De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 1 december pagina 11

1 december 1912 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

1849 -*? l Dee. 12. DE AMSTERDAMMEB, WEEKBLAD T O O R NEDERLAND. 11 leeningen aan de markt, o. a. f 600 000 4X pGt. Oblig. Preanger Regentschappen toi een koers van 00% pCt. 29 NOT. T. D. M. " ? .* Vrees voor de Amerikaansche tarief verlaging. Het <i]n niet alleen de dreigende wolken aan dan p'elitieken hemel van Europa, ee pevolg van het onvoorzien verloop van den Balkan-oorlog, die de weinig opgewekte stemming' aan de Amerikaansche fondsenmarkt veroorzaken. R«eds gernlmen tjjd oefent het schrikbeeld van sgere invoerrechten d&&? zijn storenden invloed n i t, hetgeen te meer wordt ge «o el d in een tjjd ala thans, na de industrie in een toestand . van bloei en welvaart verkeert, die aan den hoogconjuLCtunr van 1907 doet derken. Barst leefde men tnaEchen vrees en hoep, of men zich inderdaad niet te vroeg bezorgd maakte. De mogelijkheid immers bestond, dat de nieuwe President, niet van den ge wonen regel zon afweken en met het bijeen roepen van het congres voor He behandeling eener tarief-herziening tot December 1913 soa wachten. E«rst op 4 Maart a.s. loopt de taak van het tegenwoordig congres, evenals de ambtstyd van President Taft, ten einde, waarna zijn opvolger Dr. Woodrow Wilson zijn intrek neemt in het Witte Hnia en zijn functie aanvaardt. Blaar dese liet Wallstreet niet lang in het onzekere en reeds kort na zijn verkiezing verkreeg men de overtuiging, dat het nieuwe congr a half April a.s. in buitenge wone zitting sal bijeen komen voor de behandeling der tarief-kwestie. Dat ia dua veel vroeger, dan men had verwacht. En boe schitterend de toestand van handel en nijverheid in de Ver. Staten thans ook mcgszrjn, tarief-beniemng is naar de meening der Amerikaansche zaken-menschen altijd iets, dat s tor in? brengt in den goeden gang der zaken. Juist in dezen t ij d van bedrijvigheid en voorspoed in Dg na alle takken van nijverheid oefent het vooruitzicht op die waarschijnlijke storing een te druk kender in rloed op de marktstemming uit. i)e ijser- en staalmarkt verkeert in een buitengewoon gunstige positie. Middiesbro«gh-r*wjjzer, begin des jaars ongeveer 50 shillingp, noteert thans boven 68 shillingn, HBS veel hooger dan het gemiddelde in 1907, toen de noteeriig 57 shiliings was. Terwijl in Dnitschland, waar de hoog conjunctuur reeds vrjj lang aanhoudt, het hoogste ui'eau, naar den omvang van bet binnenland ca verbruik te oordeelnn, reeds is overschreden, is in Amerika en E .geland da groote verbetering eerst sedert betrek kelijk, korten tijd ingetreden. Men vergelijke bijv. de netto-ontvangsten der U. S. Steel Corporation gedurende bet 3e kwartaal van dit j aar met de laatst vooraf gaande iaieo. nl. in: 1912 $ 30.064.000. 1911 29.523.000. 19LO 37.365.000. 1909 3i 247.0JO dan komt men tot ae conclusie, dat de poeitie gedurende de maanden Juli, Augustus en September H. weinig beter is geweest dan in diezelfde maanden van het vorig jaar en belangrijk minder dan in bet over eenkomstig tijdvak van 1909 en 1910. IIIIIIIIIIIMIIIIIIIII1IIIHIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIII11IIIII Brieven over belangrijke onderwerpen. III. PBTTOLOQIB. Er bestaat tegenwoordig bij autori teiten en publiek een lofwaardige belang stelling iu het uiterlijk van stad en land. Vo jral in Amsterdam