De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 8 december pagina 2

8 december 1912 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 8 Dec. '12. No. 1850 Publicisten? ?v De Journalistenkring heeft in de verga dering van 17 Nov. j.l. door een stel moties zün Bestuur te kennen gegeven, dat hu met de behandeling van de zaak CohenDrielsma niet geheel accoord ging.... Een algemeene uittocht van het Bestuur heeft sedert plaats gehad, en de eisch, die dit Bestuur, die tenminste de voorzitter schijnt te stellen, wil men hem wederom als voor zitter kinnen begroeten, is deze: openlijke en expresse afkeuring van de brochure des hoeren Alexander Cohen. Niets is natuurlijker dan dat de hevig aangevallen heer Plemp van Dniveland satisfactie. vordert. Wat echter verwondert is, dat hij naar aanleiding yan een openbaar geschrift satisfactie vindt in een votum van ZJJM Kring, want een kring, zelfs een belang rijke kring, heeft tegenover de buitenwereld toch altijd eenigszins het karakter van een besloten gezelschap. Naar ons inzicht zou aan Mr. Plemp vooral satisfactie kunnen schenken een daad door hemzelf te doei, n.l. deze, dat hij, zijn eer ongerept achtend en zijn beleid als geheel on voldoende erkennend (dit laatste is nu toch wel eindelijk in cpnfessoP), ten bate en ter satisfactie van zichzelf en ten bate en ter satisfactie van de veronacht zaamde en lijdende partijen (drie kringleden te Parijs, die mr. Plemp wenacht te ver geten?), alsmede per slot van rekening ten bate van het Recht, zelf de leiding nam in de pogingen tot rivisie. Alle andere satisfacties" zijn halve mid delen. Mr. Plemp en het Bestuur behooren in hun eigen belang niet mede te doen aan de zucht tot doodzwijgen, die eenige, ge lukkig weinige publicisten (publicisten!) voor zaken in eigen kring gaarne zien toegepast! Op de vergadering yan dezen Zondag, waar over de bestuurswisseling zal gespro ken worden, hadden wij gaarne zien ver schijnen «en man, die door zijn vroegere positie bizondere beteekenis heeft ten op zichte van een zaak als de onderhavige. Wij oordeelden, dat mr. van Hanswyk Pennink, die gedurende ruim twaalf jaren Parijsch correspondent geweest is van de N. R. Ct, daarvan uit eigen wil en zonder strubbeling gescheiden is, bovendien de directe voorganger was van den beschul digde, niet ontbreken mocht op de a.s. ver gadering. ~Tüschreven hem dit en ontvingen een antwoord, waaruit wy, met zijn toestem ming, het essentieele deel afdrukken. H\j zegt dan te gelooven, dat de Kring verder maar schijnt te willen zwijgen" en vervolgt: Ik heb te veel in deze zaak gecor respondeerd en te druk my uitgelaten tegenover de collega's, dan dat men mijn aan dit zwijgen vierkant tegenover gestelde meening niet zou kennen. Ik heb ze ook aan den beschuldigde meege deeld. Onder en door journalisten vooral begeer ik openbaarheid gehuldigd te zien, niet het minst natuurlijk waar een onzer beschuldigd wordt, en be schuldigd zoo publiek en zoo fel mogelijk en juist door al zijne Nederlandsche collega's ter plaatse, van een schelm stuk". Wat kan ik er mee winnen met dit nog eens te herhalen? De kring heeft een verdienstelijk bestuur gehad. Wümen dat a.s. Zondag herkiezen, dan wordt aan die verdienste hulde gedaan. Maar worden niet weg genomen de feiten, waarvan de ver gadering van 17 November sterk onder den indruk is geweest, dat in een be sloten Bestuursvergadering het werk van drie ernstige mannen en op hun plaats personen van beteekenis (Van Gestel, Crépieux Jamin, Reiss) door het eenzijdig betoog van den totnutoe op dit gebied onbekenden mr. Lisman eenvoudig op zij is geschoven, en dat daarop binnen den kring vanden halfingelicht Bestuur ook de beschuldigde heeft kunnen praten zonder, toch mogelijke, tegenspraak van zijne be schuldigers. Ik geloof een tijd gekend te hebben, waarin de voorspelling, dat de Neder landsche pers dit eenmaal zou kunnen aanvaarden als een bevredigend besluit van een ernstige, tegen een Nederlandsen Het hiervolgende feuilleton behaalde bij de Novellenprysvraag, door dit Weekblad uitgeschreven, een der Derde Prijzen. IDE IMITJGr DOOE B. VERHAGEN. (Slot). De omzittenden waren op Corbeau's luide voordracht opmerkzaam geworden, sommigen hadden hun stoel eenigszina achterwaarts in zijne richting verschoven en deden of zij niet luisterden, anderen hadden zich brutaalweg recht naar hem toegekeerd. Hu deed, of hij niets bemerkte, maar het was hem aan te zien, dat die belangstelling hem vleide. U herinnert U den kometenwinter van 1910. Ik meen, dat men zich eok hier in Holland bijzonder voor die mooie, onver wacht verschenen staartster heeft geïnte resseerd. In het Zuiden, vooral in Italië, heeft zij onder het landvolk groote ontstel tenis veroorzaakt. Maar, fignrez-vous dat het door het fatum aan haar verbonden onheil, dat volgens de leer van Halard nog slechts n mensch zou treffen ohelsche speling der onbekende machten! juist hem, den uitnemenden geleerde, den helder zienden phantast, den dood heeft aangedaan, zich daarbij «P de ongelooflijkste wijze be dienende van dat kleinste, onaanzienlijkste, belachelijkste aller vliegende stofjes, dat ik u zoo even noemde. Un moucheron? Allez donc! Merion zwaaide met zijn arm het meest welspre kende gebaar van honend ongeloof. Laat müuitspreken, waarde heer, en lach dan, als ge wilt. De kring van toehoorders werd grooter. Aliman, die al zijne gasten bediend had, was achter den verteller komen staan en journalist gedane beschuldiging, alge meene verontwaardiging zou hebben gewekt. Ik blijf dat den mooien tijd vinden. 4 Dec. J. F. VAS HANS WIJK PENNINK. Mr. Pennink denkt hier natuurlijk aan den tijd, dat de Dreyfus-zaak Mr. Plemp van Duiveland uitstekende artikels ont lokte. Als men nu weet, dat Mr. Pennink, bij landgenpoten en buitenlandsche confraters te Parijs, zoo hooge achting genoot, dat, met voorbijgaan van alle anderen, hem door de huishoudelijke commissiën van Fransehe Kamer en Senaat de leiding werd opgedragen van de vreemde pers in het Parlement, en men vergelijkt daarmede de benauwde positie van zijn opvolger, zoo vraagt men zich af of de hoofdredactie van de N. R. Ct., die thans zwijgt als een aarden pot..., en die de meening van mr. Pennink kent, wel langer te goeder trouw mag heeten. Yoor den Journalistenkring en voor zijn oud-voorzitter is het thans het oogenblik te topnen, dat het de Ned. Pers ernst is, als zij bij zaken buiten den Kring om recht vraagt. Bernard Shavi'e Tooneelwerken, bewerkt door WILLEH SONIDS?HELDEN. Amst. Erven Oenen. (t. j.) Het is mi] eigenljjk niet te doen om deze zoogenaamde bewerking" van Willem Sonias, maar wel om het werk zelf van Bernard Shaw, waar een recente vertooning nog eens Mach de aandacht op gevestigd heeft. Het is zoo heel by zonder, zoo grillig en geestig, vol luim en ironische bitterheid. De titel The Arms and the Man ia eenigszina misleidend, al zal waarschijnlijk de operetteachtige krijg van 1885 tueschen die,_ beide splinternieuwe mogendheden, Bulgarye en Servië, aanleiding geweest zijn tot het spel. Shaw's licht geroerde ironische zin werd ge troffen door dat dwate mengsel van Oosterse h barbaarachheid en Westersch snobbisme, van natnnrlyken eenvoud en pose, dat hy daar ginds kende... of vermoedde, en de ge legenheid leek hem hier bjj uitstek gunstig om eens te zeggen, wat hu op 't hart had over