Historisch Archief 1877-1940
HV1840
DE AMSTERDAMMER
1912
WEEKBLAD VOOE NEDEBLAND
OncLer redactie
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
IMJc. EL IF. L. -W^nESSIiSra-.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Keizersgracht 333, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad N o. 124).
Abonnement per 3 maanden ? 1.50, (r. p. post ? 1.65
Voor Indië per jaar, bij vooruitbetaling, mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12'/2
Zondag l December.
Advertentiën van l?5 regels ? 1.25, elke regel meer. .
Advertenüën op de finantieele- en kunstpagina per regel
Reclames per regel
?0.25
, 0.30
,0.40
INHOUD:
VAN VEBBE EN VAN NABIJ: Monstol'ë,
door K. Leger oef er in gen, door dr. H.
Nog eens naar aanlniiing van het verbod
van rjJB nitrofir. K'oniek. L* Vérité...
B'ariéM. FEUILLETON: De Ma», door
B. Verhagen. ^- KUNST EN LETTEREN:
Prof. dr. P. H. Bitter, door prof. dr. L.
Knappert. Van knsnen en tranen, door
Jan Wi. Andenne, beoordeeld door Herman
Bosberg. Ifafwntn voor anders en op
voeders, door J. Kleefstra. Amallleerwerk
van Jan Kiaenloefel, doo»Jan G'atama.
BERICHTEN. VBOUWENRUBRIEC:
D« Liberale Konc««n*ra»i««, II, door Martina
6. Kramer». ALLERLEI door Allegra.
UlT DE NATOUR, door E Holman».
De Duivel in h«t drama der Middel ««n ven,
mét afb., door J. H. Bö>inK. W. Roelofs,
Tv*, van den Berg, Patchri Studio, den Haag,
door Plaaschaert. Muiiek-paedagogische
concerten voor hnt volk, donr Onn«tant van
Wewem.?WETENSCHAPPELIJKE VARIA:
Laboratoria m voor scheepvaartkundige proef
nemingen, met af H., door dr. P. van O'st.
CHABIVABI. - FHUNCIEELE EN
OECONOMI8CHE KRONIEK, door v. d. M. en
v. d. 8. Nieuwe boeken via en vór
' kinderen, door Hessel Jongsma. Brieven
over belangrfike onderwerpen, door Laory lag.
- SCHAAKSPEL. DAM8PEL.?ADVER.
" TEN TIEN.
iiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiii
Mongolië.
Terwijl de eenigszins lij Olijke houding
van het Russisch Departement van
Buitenlandsche Zaken ten opzichte der, zich op
den Balkan afspelende, gebeurtenissen
weinig valt in den smaak der Ptuislaristen
in Rusland, wordt eensklaps acuut, als
het ware om de openbare raèening in
het Tsarenrijk af te leidei, de Mongoolsche
kwertin.
Acuut", want zij dagteekent niet van
heden f gisteren. Re->ds lang vór den
?orlog met Japan, wendde Rusland meer
dan ne poging aan om Mongolië tot
eene soort van tribuutstaat te maken;
zulks niet in den blinde: integendeel,
het waren voorbereidingen tot een wél
beraamd plan, welks uitvoering intusschen
geen haast had. Er mede begonnen werd
op een tijdstip dat het in de werald oog
niet wemelde van Marco Polo's, die, kun
nende be chikken over «enige maanden
tjjdt en een paar duizend gulden, in hun
club zich den schijn geven even goed
thuis te zjj o te Nikko al* te Moekden,
te Hongko g als te San Francieco.
Is de Mongoolsche kwestie dus aller
minst nieuw, zij werd toch in den laatsten
tijd, met name in het Verre Oosten, meer
veelvuldig besproken in verband met
vermoedens, voor welke men meende
deugde ijke gronden te hebben, en die
gingen in de richting van blijkbaar niet
eeer vlottende onderhandelingen tusscheii
Petersburg en Peking: over erkenning door
Chiua van spec-aal Russische belangen in
de streek ten zuiden van Kiachta.
Wij willen een oogenbhk stil staan
bij die streek en hare bevolking.
Op de geschiedenis van Az ë is dik
wijls een be'angrijken invloed uitgeoefend
door de nomadiseerende stammen, die
zich ophouden ia de, tusschen Siberië
en China liggende, vlakten en h iogten.