is die belangstelling merkbaar, waar ia den laatste* tijd zoo veel ia gebouwd en verbouwd, dat de stad hier en daar een geheel ander aan zien heeft gekregen. Aesthetische be schouwingen zijn er aan de orde van den dag; ieder eeaigszins ontwikkeld Amsterdammer weet tegenwoordig van Scedenschoon". Juist daarom heeft het ons ten zeerste verwonderd, dat aan een hoogst belang rijke zaak, aan een hoofd-zaak in den Waren zin des woords, geen of weinig aandacht is geschonken. Wij bedoelen de pet, de pet, die bij dag en bij nacht in alie straten der hoofdstad gezien wordt, de pet van the man in the strtet"- bijuitstek, in a woord: de politiepat. "Wij komen er r^nd voor uit, dat wij den helm betreuren. Niets was belang wekkender dan het bluken der helmen te midden van een standje. Eigenlijk was er geen babourlijk standje zonder die helmen; om den helm bleef men staan; wat de helm deed, interesseerde. En DU, welk een puover figuur maakt de pet in het menscnenkluwen! Wat was een fl uriger gezicht dan een raderbaar met een gehelmden agent er naast! De helder witte kuif, de schitte rende koperen helm, de vroulijke volks menigte, alles weikte mee; en thatia... de nuchtere, saaie, platte pet trekt geen nieuwsgierigen meer aan ; eenzaam' rolt de baar naar het gasthuis, geduwd door den krnier. Een agent met een pet de echte Amsterdammer zegt: foei! Het is geen agent meer! Wij, Amsterdammers, wij zqn met den helm geboren, een agent heeft een helm op, zonder helm is hij een gewone gemeentewerkman. M n denke toch aan de gevolgen! Hij zal nu ook eeuwig leoDs /erhooging gaan vragtn, ook staken als hij 't in zij- hoof j krjjjt, ook in bocdskraittjes dei* Burge meester uitscheld-m, ook over een rechts positie gaan zeuren. 'Wij kunden het niet verkroppen en zjjn er op uit gegaan. Eerst naar den Burgemeester. Hem hebben wij krachtens ons recht van be lasting-betalend burger opheldering ge vraagd. Z. E. A. ontving ons zeer beleefd (Daaraan herkent men den waren t delmat). Op oiize vraag, hoe men in (J da naam op 't idee van de pet gekomen was, antwoordde hij: Maar eerst in Ootober 11. treedt een bewald krachtige verbetering in en nemende «stellingen zóenorm toe, dat het totaal daarvan tot circa 7 V»millioen ton stijgt, «M. een vermeerdering ran l millioen ton en bijna zooveel als het hoogste totaal van 908/7. Voegt men daarbij de bestellingen, in handen van de onafhankelijke s'aalfabrikan. , dan verkrijgt men voor Octeber 1912 een totaal van ongeveer 14 millioen ton, dat beteekent een hoeveelheid, die voor minstens 6 maanden de volle prodnctieiracht in beslag neemt. Ea dar, .niettegenstaande men stend aan ieu vooravond van de presidentsverkiezing, waarvan men kon verwachten, dat de kan didaat dar democraten de overwinning ion behalen. Dat, niettegenstaande deze omstandigheid, de bestellingen zoo omvangrijk waren en edert geregeld bleven toevloeien, is het be wijs, dat sij ontstonden uit feitelrjke behoefte en niet nit speculatie-neiging. De groote oog»t-opbrengst in de VerStaten stelt n,l. aan de groote spoorwegmaatschaopilen buitengewoon hooge eisenen. Dn om daaraan eeninermate te kunnen vol doen, moeten deze ondernemingen, die van verbeteringen en uitbreidingen in de laatste aren niet veel werk hadden gemaakt, beangrjjke bestellingen doen in rails en rollend materieel. In Engeland daarentegen is de belangrijk oegenomen bedrijvigheid op de scheeps werven