest waarden schnchterend weer
zin, berisping. . welke zich uitten in een
zacht. Doch tevens besef,e zij, dat het nu
t&&f plicht was te helpen...."
1< hier niet een hooge comiek in het
eamentrtffan dezer gaboorten, de wettige en de
onwettige, in welker natuurlijke o rereen
komst by conventioceal onderscheid de
overigens zeer conventioueele, maar onge
trouwde, freule n vreemd moment verward
raakt?
Een tweede hoogtepunt, met kostelijke
soberheid en zelfverloochening beschreven,
is die zonderling a receptie bij den dominee
(door een der aanwezigen, ongepast,
condoleanlie-bezoek genoemd), eigenlijk ter
gelegenDe klok sloesr halver-elve.
Tante keek Wipneuske teleurgesteld aan.
Plots luidde de grielde belle korte, vlugge
slagen, als het doodeklepelen.
Och Renneke... dat is hij ... daiir
zal 't zijn l
De honden basten, sprongen rond als
wilde dieren, de papegaai floot als een
trein en kleine Dora, zoo bleek als een
pieroo, stond armentierig nevens tante te
beven. Alleen Renneke bleef ijzig kalm.
Ze zette den papegaai op den standaard
in d'achterkamer, ontstak 't koerske in den
lanteern.
Dora doet het blaft'etuurke open in de
veurkamer dan kunnen we zien, zei ze
stille.
Zouén het geen dieven zijn, bibberde
Dora.
Zullen we den groolen hond los maken,
vroeg nog de oude dame.
Nee, die zou hem omverre springen ...
Geen hand voor oogen viel er te zien.
De kleine hondekes holden vooruit de
duisternisse in.
Renneke volgde moedig, de lanteern hoog
houdend. Madam Waesdonck keek't lichtje
achterna, dat zich scheen te kriukelen als
een glimworm in den wegeling.
Ze luisterde, doch ze vernam niets.
Wipneuske nog aldoor zeker van het
mirakel, meende beslist dat het dieren
?waren en wilde nichte achterna, tegare
met Vapeurke zou ze nichte bijstaan. Ze
stormde vooruit met een vruchtenmeske in
haar hand. Tante greep haar nog net bij haar
kleed en deed haar naar de voorkamer
gaan, waar ze nu met gesperde oogen
bleef staan gluren.
Tante tort weer het huis uit, peilde de
donkerte en nu hoorde ze klappen. Gelukkig
ja, ze herkende ziju stemme, zijn
grolgeluid... Zou het mis zijn ?
Verstomd ging ze de lampe halen, en
hield die nu boven haar hoofd, daar konden
ze op afsturen. En nu zag ze ook den
lanteern's vale schijnsel.
Ga binnen met dat licht mama, hoorde
ze Reuneke.
I^WTP^H^^I^WTJ Badplaats in
Zuid<»T l H ? I I " Tirol. Heerlük
kj l ? ft W l k°klimaat. Seizoen
JLJM^LJL*^M^M September?Juni
1911/12 31,502 badgasten. Stedelüke Kur- en
Badinrichtina. Zanderinstituut. Kondwat
rinrichting. Koolzuur- en alle geneeskundige
baden. Zwembassin. Inballaties. Radinm
?Emanatorian). Diulven-, Mineraalwater-,
terrein- en openlucht ligknren. Kanalisatie.
4 hoogebronwaterleidingen. Theater. Sport
terrein. Concerten. 20 Hotels Ie Rang. Sana
toria. Talrijke pensions en villa's voor vreem
delingen. Prospectus gratis bij de
Kurvorstehnng.
De volgende Hotels van den len
Bang zyn van allen comfort volgens den
nienweren tyd voorzien, geven gelegenheid
voor pension verblijf en zenden op aanvraag
een prospectus. De cyfers zyn het aantal
bedden. Grand Hotel und Meraner Hof 330,
Fran Emma 260, Erzherzog Johann 220, Palast
220, Bristol 190, Kaiserhof 180,
Habsbnruerhof 140, Park 140, Savoy 130, Tirolerhof 115,
Aders 90, Minerva 85, Erzherzog Rainer 80,
Austria und Villa Imperial 70, Hassfurther
65, Bavaria 65.
