Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
8 Dec. '12. No. 1850
Publicisten?
?v
De Journalistenkring heeft in de verga
dering van 17 Nov. j.l. door een stel moties
zün Bestuur te kennen gegeven, dat hu
met de behandeling van de zaak
CohenDrielsma niet geheel accoord ging.... Een
algemeene uittocht van het Bestuur heeft
sedert plaats gehad, en de eisch, die dit
Bestuur, die tenminste de voorzitter schijnt
te stellen, wil men hem wederom als voor
zitter kinnen begroeten, is deze: openlijke
en expresse afkeuring van de brochure des
hoeren Alexander Cohen.
Niets is natuurlijker dan dat de hevig
aangevallen heer Plemp van Dniveland
satisfactie. vordert. Wat echter verwondert
is, dat hij naar aanleiding yan een openbaar
geschrift satisfactie vindt in een votum van
ZJJM Kring, want een kring, zelfs een belang
rijke kring, heeft tegenover de buitenwereld
toch altijd eenigszins het karakter van een
besloten gezelschap.
Naar ons inzicht zou aan Mr. Plemp
vooral satisfactie kunnen schenken een
daad door hemzelf te doei, n.l. deze, dat
hij, zijn eer ongerept achtend en zijn beleid
als geheel on voldoende erkennend (dit laatste
is nu toch wel eindelijk in cpnfessoP), ten
bate en ter satisfactie van zichzelf en ten
bate en ter satisfactie van de veronacht
zaamde en lijdende partijen (drie kringleden
te Parijs, die mr. Plemp wenacht te ver
geten?), alsmede per slot van rekening ten
bate van het Recht, zelf de leiding nam
in de pogingen tot rivisie.
Alle andere satisfacties" zijn halve mid
delen. Mr. Plemp en het Bestuur behooren
in hun eigen belang niet mede te doen aan
de zucht tot doodzwijgen, die eenige, ge
lukkig weinige publicisten (publicisten!)
voor zaken in eigen kring gaarne zien
toegepast!
Op de vergadering yan dezen Zondag,
waar over de bestuurswisseling zal gespro
ken worden, hadden wij gaarne zien ver
schijnen «en man, die door zijn vroegere
positie bizondere beteekenis heeft ten op
zichte van een zaak als de onderhavige.
Wij oordeelden, dat mr. van Hanswyk
Pennink, die gedurende ruim twaalf jaren
Parijsch correspondent geweest is van de
N. R. Ct, daarvan uit eigen wil en zonder
strubbeling gescheiden is, bovendien de
directe voorganger was van den beschul
digde, niet ontbreken mocht op de a.s. ver
gadering.
~Tüschreven hem dit en ontvingen een
antwoord, waaruit wy, met zijn toestem
ming, het essentieele deel afdrukken.
H\j zegt dan te gelooven, dat de Kring
verder maar schijnt te willen zwijgen"
en vervolgt:
Ik heb te veel in deze zaak gecor
respondeerd en te druk my uitgelaten
tegenover de collega's, dan dat men mijn
aan dit zwijgen vierkant tegenover
gestelde meening niet zou kennen. Ik
heb ze ook aan den beschuldigde meege
deeld. Onder en door journalisten vooral
begeer ik openbaarheid gehuldigd te
zien, niet het minst natuurlijk waar
een onzer beschuldigd wordt, en be
schuldigd zoo publiek en zoo fel mogelijk
en juist door al zijne Nederlandsche
collega's ter plaatse, van een schelm
stuk". Wat kan ik er mee winnen met
dit nog eens te herhalen?
De kring heeft een verdienstelijk
bestuur gehad. Wümen dat a.s. Zondag
herkiezen, dan wordt aan die verdienste
hulde gedaan. Maar worden niet weg
genomen de feiten, waarvan de ver
gadering van 17 November sterk onder
den indruk is geweest, dat in een be
sloten Bestuursvergadering het werk
van drie ernstige mannen en op hun
plaats personen van beteekenis (Van
Gestel, Crépieux Jamin, Reiss) door het
eenzijdig betoog van den totnutoe op
dit gebied onbekenden mr. Lisman
eenvoudig op zij is geschoven, en dat
daarop binnen den kring vanden
halfingelicht Bestuur ook de beschuldigde
heeft kunnen praten zonder, toch
mogelijke, tegenspraak van zijne be
schuldigers.