thans een voor de ijzer-Industrie :rachtig voedende bron. Bijna overal zijn Ie vrachttarieven gestegen en nlet'egentaande dit kunnen de reederüen niet genoeg cbeepsrnimte voor den zich steeds nitbreiienden handel beschikbaar stellen. Daarbij vormt de rijke oogst der Ver. Staten 'even eens een belangrijke factor, aangezien de Atnerikaaneche landbouw-producten in Eu ropa, waar de oogst over 't algemeen althans wat de kwaliteit betreft minder jnnatig is uitgevallen, dit jaar goede afname zullen vinden. Door die gunstige oogrtresnltaten is de koopkracht in Amerika toegenomen, tengeolge waarvan de invoercijfera belang t ijk hooger zijn. Vam een verlaging der invoerrechten zon de Amerikaaneche gier-industrie voorloopig weinig nadeel ondervinden, doordien het prijs niveau in Europa zoo belangrijk ia gestegen. Maar die toestand zou van nvnder langen duur kunnen zijn, dan men verwacht. De 8'et da toenemende prod«ctie in DnitfcMar.d maakt het zoeken van grooteren afzet op de initenlandache markten noodzakelijk. Bij dalende prjjten ecater zon een verlagitg der Amerikaanfche invoerrechten de Duitsche staal-industrie, die veel goedkooper produ ceert, tot een gevaarlijken concurrent voor de Amerikaatscbe markt kunnen maken, erwül ook bet transport, althans naar de znideJijke kuststreken, in het voordeel van de Dnit-:che nijverheid is. Na de opening van ket Panama-kanaal Eomen de Pacific-Steten tegenover de buiten andscbe medtdinging in gunstiger positie, daar het transport per spoor van de 81 aal cent ra in Pennsylvanië naar de kust thans nog belangrijk duurder is dan dat van Europa naar New York of andere oostelijke havens van Amerika. Voorloopig schijnt men nog het meeste nadeel van laffere tarieven voor de suiker industrie te duchten. De democratische partij heeft in haar pro gramma nl. goedkoopere levensmiddelen toegeiegd, waartoe iüook t nik er rekent. Men vreest, «lat het ie voorrecht daarop geheel zal vervallen, niettegenstaande dit voor de schat kist een mindere ont angst van 60 millioen dollar 's j aars beteekent. Gaat men na, dat dit per hoofd der bevolking op rmim M dollar aitkomt, dan ia 't de vraag of opheffing van dit recht een noemenswaardig voordeel voor den icdiviaueelen verbruiker zal opleveren. Maar in dat geval zon de beetwortels u'kercnltnnr, die ongeveer % millioen ton en de luwsuiker-cullnuT, die circa 300.000 ton produceert, waartegenover een totale con sumptie etaat van 3 millioen ton, zich nau welijks meer kunnen staande honden. Cnha-suiker ii door een lazer invoerrecht bevoorrecht ; bij alge^eele opheffing zou dus Afi Europeesche beet wortelsuiker tegenover Cuba-sniker in een betere cotditie komen. Daarentegen zon Cuba, waarvoor de productie van rnwsniker van overwegend belang is, ala afnemer van allerlei voortbrengselen van Amerikaansche herkomst heel wat min der koopkrachtig worden. Uit den teruggang van textiel- waar den mag men opmaken, dat ook de tex'ielnij verheid door een tariefverlaging ernstig zal worden benadeeld. 