PrimaAnthraciet,Gascokes,
Brechcokes enz.
WINTERSPORT. ADELBODBN.
-?^^ FAMILIEHOTEL BEAU SITE.
~ LIFT, BAB, CONCERTZAAL MET
EIGEN ORCBEST. GR. VESTIBULE. PENSION. ZOMER 7?12 Fr. WINTERS
8?15 Fr. PROSP. GR. INTERN. VERKEER8BUR., AM8T., RAADHUISSTRAAT 16.
Wintersport Pontresina. Scblosshotel Enderlln.
Voornaa Hotel I sten Bang.
P/ospectus gratis. Internaiioiiaal Verkeersbureau Raadt maatraat 16, Amsterdam.
N. V. EERSTE BDfflL. FiBRIEK VAN ASBESTCEfflEBTPLATES
Marti n i t".
MABTINITPLATEff zyn:
brand-, trek- en
krimpvrfl.
prezen en monsters.
Cruqiusweg 113, Amsterdam.
FiraaEF.i
Ljjnbaansgr. 296. - Telef. N. 4276.
GRANDS VINS DE CHAMPAGNE
Perrier-Jouet
Epernay.
Concessionnaires,
Sauter & Polis, Maastricht.
held van het bekend-worden van Dina's
zwangerschap. Men wil, trots het gebeurde
in zy'n huis, dominee gaarne onverminderde
hoogachting betuigen, en zoo wordt het dien
middag een ware ,,'nstuif" van alle
aangeziene"
familieFAleida voelde vocht in de oogen. Het
was zoo druk en zoo vreemd maar ook
heerlyk-. Al die liefde en waardeering. Ei
rómarkant, na die preek van gister....
E in troostrijke middag was het geworden.
Zooveel sympathie ... algen,én...."
Luchtig, niet zonder hoogheid van ironie,
zijn de se zeer doorleefde scènes neergezet. Als
ik raar vergelijkingen zoek in onze literatuur,
vind ik eigenlijk niet veel. Hollanders waren
nooit heel rijk in fijne satire, in luchtige,
toch niet platte, malligheid. Want deze wijze
van luchtig neerzetten en gelijkmatig vol
houden, maakt zulke lectuur tot vroolijke"
kunst voor lezers, die niet al te scherp van
zinnen zrJD.En dat zijn de meeste lezers niet.
Voor de weinisia anderen valt dan nog
wat grooters te onderscheiden: het pessimisme,
de levimhait, die diep onder deze onschul
dig pleizierige oppervlakte gloeit. Het is de
echte Fianbertsche levenshaat, die eerst ver
bijsterd, dan minachtend staat teeenever de
verwarde, wezenloose verstrooidheid der
dingen. Het is altijd alles misverstini, wat in
het leven geschiedt, meent het pessimisme
dezer kunstenaars. Niemand begrijpt iets van
den ander, niets sluit, niets gaat logisch of
harmonisch, en zoo lijkt de wereld precies
een dronken boerekerml?. Gij kunt er om
lachen, als ge er niet om huilen wilt, dat
hier de ganscbe zedelijke ontsteltenis geboren
werd uit een daad van den jongen Herman, die
voor hem precies een bevrijding en moreele
verheffing beteekende. En vrouw Van Kooyen
intrigeerde met sluwheid om de dominees
familie te verzekeren van een discretie...
die niet eens gewenecht werd. En Dina be
greep maar niet wat haar moeder wilde. E a
de domineeakliek begreep niets van Dina,
noch van den maatschappelyken kant der
zaak. Zoo stoot en tolt en raast en botst ge
woonlijk alles tegen elkaar, zonder zin of
deel, tot het geslacht en place uitgeput
neersinkt. Ea dan begint het spel weer
fnsch van voren aan
De kinkee stoomde door de wind.
Sidderend, haastte de oude moeder zich
naar binnen. Ze had zijn gezichte gezien....