chauvinisme, bombastischen krygszncht en oorlogsmoed, al welke fanfaronnadea een Engelschman en dit is het nadeel tot een groot volk te behooren omonnoozele, zoowel als baatzuchtige redenen bijna dagelijks te genieten krygt. Vaderlandsliefde is, op zichzelf, een heel respectabel gevoel, maar het wordt, geloof ik, tegenwoordig niet meer zonder bederfelijke bijmengsels geleverd. De meeste menschen zijn er niet naïef genoeg voor, en er ia ook zoo menige reden zichzelf, of enkel anderen, een gevoel op te dringen, dat men, in vredestijd vooral zelden als iets positiefs en afgeronds by zich waarneemt. Gehechtheid aan den ge boortegrond, weemoedige herinnering aan kin derjaren, genegenheid voor allerlei menschen en dingen, voor taal, landschap, gewoonten en levenswysen.,.dat is wel ongeveer alkenmensch eigen, dat is gedeeltelijk de mensen zelf in de continuïteit zijner ontwikkeling. Doch dit complex van grootere en kleinere gevoelens wordt niet altijd gedekt door het nationaalpatriottisme, de bij ieder vooronderstelde liefde tot de staatkundige tenheid, die zijn land is. Sedert de landen grooter werden is dat misschien ook minder mogelijk en zeker if, dat bezit en materieele belangen hier veel toe doen: ubi bene nbi patria. Maar de traditie heeft een taai leven, het gemeen schappelijke dwingt tot vertoon van een gevoel nog lang nadat de betreffende gevoels inhoud bij de meesten is verloten gegaan. En zoo is dan het patriottisme allengs ge worden tot een vermoeden van behoorlijk staatsburgerschap", een dwingenden eisch bij militairen, een zaak van ernstige wenschelykheid bij ambtenaren, een bewijs van liefljjken gemoedsaard by de rest der vaderlanders. In oorlogstijd echter, dan blijkt toch wel de realiteit der vaderlandsliefde, zou men zeggen, en het ia zeker, dat er dan genoeg luisterde, den mond van verbazing half geopend. Ik had hem in die dagen herhaaldelijk opgezocht, om meer over die komeet te weten te komen, maar vond hem nimmer thuis. Zijne vrouw beklaagde zich uitvoerig, dat zij hem in geen drie etmalen thuis had gezien, dat hij niet meer van zijn obser vatorium was weg te krijgen. Zij moest hem zijne maaltijden, zijn koffie en zijn wijn, o, vooral zijn wijn, daar boven brengen en zi was afgemat van het beklimmen der vele trappen, het hart bonsde haar in het om vangrijke lichaam. Daarbij maakte zij zich ernstige zorgen over haar man. die een vreemden, bijkans wilden gloed in zijn anders zoo gemoedelijke oogen had ge kregen, wiens hoofd rooder en opgezwollener waa dan ooit te voren, en die haai nijdig de deur uitblafte, nog eer zij tijd kon vinden, om eem eenigszins behoorlijken disch voor hem aan te richten. Deze tijdingen over den kometomaan ver ontrustten ook mij ten slotte en reeds was ik op weg, om hem in zijn heiligdom te gaan opzoeken, hem aan zijn blijkbaar levensgevaarlijke opwinding te ontrukken toen de pedel van het observatorium mr bleek en zenuwachtig tegen het lijf liepen mij hakkelend vroeg de venir yoir M Halard". Ik stormde hem voorbij, vloog de trappen op en, waarachtig hoor, daar lag hij, op zij van zijn stoel geslagen Mouru ? vrseg de apotheker, die zijn Frausch wilde luchten. Mort.... Voyong, verbaasde zich Aliman. Zijn lijk werd thuis gebracht, waar zijne vrouw de catastrophe met meer geest kracht en zelfbedwang doorstond, dan ik haar had aangerekend. De Académie Fran eaise, de Regeering bereidden een schitte rende begrafenis voor dezen merkwaardigen citoyen voor, de bladen wijdden geestdrif tige kolommen aan zijne nagedachtenis.... toen 09 den dag vór zijne funeraire glori ficatie, uit Greenwich, uit Potsdam, uit Kiel uit de Bilt eenige geleerden zich ventre opwinding te constateeren valt en gezag hebbende" menschen en bladen dit ook niet nalaten te doen. Maar of er diepte van gevoel mder die opwinding is, zal telkens moeten ?lijken, indien het tenminste mogelijk geacht woidt romantische selfsuggestie van gevosl onderscheiden. Het ligt nog versch in het geheugen, hoe men hier de Boareu misprees, die toch aller minst onpatriottisch heetten, wijl zy zoo spoedig de practische vrachten der loyale mderwerping verkozen boven de martelaarstroon eener doelloos mokkende opstandigleid. En toch deden die Boeren niet anders dan de Amsterdameche machthebbers van 1672, toen zy den Stadhouder lieten vragen of patriottisch verzet werkelijk nog de offers waard was en of men niet verstandiger deed zich aan Lodewyk XIV over te geven, terwijl iet nog tijd scheen. De romantische opwinding in oorlogstijd echter meent elke practische overweging uit den booze en wil uitsluitend, als Van Speyk, overwinnen of sneven, juist omdat het een zwakke opwinding is, die enkel de pose kent. In elk geval blijft er in de wreede werke lijkheid des slagvelds van dezen edelmoedigen roes niet veel over, en het zou allicht der moeite waard zijn van tevoren te overwegen of zelfs een heilig gevoel zooveel onvermij delijk volgende menschelyke degradatie waard is. En dat niet alleen by de verziekten en gewonden of de vervolgde overwonnenen, van wie Shaw een treffand voorbeeld opvoert, doch ook, en niet het minst, bij de gezonden en overwinnenden. Het is de grief van den edelen jongeling Sergius, dat de dapperheid", waarvan hij zich een uitsluitende deugd zon willen maken, büallen blijkt, omdat de roes van den stry'd", zegge exaltatie van zenuwen en losgelaten wreedheid, velen ongeveer tot beesten maakt, die nauwelijks weten wat zy doen. En de rest doet, omdat anderen doen. Allen zijn, zoolang het duurt, evenzeer held" als Sergiua en dit doet hem, den romantischeH melancholicus, twijfelen, of zijn oorlogsmoed hem wel persoonlijk eigen is. Over 't geheel twijfelt hij of iets hem per soonlijk eigen, of iets echt" aan hem is, en ziedaar Shaw van bijzondere en beperkte menecheiykheden naar de algemeene verzeild, gelijk zijn bedoeling en Inst was. Waa t hij wilde meer dan ficties van krygsmanaheerlykheid om hals brengen, hij wilde de nietig heid van 'alle menschelyk doen aantoon en in een bij uitstek daartoe geschikt geval. Die nog 't sterkst de krygsmansillasiea ge voelen, deze half-barbaren, wier besten de romantische naturen zyn, stelde hu tegenover de oatgoochelde nuchterheid van den praetischen individualist Blnntschli, den volkomen geestdrif tloozen beroepssoldaat. Tasschen de lage materialiteit van Fetkofi en zyn vrouw, ontluisterde oosterlingen, nog nanwlyks op den eersten trap van westerse hèbe schaving, en de doodelyk koude onverschil ligheid van Bluntachli's zachtaardig egoïsme, ia het voor Shaw een wellust het warme leven van edelmoedige gedachten en idealen in Sergius en Raïna dood te drnkken. Het ia zeer wel mogelijk, dat de besten daar ginds romantisch zjjn, geloovend in hoogten van westerach gevoelen en intusschen gefnuikt door hun nog dierlijk krachtige instinkten. Dat geeft dan onvermijdelijk een neerslag van zelf- en menschverachting, omdat niets meer echt" schijnt by dieper beschouwing, omdat alle meanen en voe len onzeker wordt in deze primitieve maat schappij, die nog den tijd niet had haar nieuwe zedelijke normen op te stellen. De eenige toevlucht voor deze zielen is dan de pose, de aangenomen diabolische houding, die honend toelaat, wat zij toch niet ver hinderen kan en tracht zichzelf groot te zien, omdat zij geen, dua alle, richtingen heeft. Aldus zijn de jonge Sergius en het