29-ll-'12. v. D. 8. Die is hoofdzakelijk een gevolg van bet bezoek van President Fallières in het vorige j «ar. Da heer Fallières, en vooral de Fransche journalisten, die hem vergezelden, waren opgetogen over de Amsterdamsche politie. De wijze, waarop de orde is gehandhaafd (o. a. bij de aan komst aan den steiger) beeft hen zeer sterk geïmponeerd. Eén ding scheen hun echter minder te bevallen: dat was de h-lm. Die was te Dnitsch naar hun smaak. Vooral de brigadiers met hun koperen knop maakten te veel den indruk van Pruisische artilleristen, waartoe hun kranige militaire houding stellig ook L ie t weinig bijdroeg." Waar Nederland," ging de Burge meester voort, voor het genoegen van Keizer Wilhelm een fort te Vlissingen gaat bouwen, daar achtte ik het raad zaam ook iets voor het pleizier der Franschen te doen. Al gelooft u het niet, ik had reeds lang een idee in petto. Wat lag immers meer voor de hand dan den Grermaanschen helm af te schaffen en te vervangen door een pet, zooals de politie agenten te Parijs dragen? Slaafs is dit P*rijsche model overigens niet nagevolgd. Zooveel mogelijk is aan de pet een nationaal karakter gegeven. De platte boveikant b.v. is bepaald echt nationaal; hij symboliseert als 't ware den platten Hollandscüen bodem." Wij merkten op, dat de pet er zoo braaf en zuo saai uitziet. Z.E.A. antwoordde, dat ook het Chris telijk volkskarakter" zich in de pet af spiegelt. Wij moesten, zoo zeide hu, niet te geringschattend over het L ieu we hoofddeksel denken; men had een Com missie benoemd, om een ontwerp te maken, welke Commissie had bestaan uit een aantal deskundigen van naam, gekozen uit het geheele land. Er bestond geen bezwaar ons de namen der leden mede te deelen, het waren: Mr. Wichers Hoeth, oud-president d r recht bat k, voor zitter, en verder Prcf. Pet, te Groningen, Notaris v. d. Helm, Mr. Dop, te Utrecht, Mr. Boll in Den Haag, c?e arcditect Jacot, het Eerste Kamerlid 't Hooft, het Raads lid Ter Haar en de Burgemeester van Hoog-Keppel q q. Deze namen spreken, dunkt mij, vcor zichzelf; en ik kan u zeggen, dat de Commissie eenstemmig het tegenwoordig model heeft voorge dragen. Allen waren vol geestdrift voor de pet. Ik mag zelfs spreken van pettomacie, die zich ook meester maakte van mij en van dan hoofdcommissaris." De Burgemeester keek op zijn horloge. Wij begrepen den fijnen wenk en ver trokken. Wij kwamen bij den Hoofdcommissaris, die ons op zijn bekende joviale wijze flienwe Boeten T&D ei r i.erei. Tegen St. Nicolaas. (II.) Hoewel het opdringen van een godsdienst aan kinderen mty een gevaarlijke paedagogische maatregel schijnt, en ik het in kinder boeken slechts dan te aanvaarden vind, wanneer een groote objectiviteit conclusies naar n of anderen kant uitsluit, kon mi] Uargueiüe Bianr.a, een pittig mehjenhoek van mej A. C. KUIPBB, zeer bekoren. Wel ia de strijd naar hel goede, het wijze, bet volkomen beheerschen, welke bier rerweegt, my in jocge kinderen niet sympathiek, doei het vechten van Marguerite Bianca de Bruin tegen haar eerlijk, doch ietwat impulsief en onberaden, innerlijk is, hoe onnatuurlijke ouderlijke eiech ook door de schrijfster geteekend met groote zuiverheid en oprecht trachten naar begrijpend inleven van een fijne meisjesziel. Het invoeren van het Fransche nichtje Rii.ee Delarène, dia in zuiver aanvoelen en wellevende beheerachtheid tódicht t aast Margueiite Biat ca's Fransche moeder staat als de hoofdpersoon zelve in haar hunkering naar zelfverheffing begeert, is misschien wat opsetteljjk; het contrast is te gewild. Doch het verbaal van mej. Kuiper is er eenige fijne toetsen rijker door geworden. Er is ean warmte en eenvond in dit boek, een afkeer van het opgeschroefde en pralerige, die bizonder aangenaam aandoen. De uitgave van Scbeitens en Giltay, Amsterdam, is keurig, te-wyl