De Grouta Muur" werd, met opoffering
van duizenden menschenlevens, g*.b >uwd
om hun als het ware een halt! toe te
roepen. Dat er afscheidii g bestaan heeft
tuBschen Chineezen en Mongolen, door de
eeuwen heen, is zonder twijfdl eerder te
danken aan gesteldheden van bodem en
van klimaat, welke immers tegenstellingen
veroorzaken wat zeden en gewoonten be
tre f c, dan aan dien Muur; want, hoe
kolossaal een barbaarech bouw<ewrocht
als het hier bedoelde ook moge wezen,
het zou toch g een e afperking: hebben
kunnen zijn en blijven tusschen twee
menschengroepen, van welke de eene
wordt gevormd door de zoo veel talrijker
Chineezen met een sterk absorbeerend
Termogen, indien ethnografische en
economische voorwaarden voor beiden
dezelfde waren geweest. Er valt mits
dien een degelijk onderscheid te maken
tusBch°n de afstammelingen van Boeriaat,
van Kal uk, van Tscbakar, ie het
eigeiljjke Mongoolsche volk tegenwoordig
nitmaktn en de nat en van Mongoolse en
stim in alge meer en zin, die in zoo ruime
mate over Azië zijn verspreid en behooren
tot het gela ras. De eigenlijke Mongool
heeft een gelaatskleur, welke eenigsz'ns
bruin getint, doch geenszins geel is. Ik
heb er gezien, vooral onder de priesters,
die hun leven in een tempel slijten en
zich dus weinig aan weer en wind bloot
stellen, wier gelaatskleur nagenoeg even
blank was als die van den Cnucasiëf.
De Mongolen, terwijl zij, herhaaldelijk,
in Weerwil van dm Grooten Muur, in
vallen in China hebien gedaan, zijn
derhalve een ras op zich zelven gebleven,
rond delende in hunne spaarzaam be
sproeide, waterarme steppen; scherp af
stekende tegen den, het land bebou wenden,
over vele rivieren beschikkenden, Chinees.
Wat wij onder Mongolië verstaan is
een 3000 3600 voet boven de zee
oppervlakte gelegen plateau, aan welks
oostelijke en noordelijke boorden zich
hoo«e, scherp getande bergmassu's
verhiffen. Naar het zuiden toe, reeds in
C una, alwaar de Groote Muur daalt en
klimt, zich kronkelt als een slang, zijne
transen langs afgrooden slingert, een
waaghals gelijk, treft men weder pieken
aan zonder tal van als lava gekleurd
graniet. Deze echter bevinden zich reeds
op de helliDg van het Mongoolsche plau au.
Wat daar tusschen die bergen ligt, is
eene streek van uitgestrekte waterlooze
vlakten, de Gobiwoestijn;zoutmoerassen
en zandgronden, hier en daar echter onder
broken door weide loogten, waarheen de
paarden worden gedreven. Bisschen
ontDreken. Er is geen laadbuuw, evenmin
groenten- of vruchteiiteelt. De kudden
eten gras, de Mongool voedt zich met hun
vleesch en met het wild dat cij schieten
kan, ook met de melk zijner mei ried'. Van
het eten van visch heeft hu een afkeer,
Biet minder dan van het nemen van een
bad of van zich ook maar het gezicht
en de handen te wasschan. DeCaineezen,
die, vooral in het noorden van huu Rijk,
geen toonbeelden van lichoamsreinheid
zijn, noemen de Mongolen het kwalijk
ri kende" volk.
De hevige winden uit het noord westen
in den winter siberiscj koud welke
het zand der woantijii doen opd warreldn
tot zonverduieterende stofmassa'e,
teisieren de streek gedureude net geheele jaar.
De oagen van den Mougool heobenzich
daaraan moeten ge wennen, en, atavistkch,
zijn zij klem geworden, beschermd aoor
een zware wenkbrauw, waartegenover
staat een karige baardgroei in het breude,
ronde gelaat. Terwijl het overvloedige
hoof Jhaar de ooren beschermt, is de neus
opvallend klein.
B|j eene ontmoeting vragen zjj elkan
der niet naar den eigen toestand, maar
naar de gezondheid van het vee. Het
hart des Mongools is daar, waar zijne
dieren voedsel vinden. Verplicht van
plaats gedurig te verwisselen, is hq
nomade in den vollen zin van het woord,
levende in de tent van vilt: hecht en
sterk, uit noodzaak tegen den steeds
over de vlakte gierenden wind. Mannen
zoowel als vrouwen zijn geboren ruiters.