't Leek druipend van bloed
Na schoffelden ze holderbolderend de
treden af rond het perkeke. 't Kleine, blonde
vrouwke met den lanteern, stroef naast
den zwaren dronkaard die ze voortduwde.
Strepen bloed blonken op 't grauw-paft'erig
wezen onder den bablutsten flambardhoed,
die scheef, hem bijkans op de oogen
stond. Zijn knevel, rood van bloed, hing
slap en 't druppelde tot op zijn verslonsde
kleeren.
Met een grooten zweai zwenselde hu
voor de deure, em eer Renneke of demoeder
hem konden tegenhouden, sloeg hij voor
over, languit op den grond, den standaard
omwerpend waar den papegaai krijschend
afvloog, naar de andere kamer, alwaar
Dora, stijf van schrik, stond te staaroogen.
Madam Waesdonck's handen hingen slap.
Alleen Renneke bleef dapper. Bijkans onaan
gedaan sloot ze eerst de deure, zette den
lanteern neere, probeerde nu haar echt
genoot op te helpen.
Door den slag wat verntichterd, krabbelde
hij oyerend, viel meteen in den zetel.
Hij hikte herhaalde malen en lodder
oogde naar zij n moeder, die met een vochtigen
doek zijn wezen wilde betten.
Hij lag gevallen tegen de grielde aan,
verklaarde Renneke, iemand bracht hem
zeker tot daar, belde en liet hem dan maar
omtuimclen, denk ik... maar 't zal niet
erg zijn ... onkruid vergaat niet.
Als dokters-dochter handig, wiesch ze het
bebloede gezicht, bond toen den doek stevig
over de wonde op het voorhoofd.
Hij lachte nu, schokte leutig, bekeek het
eindje sigaar in zijn bemodderde hand.
't Is mee geweest om zeepe, hikte hij ...
maar 't ziet er slechter uit dane 'k ik...
't is plat gelijk een zeske... zijn beulingen
hangen eruit.
Hij probeerde op te krawietelen, doch
zakte met een smak terug, grollachte, hikte
en trok zijn oogen stijf open, alsof hem iets
raars te binnen schoot, Hij giechelde, lachte
Er was een tijd, dat De Meester zich over
deze dingen placht te uiten hartstochtelijk
en met groot gebaar. Thans, al ontbreekt
het hem ook noz geenszins aan bewogenheid
ea kracht, is hij rustiger geworden en in
staat zondar direct er in gemengd te zijn
het leven op een afstand te beschouwen. En
dan is het merkwaardig, op een afstand van
tijd of ruimte, hoeveel minder gewichtig de
dingen zich voordoen. Mij dunkt, het is de,
waarachtig niet gestolen, macht van onzen
rijperen leefty'd, dat wij allen dit op den
duur begrijpen gaan, al is het ook niet velen
gegeven het op zulk een glimlachend-hooge
manier uit te spreken, als De Meester in dit
boek gedaan het f r.
FRANS COENEN.
Nienwe BoeSTïëinór inierei.
Tegen St. Nicolaas. (T.)
Niemand zal beweren, dat F. de Sinclair
zy'n métier niet kent, doch büis er, met de
suggestie zelfa van al zijn gladde, vloeiende
zinnen, zyn meest rtëale dialogen, niet in
geslaagd een kinderboek te schrijven, dat
uitmunt. De Wandelende Driekl'U', oorspron
kelijk jongensboek van F. DE SINCLAIR, met
acht platen van LODIS RAEMAEKERS, uitgave
Van Holkema & Warendorf, Amsterdam, is
niet geworden, wat de uitgevers er zekerlyk
van verwacht hadden. De schry>er heeft
vlotten, komischen geest genoeg, doch hy is
hier wel wat heel plat en banaal gebleven
en neemt te vaak zijn toevlucht tot
grappigheden van gefarceerden aard Waar
geroeligmenscbe'yke sentimenten naar buiten breken
is hu echter snms raak en ortroeretd.
Het liefde-scèaetje tusechen Torn en Gladys
is heel subtiel ingeleefd en een baschry'ving
van groote zuiverheid geworden.