mevrouw B. MioDERicH-BoKHORST voor een fleurig bandje en enkeljjke aantrekkelijke plaatjes zorgde. Of 'C hoon ik in mej. A. C. Kuiper geen knappe styliste vermag te loven, en dat zeer be treur, is haar Margnerite Bianca1' een aan winst voor onze meiejealecltrar. «,* ontving. Toen hij hoofde, dat wij journalieten waren, werd hq, zoo mogelijk, nog minzamer. Wij deelden het doel onzer komst mede en vroegen hem of hij tevi-eden was met de pet en hoe het personeel er over da?ht. De H lofdcommissaris antwoordde niet, doch hij ging naar een muurkast en haalde er een doos uit. Daarna maakte hu de doos open, streek zij a knevel op en... zette ean pet op. Het was een verblindende pet, hetzelfde model als van de agerten, iets hooier, voorop stond met goud«n letters: HOOF D- COMMISS IRIS. Mijne Heeren", riep hq, ziehier hoe de pet mij bevalt. Ik heb besloten om er zelf ook een te dragen inplaats van een h»ogen hot d. Natuurlijk alleen bij officieele gelegenheden". Da spreker bekeek zich met welgevallen in den spiegel en borg de pet toen zorg vuldig weg. Ea wat het personeel aangaat", ging hij voort dat is letterlijk dol met de pet. Hun dierbaarste wenschis vermld. Da zware helm maakta de menschep, die ondanks hun booge loon er* niet ertoe te krijgen zijn voldoe; de te eten. soms suff rig, hetgeen voors,! bleek uit suff.rige verbalen; de lichte pet heeft hierin veel verbetering gebracht''. Maar wat mij persoonlijk het meeste genoegen doet, is, de*" de proceseen verbaal sedert niet alleen in qualite't, doch o -k is quantiteit zij a vooruitgegaan. De vorige week was een recordweek en ik gelo»f stellig, dat deze week nóg voorcUeüger zal zijn". Bij de laatste woorden geraakte de Hoofdcommissaris in groote geestdrift. Hij sprong vrooljjk door de kamer en scheen de verbalen uit de lucht te plukken. Hij b^f ten slotte staan voor een levei sgroot portret, dat boven zy'<i schrijftafel hing. Lang keek hij het portret aan. Weet u, wie dat is?" vroeg hij ons. Dat is mijn vriend Mr. Höfelt, de kantonrechter. Hoe zal hu zich mét mij verh"ugarj!" Wij vroegen of dat niet de kantonrechter was, die pas dien g«-brekkigen straat muzikant had vrijgesproken.... Wat" scbrepuwdH de Hoofdcommis saris vrijgesproken? Daar weet ik litts van, dat is onmogelijk! Heeren, u excu seert mij, ik heb geen tijd meer", en hij vloog naar de teltfoon.... Wij vertrokken. Da stadsadvocaat stond ons gaarne te woord. Hij zat achter zijn bureau en streek met zijn mooie lange vingers zijn snorren naar beneden. Toen wij zijn oordeel over de pet vroegen, keek hij zeer ernstig. Zijn aard is ernstig. FM.ICIB JEHTJ, die wel eens wat al te vrij moedig neerbroddelde, wat aan kindersnakerjjeu en -avonturen in baar geheugen was blijven lever*, bewijst met De Jongen»" van oroftitor Van Leuven, uitgave A W. Bruna an Zoon, Utrecht, een zeer begeerlijk talent te hebben en in staat te zijn tot het schepptn van een ze°r gecompliceerd meisjeskarakter: dat van Kniolpbine van Leuven, des pro fessors oadste jongen", kortweg geheeten Rn. Prof. Van Leuven is weduwnaar en naiat n vier jongens" (Rn, Wim, Frans en Hane) der goed aar d'Re grootmama haar taak als opvoeds er zózwaar hebben gemaakt, dat ze in Montrecx hei stel van krachten moet zoeken, zal hu 't met een juörouw probeeren tegen den zin van de cordati», veeniecjarige Rn, die, deels nit p ëteit voor baar over Bden moeder, deels uit kinderlijke ijdelheid