Beweerd werdt dat het paard uit MO
golië stamt, en dat het dit volk was,
dat het eerst den klepper bezigde tot
gebruik voor den mensen.
Op dit volk, waarmede de Siberiër
zich gemakkelijk verbroedert, heeft Rus
land het oog gehad, gedurende de laatste
dertig jaren, in steeis aangroeiende, al
zij het in zoo weinig mogeiijk opzien
wekkende, mate; in den laatsten tijd
ook, meer in het bijzonder, in veroand met
recntstretksche spoorwegverbindingen
tusschen het Baikalmeer en Peking.
Te rekenen van Odrga, het Boed
dhistisch cenirum, alwaar een leveiide
Boaddna" troont en de Russische ge
colmachtigde Minister Korostowets een poos
moet hebben vertoef J, tenzij hij ds plaats
thans nog niet hebbe verlaten, begint,
i a de Mongoolsche vlakte, de reeds
vr ieger aangeduide noordelijke
bergreeka, welke verder naar het westen
gaat. Da indruk bestaat, dat men te
St. Petersburg deze streek voorloopig als
Noord Mongolië" geheel onafhankelijk
van China wil maken, ten einde haar
des te gereidelijker te ku<«cea
beheerechen. Te Peking heerscht
op.ewondenheid over een verdrag tot dat ^oel,
hetwelk den 3den Nov. tusscben
Busland en de Mongoolsche overheden moet
zijn tot stand gekomen. Ree J s bereiken
ons de berichten aangaande troepenbe
wegingen van Chioetzen, nl. van
Gtoetschen naar het, bijna vlak noordelijk
daarvan gelegen, Kobdo, waarheen door
Rusland, anderzijds, eenige sotnia's
kozakken moeten zijn gedirigeerd. De
beide daareven genoemde plaatsen zijn,
met een paar andere *), ver in het
westen des lands gelegen. Ia tegenstel
ling met het overig gedeelte des lands
is daar een sede taue bevolkir g, cl.
van Cbineezen. Da Mongool, zooals ge
zegd, kent geene vaste voorplaats.
Te bezien staat nu < f Rusland de
MongooUche vraag heeft aangegrepen
*) Os'dastai, Biskoel, Kami, Dolognor.
als het geschikte middel om de aandacht
van den Balkan af te leiden, dan wel
of het van plan is in weikelijkbeid de
staatkunde van actie tegen het
Cnineesche Rqk weder op te nemen. Het zou
wel kunnen zijn dat ten deze zijne ne
hand de andere wasoht.
Inmidiels verdient,'in dit verband,
de aandacht een telegram uit Weenen
van 25 dezer, valgens hetwelk aldaar
berichten zijn ontvangen, luidende, dat
Japan mobiliseert om China tegen Rus
land te helpen, ten einde dit Rijk te
beletten nieuwe sferen van invloed te
verkleien.
K.
Legeroefeningen.
Het zij mij vergund, naar aanleiding
van het ingezonden stuk van den teer Z.
contra X, een en ander in het nBddea
te brengan.
Voor niet-beroeps-militairen is de
beoordeeling van legerzaken steeds
een eigenaardig geval. Is men niet in
dienst geweest, dan kan men onmojelijk
een oordeal vormen over een organisatie,
die uit den aard der zaak veel
eigenaardigs heeft. I* men wel in dienst
geweest, dan kent men uit directe er
varing slechts n betrekkelijk klein
onderdeel, en een algemeen oordeel b r rust
dus op een zekere extrapolatie. De mili
taire deskundige" acht u dus onder elke
omstandigheid incompetent tot oordeelen.
Nu komt het mij echter voor, dat
kritiek van niet-beroeps-militairen hoogst
belangrijk kan zijn; zij komt toch van
personen, die nog andere organisaties
kennen dan die van ons leger en dus,
indien zij werkelijk critisch aangelegd
zijn, den gang van zaken in het leger van
zelve toetsen aan de ervaringen in hun
burgerlijken werkkring opgedaan. Juist
deze tweeërlei ervaring gaeft aan hui
oordeel een bizondere waarde.
Hoe nu h t bezwaar te ondervangen,
dat men in het algemeen slechts een enkel
onderdeel van nabij kent? Het antwoord
hierop lijkt mij eenvoudig bet volgende:
laat ieder zijn eigen ervaring m°dedjelen,
de kritiek uitspreken waartoe deze
hem geleid heeft. Het geheel dezer
verenkelde kritieken zal dan van zelf een geheel
vormen, dat niet meer eenzijdig en boven
dien niet subjectief is.
De heer X nu sprak de ergernis uit,
die hem vervulde i.a volbrachte
militieen landweer-oefeningen bij de infanterie.
Hier is thans iem»nd aan het woord, die
bij de vesting-artillerie gediend heeft en
die na zes oefeningsperiodan tot de vol
gende conclusies omtrent eigen omgeving
is gekomen.
Mijn ovmpagnie (en voor zoover ik na
heb kunnen gaan, geldt dat tevens voor
de andere compagnieën derzelfde af
deeling) is onvoldoende geoefend. Niet
omdat de oefeningstijd te kort is. Wie
dat beweert kent het tijd-vermoorden in
dieist niet of sluit er de oogen voor.
Ni S1/;»maand eerste-f efening, zoomin
als na 12J/2 maand, kende de compagnie
het uitvoeren van een indirect-*ericht
vuur. Emoelooze infanterie-e&ercitie,
gymnastiek en theorie, uit den treure
herhalen van voldoend beoefende bij
zaken, poetsen, poetsen en nog eens
poetsen: ze hadden den tijd zoodauig
gevuld, dat de batterij dienst zelden, en
dan nog; geheel onvoldoende, beoefend
werd. Altijd weer de alle lust dood e n de
herhalingen van bijzaken 1); gemis aan
het wekken van bulangste Hing in het
beoefende; averechtsche leiding der
hoofdaandacht van de miliciens, ziedaar
ee ige punten, die den ontwikkelden
milicien enorm ergeren. En als men
dan juist in het burgerlijke'' leven ziet,
hoe men overal streeft deze
paedagogische fouten te vermijden en dan bij elke
herhalingsoefening den geest in het leger
weer on verbeterd vindt, ja, wat moet
men dan wel verwachten van het oor
deel van een land weer man na de lectuur
der phraseologie van den heer Z. P
Bij mijn gewone herhalingsoefening nu
was ik eenvoudig perplex, dat men
nu toch waarachtig weer met deze
menechen, die men slechts enkele weken ter
oefening had, hetzelfde spelletje uit ging
halen, dat mij in eerste oefeningstermijn
zoo geërgerd had. Niettegenstaande ket
bleek, dat de troep na l1/»uur oefenirg
de gewone infanterie-exercitie weer vol
komen beet had, werden toch weer dag in
dag uit de eerste twee uren van den
dag aan die voortdurende oefening ge
wijd ; aan batterij-otfenirgen, die
eenigszios op oorlogsdienst geleken, kwam men
niet tot». En bij de tweede en derde
herhalingsoefening was het volkomen
1) Waaraan ik bet nnt alt bijzaken
geensweaech te ontkenner.
hetzelfde. Terwijl voor ieder, die ge
diend heeft en in deze scherp uit zij a
pogen gezien heefc, vast moet staan, dat
in zes dagen een vroeger behoorlijk ge
oefende troep weer op het oude niveau
ta brengen is, is het nut van herhalings
oefeningen, zooals ik die zelf heb bijge
woond, voor mij Volkomen problematisch.
Hetzelfde geldt voor de eerste oefening:
tactisch geleid en niet door leiders, be
last met een paedagogisch volkomen
verouderd gebleken dogmatiek, is in
eftkele maanden een troep -te vormen,
waarvan de gevechtswaarde onverge
lijkelijk staat boven die van mijn com
pagnie, die eeu eerste oefeningstermijn
van 8l/2 maand (feitelgk nog eenige
maanden langer, 1903!) gehad heeft.
(Nadrukkelijk zjj gezegd, dat ik deze
conclusie slechts op het wapen betrek,
waarbij ik ondervinding opdeed. Omtrent
de andere wapens mjgen anderen spre
ken : ik mag niet extrapoleeren.... maar
ik heb er te veel van gehoord om te
twijfelen aangaande hetgeen die anderen
zullen zeggen, te meer als men bovendien
de gedachten-fouten analyseert, die men
in het leger ontwaart.)