Ik geloof een tijd gekend te hebben,
waarin de voorspelling, dat de Neder
landsche pers dit eenmaal zou kunnen
aanvaarden als een bevredigend besluit
van een ernstige, tegen een Nederlandsen
Het hiervolgende feuilleton behaalde bij de
Novellenprysvraag, door dit Weekblad
uitgeschreven, een der Derde Prijzen.
IDE IMITJGr
DOOE
B. VERHAGEN.
(Slot).
De omzittenden waren op Corbeau's
luide voordracht opmerkzaam geworden,
sommigen hadden hun stoel eenigszina
achterwaarts in zijne richting verschoven
en deden of zij niet luisterden, anderen
hadden zich brutaalweg recht naar hem
toegekeerd. Hu deed, of hij niets bemerkte,
maar het was hem aan te zien, dat die
belangstelling hem vleide.
U herinnert U den kometenwinter van
1910. Ik meen, dat men zich eok hier in
Holland bijzonder voor die mooie, onver
wacht verschenen staartster heeft geïnte
resseerd. In het Zuiden, vooral in Italië,
heeft zij onder het landvolk groote ontstel
tenis veroorzaakt. Maar, fignrez-vous dat
het door het fatum aan haar verbonden
onheil, dat volgens de leer van Halard nog
slechts n mensch zou treffen ohelsche
speling der onbekende machten! juist
hem, den uitnemenden geleerde, den helder
zienden phantast, den dood heeft aangedaan,
zich daarbij «P de ongelooflijkste wijze be
dienende van dat kleinste, onaanzienlijkste,
belachelijkste aller vliegende stofjes, dat ik
u zoo even noemde.
Un moucheron? Allez donc! Merion
zwaaide met zijn arm het meest welspre
kende gebaar van honend ongeloof.
Laat müuitspreken, waarde heer, en
lach dan, als ge wilt.
De kring van toehoorders werd grooter.
Aliman, die al zijne gasten bediend had,
was achter den verteller komen staan en
journalist gedane beschuldiging, alge
meene verontwaardiging zou hebben
gewekt. Ik blijf dat den mooien tijd
vinden.
4 Dec. J. F. VAS HANS WIJK PENNINK.
Mr. Pennink denkt hier natuurlijk aan
den tijd, dat de Dreyfus-zaak Mr. Plemp
van Duiveland uitstekende artikels ont
lokte.
Als men nu weet, dat Mr. Pennink, bij
landgenpoten en buitenlandsche confraters
te Parijs, zoo hooge achting genoot, dat,
met voorbijgaan van alle anderen, hem
door de huishoudelijke commissiën van
Fransehe Kamer en Senaat de leiding werd
opgedragen van de vreemde pers in het
Parlement, en men vergelijkt daarmede de
benauwde positie van zijn opvolger, zoo
vraagt men zich af of de hoofdredactie van
de N. R. Ct., die thans zwijgt als een aarden
pot..., en die de meening van mr. Pennink
kent, wel langer te goeder trouw mag heeten.
Yoor den Journalistenkring en voor zijn
oud-voorzitter is het thans het oogenblik te
topnen, dat het de Ned. Pers ernst is, als zij
bij zaken buiten den Kring om recht vraagt.
Bernard Shavi'e Tooneelwerken, bewerkt
door WILLEH SONIDS?HELDEN. Amst.
Erven Oenen. (t. j.)
Het is mi] eigenljjk niet te doen om deze
zoogenaamde bewerking" van Willem Sonias,
maar wel om het werk zelf van Bernard
Shaw, waar een recente vertooning nog eens
Mach de aandacht op gevestigd heeft. Het
is zoo heel by zonder, zoo grillig en geestig,
vol luim en ironische bitterheid.
De titel The Arms and the Man ia eenigszina
misleidend, al zal waarschijnlijk de
operetteachtige krijg van 1885 tueschen die,_ beide
splinternieuwe mogendheden, Bulgarye en
Servië, aanleiding geweest zijn tot het spel.
Shaw's licht geroerde ironische zin werd ge
troffen door dat dwate mengsel van Oosterse h
barbaarachheid en Westersch snobbisme, van
natnnrlyken eenvoud en pose, dat hy daar
ginds kende... of vermoedde, en de ge
legenheid leek hem hier bjj uitstek gunstig
om eens te zeggen, wat hu op 't hart had
over chauvinisme, bombastischen krygszncht
en oorlogsmoed, al welke fanfaronnadea een
Engelschman en dit is het nadeel tot
een groot volk te behooren omonnoozele,
zoowel als baatzuchtige redenen bijna dagelijks
te genieten krygt.