Ofschoon de schrijver ten opzichte van
dieverjacht e.d. müop een yry mild stand
punt schijnt te staan, had ik de
detectivegeschiedenis gaarne gemist. Ik vind het een
onwenschelyke en onwaardige concessie aan
de door Nick Carter- en Wilson-verhalen
naar grove prikkeling bageerize jongens.
Wanneer het boek tot een volgenden druk
mocht geraken, moet de schrüver de leefty len
van zyn heldea met verschillend gekleurden
dan luidkeels. Hij moest altemet zijn maag
vasthouden van den danigen schaterlach
die hem alzoo aangreep.
De papegaai in de voorkamer riool fel.
De dronken man hield met lachen op,
keek verwonderd rond, staarde toen blije
naar de andere kamer.
Papegaatje ... eelaba coco ... waar
zijde dan ? ...
/ijn oogen peilden den afstand. Hij trok
een scheeve tote. Nee, hij kon het niet wagen.
Met onnoozele hooge stemme, zong hij nu:
Er komt een veugelke gevlogen,
Mee zijn steertje in de lucht, hik!"
Zijn stem sloeg over, doch hij bezag
triomfantelijk Rsnneke, die 't hoofd schudde.
De moeder, nu haar grootsten schrik voor
bij, meende hem te moeten vermanen, zei
verdrietig:
Jongen, jongen, ge moest u schamen!
Schame... waarveure.., een
redeka velinge met onzen chef....
Wat chef... van de statie?
Nee, nee... fanfare.-.! ge begrijpt
wel... sociëteit... koninklijke zulle....!
President, mij ... ikke... eere president...
kunnen müniet missen allons....
Madame Waesdonck wilde dezen keer niet
zwak zijn. Ze moest het hem zeggen.
Ge zijt bezig u een fameuze reputatie
te bezorgen, begon ze.
Eerepresident... wat ten duvel...!
is dat niet naar uw goeste ? Renneke
allez ... tonnerre, help mij 'ne keer.
Renneke gebaarde aan moeder te zwijgen.
Wie heeft er u gebracht '?: vroeg ze
enkel nog.
Gebracht... hoe gebracht... ? peinsde
dat ik een borelingske ben... ? Maar Ren
neke mijn kind .. ? eerepresident... dat is
scheune zulle! 't is een eere ...
Ja een schoone eere... enfin, hoe
krijgen we u naar bedde, sprak Renneke
bedenkelijk.
Na veel moeite, trekken en duwen hadden
ze hem eindelijk boven. De oude, zware
moeder, zelf zoo onhandig, keek meewarig
toe, hoe ongevoelig Kenneke hem op het
VORMEN.
Een Handboek voor Dames.
BBWEEKT DOOB
JOH ANNA VAN WOUDE.
Het ainwst« ei «lledigste kaïihtek ier Etffiettt.
In prachtband ?2.50. In satijn ?2.90.
Uitgave van Van Holkema & Warendorf, Amst.
Verkrijgbaar te Amsterdam bij:
AU BON MARCHE
J. G. HERBERMAN, Damrak.
JACOBSON & MANU8, Kalverstraat.
H. MEYER, hofl., Koningsplein.
ADR. SCHAKEL, hofl., Heiligenweg.
SCHADE & OLDENKOTT, Nieuwendük.
NED. INDIE:
Heeren Kleeding Mag. M. DE KONING,
Batavia.
Winkel-My EIGEN HULP", Batavia.
W. SAVELKOUL, Soerabaja.
Verdere adressen verstrekken wy gaarne.
minimin iiiiiiillimmiiiiiiiiiiiMiiiiiimiiiiMiillMHllllliilMllliiiMillMlllliiiilnliiiiiiiiiiiiiiiiiilliuiilliliiil
haardos belangrijk verhoogen, want nu ly'n
enkele gedragingen van het drietal bizonder
onsympathiek en onwaarschijnlijk door hun
jengl. Ik denk bijv. aan da rurn-drinkery op
de slaapkamer der kostschool, een uiting; van
jeugdigen overmoed en OLgebondenheid, die
büjongens van dertien, veertien jaar toch
werkelijk niet voorkomt.
