Historisch Archief 1877-1940
1849 -*? l Dee. 12.
DE AMSTERDAMMEB, WEEKBLAD T O O R NEDERLAND.
11
leeningen aan de markt, o. a. f 600 000
4X pGt. Oblig. Preanger Regentschappen
toi een koers van 00% pCt.
29 NOT. T. D. M.
" ? .*
Vrees voor de Amerikaansche
tarief verlaging.
Het <i]n niet alleen de dreigende wolken
aan dan p'elitieken hemel van Europa, ee
pevolg van het onvoorzien verloop van den
Balkan-oorlog, die de weinig opgewekte
stemming' aan de Amerikaansche
fondsenmarkt veroorzaken.
R«eds gernlmen tjjd oefent het schrikbeeld
van sgere invoerrechten d&&? zijn storenden
invloed n i t, hetgeen te meer wordt ge «o el d
in een tjjd ala thans, na de industrie in een
toestand . van bloei en welvaart verkeert, die
aan den hoogconjuLCtunr van 1907 doet
derken.
Barst leefde men tnaEchen vrees en hoep,
of men zich inderdaad niet te vroeg bezorgd
maakte. De mogelijkheid immers bestond,
dat de nieuwe President, niet van den ge
wonen regel zon afweken en met het bijeen
roepen van het congres voor He behandeling
eener tarief-herziening tot December 1913
soa wachten. E«rst op 4 Maart a.s. loopt de
taak van het tegenwoordig congres, evenals
de ambtstyd van President Taft, ten einde,
waarna zijn opvolger Dr. Woodrow Wilson
zijn intrek neemt in het Witte Hnia en zijn
functie aanvaardt.
Blaar dese liet Wallstreet niet lang in het
onzekere en reeds kort na zijn verkiezing
verkreeg men de overtuiging, dat het nieuwe
congr a half April a.s. in buitenge wone zitting
sal bijeen komen voor de behandeling der
tarief-kwestie.
Dat ia dua veel vroeger, dan men had
verwacht. En boe schitterend de toestand
van handel en nijverheid in de Ver. Staten
thans ook mcgszrjn, tarief-beniemng is naar
de meening der Amerikaansche
zaken-menschen altijd iets, dat s tor in? brengt in den
goeden gang der zaken. Juist in dezen t ij d
van bedrijvigheid en voorspoed in Dg na alle
takken van nijverheid oefent het vooruitzicht
op die waarschijnlijke storing een te druk
kender in rloed op de marktstemming uit.
i)e ijser- en staalmarkt verkeert in
een buitengewoon gunstige positie.
Middiesbro«gh-r*wjjzer, begin des jaars ongeveer
50 shillingp, noteert thans boven 68
shillingn, HBS veel hooger dan het gemiddelde
in 1907, toen de noteeriig 57 shiliings was.
Terwijl in Dnitschland, waar de hoog
conjunctuur reeds vrjj lang aanhoudt, het
hoogste ui'eau, naar den omvang van bet
binnenland ca verbruik te oordeelnn, reeds
is overschreden, is in Amerika en E .geland
da groote verbetering eerst sedert betrek
kelijk, korten tijd ingetreden.
Men vergelijke bijv. de netto-ontvangsten
der U. S. Steel Corporation gedurende bet
3e kwartaal van dit j aar met de laatst vooraf
gaande iaieo. nl. in:
1912 $ 30.064.000.
1911 29.523.000.
19LO 37.365.000.
1909 3i 247.0JO
dan komt men tot ae conclusie, dat de
poeitie gedurende de maanden Juli, Augustus
en September H. weinig beter is geweest
dan in diezelfde maanden van het vorig
jaar en belangrijk minder dan in bet over
eenkomstig tijdvak van 1909 en 1910.
IIIIIIIIIIIMIIIIIIIII1IIIHIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIII11IIIII
Brieven over belangrijke
onderwerpen.
III.
PBTTOLOQIB.
Er bestaat tegenwoordig bij autori
teiten en publiek een lofwaardige belang
stelling iu het uiterlijk van stad en land.
Vo jral in Amsterdam is die belangstelling
merkbaar, waar ia den laatste* tijd zoo
veel ia gebouwd en verbouwd, dat de
stad hier en daar een geheel ander aan
zien heeft gekregen. Aesthetische be
schouwingen zijn er aan de orde van
den dag; ieder eeaigszins ontwikkeld
Amsterdammer weet tegenwoordig van
Scedenschoon".
Juist daarom heeft het ons ten zeerste
verwonderd, dat aan een hoogst belang
rijke zaak, aan een hoofd-zaak in den
Waren zin des woords, geen of weinig
aandacht is geschonken. Wij bedoelen
de pet, de pet, die bij dag en bij nacht
in alie straten der hoofdstad gezien wordt,
de pet van the man in the strtet"-
bijuitstek, in a woord: de politiepat.
"Wij komen er r^nd voor uit, dat wij
den helm betreuren. Niets was belang
wekkender dan het bluken der helmen
te midden van een standje. Eigenlijk
was er geen babourlijk standje zonder
die helmen; om den helm bleef men
staan; wat de helm deed, interesseerde.
En DU, welk een puover figuur maakt
de pet in het menscnenkluwen!
Wat was een fl uriger gezicht dan
een raderbaar met een gehelmden agent
er naast! De helder witte kuif, de schitte
rende koperen helm, de vroulijke volks
menigte, alles weikte mee; en thatia...
de nuchtere, saaie, platte pet trekt geen
nieuwsgierigen meer aan ; eenzaam' rolt
de baar naar het gasthuis, geduwd door
den krnier.
Een agent met een pet de echte
Amsterdammer zegt: foei! Het is geen
agent meer! Wij, Amsterdammers, wij
zqn met den helm geboren, een agent
heeft een helm op, zonder helm is hij
een gewone gemeentewerkman.
M n denke toch aan de gevolgen! Hij
zal nu ook eeuwig leoDs /erhooging gaan
vragtn, ook staken als hij 't in zij- hoof j
krjjjt, ook in bocdskraittjes dei* Burge
meester uitscheld-m, ook over een rechts
positie gaan zeuren.
'Wij kunden het niet verkroppen en
zjjn er op uit gegaan.
Eerst naar den Burgemeester. Hem
hebben wij krachtens ons recht van be
lasting-betalend burger opheldering ge
vraagd. Z. E. A. ontving ons zeer beleefd
(Daaraan herkent men den waren t
delmat). Op oiize vraag, hoe men in (J da
naam op 't idee van de pet gekomen
was, antwoordde hij:
Maar eerst in Ootober 11. treedt een
bewald krachtige verbetering in en nemende
«stellingen zóenorm toe, dat het totaal
daarvan tot circa 7 V»millioen ton stijgt, «M.
een vermeerdering ran l millioen ton en
bijna zooveel als het hoogste totaal van
908/7.
Voegt men daarbij de bestellingen, in
handen van de onafhankelijke s'aalfabrikan.
, dan verkrijgt men voor Octeber 1912
een totaal van ongeveer 14 millioen ton,
dat beteekent een hoeveelheid, die voor
minstens 6 maanden de volle
prodnctieiracht in beslag neemt.
Ea dar, .niettegenstaande men stend aan
ieu vooravond van de presidentsverkiezing,
waarvan men kon verwachten, dat de kan
didaat dar democraten de overwinning ion
behalen.
Dat, niettegenstaande deze omstandigheid,
de bestellingen zoo omvangrijk waren en
edert geregeld bleven toevloeien, is het be
wijs, dat sij ontstonden uit feitelrjke behoefte
en niet nit speculatie-neiging.
De groote oog»t-opbrengst in de
VerStaten stelt n,l. aan de groote
spoorwegmaatschaopilen buitengewoon hooge eisenen.
Dn om daaraan eeninermate te kunnen vol
doen, moeten deze ondernemingen, die van
verbeteringen en uitbreidingen in de laatste
aren niet veel werk hadden gemaakt,
beangrjjke bestellingen doen in rails en rollend
materieel.
In Engeland daarentegen is de belangrijk
oegenomen bedrijvigheid op de scheeps
werven thans een voor de ijzer-Industrie
:rachtig voedende bron. Bijna overal zijn
Ie vrachttarieven gestegen en
nlet'egentaande dit kunnen de reederüen niet genoeg
cbeepsrnimte voor den zich steeds
nitbreiienden handel beschikbaar stellen. Daarbij
vormt de rijke oogst der Ver. Staten 'even
eens een belangrijke factor, aangezien de
Atnerikaaneche landbouw-producten in Eu
ropa, waar de oogst over 't algemeen
althans wat de kwaliteit betreft minder
jnnatig is uitgevallen, dit jaar goede afname
zullen vinden.
Door die gunstige oogrtresnltaten is de
koopkracht in Amerika toegenomen,
tengeolge waarvan de invoercijfera belang t ijk
hooger zijn.
Vam een verlaging der invoerrechten zon
de Amerikaaneche gier-industrie voorloopig
weinig nadeel ondervinden, doordien het prijs
niveau in Europa zoo belangrijk ia gestegen.
Maar die toestand zou van nvnder langen
duur kunnen zijn, dan men verwacht. De
8'et da toenemende prod«ctie in DnitfcMar.d
maakt het zoeken van grooteren afzet op de
initenlandache markten noodzakelijk. Bij
dalende prjjten ecater zon een verlagitg der
Amerikaanfche invoerrechten de Duitsche
staal-industrie, die veel goedkooper produ
ceert, tot een gevaarlijken concurrent voor
de Amerikaatscbe markt kunnen maken,
erwül ook bet transport, althans naar de
znideJijke kuststreken, in het voordeel van
de Dnit-:che nijverheid is.
Na de opening van ket Panama-kanaal
Eomen de Pacific-Steten tegenover de buiten
andscbe medtdinging in gunstiger positie,
daar het transport per spoor van de 81 aal
cent ra in Pennsylvanië naar de kust thans
nog belangrijk duurder is dan dat van Europa
naar New York of andere oostelijke havens
van Amerika.
Voorloopig schijnt men nog het meeste
nadeel van laffere tarieven voor de suiker
industrie te duchten.
De democratische partij heeft in haar pro
gramma nl. goedkoopere levensmiddelen
toegeiegd, waartoe iüook t nik er rekent. Men
vreest, «lat het ie voorrecht daarop geheel zal
vervallen, niettegenstaande dit voor de schat
kist een mindere ont angst van 60 millioen
dollar 's j aars beteekent. Gaat men na, dat
dit per hoofd der bevolking op rmim M dollar
aitkomt, dan ia 't de vraag of opheffing van
dit recht een noemenswaardig voordeel voor
den icdiviaueelen verbruiker zal opleveren.
Maar in dat geval zon de beetwortels
u'kercnltnnr, die ongeveer % millioen ton en
de luwsuiker-cullnuT, die circa 300.000 ton
produceert, waartegenover een totale con
sumptie etaat van 3 millioen ton, zich nau
welijks meer kunnen staande honden.
Cnha-suiker ii door een lazer invoerrecht
bevoorrecht ; bij alge^eele opheffing zou dus
Afi Europeesche beet wortelsuiker tegenover
Cuba-sniker in een betere cotditie komen.
Daarentegen zon Cuba, waarvoor de productie
van rnwsniker van overwegend belang is,
ala afnemer van allerlei voortbrengselen
van Amerikaansche herkomst heel wat min
der koopkrachtig worden.
Uit den teruggang van textiel- waar den
mag men opmaken, dat ook de
tex'ielnij verheid door een tariefverlaging ernstig
zal worden benadeeld.
29-ll-'12. v. D. 8.
Die is hoofdzakelijk een gevolg van
bet bezoek van President Fallières in
het vorige j «ar. Da heer Fallières, en
vooral de Fransche journalisten, die hem
vergezelden, waren opgetogen over de
Amsterdamsche politie. De wijze, waarop
de orde is gehandhaafd (o. a. bij de aan
komst aan den steiger) beeft hen zeer
sterk geïmponeerd. Eén ding scheen hun
echter minder te bevallen: dat was de
h-lm. Die was te Dnitsch naar hun smaak.
Vooral de brigadiers met hun koperen
knop maakten te veel den indruk van
Pruisische artilleristen, waartoe hun
kranige militaire houding stellig ook L ie t
weinig bijdroeg."
Waar Nederland," ging de Burge
meester voort, voor het genoegen van
Keizer Wilhelm een fort te Vlissingen
gaat bouwen, daar achtte ik het raad
zaam ook iets voor het pleizier der
Franschen te doen. Al gelooft u het niet, ik
had reeds lang een idee in petto. Wat
lag immers meer voor de hand dan den
Grermaanschen helm af te schaffen en te
vervangen door een pet, zooals de politie
agenten te Parijs dragen? Slaafs is dit
P*rijsche model overigens niet nagevolgd.
Zooveel mogelijk is aan de pet een
nationaal karakter gegeven. De platte
boveikant b.v. is bepaald echt nationaal;
hij symboliseert als 't ware den platten
Hollandscüen bodem."
Wij merkten op, dat de pet er zoo
braaf en zuo saai uitziet.
Z.E.A. antwoordde, dat ook het Chris
telijk volkskarakter" zich in de pet af
spiegelt. Wij moesten, zoo zeide hu,
niet te geringschattend over het L ieu we
hoofddeksel denken; men had een Com
missie benoemd, om een ontwerp te
maken, welke Commissie had bestaan
uit een aantal deskundigen van naam,
gekozen uit het geheele land. Er bestond
geen bezwaar ons de namen der leden
mede te deelen, het waren: Mr. Wichers
Hoeth, oud-president d r recht bat k, voor
zitter, en verder Prcf. Pet, te Groningen,
Notaris v. d. Helm, Mr. Dop, te Utrecht,
Mr. Boll in Den Haag, c?e arcditect Jacot,
het Eerste Kamerlid 't Hooft, het Raads
lid Ter Haar en de Burgemeester van
Hoog-Keppel q q. Deze namen spreken,
dunkt mij, vcor zichzelf; en ik kan u
zeggen, dat de Commissie eenstemmig
het tegenwoordig model heeft voorge
dragen. Allen waren vol geestdrift voor
de pet. Ik mag zelfs spreken van
pettomacie, die zich ook meester maakte van
mij en van dan hoofdcommissaris."
De Burgemeester keek op zijn horloge.
Wij begrepen den fijnen wenk en ver
trokken.
Wij kwamen bij den Hoofdcommissaris,
die ons op zijn bekende joviale wijze
flienwe Boeten T&D ei r i.erei.
Tegen St. Nicolaas. (II.)
Hoewel het opdringen van een godsdienst
aan kinderen mty een gevaarlijke
paedagogische maatregel schijnt, en ik het in kinder
boeken slechts dan te aanvaarden vind, wanneer
een groote objectiviteit conclusies naar n
of anderen kant uitsluit, kon mi]
Uargueiüe Bianr.a, een pittig mehjenhoek van
mej A. C. KUIPBB, zeer bekoren. Wel ia de
strijd naar hel goede, het wijze, bet volkomen
beheerschen, welke bier rerweegt, my in
jocge kinderen niet sympathiek, doei het
vechten van Marguerite Bianca de Bruin
tegen haar eerlijk, doch ietwat impulsief en
onberaden, innerlijk is, hoe onnatuurlijke
ouderlijke eiech ook door de schrijfster
geteekend met groote zuiverheid en oprecht
trachten naar begrijpend inleven van een
fijne meisjesziel.
Het invoeren van het Fransche nichtje
Rii.ee Delarène, dia in zuiver aanvoelen en
wellevende beheerachtheid tódicht t aast
Margueiite Biat ca's Fransche moeder staat
als de hoofdpersoon zelve in haar hunkering
naar zelfverheffing begeert, is misschien
wat opsetteljjk; het contrast is te gewild.
Doch het verbaal van mej. Kuiper is er
eenige fijne toetsen rijker door geworden.
Er is ean warmte en eenvond in dit boek,
een afkeer van het opgeschroefde en pralerige,
die bizonder aangenaam aandoen.
De uitgave van Scbeitens en Giltay,
Amsterdam, is keurig, te-wyl mevrouw B.
MioDERicH-BoKHORST voor een fleurig bandje en
enkeljjke aantrekkelijke plaatjes zorgde.
Of 'C hoon ik in mej. A. C. Kuiper geen knappe
styliste vermag te loven, en dat zeer be
treur, is haar Margnerite Bianca1' een aan
winst voor onze meiejealecltrar.
«,*
ontving. Toen hij hoofde, dat wij
journalieten waren, werd hq, zoo mogelijk,
nog minzamer.
Wij deelden het doel onzer komst mede
en vroegen hem of hij tevi-eden was met
de pet en hoe het personeel er over da?ht.
De H lofdcommissaris antwoordde niet,
doch hij ging naar een muurkast en
haalde er een doos uit. Daarna maakte
hu de doos open, streek zij a knevel op
en... zette ean pet op. Het was een
verblindende pet, hetzelfde model als van
de agerten, iets hooier, voorop stond met
goud«n letters: HOOF D- COMMISS IRIS.
Mijne Heeren", riep hq, ziehier hoe
de pet mij bevalt. Ik heb besloten om
er zelf ook een te dragen inplaats van
een h»ogen hot d. Natuurlijk alleen bij
officieele gelegenheden".
Da spreker bekeek zich met welgevallen
in den spiegel en borg de pet toen zorg
vuldig weg.
Ea wat het personeel aangaat", ging
hij voort dat is letterlijk dol met de
pet. Hun dierbaarste wenschis vermld.
Da zware helm maakta de menschep,
die ondanks hun booge loon er* niet ertoe
te krijgen zijn voldoe; de te eten. soms
suff rig, hetgeen voors,! bleek uit suff.rige
verbalen; de lichte pet heeft hierin veel
verbetering gebracht''.
Maar wat mij persoonlijk het meeste
genoegen doet, is, de*" de proceseen verbaal
sedert niet alleen in qualite't, doch o -k
is quantiteit zij a vooruitgegaan. De
vorige week was een recordweek en ik
gelo»f stellig, dat deze week nóg
voorcUeüger zal zijn".
Bij de laatste woorden geraakte de
Hoofdcommissaris in groote geestdrift.
Hij sprong vrooljjk door de kamer en
scheen de verbalen uit de lucht te plukken.
Hij b^f ten slotte staan voor een levei
sgroot portret, dat boven zy'<i schrijftafel
hing. Lang keek hij het portret aan.
Weet u, wie dat is?" vroeg hij ons.
Dat is mijn vriend Mr. Höfelt, de
kantonrechter. Hoe zal hu zich mét mij
verh"ugarj!"
Wij vroegen of dat niet de kantonrechter
was, die pas dien g«-brekkigen straat
muzikant had vrijgesproken....
Wat" scbrepuwdH de Hoofdcommis
saris vrijgesproken? Daar weet ik litts
van, dat is onmogelijk! Heeren, u excu
seert mij, ik heb geen tijd meer", en hij
vloog naar de teltfoon....
Wij vertrokken.
Da stadsadvocaat stond ons gaarne te
woord. Hij zat achter zijn bureau en
streek met zijn mooie lange vingers zijn
snorren naar beneden.
Toen wij zijn oordeel over de pet
vroegen, keek hij zeer ernstig. Zijn aard
is ernstig.
FM.ICIB JEHTJ, die wel eens wat al te vrij
moedig neerbroddelde, wat aan
kindersnakerjjeu en -avonturen in baar geheugen was
blijven lever*, bewijst met De Jongen»" van
oroftitor Van Leuven, uitgave A W. Bruna
an Zoon, Utrecht, een zeer begeerlijk talent
te hebben en in staat te zijn tot het schepptn
van een ze°r gecompliceerd meisjeskarakter:
dat van Kniolpbine van Leuven, des pro
fessors oadste jongen", kortweg geheeten Rn.
Prof. Van Leuven is weduwnaar en naiat
n vier jongens" (Rn, Wim, Frans en Hane)
der goed aar d'Re grootmama haar taak als
opvoeds er zózwaar hebben gemaakt, dat
ze in Montrecx hei stel van krachten moet
zoeken, zal hu 't met een juörouw probeeren
tegen den zin van de cordati», veeniecjarige
Rn, die, deels nit p ëteit voor baar over
Bden moeder, deels uit kinderlijke ijdelheid
en eerzucht, geen «ree m dn over den vloer
wil hebben en het huishouden zelf .went ebt
te besturen. Ra, die een grooten invloed
heeft op da andere meisjes, pest" met kra
nige volharding twee juffrouwen weg, doch
haar zelfbestuur wordt een volkomen mis
lukking.
Ru is in haar velerlei wisseling van stem
ming, inbaar haast romantische gevoeligheid
en bitse stugheid, een figuurtje geworden
van zulk eene vitaliteit, dat het, eerlijk ge
zegd, te betreuren ia, dat ze ten slotte nit
haar ongenaakbaarbeid en
eigengerecbtigdbeid moet capitaleeren en na harde lessen
zich onderwerpen aan wijzer, doch ook min
der levendig, bestier. Felicie Jehn schrijft
hier en daar al zeer onbeholpen, doch de
minitieuze ontleding van Ru doet veel ver
geven.
NELIT SPOOB teekende precieuse plaatjes
voor dit boek. Vooral de profieltjes en enkele
hoadinkjes zijn bizonder r ai k en gracieus.
***
'n Aar dia boek voor jonge kinderen is
Buiten ?$ Kart je, een vertelsel'ja m«t verf jes
en knipsels door J. E., nituave Scheltema
en Holkema'a Bo-khande), Amsterdam.
In dit Weekblad schreef Allegraeeus over
knipsels:
De oude knipsels, die bewaard bleven,
zijn werkelijk soms wonderweikjes, die ons
v-rbaaed doen staan over de
kunstvaardigdigheid, de vastheid van hand en het geduld
der bewerkers.
Men knipte b.v. in wit papier een geheele
pchildery van Hondecoeter met pauwen en
fazanten en allerlei weelderige romantische
tninversieringen. En de echaar der kunste
nares wist al de fijne figuren va'n de pauwen
staart tot haar ree it ie brengen, knipte de
grassprietjes op den grond en te.fs een
spinceweb, dat zich tnsecttei, do boomen uitstrekt»;
alles zeer fijn en fraai van teektnln?. Deze
kunst is t bang geheel verloren gegaan. 1-i er
niet een van mijn lezereseen, die talent en
tijd, en geduld, genoeg heeft, om te trachten
ze weer te doen herleven ?"
Als dit boek j s het resultaat is van Allegra'g
oproep, dan beduidt het rog niet direct een
herleving der oude knipknnst. Zeker zijn er
enkele zeer kunstige en gecompliceerde krip
sels bij, maar sommige van de kleinere zijn
wel eens onduidelijk en ook wat eenvormig.
De verejis lijn eenvoudig en soms ver
rassend-goed, vrij van gezwollendheid en ge
wilde deftigneid, zoodat bet kwario boek, ala
iets geheel nibuw», seker zijn plaatcje waard
ia in de kinderkamer of op het boeket rek
der jengdipe lezers.
U vraagt natuurlijk mijn meening
als advocaat, niet waar? Die is niet zoo
eenvoudig te zeggen. Yaa den juridischen
kant bekeken is de petten-questie zeer
ingewikkeld. Mijn vrie»d Heemskerk en
ik vii den de Paleis-Raadhuis-quaestie
b.v. veel eenvoudiger. Ik heb lap g ge
twijfeld of de pet niet in strijd is met
de Grondwet, zooals mijn collega
Verkouteren in zijn pas verschenen brochure
betoogt. Artikel 4 der Grondwet luidt:
Allen, die zivh op het grondgebied van
het Rijk bevinden, hebbm get/yke aan
spraak op bescherming van personen en
goedertn. Do grojte vi^g is nu of de
bescher ning van het hoofi door een pet
wel gelijk staat aan de bescherming
door een helm, zooah b.v. de
njksveldwachters dragen. Er zou derhalve een
ongrondwetti^ verschil in
persoonsbescherming tusschen gemeentepolitie en
rijkspolitie gemaakt zijn."
Wij brachten in het midden, dat de
politieagenten zelf om een pet hadden
gevraagd.
Neem mij niet kwalijk, Hoeren, maar
daar begrijpt u niets van", zeide de
stadsadvocaat, ^at is publiek recht; ik
zal dan ook maar liever niet verder cp
de juridische zijde van de zaak ingaan.
Liever zal ik miju oordeel ala mensch
over de pet zeggen. En dan heb ik er
maar u woord voor: eea ongijn!"
Pardon1', viel hij zich zelf in de rede,
dat is nog een aanwees?! uit den tijd
van mijn vroegeren compagnon."
Als u dat woord soms niet verstaat",
ging hij voort, het beteekent zoo iets
als saai, zonder aardigheid. Men kan
b.v. zeggen: een cliënt zonder geld is een
ongijn, of een vrouw zonder cnrsct is een
ongijn, of... enfin u begrijpt 't nu wel."
Wij begrepen, dat de stadsadvocaat
een vijand was van reformklerdiDg ea
wilden van de gelegenheid gebruik maken
ook over deze belangrijke questie zijn
oordeel te vernemen. Doch in dit op zicht
werden wij teleurgesteld. Tot oordeelen
over vrouwenkkediog acht te hjj zich niet
bevoegd; daarvoor had tij er te weinig
op gelet. Hij was een man van studie,
niet waar, en had wel wat anders te
doen dan naar vrouwen te kijken; niet
dar hij laag op de vrouwen neerzag,
integendeel, hij had in zijn leven zeer
sympathieke vrouwen ontmoet".
Nog geruimeu tijd bleven wij
allergezelligst met den stadsadvocaat praten.
Nu en dan kwam hij op zijn trouwen
vriend Heemskerk en dan kreeg zijn
stem een vroom timbre. Wij hielden
hem volstrekt niet op" antwoordde hij
op onze bezorgde vraag, of wij zijn kost
baren tijd niet te lang in beslag namen.
Plotseling ging de telefoonbel over.
Onze gastheer (want wij hadden een
Undine, door FBIEDRICH BABON DB LA MOTTE
FOUQDÉ, vertaald door HENBIËTTB VAN DER
B OOP, met platen var Jo OAEUBN, uitgave
Wed. J. Ahrend en Zooo'a boekhandel en
uitgeversmaatschappij, Amsterdam, ia een
vertelling van oude, fijne wijsheid, door
smukt met geheimzinnige romantiek, waar
van een toover en bekoring uitgaat, die
men in de boeken van deien tjjd dikwtjla
tevergeefs zoekt. Hét ia eenigszins sentimen
teel en zacht-droevig, terwijl woud-geesten
en kobolden zorgen voor een gepasten hniver
Doch het fijnst vind ik de illustraties, van
uiterste precieneheid en een aan het decora
tieve grenzende ges* yleerdheid in sommige
beii g. In enkele plaatjes is een zoeken naar
den vorm merkbaar, doch in de meeste bereikte
de teekenaars er, met betrekkelijk eenvoudige
middelen, een broosheid, welke mij, coo de
teekeningen gekleurd waren, zeker zoude
doen denken aan Edmund Dnlac. Ik mocht
bet genoegen hebben een enkele dezer illu
straties in originali te zien en beklaag het
mij, dat de reproducties van het subtiele
procédéniet allea bewaarden. In Jo Daemen
lijkt mjj een talent te se n uilen, dat gelegen
heid moet worden geschonken om zich te
ontwikkelen en te uiten.
Ofschoon de vertaalster in een voorbericht
bare excuses maakt over den eenigszins
deftiicen stijl, dunkt het mij, dat een boek zó?
afdoende bewaard wordt voor vulgariteit.
* ?
*
Niet minder verdienstelijke illustraties,
hoewel van geheel anderen, en ook meer
irerontineerden en geoianiereorden, aard,
maakte mevrouw B. MIDDKRICK-BOKHOKST
voor de serie prentenboeken Voor Sckotl
en Huil, versjes van ANNA SUTOHIUS, uitgave
Erven Martin G. Cohen, Amsterdam. De
zes boekjes zijn keurig uitgevoerd en voor
betrekkelijk geringen prijs, opk afzonderlijk,
verkrijgbaar. Ieder deeltje geeft een ver
haaltje in altijd draaglijke, soms zelfs koste
lijke versjes en naast ieder conpletje op de
tegeroverlieitende bladzijde een plaatje. De
kinderfignnrtjes zijn dikwijls met groote toe
wijding geteekend, doch bet valt mij op hoe
eentonig bijna steeds de entourage is van
het overigens fleurig verbeelde
kiodergebeuren. Aan 't strand", In de speelkamer",
Winkeltje spelen" en Te laat op school",
waarvan de plaatjes in zwart en bruin zjju
uitgevoerd, zijn levend g«r f>n warmer dan
,,')p 't veld" en In de Wei", die in blauw
en grijs zijn gebonden.
* *
*
KEES VALKENSTEIN is een leutige verteller,
met veeiecnaikheld van geest. Prins Alphabet,
uitgave W. de Haan, Utrecht, door den
schrijver zelf verlucht, is 'n boek van
kostelijken humor, dat bovendien nog goed ge
schreven is ook. Enkele grappighedrn orer
het lard van Hnk, en over de bewoners van
de boofistad, zijn meer door onderen te
waardeeren, doch over 't algemeen is het,
in alle ongekunsteldheid en eenvond, een
uitsteVend jongensboek, waarvan ik den
inhoud een surprise laat blijver.
Da plaa'je* zijn wel eens wat grof en
slordig, maar zullen voor jeugdige lezers den
tekst gewis verlevendigen.
HESSEL JONGSMA.
inimiimmiiiimiiiimiiimmimimititmiiiiimiiiimiitmiiimiiiiiiiut
eigaar gekregen) luisterden... Bant u
het mijnheer de Hoofdcommissaris?...
Ja, die kerel is vrijgesproken..... Moet
u mij spreken ?... Goed. Komt u dan
maar dadelijk."
Toen achtten wij toch onzen tyd ge
komen, wij bedarkten voor de vriendelijke
ontvangst en vertrokken.
Ons volgend bezoek gold den president
van een der strafkamers der Rechtbank.
Deze, die dagelijks tallooze agenten
voor zich ziet verschijnen, als getuigen,
was over de pat niet erg te spreken. Hij
vond den helm veel indrukwekkender.
Het is bekend'' zeide hij, dat ik zeer
veel waarde hecht aan hetgeen politie
agenten ter tererhtzittii g verklaren, en dat
ik dikwijls mérgeloof hecht aan wat a
agent zegt, daa aan wat een dozijn z.g.
fatsoenlijke burgers te vertellen hebben.
Maar van onder een pet klinkt alles
heel anders dan van onder een helm en
het is mogelijk, dat ik voortaan niet
meer dan zes burpers tegen n agent
kan laten opwegen.''
Toen wij grondwettige bezwaren tosren
de pet opperden, kregen wij van Z.E.A.
ten antwoord, dat hij daar geen bood
schap aan had.
Da Procureur-Generaal kon zich niet
over de pet uitlaten. Hij had, zoo zeide
hij, zich nog kort geleien zeer inge
spannen in verband met de nieuwe blauwe
uitmoEstering der Rijkeveldwacht en was
van die inspanning nog niet voldoeode
bekomen om zijn aandacht aan het ge
wichtige onderwerp van de pet te wijden.
Trouwens de zaak ging hem niet aan.
D .i t men de «geuten thans niet meer
voor biut" of koperen bout" kon uit
schelden, achtte hij wel een voordeel.
Dat woord toch had hem steeds gehinderd.
Wij wilden nog een militaire speci
aliteit bezoeken: Kapitein P. van de
schutterij. Doch drze was, zooals wij
aan zijn woning vernamen, in den
afgeloopen nacht te paard naar den Balkan
vertrokken. Juist werd er ean telegram
van hem bezorgd uit Abcoude, waarvan
men ons inzage gaf, luidende: Goed
nang<'komen, doch zeer vermoeid; blijf tot
morgen uitrusten. Adres De Vink. Ka
pitein P.
Dadelijk telegrafeerden wij met
betaa'd antwoord naar De Vink: Sein uw
oordeel over politiepet; goede reis. Het
antwoord arriveerde spoedig; het luidde:
Pet miserabel, dank voor goede wemchen,
kapitein P.
Wij waren voldaan over onze enquête;
ofschoon niet allen het met ODS eens
waren, bleek toch de meerderheid der
door ons gü'oterviewde personen net als
wij niet op de pet gesteld.
LEONYDAS.