Vaderlandsliefde is, op zichzelf, een heel
respectabel gevoel, maar het wordt, geloof
ik, tegenwoordig niet meer zonder bederfelijke
bijmengsels geleverd. De meeste menschen zijn
er niet naïef genoeg voor, en er ia ook zoo
menige reden zichzelf, of enkel anderen, een
gevoel op te dringen, dat men, in vredestijd
vooral zelden als iets positiefs en afgeronds
by zich waarneemt. Gehechtheid aan den ge
boortegrond, weemoedige herinnering aan kin
derjaren, genegenheid voor allerlei menschen
en dingen, voor taal, landschap, gewoonten en
levenswysen.,.dat is wel ongeveer alkenmensch
eigen, dat is gedeeltelijk de mensen zelf in
de continuïteit zijner ontwikkeling. Doch dit
complex van grootere en kleinere gevoelens
wordt niet altijd gedekt door het
nationaalpatriottisme, de bij ieder vooronderstelde
liefde tot de staatkundige tenheid, die zijn
land is. Sedert de landen grooter werden is
dat misschien ook minder mogelijk en zeker
if, dat bezit en materieele belangen hier
veel toe doen: ubi bene nbi patria. Maar
de traditie heeft een taai leven, het gemeen
schappelijke dwingt tot vertoon van een
gevoel nog lang nadat de betreffende gevoels
inhoud bij de meesten is verloten gegaan.
En zoo is dan het patriottisme allengs ge
worden tot een vermoeden van behoorlijk
staatsburgerschap", een dwingenden eisch bij
militairen, een zaak van ernstige
wenschelykheid bij ambtenaren, een bewijs van liefljjken
gemoedsaard by de rest der vaderlanders.
In oorlogstijd echter, dan blijkt toch wel
de realiteit der vaderlandsliefde, zou men
zeggen, en het ia zeker, dat er dan genoeg
luisterde, den mond van verbazing half
geopend.
Ik had hem in die dagen herhaaldelijk
opgezocht, om meer over die komeet te
weten te komen, maar vond hem nimmer
thuis. Zijne vrouw beklaagde zich uitvoerig,
dat zij hem in geen drie etmalen thuis had
gezien, dat hij niet meer van zijn obser
vatorium was weg te krijgen. Zij moest hem
zijne maaltijden, zijn koffie en zijn wijn, o,
vooral zijn wijn, daar boven brengen en zi
was afgemat van het beklimmen der vele
trappen, het hart bonsde haar in het om
vangrijke lichaam. Daarbij maakte zij zich
ernstige zorgen over haar man. die een
vreemden, bijkans wilden gloed in zijn
anders zoo gemoedelijke oogen had ge
kregen, wiens hoofd rooder en
opgezwollener waa dan ooit te voren, en die haai
nijdig de deur uitblafte, nog eer zij tijd
kon vinden, om eem eenigszins behoorlijken
disch voor hem aan te richten.
Deze tijdingen over den kometomaan ver
ontrustten ook mij ten slotte en reeds was
ik op weg, om hem in zijn heiligdom te
gaan opzoeken, hem aan zijn blijkbaar
levensgevaarlijke opwinding te ontrukken
toen de pedel van het observatorium mr
bleek en zenuwachtig tegen het lijf liepen
mij hakkelend vroeg de venir yoir M
Halard". Ik stormde hem voorbij, vloog
de trappen op en, waarachtig hoor, daar
lag hij, op zij van zijn stoel geslagen
Mouru ? vrseg de apotheker, die zijn
Frausch wilde luchten.
Mort....
Voyong, verbaasde zich Aliman.
Zijn lijk werd thuis gebracht, waar
zijne vrouw de catastrophe met meer geest
kracht en zelfbedwang doorstond, dan ik
haar had aangerekend. De Académie Fran
eaise, de Regeering bereidden een schitte
rende begrafenis voor dezen merkwaardigen
citoyen voor, de bladen wijdden geestdrif
tige kolommen aan zijne nagedachtenis....
toen 09 den dag vór zijne funeraire glori
ficatie, uit Greenwich, uit Potsdam, uit Kiel
uit de Bilt eenige geleerden zich ventre
opwinding te constateeren valt en gezag
hebbende" menschen en bladen dit ook niet
nalaten te doen. Maar of er diepte van gevoel
mder die opwinding is, zal telkens moeten
?lijken, indien het tenminste mogelijk geacht
woidt romantische selfsuggestie van gevosl
onderscheiden.