En nu de landweer. Daar was nu
si chts n week oefeningstijd, zou men
daar nu intensief oefenen ? Ziedaar du
vraay, die ife mij stelde, toen ik dit jaar
bij de landweer opkwam om een nor
male otfening bij te wonen (de manoeu
vres waren reeds afgeloopen.)
Het begon weer zoo, dat door huis
houdelijke zaken op den eersten dag eerst
te twee uur 's namiddugs met oefenen
begonnen werd. 2) Een lotgenoot in het
tijdvermoordende rondklungelen, in dage
lij ksch leven in het aannemers rak, zeide
terecht: Stel je toch voor, dat wij eens
het tiende deel van den tijd noodig
hadden om een nieuwe ploeg werkvolk
aan 't werk te zetten, wanneer je n.b.
nog maanden te voren dag en uur weet,
wanneer ze komen zal."
Maar de organisatie-geest was natuur
lijk hier weer 'eindeloos ten achter bij
die in het niet-militaire leven. En nu
zegge men niet, dat zulk een slappe gang
van zaken karakteristiek voor elke
ambtenaarsorganisatie is, waut uit eigen
ervaring w t et ik het tegendeel, in meer
dan een tak van staatsdienst. Hut is da
duffe kazerne-atmosfeer, en het goedpra
tend citeeren van versregels als de heer
Z. durft neerschrijven, in plaats van
geeselen van tekort bij met zeer graote
macht bekleede overheidsorganisaties, is
eenvoudig blasphemte.
Ik zal nibt uitweiden over mijn verdere
land weerervaringen: hoe karakteristiek
ook. Slechts dit. Van de nauwelijks vijf
dagen, die ter feitelijke oefening over
bleven, gebruikte men er voor de geheele
compagnie (voor een deel der compag
nie twee) om.... een fort in den omtrek
schoon te maken: kribben versjouwen,
vloeren schrobben enz. Zoo besteedt men
die z.g. te weiiige dagen der
landweeroefening, daarvoor acat ven zich in
legerkriagen getechtigd menschen van
boven 30 jaar uit hun maatschappelijke
werkkring te halen.
En dan zou men moreel gerechtvaar
digd zijn te spreken als de heer Z. doet P
Waar de troep zulk een gemis van be
grip bq haar leiders opmerkt moet men
daar tot dtn troep den pathetischen uit
roep richten om: overstelpt door de
waarde van uw zes dagen dienst voor
u zelf ea voor uw land... alleen oog (te)
hebben voor uw eigen tekortkomiugen
en met enn hartgrondig <>ea volgei d
maal beter'1 uw uniform af (te) leggen' P
Dergelijke phraseologie moge er in gaan
bij wie het leger uit eigen ervaring niet
kent (wat helaas nog bij het grootste
deel onzer volksvertegenwoordiging het
geval is), maar wie de zaak maanden
lang in een tijdperk van meer dan tien
j*ar van onderaf gezien heeft en zich
heeft geërgerd aan dat tekort aan in
zicht, aan dat gemi* aan opgewektheid
en aan dien ongeloctfijken achterstaLd bij
het leven in alle andere kringen
deimaatschappij ... die haalt er slechts zijn
schouders over op en denkt: Herzie
u zelven.
Dr. H.
2) Ter informatie van den heerZ. (die in
EOO'H geval al reeds wist vast te stellen, dat
de schuld daarvan par se aan de land weer
mannen ligt) diene, dat geen enkele straf
voor vermissingen of defecten opgelegd be
hoefde te*wo;deu.
Nog eens naar aanleiding van ket
verbod van rjjstnitvoer.
Men herinnert zich, dat wij de
regeermethode af keurden, die bij rijstschaarscbte
in Indië eenvoudig den uitvoer verbiedt
en aldus phüanthropie beoefent op kosten
van "eenige rijstbezitters, inplaats van,
gelijk behoorde, op kosten van het
Gemeenebest.
DeJavabode, spreekorgaan van Indische
Regeeriug en Javasche Bank, antwoordde
o as, dat opkoopen van rijst door de
Regeering niet ging. Zij gaf allerlei
redenen op waarvan niet n klemmend
was. Hoe zou het ook kunnen. Nu komt,
tot overmaat van ramp voor haar, een
andere regeering tegen haar getuifen.
Uit Manila krijgen wij n.l. toegezonden
een Philippijnsch blad, in Engelsen en
Spasnsch uitgegeven, de Manila Daily
Bulletin van 19 Oatober jl. Er komt
het Verslag in voor van het .Uitvoerend
C jmité" over de interventie van de
Philippijnsche Regeering in zake de
Rjjstschaarste.
In Aufustvs 1911", zegt het rapport,
gingen de rijstprijzen snel omhoog,
zoodat medio September de buitengewoon
hooge prijs van 8.70 pesos 1) de laagste
noteering was, waarvoor de
standaardqualiteit Saigon No. 2, waarvan duizen
den ca vans 2) in de magazijnen der
rijsthandelaars lagen, te krqgen was.
Men moest meer dan zes jaar teruggaan
om een noteering voor den groothandel
ta vindea van 6 pesos. In September
1911 benoemde de Gouverneur-Generaal
een Comité, bestaande uit hoofdambte
naren van Financiën en Justitie, Leden
van de Philippijnsche Volksvertegen
woordiging, den President van de Bank
of the Philippine Is lands" en den Pre
sident van de Kamer van Koophandel om
een onderzoek in te stellen naar de
tegenwoordige en de vermoedelijk te ver
wachten marktprijzen in verband met
de beweerde sohaarschte van rijst op de
Philippijnsche Eilanden" en om advies
uit te brengen omtrent de maatregelen,
die, naar de meening van het Comité,
het Gouvernement behoort te nemen om
hongersnood te voorkomen wegens ge
brek aan deze eerste levensbehoeften."
In aansluiting bij het advies handelde
de Regeering.
In het geheel werden 13.272 ton rijst
gekocht, kostende 1.950.254 pesos (onge
veer 5 millioen gulden). Deze ryst werd
door de gewestelijke en gemeentelijke be
sturen in kleine hoeveelheden en zooveel
mogelijk rechtstreeks aan de verbruikers
verkocht. De prijsstijging was ineens uit
en de rijsthandelaars verkochten, v
orzoover bun rijst in 't land bleef, iets
beneien den gouvernementsprijs, die af
en toe verlaagd werd, tot hij in November
bepaald werd op 6 pesos, wat, zooals
reeds gezegi is, nog iets hooger was dan
gedurende verscheidene jaren te voren
betaald werd.
jk dit jaar (1912) scheen het weer
noodig, dat het gouvernement er zich
mee bemoeide. Da Wetgevende Raad,
die het optreden van de Uitvoerende
Macht in 1911 had goedgekeurd, mach
tigde nu den Gouverneur-Generaal om
wederom in te grijpen.
En er is, o Javabode, Javasche Bank
en Icdische Regeering, wederom gekocht
en verkocht.
De Manila Daily Bulletin voegt aan
het officieel verslag nog eenige opmer
kingen toe. Het blad zegt, dat aan de
voor een groot deel niet koopkrachtige
rijstverbruikers voor aillioenen pesos
zijn gespaard door het optreden van het
Landsbestuur, en dat dit zegenrijk op
treden aan het Speciale Rijstfonds" nog
geen tweehonderdduizend pesos gekost
heeft.
Dit bedrag de Philippijnsche Re
geering heeft het natuurlijk van te voren
geweten had grooter kunnen zijn.
Die wetenschap heefc haar, zeer terecht,
er niet van af gehouden wegen te be
wandelen, die de eenige behoorlijke zqn
in geval van dreigenden hongersnood.
Wij hopen dat de Repeering te
Buitenznrg en de Javasche Buik zich op de
Manila Daily Bulletin ter eigen instructie
will-m abonneeien.
1) Kan peso is rnitn ? 2.50.
2) Esncavania 125 Ibe, dm pi. m. 56,7 K.G.
KRONIEK.
TRIAHO»'.
Zoo heet, te Amsterdam, het nieuwe
,1e klasse restaurant", en met zijn empire
meubelt j es wekt het bij eenvoudige upper
ten herinnering aan Marie Antoinette.
Een dwaze geschiedenis heeft het reeds
aan de hongerige Faam overgeleverd: De
firma, die het restaurant exploiteert", bang
dat hare onderneming, als ze door een
ander publiek bestormd werd dan waarvan
de zaak zou moeten bestaan, niet rendabel