meis-je Raïna, die eigenlijk niet weten of zij liefde tot elkaar gevoelen, noch of zy moed, eer gevoel, trouw, oprechtheid, smaak en be schaving bezitten, die er toe komen alleen voor echt" aan te nemen, wat het laagst en wat sterk dierlijk in hen ia: zy, haar leugenachtige ijdelheid, hij, zijn zinnelijke passie.... Maar intusschen heeft Raïna haar be stemming als vrouw, gelijk Shaw die verstaat, vervuld. Zy heeft genomen, gelijk de jongeling Sergius werd genomen, beiden naar den aard en maat van hun lagere naturer, die zy als hun wezenlijke hebben erkend. Want Sergius geeft zich aan Louka, de meid, die hem dwingt door zijn zinnen en door een rest van ijdelheid, en Raina gaat onweerstaanbaar terre in den Parijschen maalstroom wierpen, in automobielen van aula naar kabinet, van kabinet naar redactiebureau vlogen, daar, tusschen de zwijgende muren, hartstochte lijke betoogen hielden, heftigen tegenstand hei hoofd boden en overwonnen.... Ah, monsieur, inderdaad, de pompe funèbre werd ,afbesteld, de redevoeringen werden ver brand en de plotseling zwijgende kranten gaven, niet in de wetenschappelijke rubriek maar slechts onder het infame, vernede rende stadsnieuws" met een enkel regeltje kennis dat Halard in allen eenvoud, in tegenwoordigheid van slechts enkele ver wanten en vrienden was ter aarde besteld Comment ca ? Eh oui, comment <;a! Niemand zou hel ooit ervaren hebben, zoo ik zijn vertrouwde en toegewijde vriend niet ware geweest < De vreemdelingen, de kleinzielige ijveraars hadden hem van een dusdanigen zwendel beticht, en dit met hunne documenten z overtuigend bewezen, dat eene glorificatie van den dooden Halard onmogelijk was geworden. Natuurlijk, zij stonden als onver biddelijke wachters voor het heilige huisje der wetenschap, dat niet bevlekt moehi worden, ea om hunne rancune tegen den benijden, gevierden geleerde bot te vieren had hij hun zulk eene schoone gelegenheic geboden, dat zij geen piëteit voor zijne reusachtige verdiensten in hunne ver schrompelde zielen meer behoefden te veinzen, zonder zich toch als voortreffelijke lieden te kunnen handhaven. Maar wat was er dan toch gebeurd? Geduld, geduld, heb ik U dan nie gezegd, dat ik zijn vriend was? Aan mi de taak, om het duistere geheim van zijn val ah! een val na zijn dood! te ontsluieren en hem te rehabiliteeren. Het is mij gelukt, ik heb er een lang artikel over geschreven geen blad heef het willen plaatsen, zelfs de Matin niet! Daaarom vertel ik het U. Gij zij t homme de lettres. Wellicht maakt gij, met meer talent dan ik bezit, er eene smakelijke novelle van en bevordert gij zoodoende uw ot Bluntschli, die haar pose heeft doorzien en haar tenminste de rust geven kan van een abjecte, een neargetrapt a natuurlijkheid." Ziedaar de uitkomst van dit eigenaardig ,blijspel", waar menige eenvoudige, als om een operette, om heeft gelachen. Dt laagheid de»levens, aanvangende met den ellendigen knecht Nicola en eindigend met den Zwitser Bluntschli, die de ijdelheid van alle geestdrift en desgeiyks van alle gevoel heeft ingezien, ten bate van een jractischen levenskyk. En het schijnt ons waarlijk of hy gelijk leeft, als hij antwoordt op Berging' vraag, of Ie bereidwilligheid van Nicola, om zynver.oofde op te geven, nu eigenlijk heroïsme of aaghartiitheid beduidt. Laat 't zyn wat 't wil, heroïsme of laag hartigheid, om 't even; Nicola is ontegen zeggelijk de knapste kerel die ik in Bulgarije heb ontmoet Als hy Frausch en Duitsch spreekt, maak ik 'm op staande voet direc teur van n van m'n grootste hotels." Heroïsme of laaghartigheid, 't is om 't even, waar 't op aankomt is de nuchterheid, die met alle illusie heeft afgedaan, die bewust en gemakkelijk gaat, waar hij anders toch tegenstrevend wordt heen gedreven en het leven practisch weet in te richten. Men zon willen weten over hoeveel en hoe groote humbng Bernard Shaw zich bloedig heeft geërgerd, om tot dit voorloopig levenainzicht te komen. Dat, gelukkig voor ons en voor hem, zyn laatate niet is geweest. FKANS COENEN. De dooi m Isabelle de Limeiil. Uit Cathérine de Héiitis van EDITH TICHEL, Cathérine de Médicis, die, zelve van een weinig ontgonnen liefdeleven, uit aanleg of door buitengewonen intellectueelea arbeid , ook van de wellust onder de woedende hartstochten van dien feilen Renaissance-tij d het bestek, het bestel-en-bestunr in haar koel hoofd bezat, had in haren dienst en gebruikte als politiek middel een keur van jonge en zeer schoone vrouwen. Onder haar is Isabelle de Limenil. In den hengen, en steeds wisselenden stryd tusschen de bijna gely'k sterke partyen, en de leiders van die partyen heeft Cathérine tot op de laatate jaren van haar lang leven geheerscht door te kleien, altijd, de sterkste party, en tegen de personen het doeltreflendste middel. En tegenover de door bloedver wantschap met het regeerende Huis zeer invloedrijke familie der Bourbons is dat doeltreffende middel in het bijzonder geweest de verleiding door vrouwen, de schoone, aan zienlijke vrouwen van haar Hof, of zooals zy ze zelve noemde, haar Vliegend Pendel. Het bericht over Isabelle de Limeuil is van Brantöme. Maar ik behoud toch de be werking van Edith Sichel omdat, hoewel wij de hier weergegeven enkele, fraaie en vooral zeer levende, fransche woorden Brantörne danken, de omgeving by Sichel meer nog in overeenstemming ie. Het stukje ia zeer kort. Maar e, welk een verschiet. Die jonge vrouw wordt losgelaten op Condé. Condé'a ontembare behoefte aan breidelooa vermaak zon hem zonder eenigen twijfel op den duur toch stroomafwaarts hebben doen dry ven naar lager zedelijk peil, maar net zyn de Guiaes geweest die bepaalden wd£r hy aanspoelen zon. Isabelle de Limenil, de lachende Circe, die hem langer dan twee jaar met liefde draden hield omwonden, was een werktuig in de handen van den Kardinaal de Guise, en ook, de waarheid laat niet toe dit te ont kennen, yan Cathérine. Een der meeat woeste rydsters in het Vliegend Vendel van de Regentes had zy met zooveel woorden de opdracht ontvangen Condévan zijne Hugenootsch geminde echtgenoote te vervreemden en hem by de Katholieke party zich te doen aansluiten. Overigens was zy een tot werelsch vermaak zeer geneigde jonge vrouw en fort grande parleute... Jamais Ie bec ne lui cesia", zelfs niet op haar laatate ziekbed. Ook staat haar naam met roodste letter geschreven in het Boek van Liefde en Hartstocht, als van eene wier dood was: joyeuse et plaitante". Zij riep haar page Jnlien tot zich een liefelijk be speler van het gevoelige anareninstrnment en vroeg hem te spelen: La Défaite des Sai-ses, tot aan de woorden: Tont estperdu"... Speel die regel vier of vijf keer achtereen", zei i; letterkundigen naam, terwijl gij medeheipt, om de nagedachtenis van den nobelen Georges Edouard Halard van smet en blaam te zuiveren. Enfin, toen ik vernam dat zijn déshonneur aan het drijven zijner collega's te wijten was, ben ik in het observatorium gaan speuren. Hetgeen ik daar na moeizamen arbeid vaststelde, heb ik in verband ge bracht met zijne persoonlijkheid, zijn tem perament, zijne liefhebberij-studiën en zijne geheime overtuigingen. Ziehier mijne con clusies : Het jaargetijde was stormachtig, er kwamen van alle zijden berichten in van scheepsrampen en overstroomingen; de par lementen van Europa waren rumoerig, er dreigde oorlog; in de gerechtszalen werden ontstellende