Het ligt nog versch in het geheugen, hoe
men hier de Boareu misprees, die toch aller
minst onpatriottisch heetten, wijl zy zoo
spoedig de practische vrachten der loyale
mderwerping verkozen boven de
martelaarstroon eener doelloos mokkende
opstandigleid. En toch deden die Boeren niet anders
dan de Amsterdameche machthebbers van
1672, toen zy den Stadhouder lieten vragen
of patriottisch verzet werkelijk nog de offers
waard was en of men niet verstandiger deed
zich aan Lodewyk XIV over te geven, terwijl
iet nog tijd scheen.
De romantische opwinding in oorlogstijd
echter meent elke practische overweging uit
den booze en wil uitsluitend, als Van Speyk,
overwinnen of sneven, juist omdat het een
zwakke opwinding is, die enkel de pose kent.
In elk geval blijft er in de wreede werke
lijkheid des slagvelds van dezen edelmoedigen
roes niet veel over, en het zou allicht der
moeite waard zijn van tevoren te overwegen
of zelfs een heilig gevoel zooveel onvermij
delijk volgende menschelyke degradatie waard
is. En dat niet alleen by de verziekten en
gewonden of de vervolgde overwonnenen,
van wie Shaw een treffand voorbeeld opvoert,
doch ook, en niet het minst, bij de gezonden
en overwinnenden. Het is de grief van den
edelen jongeling Sergius, dat de dapperheid",
waarvan hij zich een uitsluitende deugd zon
willen maken, büallen blijkt, omdat de roes
van den stry'd", zegge exaltatie van zenuwen
en losgelaten wreedheid, velen ongeveer tot
beesten maakt, die nauwelijks weten wat zy
doen. En de rest doet, omdat anderen doen.
Allen zijn, zoolang het duurt, evenzeer
held" als Sergiua en dit doet hem, den
romantischeH melancholicus, twijfelen, of
zijn oorlogsmoed hem wel persoonlijk eigen is.
Over 't geheel twijfelt hij of iets hem per
soonlijk eigen, of iets echt" aan hem is, en
ziedaar Shaw van bijzondere en beperkte
menecheiykheden naar de algemeene verzeild,
gelijk zijn bedoeling en Inst was. Waa t hij
wilde meer dan ficties van
krygsmanaheerlykheid om hals brengen, hij wilde de nietig
heid van 'alle menschelyk doen aantoon en
in een bij uitstek daartoe geschikt geval.
Die nog 't sterkst de krygsmansillasiea ge
voelen, deze half-barbaren, wier besten de
romantische naturen zyn, stelde hu tegenover
de oatgoochelde nuchterheid van den
praetischen individualist Blnntschli, den volkomen
geestdrif tloozen beroepssoldaat. Tasschen
de lage materialiteit van Fetkofi en zyn
vrouw, ontluisterde oosterlingen, nog
nanwlyks op den eersten trap van westerse hèbe
schaving, en de doodelyk koude onverschil
ligheid van Bluntachli's zachtaardig egoïsme,
ia het voor Shaw een wellust het warme
leven van edelmoedige gedachten en idealen
in Sergius en Raïna dood te drnkken. Het
ia zeer wel mogelijk, dat de besten daar
ginds romantisch zjjn, geloovend in hoogten
van westerach gevoelen en intusschen
gefnuikt door hun nog dierlijk krachtige
instinkten. Dat geeft dan onvermijdelijk een
neerslag van zelf- en menschverachting,
omdat niets meer echt" schijnt by dieper
beschouwing, omdat alle meanen en voe
len onzeker wordt in deze primitieve maat
schappij, die nog den tijd niet had haar
nieuwe zedelijke normen op te stellen. De
eenige toevlucht voor deze zielen is dan de
pose, de aangenomen diabolische houding,
die honend toelaat, wat zij toch niet ver
hinderen kan en tracht zichzelf groot te zien,
omdat zij geen, dua alle, richtingen heeft.