en eerzucht, geen «ree m dn over den vloer wil hebben en het huishouden zelf .went ebt te besturen. Ra, die een grooten invloed heeft op da andere meisjes, pest" met kra nige volharding twee juffrouwen weg, doch haar zelfbestuur wordt een volkomen mis lukking. Ru is in haar velerlei wisseling van stem ming, inbaar haast romantische gevoeligheid en bitse stugheid, een figuurtje geworden van zulk eene vitaliteit, dat het, eerlijk ge zegd, te betreuren ia, dat ze ten slotte nit haar ongenaakbaarbeid en eigengerecbtigdbeid moet capitaleeren en na harde lessen zich onderwerpen aan wijzer, doch ook min der levendig, bestier. Felicie Jehn schrijft hier en daar al zeer onbeholpen, doch de minitieuze ontleding van Ru doet veel ver geven. NELIT SPOOB teekende precieuse plaatjes voor dit boek. Vooral de profieltjes en enkele hoadinkjes zijn bizonder r ai k en gracieus. *** 'n Aar dia boek voor jonge kinderen is Buiten ?$ Kart je, een vertelsel'ja m«t verf jes en knipsels door J. E., nituave Scheltema en Holkema'a Bo-khande), Amsterdam. In dit Weekblad schreef Allegraeeus over knipsels: De oude knipsels, die bewaard bleven, zijn werkelijk soms wonderweikjes, die ons v-rbaaed doen staan over de kunstvaardigdigheid, de vastheid van hand en het geduld der bewerkers. Men knipte b.v. in wit papier een geheele pchildery van Hondecoeter met pauwen en fazanten en allerlei weelderige romantische tninversieringen. En de echaar der kunste nares wist al de fijne figuren va'n de pauwen staart tot haar ree it ie brengen, knipte de grassprietjes op den grond en te.fs een spinceweb, dat zich tnsecttei, do boomen uitstrekt»; alles zeer fijn en fraai van teektnln?. Deze kunst is t bang geheel verloren gegaan. 1-i er niet een van mijn lezereseen, die talent en tijd, en geduld, genoeg heeft, om te trachten ze weer te doen herleven ?" Als dit boek j s het resultaat is van Allegra'g oproep, dan beduidt het rog niet direct een herleving der oude knipknnst. Zeker zijn er enkele zeer kunstige en gecompliceerde krip sels bij, maar sommige van de kleinere zijn wel eens onduidelijk en ook wat eenvormig. De verejis lijn eenvoudig en soms ver rassend-goed, vrij van gezwollendheid en ge wilde deftigneid, zoodat bet kwario boek, ala iets geheel nibuw», seker zijn plaatcje waard ia in de kinderkamer of op het boeket rek der jengdipe lezers. U vraagt natuurlijk mijn meening als advocaat, niet waar? Die is niet zoo eenvoudig te zeggen. Yaa den juridischen kant bekeken is de petten-questie zeer ingewikkeld. Mijn vrie»d Heemskerk en ik vii den de Paleis-Raadhuis-quaestie b.v. veel eenvoudiger. Ik heb lap g ge twijfeld of de pet niet in strijd is met de Grondwet, zooals mijn collega Verkouteren in zijn pas verschenen brochure betoogt. Artikel 4 der Grondwet luidt: Allen, die zivh op het grondgebied van het Rijk bevinden, hebbm get/yke aan spraak op bescherming van personen en goedertn. Do grojte vi^g is nu of de bescher ning van het hoofi door een pet wel gelijk staat aan de bescherming door een helm, zooah b.v. de njksveldwachters dragen. Er zou derhalve een ongrondwetti^ verschil in persoonsbescherming tusschen gemeentepolitie en rijkspolitie gemaakt zijn." Wij brachten in het midden, dat de politieagenten zelf om een pet hadden gevraagd. Neem mij niet kwalijk, Hoeren, maar daar begrijpt u niets van", zeide de stadsadvocaat, ^at is publiek recht; ik zal dan ook maar liever