De platen van Louis Raemaekers zijn ver
beneden zijn kunnen.
***
Ook De avonturen van Flip en z'n speurhond
door JAN FEITH, met teefceningen van den
schrijver en WILLY SLUITER, uitgave Schellens
en Giltay, Amsterdam, kan men eenigszins
een mislukking noemen, hoe wel de auteur
zich ook met de schrijfsunst vertrouwd
acht. Een draeer van literair kunstenaar
schap is Jan Feith niet, doch zijn journa
listieke schrijftrant ia er een van de zeer
goede soort, hoewel voor een jongensboek
lik wij la geheel ongeschikt, daar hu, ondanks
de gemoedalyke kenvelarïj'jea tot zijn lezer?,
B ij n wjjze van uitdrukken berekent op een
publiek, dat eerag sarcasme kan verstaan.
Ook verleidt zijn vlotte journalistiek hem
wel eens tot slordigheden, of tot gerekte
boutades, gelijkover de hondententoonstelling,
waar fan de zeer zeker groote geestigheid
echter meer op de appreciatie van Onder
de- streep'Mezers dan op die van kinderen is
berekend.
Ofschoon de fantasie van den schrijver ons
veel k o lelijks heeft gegeven, o.a. in zijn
voorlaatsta boek, Oe geheimzinnige uit
vinding", bracht hy het in dit boek niet veel
verder dan tot min of meer gevarieerde
reminiscensen van vroeger werk.
Flip en a'n speurhond" is natuurlijk geen
minderwaardig werk, al schijnt het my minder
verkieslijk om te pogen door het doen drukken
van een dergelijk boek een reputatie op te
honden als schrijver van gezonde, fdtscheen
goed-geschreven kinderboeken. De silhouetten
en krabbels, waarmede de echry'ver
kwistiglijk den tekst verluchtte, lijken my in de
algemaene malaise te deelen. Za zijn wat
grof, evenals de platen van Willy Sluiter,
welke trouwens eenigszins overbodig zijn.
HESSEL JONGSMA.
bedde duwde, zijnen jas uittrok en hem
dan maar liet liggen; voor haar eigen 't
bed schikkend in de logeerkamer. Maar
allez, als ze maar bij hem bleef. "Wie weet
wat er nog voor veranderingen komen
konden. En Renneke, dat zag ze nu, deed
met hem wat ze wilde.
Denkend en peinzend tort ze de trappen
af. Hij sprak van die sociëteit...
Kerepresident... Als dat eens zijn aandacht
trok. Dat zou hem verplichten op zijnen
point d'honneur te passen!
Deze gulden uitkomste glimperde plots
voor haar gepijnigden geest als een straal
van den hemel, die de verbeide uitkomste
bracht.
Vol bereddering hierover deed ze den
papegaai in zijn muite, haalde den grooten
hond binnen, duwde weg den bebloeden hand
doek en 't vertrapte stukske cigaar. Alzoo
't meisse zou althans niets er van merken.
Renneke tort den trap af, 't jeugdig voor
hoofd in diepe rimpels vertrokken.
Hij slaapt al, sprak ze hard.
Vertelde hij nog over de sociëteit?
vroeg madam Waesdonck eerzelend.
Och ... zotteklap!
'k Weet het niet... mijn kind... als
't hem eens zijn eergevoel terug deed krijgen.
Rennoke staarde verwonderd, zei:
Van den noene waart ge er nog zoo
tegen....
Ja maar, zoo iets kan zijnen geest
open houden.
EQ uwen portemonnaie daarbij ...
geloof dat maar mama!
Als 't hem maar redden kon!
We zullen er morgen over spreken ...
dan, nu ga ik maar, 'k ben zoo benauwd
voor braud ... slaap wel!
Ja, wij gaan ook, kom Dora, mijn
pierootje.
Een heelen tijd lag de oude moeder
wakker, verzinnend hoe ze 't zou inrichten.
Haar liefdevolle, onverstandig herte ver
geten al de berekeningen die telkens als
kaartenhuizen werden omgeblazen.
Ingenomen door de eigen goeie
voorBerichten.
DE LITEBAIEE FILM. Het Verband" van
dnitsche tooneelschrrjvera heeft met den
kino, welke het indertijd in den ban heeft
gedaan, vrede gesloten. De Noorsche
FilmCompagnie te Kopenhagen is met het grootste
deel dar voornaamste dnitsche en
oostearijkache schrijvers in onderhandeling getreden,
om van hunne werken goede films te maken.
Een der eersten, die de overeenkomst
geteekend heeft, is Max Halbe; hem volgden
Ernst von Wolzogen en Gerhart Hanptmann.
Dezen laatste werd een buitengewoon hoog
honorarium toegekend.
OLYMPISCHE SPELEN. Ter herinnering aan
de vijfde Olympiade, dezen zomer te Stock
holm gehouden, zal te Gothenbnrg een
gadenkboek worden uitgegeven met tekst in
het Zweedsch, Duitsch, Fransen en Engelsen.
Deie tal worden geschreven door de voor
naamste Zweedsche sportlieden, voor het
meerendeel leiders of scheidsrechters bij de
O'ympische spelen. Het werk zal 500 bladz.
bevatten en voorzien zijn van 400 illustratiën.
MAEJORIB BOWEN. Een nieuw werk van
deze schrijfster, ten onzent vooral bekend
door haar trilogie over stadhouder
Willem UI, zal da volgende week te Londen
verschijnen onder den titel dod's playthings.
Mrs. B D wen heeft in dit werk voor haar
thema gekozen een serie dramatische epi
sodes welke verband hou len met den dood
van verschillende historische personen.
Bjj Frederik Muller & Co. te Amsterdam,
heeft eene belangrijke veiling; plaats. 26?29
Nov. oud-Chineesch en Delfcsch porcelein,
kamerbetimmeringen, goud, diamanten, kant
enz. enz.
nemens die ze ia zijn mond lei, schiep ze
voor haar zoon een leven vol plicht en
eerbaarheid.
Za zag hem al als eere-president, met
het lint op de fiere borst een gevierd en
geëerbiedigd man. 't Zou hem bezig houden,
de belangen van de sociëteit te behartigen
en Renneke moest hem bijstaan.
En zoo, meende ze, zou 't huwelijksge
luk, al lang vervlogen, terug koeren, als
een amor met een broekske aan.
Ze glimlachte vol hoop, dan kon zij ge
rust haar hoofd neerleggen.
Haar verdroefde ziele, wat gesust door
het vertrouwen in 't innerlijk goede van
haar kind, bracht haar een beetje ruste en
als de twijfel opzette, 't gezond verstand
boven 't gevoel uitpiepte, drong ze dit
terug.
Welja, zijn betere gevoelens moesten
enkel worden naar boven gebracht. Ze
waren er toch, die betere gevoelens. Hij
blenf haar eenigste zoon.
Een maneglimp schichtte van tusschen
een wolkenspleet, speelde op de raam waar
Dora's b°ddeke stond. En nu zag tante
twee blinkende oogen die haar aanstaarden.
Tunteke, klonk het zachtekes.
Wat is er... mijn wijveke?
Hebde gij verdriet, tanteke ?
Och Heere, bij ja ik, mijn kind.
't Mirakel kwam niet... de pillekes
helpen niet...
Neens... ze helpen niet.
Dora begon nu stillekes te snikken en
ook tante's zenuws zoo strak gespannen,
lieten los en weldadige tranen, tranen van
verdriet en van hoop verduisterden haar
oude oogen.
Ge moet lezen, onze lieve Heerke
smeeken Dorake... we zullen de pillekes
nog eens probeeren...
Ja tanteke... ja... slaap wel tanteke!
De maneglans werd verduisterd door
zwartigheid die 't teere licht ontnam.
Alle twee baden ze nu, eerst luid op, 't
kind vol vertrouwen, de oude vrouw in
gelatenheid, tot ze beiden moe ia slaap
dompelden.