Aldus zijn de jonge Sergius en het meis-je
Raïna, die eigenlijk niet weten of zij liefde
tot elkaar gevoelen, noch of zy moed, eer
gevoel, trouw, oprechtheid, smaak en be
schaving bezitten, die er toe komen alleen
voor echt" aan te nemen, wat het laagst
en wat sterk dierlijk in hen ia: zy, haar
leugenachtige ijdelheid, hij, zijn zinnelijke
passie....
Maar intusschen heeft Raïna haar be
stemming als vrouw, gelijk Shaw die verstaat,
vervuld. Zy heeft genomen, gelijk de jongeling
Sergius werd genomen, beiden naar den aard
en maat van hun lagere naturer, die zy als
hun wezenlijke hebben erkend. Want Sergius
geeft zich aan Louka, de meid, die hem
dwingt door zijn zinnen en door een rest
van ijdelheid, en Raina gaat onweerstaanbaar
terre in den Parijschen maalstroom wierpen,
in automobielen van aula naar kabinet, van
kabinet naar redactiebureau vlogen, daar,
tusschen de zwijgende muren, hartstochte
lijke betoogen hielden, heftigen tegenstand
hei hoofd boden en overwonnen.... Ah,
monsieur, inderdaad, de pompe funèbre werd
,afbesteld, de redevoeringen werden ver
brand en de plotseling zwijgende kranten
gaven, niet in de wetenschappelijke rubriek
maar slechts onder het infame, vernede
rende stadsnieuws" met een enkel regeltje
kennis dat Halard in allen eenvoud, in
tegenwoordigheid van slechts enkele ver
wanten en vrienden was ter aarde besteld
Comment ca ?
Eh oui, comment <;a! Niemand zou hel
ooit ervaren hebben, zoo ik zijn vertrouwde
en toegewijde vriend niet ware geweest <
De vreemdelingen, de kleinzielige ijveraars
hadden hem van een dusdanigen zwendel
beticht, en dit met hunne documenten z
overtuigend bewezen, dat eene glorificatie
van den dooden Halard onmogelijk was
geworden. Natuurlijk, zij stonden als onver
biddelijke wachters voor het heilige huisje
der wetenschap, dat niet bevlekt moehi
worden, ea om hunne rancune tegen den
benijden, gevierden geleerde bot te vieren
had hij hun zulk eene schoone gelegenheic
geboden, dat zij geen piëteit voor zijne
reusachtige verdiensten in hunne ver
schrompelde zielen meer behoefden te
veinzen, zonder zich toch als voortreffelijke
lieden te kunnen handhaven.
Maar wat was er dan toch gebeurd?
Geduld, geduld, heb ik U dan nie
gezegd, dat ik zijn vriend was? Aan mi
de taak, om het duistere geheim van zijn
val ah! een val na zijn dood! te
ontsluieren en hem te rehabiliteeren.
Het is mij gelukt, ik heb er een lang
artikel over geschreven geen blad heef
het willen plaatsen, zelfs de Matin niet!
Daaarom vertel ik het U. Gij zij t homme
de lettres. Wellicht maakt gij, met meer
talent dan ik bezit, er eene smakelijke
novelle van en bevordert gij zoodoende uw
ot Bluntschli, die haar pose heeft doorzien
en haar tenminste de rust geven kan van
een abjecte, een neargetrapt a natuurlijkheid."
Ziedaar de uitkomst van dit eigenaardig
,blijspel", waar menige eenvoudige, als om
een operette, om heeft gelachen.
Dt laagheid de»levens, aanvangende met
den ellendigen knecht Nicola en eindigend
met den Zwitser Bluntschli, die de ijdelheid
van alle geestdrift en desgeiyks van alle
gevoel heeft ingezien, ten bate van een
jractischen levenskyk.
En het schijnt ons waarlijk of hy gelijk
leeft, als hij antwoordt op Berging' vraag, of
Ie bereidwilligheid van Nicola, om
zynver.oofde op te geven, nu eigenlijk heroïsme of
aaghartiitheid beduidt.
Laat 't zyn wat 't wil, heroïsme of laag
hartigheid, om 't even; Nicola is ontegen
zeggelijk de knapste kerel die ik in Bulgarije
heb ontmoet Als hy Frausch en Duitsch
spreekt, maak ik 'm op staande voet direc
teur van n van m'n grootste hotels."
Heroïsme of laaghartigheid, 't is om 't even,
waar 't op aankomt is de nuchterheid, die
met alle illusie heeft afgedaan, die bewust
en gemakkelijk gaat, waar hij anders toch
tegenstrevend wordt heen gedreven en het
leven practisch weet in te richten. Men
zon willen weten over hoeveel en hoe groote
humbng Bernard Shaw zich bloedig heeft
geërgerd, om tot dit voorloopig levenainzicht
te komen. Dat, gelukkig voor ons en voor
hem, zyn laatate niet is geweest.
FKANS COENEN.
De dooi m Isabelle de Limeiil.
Uit Cathérine de Héiitis
van EDITH TICHEL,
Cathérine de Médicis, die, zelve van een
weinig ontgonnen liefdeleven, uit aanleg
of door buitengewonen intellectueelea arbeid
, ook van de wellust onder de woedende
hartstochten van dien feilen Renaissance-tij d
het bestek, het bestel-en-bestunr in haar
koel hoofd bezat, had in haren dienst en
gebruikte als politiek middel een keur van
jonge en zeer schoone vrouwen. Onder haar
is Isabelle de Limenil. In den hengen, en
steeds wisselenden stryd tusschen de bijna
gely'k sterke partyen, en de leiders van die
partyen heeft Cathérine tot op de laatate
jaren van haar lang leven geheerscht door
te kleien, altijd, de sterkste party, en
tegen de personen het doeltreflendste
middel. En tegenover de door bloedver
wantschap met het regeerende Huis zeer
invloedrijke familie der Bourbons is dat
doeltreffende middel in het bijzonder geweest
de verleiding door vrouwen, de schoone, aan
zienlijke vrouwen van haar Hof, of zooals
zy ze zelve noemde, haar Vliegend Pendel.
Het bericht over Isabelle de Limeuil is
van Brantöme. Maar ik behoud toch de be
werking van Edith Sichel omdat, hoewel wij
de hier weergegeven enkele, fraaie en vooral
zeer levende, fransche woorden Brantörne
danken, de omgeving by Sichel meer nog in
overeenstemming ie.
Het stukje ia zeer kort. Maar e, welk een
verschiet.
Die jonge vrouw wordt losgelaten op Condé.
Condé'a ontembare behoefte aan breidelooa
vermaak zon hem zonder eenigen twijfel op
den duur toch stroomafwaarts hebben doen
dry ven naar lager zedelijk peil, maar net zyn
de Guiaes geweest die bepaalden wd£r hy
aanspoelen zon.
Isabelle de Limenil, de lachende Circe,
die hem langer dan twee jaar met liefde
draden hield omwonden, was een werktuig
in de handen van den Kardinaal de Guise,
en ook, de waarheid laat niet toe dit te ont
kennen, yan Cathérine. Een der meeat woeste
rydsters in het Vliegend Vendel van de Regentes
had zy met zooveel woorden de opdracht
ontvangen Condévan zijne Hugenootsch
geminde echtgenoote te vervreemden en hem
by de Katholieke party zich te doen aansluiten.
Overigens was zy een tot werelsch vermaak
zeer geneigde jonge vrouw en fort grande
parleute... Jamais Ie bec ne lui cesia", zelfs
niet op haar laatate ziekbed. Ook staat haar
naam met roodste letter geschreven in het
Boek van Liefde en Hartstocht, als van eene
wier dood was: joyeuse et plaitante". Zij riep
haar page Jnlien tot zich een liefelijk be
speler van het gevoelige anareninstrnment en
vroeg hem te spelen: La Défaite des Sai-ses,
tot aan de woorden: Tont estperdu"... Speel
die regel vier of vijf keer achtereen", zei i;
letterkundigen naam, terwijl gij medeheipt,
om de nagedachtenis van den nobelen
Georges Edouard Halard van smet en blaam
te zuiveren.
Enfin, toen ik vernam dat zijn déshonneur
aan het drijven zijner collega's te wijten
was, ben ik in het observatorium gaan
speuren. Hetgeen ik daar na moeizamen
arbeid vaststelde, heb ik in verband ge
bracht met zijne persoonlijkheid, zijn tem
perament, zijne liefhebberij-studiën en zijne
geheime overtuigingen. Ziehier mijne con
clusies :
Het jaargetijde was stormachtig, er
kwamen van alle zijden berichten in van
scheepsrampen en overstroomingen; de par
lementen van Europa waren rumoerig, er
dreigde oorlog; in de gerechtszalen werden
ontstellende zedenprocessen afgewikkeld.
Toen kwam het bericht, dat Spaansche
landlieden een groote komeet hadden ont
dekt. Begrijpt gij, welken indruk dit alles
op het mystisch- romantisch gemoed van
Halard moest maken? Hij vloog naar
zijn observatorium, stelde zijn instrumen
ten op. Hu maakte photographische op
namen, bekeek zijn gevoelige platen met
de fijnste loupes maar vond geen
spoor van eene komeet. Uit Kiel kwamen
radiotelegrammen, dat het wonder in Italië
in Roemenië gezien was. Hij deed nieuwe
waarnemingen, wond zich meer en meer
op, trok zijn jas uit en boog zich opnieuw
en opnieuw in uiterste opwinding over en
onder zijne spiegels en lenzen, met steeds
driftiger bewegingen, zoo Ja t zijn
bretelknoopen eraf sprongen, maar de komeel
verscheen hem niet. Had hij maar enkele
dagen geduld gehad, de arme, dan had zi
hem, haar vurigsten, hartstochtelijkster
minnaar immers niet in den steek gelaten'
Daar kwam een marconigram van Green
wich in, dat men er de staartster in al haai
pracht gedurende eenige oogenblikken had
waargenomen. Stel u voor den toestand
van Halard, die evenzeer astronome de
coeur als astronome d'esprit was! Begrijp
dan toch de uiterste spanning zijner ziel
zoo droevig mogelijk". Dat deed hy en
oen hy kwam aan Tout eet perdu, herhaalde zij
de w woorden twee maal en zich met het ge
zicht naar den muur keerende zeide zy; alles
.s verloren met dezen toon." En zoo stierf zy.
De moord op Henri de Gnise,
De uren, voorafgegaan aan het oogenblik,
waarop hij (H. de Gnise) tot haar ging,
waren van voerteekenen vervuld geweest.
Ja nog onder het avondeter, hadden hem,
vlak op elkaar volgend, vijf waarschuwingen
bereikt. Een vond hy er, toen hy zyn servet
van tafel nam, op een papier dat daar ouder
verstopt was. 'Hij schreef er on n'oaerait"
op, en wierp het met een uitdrukking van
minachting onder de tafe'. En toen zijn oom,
de hertog d'Elboenf hem aanmaande toch
voorzichtig te zyn, omdat de dag yan mor
gen dreigde met gevaar voor zyn leven,
lachte hy alleen. Hij kon zien", zeide hij,
.jdat Elboeuf in zyn Almanak had gelezen,
waat al de Almanakken van dat jaar stonden
vol van zulke onheilspellingen." En nog een
ander aandringend waarschuwend briefje
ontving hy toen hij in de kamer reeds van
zq'n maitresse" was. Als wy wilden letten
op al die goede raadgevingen, was er geen
einde aan" riep hy uit. En daarop ver
kreukelde hy het, stopte het onder zyn
kamieool en liet den dienaar heengaan met
de woorden: Ga naar bed en laat ons
slanen".
En zoo, met ongedoofden moed liep hy in
den dood. De Koning had zyn plannen voor
zichtig beraamd. Dien avond moest Crillon
zelf al de deuren van het Paleis sluiten en
de wacht honden daarbuiten. Te middernacht
nam de Koning zyn blaker op, en zich te
rusten begevende zeide hy, dat hy wensehte
om vier uren gewektte worden. Hy had gelaat
gegeven dat de Baad vroeg vergaderen zou,
en Marchant, de kapitein van de wacht zoa
Guise als deze zich naar de vergadering begaf
staande honden met de aanbieding van een
rekening om hem zoodoende van zyn gevolg
af te snijden. Alles geschiedde zooala de
Koning wenschte. Om vier uur dien donkeren
Decembermorgen, werd Z. M. uit den slaap
gewekt door het kloppen op de deur. Eerat
herinnerde hij zich niets.
Wat ia dat", vroeg hy een dame van
dienst. Sire", antwoordde z8, het is mon
sieur de Halde, die zegt, dat net vier uur
is." Dese woorden vaaeden de verwarde
droomgedachten van Z. M. Myn echoenen,
mijn hoed en myn blaker!" zeide hij tot
Frolant, sijn kamerheer. Zyn vrouw was by
hem hy zeide geen woord tot opheldering
en liet haar verbaasd achter. Vór alles",
fluisterde hy, laten wy geen leven maken,
opdat myn moeder niet wakker wordt.''
Hy was bleek en verwilderd en hevig be
wogen. Hij verliet zyn slaapvertrek en
ging zyn eedgenooten niet minder dan
vyf en veertig tegemoet, die hy in
zyn particulier cabinet bracht. Zy spraken
zoo luid, dat hij meer dan eens rilde.
Voyons" mompelde hy, hoeveel dolken
tel ik." Er waren er acht. Bij hield er zelf
twee en verdeelde de andere. Er moesten
nog uren verloopen voor de Baad ver
gaderde. De vyf en veertig verspreidden zich
nu met groote behoedzaamheid en onder
diepe stilte, terwy'l een van hen, de Comte
de Tennes by hem bleef om toe te zien, dat
hy niet van gedachten veranderde. Maar dit
was overbodige voorzichtigheid. Henri's
enn Krachtigheid waa geen kenteeken van
onzekerheid. Hy had gebiecht, ei een aalmoe
zenier in zyn kamer ontboden om de wonde
van zyn geweten te hechten, zoodra de
misdaad zon zyn begaan. Ondertusschen be
proefde hij zichzelf rast te geven door de
gezangen van priesters die hy heimelijk,
by het flikkerende licht van eea toorts ge
leid had door donkere gangen naar zyn
bidkamer, om van god het welslagen af te
bidden in een hun onbekend onder
nemen. Maar hy kon zyn onrustige gedachten
niet meester worden, en hy hield niet op heen
en weder te loopen, herhaaldelijk de deur
openende om telkens opnieuw de wacht in
structies te geven die trouwens haar rol
kende. Voor alles", zeide hy, zorg dat ge
niet gewond wordt. Dat wensch ik niet."
En terwyl van haar door de onrust van het
wachten gepy'nigden zoon boven de gedempte
voetstappen klonken, lag Catharina voor
eenmaal onwetend van al wat in het paleis
gebeurde, op haar praalbed in een lager
vertrek, stervende. De vrees van Henri was
niet verwerkelijkt: het ongewone rumoer
had haar niet gewekt.
den verschrikkelijken strijd dien de objec
tieve, nauwgezette geleerde en de subjec
tieve, romantische mysticus in zijn herse
nen volstreden! Zijn hoofd zwol pp, het
bloed bonsde aau zijne slapen, hij rukte
zijn boord af. scheurde zijn hemd open,
om niet te stikken.
Mijnheer, welke hartstocht doet het
lichaam heviger schokken dan die, welke
door een ijzeren wil in bedwang wordt
gehouden !J Wordt niet de spankracht van
den stoom verschrikkelijker, naarmate hij
dichter wordt saamgeperst in een
onverbreekbaren koperen ketel, zonder uitweg,
zonder veiligheidsklep ? . Dan trilt en
davert het van de hevigste levensenergie,
maar de dwingende vuist van .den meester
weet die oerkrachten te beheerschen, te
leiden en om te zetten in werken, edel van
volmaaktheid en duurzaam door hunnen
adel. Welnu, tot zulk een trillenden,
loeienden ketel werd de hooggewelfde schedel
van den astronoom Georges Edouard Ha
lard, zóbrandde en schudde het bloed
in de ijle, brooze bloedvaten van zijn
hersencomplex, toen hij, de sanguinistische
eerzuchteling, de hoogdravende phantast,
tien, vijftien depêches achter elkaar ontving,
uit Kiel, uit Potsdam, uit Greenwich, uit
Rome, ttit Buenos-Aires, uit Melbourne,
van alle zijden der wereld, waar men
verrukkelijke opnamen van de komeet had
gemaakt! En hij, de wereldvermaarde
astronoom op het wereldvermaarde Parijsche
observatorium, hij, de eere-president, de
tien-voudige redacteur, de twintigmaal
gedecoreerde, hij, Georges Edouard Halard,
hij hij had niets te melden! Hijgend en
zweetend zwoegde hij tusschen zijne instru
menten. Hij beloerde den avondhemel, den
nachthemel, den morgenhemel, maakte
photograpbische opnamen naar het Noorden,
naar het Westen, naar het Oosten, naar
het ZaidoD, maar de ongelukkige ontwaarde,
constateerde niets!
Reeds ontdekte hij met ontzetting, dat
zijn duim en -wijsvinger een stift, een stuk
gummi boven zijne gevoelige plaat hielden,