niet verder cp de juridische zijde van de zaak ingaan. Liever zal ik miju oordeel ala mensch over de pet zeggen. En dan heb ik er maar u woord voor: eea ongijn!" Pardon1', viel hij zich zelf in de rede, dat is nog een aanwees?! uit den tijd van mijn vroegeren compagnon." Als u dat woord soms niet verstaat", ging hij voort, het beteekent zoo iets als saai, zonder aardigheid. Men kan b.v. zeggen: een cliënt zonder geld is een ongijn, of een vrouw zonder cnrsct is een ongijn, of... enfin u begrijpt 't nu wel." Wij begrepen, dat de stadsadvocaat een vijand was van reformklerdiDg ea wilden van de gelegenheid gebruik maken ook over deze belangrijke questie zijn oordeel te vernemen. Doch in dit op zicht werden wij teleurgesteld. Tot oordeelen over vrouwenkkediog acht te hjj zich niet bevoegd; daarvoor had tij er te weinig op gelet. Hij was een man van studie, niet waar, en had wel wat anders te doen dan naar vrouwen te kijken; niet dar hij laag op de vrouwen neerzag, integendeel, hij had in zijn leven zeer sympathieke vrouwen ontmoet". Nog geruimeu tijd bleven wij allergezelligst met den stadsadvocaat praten. Nu en dan kwam hij op zijn trouwen vriend Heemskerk en dan kreeg zijn stem een vroom timbre. Wij hielden hem volstrekt niet op" antwoordde hij op onze bezorgde vraag, of wij zijn kost baren tijd niet te lang in beslag namen. Plotseling ging de telefoonbel over. Onze gastheer (want wij hadden een Undine, door FBIEDRICH BABON DB LA MOTTE FOUQDÉ, vertaald door HENBIËTTB VAN DER B OOP, met platen var Jo OAEUBN, uitgave Wed. J. Ahrend en Zooo'a boekhandel en uitgeversmaatschappij, Amsterdam, ia een vertelling van oude, fijne wijsheid, door smukt met geheimzinnige romantiek, waar van een toover en bekoring uitgaat, die men in de boeken van deien tjjd dikwtjla tevergeefs zoekt. Hét ia eenigszins sentimen teel en zacht-droevig, terwijl woud-geesten en kobolden zorgen voor een gepasten hniver Doch het fijnst vind ik de illustraties, van uiterste precieneheid en een aan het decora tieve grenzende ges* yleerdheid in sommige beii g. In enkele plaatjes is een zoeken naar den vorm merkbaar, doch in de meeste bereikte de teekenaars er, met betrekkelijk eenvoudige middelen, een broosheid, welke mij, coo de teekeningen gekleurd waren, zeker zoude doen denken aan Edmund Dnlac. Ik mocht bet genoegen hebben een enkele dezer illu straties in originali te zien en beklaag het mij, dat de reproducties van het subtiele procédéniet allea bewaarden. In Jo Daemen lijkt mjj een talent te se n uilen, dat gelegen heid moet worden geschonken om zich te ontwikkelen en te uiten. Ofschoon de vertaalster in een voorbericht bare excuses maakt over den eenigszins deftiicen stijl, dunkt het mij, dat een boek zó? afdoende bewaard wordt voor vulgariteit. * ? * Niet minder verdienstelijke illustraties, hoewel van geheel anderen, en ook meer irerontineerden en geoianiereorden, aard, maakte mevrouw B. MIDDKRICK-BOKHOKST voor de serie prentenboeken Voor Sckotl en Huil, versjes van ANNA SUTOHIUS, uitgave Erven Martin G. Cohen, Amsterdam. De zes boekjes zijn keurig uitgevoerd en voor betrekkelijk geringen prijs, opk afzonderlijk, verkrijgbaar. Ieder deeltje geeft een ver haaltje in altijd draaglijke, soms zelfs koste lijke versjes en naast ieder conpletje op de tegeroverlieitende bladzijde een plaatje. De kinderfignnrtjes zijn dikwijls met groote toe wijding geteekend, doch bet valt mij op hoe eentonig bijna steeds de entourage is van het overigens fleurig verbeelde kiodergebeuren. Aan 't strand", In de speelkamer", Winkeltje spelen" en Te laat op school", waarvan de plaatjes in zwart en bruin zjju uitgevoerd, zijn levend g«r f>n warmer dan ,,')p 't veld" en In de Wei", die in blauw en grijs zijn gebonden. * * * KEES VALKENSTEIN is een leutige verteller, met veeiecnaikheld van geest. Prins Alphabet, uitgave W. de Haan, Utrecht, door den schrijver zelf verlucht, is 'n boek van kostelijken humor, dat bovendien nog goed ge schreven is ook. Enkele grappighedrn orer het lard van Hnk, en over de bewoners van de boofistad, zijn meer door onderen te waardeeren, doch over 't algemeen is het, in alle ongekunsteldheid en eenvond, een uitsteVend jongensboek, waarvan ik den inhoud een surprise laat blijver. Da plaa'je* zijn wel eens wat grof en slordig, maar zullen voor jeugdige lezers den tekst gewis verlevendigen. HESSEL JONGSMA. inimiimmiiiimiiiimiiimmimimititmiiiiimiiiimiitmiiimiiiiiiiut eigaar gekregen) luisterden... Bant u het mijnheer de Hoofdcommissaris?... Ja, die kerel is vrijgesproken..... Moet u mij spreken ?... Goed. Komt u dan maar dadelijk." Toen achtten wij toch onzen tyd ge komen, wij bedarkten voor de vriendelijke ontvangst en vertrokken. Ons volgend bezoek gold den president van een der strafkamers der Rechtbank. Deze, die dagelijks tallooze agenten voor zich ziet verschijnen, als getuigen, was over de pat niet erg te spreken. Hij vond den helm veel indrukwekkender. Het is bekend'' zeide hij, dat ik zeer veel waarde hecht aan hetgeen politie agenten ter tererhtzittii g verklaren, en dat ik dikwijls mérgeloof hecht aan wat a agent zegt, daa aan wat een dozijn z.g. fatsoenlijke burgers te vertellen hebben. Maar van onder een pet klinkt alles heel anders dan van onder een helm en het is mogelijk, dat ik voortaan niet meer dan zes burpers tegen n agent kan laten opwegen.'' Toen wij grondwettige bezwaren tosren de pet opperden, kregen wij van Z.E.A. ten antwoord, dat hij daar geen bood schap aan had. Da Procureur-Generaal kon zich niet over de pet uitlaten. Hij had, zoo zeide hij, zich nog kort geleien zeer inge spannen in verband met de nieuwe blauwe uitmoEstering der Rijkeveldwacht en was van die inspanning nog niet voldoeode bekomen om zijn aandacht aan het ge wichtige onderwerp van de pet te wijden. Trouwens de zaak ging hem niet aan. D .i t men de «geuten thans niet meer voor biut" of koperen bout" kon uit schelden, achtte hij wel een voordeel. Dat woord toch had hem steeds gehinderd. Wij wilden nog een militaire speci aliteit bezoeken: Kapitein P. van de schutterij. Doch drze was, zooals wij aan zijn woning vernamen, in den afgeloopen nacht te paard naar den Balkan vertrokken. Juist werd er ean telegram van hem bezorgd uit Abcoude, waarvan men ons inzage gaf, luidende: Goed nang<'komen, doch zeer vermoeid; blijf tot morgen uitrusten. Adres De Vink. Ka pitein P. Dadelijk telegrafeerden wij met betaa'd antwoord naar De Vink: Sein uw oordeel over politiepet; goede reis. Het antwoord arriveerde spoedig; het luidde: Pet miserabel, dank voor goede wemchen, kapitein P. Wij waren voldaan over onze enquête; ofschoon niet allen het met ODS eens waren, bleek toch de meerderheid der door ons gü'oterviewde personen net als wij niet op de pet gesteld. LEONYDAS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl