Historisch Archief 1877-1940
No. 1851 15 Dec. 12.
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
De suffragettes eenigen van haar?hebben
?en nieuwe clnb opgericht: n meer bjj de
ontelbare clubs in Londen. Het doel van
deze clnb maakt haar belangwekkend. De
leden alle militant*»" voorvechtsters der
kiegrechtbeweging willen toonen dat zij de
BOO vorig begeerde vote" waardig zijn; z
gaan dat bewijzen door, wat m. i. heteenige
bewijs daarvoor ia: door zich bexig te houden
met sociale vraagstnkken en te laten zien
wat zij vermogen. En allereerst hebben zij
ter hand genomen de zaak der «weated
women".
In een achterstraat van Piccadilly staat
het clubgebouw. De beschrijving dat het
sooveel op een kroegje geleek was zoo juist,
dat ik het huis toch eerst voorbq liep, het
voor een hensche tapperij aanziend. Maar
het was de clnb, en daarbinnen was het
gezellig: een lobby met veel prettige zitjes,
veel ernstige lectuur en hier en daar groene
planten. Ken trap af, onder den grond, ligt
de vergadenaal, door handige keUners na de
vergadering in weinige minuten omgetooveid
in een cozy tearoon".
Daar hebben wij de pannen en potjes
genen, gemaakt door de bollow ware
workera", wier loonen zoo bitter slecht zj]n.
Later, na mijn tocht door East Londen, zal
ik over deze vrouwen en haar arbeid wel
meer kunnen vertellen, als ik zelf gezien
heb... Het is de ellende der hnisindnstrie
die w!) kennen van de tentoonstelling in
Amsterdam... 'althans kunnen kennen I
Ellende, hier misschien iets meer schrijnend
door de schreeuwende contrasten met de
weelde in West Londen; maar in verhouding
b|j ons even erg. Zonden ook bjj ons de
meerbevooirechten onder de voor haar
rechten strijdende vrouwen, wanneer z
slechts rondkeken, niet menig l errein vinden
waar heel wat arbeid te doen is, heel wat
wantoestanden «ijn te verbeteren? Geen liefda
digheid, maar wat deze Londeneche vrouwen
willen: de arbeidster haar ellende doen
inzien, haar bij de eerste stappen steunen,
leiden, en dan haar leeren zélf loopen, zich
helpen, door organisatie en gemeenschappelijk
streven l
Is het niet een goed voorbeeld dat deze
kleine Londensche club geeft? This is what
we want the vote for," zelds de presidente.
Dit werk doende komen we van zelf tot het
récht het te dcèa!
Mr. FLOBBNCB YZBNHOBD GBBVBLINK,
Tram-galanterie.
In Elegante Welt" klaagt een Dnitsche
professor s vrouw over de toenemende
vooriiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiimiiii
UIT DB NATUUR.
DVI. Tangenbach.
U herinnert zich, hoop ik, nog wat ik
vertelde van het beerlek panorama, waarmee
het Teutoburgerwond de toeristen beloont,
die de moeite doen den ongemakkely'ksten
weg naar de Externstenn te kiezen, in plaats
van per auto er heen te suizen of op slof jes
den grintweg te bewandelen.
Daar zijn wij blijven steken, letterlijk en
figuurlijk; het was inderdaad te mooi om
verder te gaan, daar boven bij het wild-hek.
Over het boomrijk dal heer, waarin ergens
die vervelende Externsteine moesten liggen,
zag je een mooi ketengebergte met zijn toppen,
als tooneelcoulissen achter elkaar steeds
waziger en blauwer wegdeinen, en samen
vloeien met den blanwgrijzen hemel. En heel
aan het eind daarvan een gebogen lijn in de
lucht als de indruk van een vochtigen vinger
op grijs papier; dat is de hooge Volmerstod,
waar het zuidwaarts gerichte Eggegebergte be
gint. Zoo lang bleven wij daarboven op den top
van den Sternberg het landschap met de
kaart in de hand hestndeeren, dat het te laat
werd om nog de Externsteine te doen" ; als
wütenminste voor donker weer in ons pension
wilden zijn.
Wonderbar hübsch, nicht waar, die Extern
steine?" was het eerste dat wühoorden van
onze goede hospita, zoodra wüaan tafel
zaten. En toen wij moesten bekennen, ze
heelemaal niet bereikt te hebben die be
roemde rotsen, nog niet op een tocht van
's morgens zeven tot 's avonds half negen,
en het was maar even een uur gaans, toen
keek de oude dame echt kwaad. Wat hadden
wij dan al wel geiten, dat wij iets zoo merk
waardigs versmaadden. Jederman geht doch
einmal dahin, das mnaz man ja gesehen haben,
wenn man berhaupt sagen darf im Tent
oburger wald ge weeën zn sein."
En zoo werden wij op straffe vaa ongenade
of althans van minder vriendelijke bejege
ning, feitelijk gedwongen, toch die vervelende
reis te doen die ieder doet, en waarvan vier
en twintig verschillende Ansichten in het
hotel te koop lagen; en wel dadelijk den
volgenden dag. Maar we zouden ons wreken
en er een tocht aan verbinden naar den
Tangenbach, een uur verder naar het zuid
oosten. Die Tangenbach stond toch op het
program, want het is een klassieke vindplaats
van fossielen uit de Jura periode, en wel
uit den laatsten tijd van de Bruine
Jnraof Doggerzee. Daar stelden wij ons heel wat
komendheid van de tramcondnctenrs bühet
in- en uitstappen. De verontwaardigde dame
geeft aan haar ergernis als volgt lucht:
Hebt n wel eens bemerkt, hoe de conduc
teur der electrische tram met dames pleegt
om te gaan ? Da wagen staat stil. Een dame
stapt in, doch nauwelijks staat ze op het plat
form of ze voelt reeds de ruwe hand van
den conducteur in haar rng en wordt lang
zaam maar zeker naar binnen geschoven.
Bq het uitstappen wordt deie manipulatie
op dergelijke wijze herhaald.
Het mag waar zijn, dat de heeren
tramconducteurs deze handtastelijke ondersteuning
beoefenen met het oogmerk den dames galant
te zün. Maar wij zien toch liever van dese
galanterie af, waaneer ze met zulke weinig
teedere aanrakingen verbonden is".
Doch", fulmineert zij iets verder, een
deel der schuld, dat deze gewoonte inwor
telde, valt terug op de heeren, die hun dame
büde tramrit vergezellen, doch het niet
noodlg achten den conducteur op de over
bodigheid van dergelijke handbewegingen te
wijzen. Wanneer in Londen of Parus een
tramcondnctenr op deie wüze den dame s van
zijne galanterie zou willen getuigen, kau hu
er verzekerd van zijn, dat de mannelijke
metgezel hem oogenblikkeljjk op het onbe
hoorlijke zijner handelwijze zou opmerkzaam
maken".
De Fran Profeasorin" vergeet, dat de meeste
zetjes", die een conducteur den dames-passa
giers toedeelt.uit pure hulp vaardigheid gegeven
worden en dat een standjes-makende echt
genoot veel kans heeft, door te veel impor
tantie te geven aan een goedbedoelde en
onschuldige daad, zichzelf belachelijk te
maken, een eerbaren conducteur te grieven
en zijn vrouw het middelpunt te doen worden
van een trammzie. Dit ter verdediging van
den man", die geen Paryzenaar is.
M. C.
De lunst oi esüToile pi te dragen.
Voor het straattoilet van een elegante
dame is de voile van evenveel belang als de
hoed en in dezelfde mate is sjj aan de
grilligheden der mode onderworpen. Ieder jaar
heeft natuurlijk zijn eigen verrassingen, doch
sedert het voorjaar van 1911 staat de voile
in het teeken der kant-dessins. Fond zoowel
als patroon Bij n nu nog veel fijner geworden.
Dikwijls is het dessin van de kant in den vorm
van een fijn geborduurde strook aangebracht,
een bijzonder aluwe mode, die de oogen vrjj
laat onder tnlle craqnelé", terwijl het bor
duursel den alles-bedekkenden mantel der
liefde spreidt over kleine
schoonheidsgebreken aan neus en mond. Doch het meest
aantrekkelijke voor modepopjes is de hooge
prijs van de voile.
Maar met het betalen van drie, zes of
twaalf gulden voor een voile, is de zaak nog
iiiiliHiiiiimiiimniiiiiiiifiiiiiHmiiiiiMiiMMiiMiiiiiiMiiiimiiiiiiMiiiiMi
meer van voor dan van die Externsteine,
waarmee we tot nu toe voortdurend lastig
gevallen waren.
Zoo trokken wüer met ons beiden op uit,
gewapend met een Rncksack, waarin onze
twee diners", geborgen waren en een aantal
doosjes met watten om straks de kostbaar
heden uit de Tangenbach te omsluiten.
In looppas haast, holden wüop de
Externeteine af, sloten met geweld de oogen voor
alles wat ons zijwaartsaf wilde lokken; ja
we sleurden ons langs de plek waar onze
beste geologische kaart Jura1* aangaf, bukten
maar eenmaal om een bonk van het voor
wereldlijk koraalrif op te rapen en onder het
loopen door in den zak te stoppen.
Opzettelijk vermeden wüde prachtige
uitky'k van den vorigen dag en namen den
weg onderlangs door Holzhaasen, het einde
loos slingerdorp. B.nnen het uur stonden
wüop het kerkhof waar de allee begint die
recta linea naar de verwenschte
Externsteine voert. En hier begon al weer de op
tocht van brullende en gierende auto'», van
poefende mot01 fietsen en rammelende
tentwagens,
Ia arren moede staken we den weg over
en namen het boschpad, evenwijdig aan den
weg, OM tenminste het stof en den benzine
damp te ontwükeo.
Dat boach een paar meter lager gelegen
dan de harde weg, was de moeite van het
bewandelen waard; een dicht bosch van hooge
eiken, de vochtige bodem vol gras en bloe
men, ea daarin troepen varkens en koeien
met hun respectieve hoeders en hoedsters;
werkelijk mooi. Op de diepste plekken siept
de schoen in het vocht en daar verdwijnt
het gras voor een ongewoon kleed van twee
plantensoorten die ona de Externsteinen
en de auto's totaal deden vergeten; de
Basch-naardenstaart en de Stippel varen, ze
groeiden er beide met een ongekende weelde;
aoo stigf als de gewone paardeataart, zoo
sierlijk ia da Eqnisetnm eylvestre, de fijne
groene krana-takken hangen alle in wijde
bochten neer als de baleinen van vier of
vu' parasols boven elkaar. De groote trechter
vormig uitgespreide stippelvaren, Aspidium
oreopteris die veel op de gewone mannetjes
varen lukt maar een artistieke verfijning
er van is, vormde er letterlijk bosschages. Ik
ken maar twee groeipiaataen er van in
ons land n bij Apeldoorn aan den ouden
weg naar Deventer, en een büNimmerdor
tneigchen Oud-Laasden en de Hertenkop,
samen in hoogstens tien exemplaren.
Het was te verleidelijk, ozu er niet althans
eentja van uit te steken en mee te nemen
Gezicht op de Exteinsteine. (Zandsteenrct-en uit het krjjt-tijdpeik).
niet afgeloopen. Slechti gracielüke handen,
handen die kunnen liefkozen licht als een
adem, zijn in staat zich met den fragilen sluier
te kleeden. De mooiste voile mist haar doel,
als züin onvrouwelijke handen komt, die
haai nonchalant over het gezicht doen
flabberen. Er is maar een manier om de
voile goed te dragen, namelijk vlak over het
gelaat gespannen. Dan wordt de voile een
fijne koketterie, die, wanneer da per sik
bloesem der iweet seventeen" van haar
wangen verbloeid is, een vrouw voordeelig
kleedt. M. C.
Waarschuwing.
Geen grond is dor" zegt Bilderdijk, waar
Poëzie haar schreden zet". Deze machtspreuk
wordt, dunkt me, bevestigd, door het ge
schilderde waarschuwingsbord, dat is opge
hangen aan het hek eener kleine villa in 't
Gooi, en waarvan het opschiift als volgt luidt:
.Ou dieven, dit zün gezegd:
Ons hondje, dat heet Nero...
HU beet er laatst een In a'n been:
Wat deed hem dat een zeer, O!
En sedert wil hij steeds, ala 't kon,
Dineeren & la pantalon l
Of de dieven erg geschrokken zijn van deze
dichterlijke hulde aan den trouwen Nero, is
müniet gebleken.
*.*
ffuwelijktkansen.
Men doet ons de verrassende mededeeling,
dat in Frankrijk de mooie vrouwen tegen
woordig niet zooveel kans hebben op een
goed huwelijk als vroeger. Meisjes, die
niemand voor beanfés ho«dt, zijn oneindig
meer in trek. De Franschman getft meer om
elegance en gratie dan om een mooi ge
zichtje, en wie sjiek is, en in een gezelschap
de aandacht op zich weet te vestigen door
onderhondendheid an geest, ia zeker van de
overwinning ook al mist ze (volgens haar
kennissen) uiterlijke bekoorlijkheid. Ik wist
niet, dat de Fransche mannen zoo verstandig
waren, maar 't doet me in elk geval ge
noegen I
* *
#
ommitsareste.
In hetstadjeDesMoinesin Iowa( Vereenigde
Staten) wordt sedert een paar j aren het ambt
van politiecommissaris vervuld door een
vronw, mejuffrouw May Mankinn. Zy gaf reeds
herhaaldelijk blijken, dat zübüuitstek be
rekend is voor de vervulling harer moeilijke
taak. Men houdt haar voor een detective van
buitengewone scherpzinnigheid.
* *
*
Op 't water.
De haven van Kaapstad bezit een merk
waardige noviteit in haar B oscoopschip", dat
een groote attractie vormt voor de zeelieden
voor myn levende varencollectie, die in mijn
vochtig stadstuintje zoo goed gedijt. Na deie
zonde tegen het vaste besluit van ons door
niets te laten ophouden, zochten wy den
auto-weg terug, en binnen tien minuten
stonden wüvlak voor de Externsteine.
Lazer, zoo ge ooit in het Teutobnrgerwond
gaat toeren, verzuim dan vooral niet op een
mooien middag de Externsteine te beioeken
en ge zult evenals wüversteld staan van de
heriie van koetsiers, chauffeurs, kelners van
de chique hotels, van de menigte
Hollandsche dames die hier wandelen, en mis
schien ook van de rotsen, zoo ge althans
nooit eerder steile, grillige rotsmuren hebt
gezien. Feitelijk ligt het interressante van deze
rotsengroep hierin, dat het een unicum is in
deze streek, waar de bergen alle zoo goed
als geheel begroeid syn met bosch of
cnltnurgewaasen. Ze lijken zoo hoog, ofschoon ze
geen vijfiig meter halen, doordat ze zonder
overgang steil uit de vlakte opryzen als de
resten van reuaachtige kasteelmnren. Er naast
ligt ean park en een groote mooie vu ver,
ontstaan door een stuw van het riviertje,
dat wellicht eens ala veel machtiger
bergstroom boven op het plateau liep, en dat de
kracht en den tijd heeft gehad om al het zachte
gesteente af te knagen en naar beneden te
voeren; de Externsteine, van eenigszins
harderen zandsteen uit den oudsten kryttyd,
bleven staan en spiegelen nu in het stille
water, met zijn mooie randboomen, rietzoomen
en zwanen, die samen aan het Haagache
Bosch doen denken.
Wilt ga een idee krygen van het wezen
dezer zoo braak verschijnende rotsen, loop
dan honderd meter den weg terug die ge
gekomen zij t, breek dwars door het hout
misschien is er ook wel een paadje en
klim daar achter de Externsteine omhoog
tot ge aan groote steengroeven komt. Daar
ziet ge nog veel meer Externsteine, byna
even hoog en nog aaneengesloten tot hoog
zandsteenplatean, maar zoo moeten de druk
bezochte Externsteine er uitgezien hebbeu
vór de erosie ze afzonderde van de rest van
de hoogvlakte en ze geïsoleerd in het dal
kwamen te staan.,
Wügingen door de nauwe poort
tusvan alle natiën. Het is tot nog toe het eenige
drijvende theater van de wereld, en wie er
van genoten hebben, verklaren, dat 't voor
treffelijk is.
** *
Lang.
De Chineezen doen alles in 't groot, en
de beroemde Chineesche novellist
Kiong-teBakin bleek dezer dagen de langademigate
schryver van de wereld te zijn, want hu gaf
een novelle uit van drie millioen woorden.
Rekent men een gewone romanpagina op
vierhonderd woorden, dan zou dos dit verhaal
in Enropeeach gewaad zeven duizend vijf
honderd pagina's in beslag; nemen, en op
goed papier in deelen van 300 pagina's gedrukt
vyf en twintig flinke deelen vullen. Deze
hemelrükeche romanticus laat dna zelfa den
langdradigaten aller Enropeesche schrijvers,
Engène Sue, wiens tiendeelige romans alom
berucht zyn, in een ver verschiet Een
Paryzenaar, die den moed beweerde te hebben
het Chineesche meesterstuk in het Fransch
te vertalen, kon voor dezen literairen
Bandwurm" geen uitgever vinden.
* **
Knutselwerk.
Ik zie volstrekt niet neer op knutselwerk,
als 't resultaat maar mooi en bizonder is.
Ik heb eens een tafelkleedje gezien, dat ge
heel gewerkt was van baarsschubben op een
ondergrond van pauwblauw satijn.
Debaareechubben waren eerst in een chemische
oplossing gezuiverd, zoodat ze volkomen
vetyry waren, en glansden als
miniatuurschildjes van blauw staal. Toen waren ze
een voor een (en men weet hoe buitenge
woon klein da baarsschubben zün)als kraaltjes
geregen aan een fijnen sy'den draad en ver
volgens in sierlijke, hoog opgewerkte orna
menten op het satijnen fond gelegd. Het
resultaat waa gedistingeerd en fraai en bizon
der, en door het vreemde knutselwerk was
een artistiek resultaat bereikt, dat geheel
op zichzelf stond.
*
Mozaïek.
Ik twy'fel ar niet aan, of dit zal ook wel
't geval zijn met de tafel, die dezer dagen
een hontkooper te Helsingförs voor zich liet
vervaardigen, en die samengesteld is uit
kleine stukjes van nagenoeg alle fy'ne hout
soorten welke er bestaan. Het waren niet min
der dan 9200 blokjes, waaruit dit meesterstuk
van schrijnwerkerskunst weid opgebouwd.
Van de verschillende houtfragmentjes werd
in het blad een fraai mozaïek gemaakt.
* *
Wildernis.
Reusachtig zijn de terreinen, waar de
groote kinematograaf-maat schappij en hun
films vervaardigen. Daar moet gelegenkeid
zijn voor wilde rennen en jachten, te voet
en te paard, daar moet men alles büde
hand hebben, bosschen, bergen en rivieren.
Misschien wordt het record op dit gebied
mi' imHiiMiMnmmiiiiiMiiimMniimHimiimitMinimiiiiiiiiiHitiiiM
schen de steenrotsen, waar ook de electrische
tram doorgaat, en hadden gauw het paadje
gevonden, dat ons naar de beroemde Tangen
bach zon voeren.
We zochten de beek af, die zoo goed als
droog, was tot dicht büden straatweg naar
Horn, maar vonden niet?. Een man met een
pijp in den mond, een pet op, klaarblijkelijk
een bewoner van de streek, zag ona ploeterev,
ateenen k eer en en kloppen. Suchen Sie
Verateinernngen ?" Jawoh!," riep ik ver
heugd, Gibts noch welche?" Gewia?, aber
nicht hier, aind wohl alle seit Jahren
aasgehoben."
Dat leek ons een fijne spotternij. Nicht
hier I" Ja ergens andera, dat spreekt; maar
wat hadden wüdaar aan, wüwaren nu
eenmaal hier gekomen op de plek waar
boeken en kaarten ze ons hadden beloofd.
Gelukkig meende de man het goed. Büdat
witte huis, daar ia nog kan*, maar de goede
zijn al lang weg!" zei hy.
Wünaar het witte huis, een half uur
hooger op. Daar was de droge beek geen meter
breed, en de wanden steile hoog. Op een
plek waar half vergane schifierige leisteen de
beddingmunr zwart kleurde, zaten een paar
jongens met de vinsera in de aarde te grabbelen'
Versteeningen?" vroegen wü. Keen, niets
bijzonders meer, er zyn van de week wel
honderd studenten met de profesaoren ge
weest. Alles is weg."
Maar we zagen toch dat n van hen juist
iets in zyn zak stopte. We mochten kyken;
het was een brokstuk j e van een belemniet, net
een afgebroken stak van een zwarte gapunte
griffel. De jongens wisten heai goed wat het
beteekende en wat het waard was. Zoo het
heette zochten ze voor ban Lehrer.
Nu we precies wisten, hoe de
fossielerhondende steenlaag er uit zag, begonnen w
ook te graven en te kloppen; en met geduld
en vlijt, niet achtende de modderige klei
die onze handen, voeten en kleeren kleurde
en smenrde, brachten wüuit die onuitput
telijke Tangenbeek, die al vyf tig jaar ge
ëxploiteerd wordt door ieder die in de buurt
jura-fossielen komt zoeken, toch nog ean
twintigtal fragmenten van voorwereldlijke
dieren te voorschijn.
Waterloop.
(PwV).
Panamakacaal.
flIllltllllllllllMMtllllllltlllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
bereikt door een Amerikaanscbe maatschapp
die er in Californië een reusachtig park op
nahoudt voor grof wild, waar de olifanten,
tijgers en leeuwen (door de maatschappij
geïmporteerd) in hun natnurstaat leven.
De films die hier gemaakt worden, geven
een beter ky'k op het leven van den koning
der wildernis dan 100 boeken.
*.*
Sport.
Een optimistisch mensch tracht altijd
bonne mine & manvaia jen" te maken, ea
ten slotte is dit wellicht ook de wijste partj).
De winkelruit van zeker Londensch koopman
in Bandstreet ia wat de Engelschen ill-faled"
noemen. Ze werd in den tijd van ongeveer
n j «ar driemaal vernield, en wel nmaal door
de suffragettes en tweemaal door inbrekers.
Da winkelier, die een bekende figuur is in
sportkringen en een uitmuntend veetballer,
zette na 't laatste onheil een annonce in de
courant, waarin hu schreef: Onze winkelruit
is thans weder gebroken. De stand van het
spel is nu Inbrekers 2, Suffragettes 1. De
Inbrekers hebben dus de leiding met n pnnt.
Natuarlyk is dit een goede reclame voor
den man, want heel Londen spreekt over
de grap.
* * *
Hondje».
Sarah Bernhardt is zoo pris van mooie
hondjes, dat ze nimmer op reis kan gaan
zonder n harer lie relingen büzich te
hebban. Er staan haar echter velerlei bezwa
ren in den we?, om in Engeland een hond
mede te brengen. Da groote actrice komt
dus bühaar jaarly'kseh bezoek aan Londen
zondei hondje, maar schaft er zich in de
wereldstad dadelijk n aan, dat ze steeds
by haar vertrek mee naar Parus neemt, waar
ze thans reeds een uitgezochte Engelgche
hoadenkolonie heeft.
ALLKGBA.
Daaronder iy"n een paar brokstukken van
den stekel van de reuzen-inktvisch:
Belemoites gigantens, zoo dik als een bezemiteel.
Wat moet dat een kanjer geweest zijn l Ook
een paar stukkeu van Ammonieten, vol
doende gaaf, om de soort te determineeren
als Parkingonla; dan nog wat Brachopoden
en Mossekchelpeo. (Zie afbeelding twee.)
Wüwaren tevreden en wandelden omhoog
over prachtig bloeiende heidevelden. Ean
berg had vanuit de verte gezien den vorm van
een halven bol en was n lila heidebouquet.
Dan weer dalen door boach en berg over
steenachtige paden en mulle boschwegen
naar de Silbermühle, ook al een plek waar
je geweest moet zyn. Dit bleek een
boschbaekje rmet moerassige ruk begroeide oevers
te zijn; daaraan een boerenhuis met een
watermolen en een uitspanning, waar acht
Hollandsche dames zaten thee te drinken.
Het was er werkelijk mooi, byna zoo mooi
als aan de Renknmsche beek.
Tot besluit bastegen wüde bergen achter
de Silbermühle en stapten door tot w
het hoogste pnnt, den Volmerstod, had
den bereikt. Daar op den kam, met.heide
en brem begroeid, woei het geweldig, de
boomen stonden er door den wind zoo
krom en scheef als in onze duinen.
Groote rotsblokken waren dooreengesmeten
tnsichen dood uitgebleekt hout. In de diepte
onder ons, het dorp Leopoldtal, ook al een
gezocht ontspanningsoord, stil en landelijk,
vlak tegenover een mooie boschhelling.
Op den terugweg passeerden wij de Extern
steine, tegen schemerdonker. De
dagjesmenschen waren weg, het was er nu plechtig stil,
alleen de gasten van de hotels zaten onder
de veranda te theeën, een paar jonge meisjes
in witte gebreide blouse waren de eenige op
de boschweg. Goeien avond" zeiden wy in het
voorbijgaan, Goeien avond' was h et antwoord.
Kennissen uit Amsterdam, natuurlijk l
Meer dan een uur na het avondeten kwamen
wüthuis; maar toen onse kost vrouw hoorde
dat we de Extern steine hadden bezocht,
bediende ze zonder eenig morren of verwijt.
E. HfilMAKB.
J ara-fossielen uit den Tangenbach.