zedenprocessen afgewikkeld. Toen kwam het bericht, dat Spaansche landlieden een groote komeet hadden ont dekt. Begrijpt gij, welken indruk dit alles op het mystisch- romantisch gemoed van Halard moest maken? Hij vloog naar zijn observatorium, stelde zijn instrumen ten op. Hu maakte photographische op namen, bekeek zijn gevoelige platen met de fijnste loupes maar vond geen spoor van eene komeet. Uit Kiel kwamen radiotelegrammen, dat het wonder in Italië in Roemenië gezien was. Hij deed nieuwe waarnemingen, wond zich meer en meer op, trok zijn jas uit en boog zich opnieuw en opnieuw in uiterste opwinding over en onder zijne spiegels en lenzen, met steeds driftiger bewegingen, zoo Ja t zijn bretelknoopen eraf sprongen, maar de komeel verscheen hem niet. Had hij maar enkele dagen geduld gehad, de arme, dan had zi hem, haar vurigsten, hartstochtelijkster minnaar immers niet in den steek gelaten' Daar kwam een marconigram van Green wich in, dat men er de staartster in al haai pracht gedurende eenige oogenblikken had waargenomen. Stel u voor den toestand van Halard, die evenzeer astronome de coeur als astronome d'esprit was! Begrijp dan toch de uiterste spanning zijner ziel zoo droevig mogelijk". Dat deed hy en oen hy kwam aan Tout eet perdu, herhaalde zij de w woorden twee maal en zich met het ge zicht naar den muur keerende zeide zy; alles .s verloren met dezen toon." En zoo stierf zy. De moord op Henri de Gnise, De uren, voorafgegaan aan het oogenblik, waarop hij (H. de Gnise) tot haar ging, waren van voerteekenen vervuld geweest. Ja nog onder het avondeter, hadden hem, vlak op elkaar volgend, vijf waarschuwingen bereikt. Een vond hy er, toen hy zyn servet van tafel nam, op een papier dat daar ouder verstopt was. 'Hij schreef er on n'oaerait" op, en wierp het met een uitdrukking van minachting onder de tafe'. En toen zijn oom, de hertog d'Elboenf hem aanmaande toch voorzichtig te zyn, omdat de dag yan mor gen dreigde met gevaar voor zyn leven, lachte hy alleen. Hij kon zien", zeide hij, .jdat Elboeuf in zyn Almanak had gelezen, waat al de Almanakken van dat jaar stonden vol van zulke onheilspellingen." En nog een ander aandringend waarschuwend briefje ontving hy toen hij in de kamer reeds van zq'n maitresse" was. Als wy wilden letten op al die goede raadgevingen, was er geen einde aan" riep hy uit. En daarop ver kreukelde hy het, stopte het onder zyn kamieool en liet den dienaar heengaan met de woorden: Ga naar bed en laat ons slanen". En zoo, met ongedoofden moed liep hy in den dood. De Koning had zyn plannen voor zichtig beraamd. Dien avond moest Crillon zelf al de deuren van het Paleis sluiten en de wacht honden daarbuiten. Te middernacht nam de Koning zyn blaker op, en zich te rusten begevende zeide hy, dat hy wensehte om vier uren gewektte worden. Hy had gelaat gegeven dat de Baad vroeg vergaderen zou, en Marchant, de kapitein van de wacht zoa Guise als deze zich naar de vergadering begaf staande honden met de aanbieding van een rekening om hem zoodoende van zyn gevolg af te snijden. Alles geschiedde zooala de Koning wenschte. Om vier uur dien donkeren Decembermorgen, werd Z. M. uit den slaap gewekt door het kloppen op de deur. Eerat herinnerde hij zich niets. Wat ia dat", vroeg hy een dame van dienst. Sire", antwoordde z8, het is mon sieur de Halde, die zegt, dat net vier uur is." Dese woorden vaaeden de verwarde droomgedachten van Z. M. Myn echoenen, mijn hoed en myn blaker!" zeide hij tot Frolant, sijn kamerheer. Zyn vrouw was by hem hy zeide geen woord tot opheldering en liet haar verbaasd achter. Vór alles", fluisterde hy, laten wy geen leven maken, opdat myn moeder niet wakker wordt.'' Hy was bleek en verwilderd en hevig be wogen. Hij verliet zyn slaapvertrek en ging zyn eedgenooten niet minder dan vyf en veertig tegemoet, die hy in zyn particulier cabinet bracht. Zy spraken zoo luid, dat hij meer dan eens rilde. Voyons" mompelde hy, hoeveel dolken tel ik." Er waren er acht. Bij hield er zelf twee en verdeelde de andere. Er moesten nog uren verloopen voor de Baad ver gaderde. De vyf en veertig verspreidden zich nu met groote behoedzaamheid en onder diepe stilte, terwy'l een van hen, de Comte de Tennes by hem bleef om toe te zien, dat hy niet van gedachten veranderde. Maar dit was overbodige voorzichtigheid. Henri's enn Krachtigheid waa geen kenteeken van onzekerheid. Hy had gebiecht, ei een aalmoe zenier in zyn kamer ontboden om de wonde van zyn geweten te hechten, zoodra de misdaad zon zyn begaan. Ondertusschen be proefde hij zichzelf rast te geven door de gezangen van priesters die hy heimelijk, by het flikkerende licht van eea toorts ge leid had door donkere gangen naar zyn bidkamer, om van god het welslagen af te bidden in een hun onbekend onder nemen. Maar hy kon zyn onrustige gedachten niet meester worden, en hy hield niet op heen en weder te loopen, herhaaldelijk de deur openende om telkens opnieuw de wacht in structies te geven die trouwens haar rol kende. Voor alles", zeide hy, zorg dat ge niet gewond wordt. Dat wensch ik niet." En terwyl van haar door de onrust van het wachten gepy'nigden zoon boven de gedempte voetstappen klonken, lag Catharina voor eenmaal onwetend van al wat in het paleis gebeurde, op haar praalbed in een lager vertrek, stervende. De vrees van Henri was niet verwerkelijkt: het ongewone rumoer had haar niet gewekt. den verschrikkelijken strijd dien de objec tieve, nauwgezette geleerde en de subjec tieve, romantische mysticus in zijn herse nen volstreden! Zijn hoofd zwol pp, het bloed bonsde aau zijne slapen, hij rukte zijn boord af. scheurde zijn hemd open, om niet te stikken. Mijnheer, welke hartstocht doet het lichaam heviger schokken dan die, welke door een ijzeren wil in bedwang wordt gehouden !J Wordt niet de spankracht van den stoom verschrikkelijker, naarmate hij dichter wordt saamgeperst in een onverbreekbaren koperen ketel, zonder uitweg, zonder veiligheidsklep ? . Dan trilt en davert het van de hevigste levensenergie, maar de dwingende vuist van .den meester weet die oerkrachten te beheerschen, te leiden en om te zetten in werken, edel van volmaaktheid en duurzaam door hunnen adel. Welnu, tot zulk een trillenden, loeienden ketel werd de hooggewelfde schedel van den astronoom Georges Edouard Ha lard, zóbrandde en schudde het bloed in de ijle, brooze bloedvaten van zijn hersencomplex, toen hij, de sanguinistische eerzuchteling, de hoogdravende phantast, tien, vijftien depêches achter elkaar ontving, uit Kiel, uit Potsdam, uit Greenwich, uit Rome, ttit Buenos-Aires, uit Melbourne, van alle zijden der wereld, waar men verrukkelijke opnamen van de komeet had gemaakt! En hij, de wereldvermaarde astronoom op het wereldvermaarde Parijsche observatorium, hij, de eere-president, de tien-voudige redacteur, de twintigmaal gedecoreerde, hij, Georges Edouard Halard, hij hij had niets te melden! Hijgend en zweetend zwoegde hij tusschen zijne instru menten. Hij beloerde den avondhemel, den nachthemel, den morgenhemel, maakte photograpbische opnamen naar het Noorden, naar het Westen, naar het Oosten, naar het ZaidoD, maar de ongelukkige ontwaarde, constateerde niets! Reeds ontdekte hij met ontzetting, dat zijn duim en -wijsvinger een stift, een stuk gummi boven zijne gevoelige plaat hielden,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl