De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 22 december pagina 3

22 december 1912 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

f" r No. 1852 22 Dee. '12. DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. historicus gebleken. Hjj beeft eerat naar eene hervorming der Kerk verlangd, toen ervoor gestreden, en slet on op dezen stryd terug ala op eene voor goed vervlogen periode. Zoo heeft hy dan ook de innerlijke dry f veeren, het enthousiasme, en 't wezen van 't mo dernisme kunnen weergeven als geen ander., L. H. GRONDIJS. IinetiUe-fiooftsM, Amsterdamtch a-Capella koor. De uitvoeringen voleen elkaar op in trage, eindeloose verveling. Welk een verechil met 't vorig j aar l Wy schenen toen in den schoonen brand te staan, van de zon die onderging in Weeoen, den dood van Mahler, en de ont roering om dit overlijden is de vage, smar telijke voorbereiding geweest van het mysteriense enthousiasme, dat het muziekleven een tydlang doortrilde. Nu voelt men zich wat kil; die Psyche vluchtte weer en liet ons eenzaam, met een vrachtelooze liefde. Deze opmerking wordt niet met voorbe dachten rade gemaakt naar aanleiding van het eerste concert dat Averkamp dezen herfat gaf, hoewel ik niet verbergen kan, dat er van een zoo eminente persoonlijkheid meer in vloed moest uitstralen op dezen tak van mnsiek-beoefening. Waarom installeert hy zijne uitvoeringen in de Ronde Lu t her sofa e Kerk, dezen onmuiikalen kelder? Waarom laat hjj ons niet de gelegenheid om de on geëvenaarde kunst der middeneeawers nog eenmaal te eeren met ons enthousiasme? Want wél gloeit in Paleatrina's mis Lauda Sion" de zomerhitte van deze onvergeiykelyk bezielde, opgetogen melodie, waarmee men in 't zuiden de velden en groene bosschen doortcbalt. Geluk ik de totale verirereldlyklng dier kunst beter vind dan de halve kerkelykheid, gelijk ik weosch dat Averkamp zijne concerten vermenigvuldigt, zoo dunkt het mjj voor de juiste waardeering van de antieke knust der tijdgenoot en van da Yinci, Raphael, en del Sar t o gunstiger haar af te zonderen tot baar luisterrijke eeuw, haar geest niet te mengen en te storen met het timbre der volgende zwakkere periode. Reeds meermalen be schreef ik deze twee tijdperken en hun onderscheid, dat voornamelijk berust op het veelvoud der payches, het gelijktijdig uit zingen eener menigte individualiteiten en passies by de Renaissancisten, de beperking tot de eenheid en bet stille Ie'en bij den achttiende-eenwer. Wanneer stelt Averkamp eens een programma samen uit madrigalen van Marenzio, Gesnaldo di Venoea, en stuk ken die hy zelf uit Italiaacsche archieven zal samenlezen (en uitgeven!)? Daar schuilt meer ziel, meer modernen klank (enkele zyn gedrukt) en meer historisch belang dan in de eerbiedwaardige maar onderwetsche, genoeg bekende en al te weinig yarieerende motetten en cantaten van Bach. Averkamp kan aldus ijjn hoorders en de muziekge schiedenis kostbare diensten betuigen. Requiem van Verdi. Het Romaansche verdwijnt hoe langer hoe meer uit onze concertzalen. De Duitscher, schuilend achter Wegeer, dien hij niet be greep en verkeerd uitlegde, bekampte en verdreef alle Lity'nsehe schoonheid, passie, bekoorlijkheid, phantasie, zon, plastiek, meditatie, welke vervangen werden door het phlegma der brute kracht das Maximum der Barbaren" en eerst de symphonie over rompelde, toen de opera, alles vandaliseerend, melodie, kleur, enthousiasme, alles vergranwend, uit naam van Wagner, wien men ten slotte (het is te paradoxaal!) den verstarrenden en almachtigen invloed van Brahms zon willen toerekenen. Onze ooren zyn moe vaniReger, Bichard Stransf, Scriabine, Schönberg, Brahms, Schumann, en anderen, die dezelfde aesthetiek vertegenwoordigen, hoewel in verschillende lijn werkend, een onaf aienbaren kommer van logge ptyches en logge kunst, meesters zonder twyfel in de techniek hunner muziek doch jammerlijke dilettanten in kennis en uit beelding van het schoone. En zoo kon het Requiem van Verdi, dezen dilettant, verge leken met bovengenoemden, in den Tonsatz", maar meester in weergave van de schoon heid, een geluk worden en een opflakkering van oude vreugde. Men kan de hoofdstemming van Verdi's Requiem vereenzelvigen met de Gregoriaai sche Ijjkmis en in de muziek de opvatting terugvinden: .In tiefer, heiterer Ruue will ich den Augenblick erwarten, der mich ruft. Ich will sterben wie ein jonger Dichter," (Novalis) het is muziek sentant la mort et les roses" (Barre?) het zwaard is hier tot bedélenden tooverstaf geworden en de asch der aardsche rozen de grond der hemeleche. Verdi was romanticus en schreef zijn Dies irae en den Tuba mirnm spargens sonnm als een woesten roep, de eenige trouwens, die weerklinkt in dit werk, waar de dood melodisch zingt, stil en mild is, geheimzinnig, zacht en verlokkend als de nacht. Hoe kan men dit werk theatraal noemen l Is de muziek dan gevonnist in deze gryze eeuw om hard, kond en apaiisch te gebaren, wil zij geprezen worden? Verdi vond voor den Libera animas eene slanke, klare en diepe melodie; zal dit den componist eer verweten worden dan een Angelico, die op zy'n Laatste Oordeelen (dit beteekent een Requiem immers in de mnsiek) de blijdschap meer uitbeeldt dan de schrik, de rijen der zaligen liever schildert dan eene verdoemenis? Alle Menschen werden Gott sehen" was de meening van Mahler. En waarom zon het Sibylly nsche Liber scriptus proferetnr niet liefelijk mogen klinken voor wie geloof, hoop en liefde nog niet gestorven zijn? Er bestaan in de muzieklitteratour slechts weinige werken van zoo simpele factuur en maesterschap als Verdi's Requiem, een voudiger en concreter op vele plaatsen dan Mozart. Men treft er geen miniatuur aan, nergens een vermoeden van polyphonie, nergens eene instrumentatie in modernen zin: het zoeken van coloriet. Niettemin ontbreken deze kunst noch de perspectieven der emotie noch het symbool der ziel. Dit is het geheim der Italiaansche cantilene, hare tallooze, verrassende wentelingen en honderd voudige mogelijkheden van expressie; het geheim van zyn genie, die verborgen veelheid van detail-werk. Hoe luguber klinken de holle octaven van alt en sopraan in den Agnns Dei I boe schamel en innig de qnint-paralellen van Oro snpplexl Welk een wonderlijke inval om dat troogtvolle, droevige violen-trekje (de keeriyde van een Wagneriaansch motief; of Wagner ook Italiaansche elementen had 1) uit bet begin van den Rtquiem by '6 slot van den Libera te doen herhalen door de sopraansoliste l En deze techniek is toereikend voor alle momenten van het doodendrama, voor de hymne Te decet, voor exclamaties van Hostias et preces (hoe is hier de zuidelijke Hraatroep vergoddelijkt 1) voor dennitzinnigen, heiligen hartstocht van Salva me fons pietatis, waar hy de intensiteit en wildheid van Mahlers smeekbeden evenaart of aanvoelt! en de even opechemerende pastorale Inter ores locum praesta: deze Italiaan was geniaal! Maar' waardeert men deze naïeve melodieën, deze naieve en sublieme middenetuwsche visies een kramer, die voor God zgne offers en gebeden (hostias et preces) uitgalmt zulke mystiek en levensftroote allegorie? Willem Mengelberg heeft het Requiem gedirigeerd met byionderen gloed en toe genegenheid, wat by zyn Latynech tempera ment niet behoeft te verwonderen. Hy kan verzinken in eene melodie, gelijk dat geen zijner execntanten vermag, martiale passages doorsidderen en schokken en alle affecten opveeren tot hun opperste waarde en uit drukking. Zijn koor (Toonkunst) was in de beste condities, afgezien van eenige schnchterheden der alten. Van zyne solisten muntte in de eerste plaats uit Gerard Zalsman door gevoelige artis ticiteit. Hy hief den Libera animas aan zonder accent en byna neuriënd, een buitengewone gedachte. Zalsman was ook zeer goed by stem. mevr. de Haan Manifarges zong als mezzo sopraan de lage gedeelten harer party schitterend, de hooge moeilijk en minder sonoor. Men had deze party dubbel moeten bezetten. Ik kan mevr. Noordewier roemen, terwyl tenor, dr. M. Bomer, meermalen de zuiverheid van het soloquarteit in gevaar bracht. Hy bedoelt het goed maar zyn stem weigert, wat in Dnitschland veelvuldig voor komt; ze is schraal en hard, in het kopregister zelfs wezenloos. Tot applandisseeren scheen men op deze uitvoering niet gezind. De Hollander houdt van stemming" en ver staat daaronder alles wat van opgetogenheid afwijkt. De minnaars van het enthousiasme konden zich ergeren aan een onbeschaamde stemmingsvolle" stilzwifgecdheid, tot ca den lyrisch mijmerenden, processioneelen Agnus Dei, waar de klank, gedurig breeder golft naar het licht, een bewonderaar losbrak en door enkele onstuimigen nagevolgd.... ge smoord werd in gesis. MATTHIJS VERMEULEN. Bencuten. EEN KOSTBAAR CLICHÉ. Tot de meest zeld zame postzegels behooren die van Mauritius van 1847 ter waarde van l penny (rood) en 2 pence (blauw), waarvan slechts 24 stuks bekend zyn, welke alle in handen van verzame laars zy'p. Komt er eens een exemplaar van aan de markt, dan wordt daarvoor een hooge pry's betaald. Zoo betaalde de koning van Enge land in 1904 voor een ongestemoeld ex. van de blauwe Manritinszegel byna 18000 gulden, terwijl een jaar vroeger een ex. van de roode en de blauwe zegel, welke zich nog op den briefomslag bevonden, in Frankrijk met 32000 gulden betaald werden. Het cliché, dat voor de vervaardiging van deze zeldzame zegels gadiend heeft, is tbanf, tot groote verwondering van alle ver zamelaars, in Engeland teruggevonden. Blijk baar is het door een der hoogere ambtenaren als aandenken aan de eerste postzegel van het eiland Mauritius bewaard. Na zyn dood kwam het clichéin het bezit van zijn zoon, die het lange jaren bewaarde, maar het na aan een Londensche postzegelhandelaar heeft verkocht. Deze heeft het weer over gedaan aan een Engelsch verzamelaar, zoodat het weer in privébezit is. Men wil trachten het clichévoor het Britsch Museum aan te koapen waardoor dan het gevaar voor de verzamelaars, dat nog eens een herdruk der zegels het licht zou zien, geweken ware. Moni Tan TfitaMtei, Groot Nederland, Dec. 1912. A. Roland Holst, Verzen. Louis Couperus, Herakles (TI). Herman C. J. Boelvink, Frenleken (Komedie in drie bedrijven). Louis Carbin, Een wrang verhaaltje. Frans Coer.en, Dramatische kunst. Hendrik van der Wal en Edmond van Off el, Literatuur (Boekbe sprekingen. Ome Kunst, No. 12: Dr. C. Hofstede de Groot. Nieuw-ontdekte Rembrandte. Corn. v. d. Slnys, Sierkunst: M. J. Hack. Kunstberichten, enz. Bet Theotophiseh Pad, No. 4 : Titelplaat: Réja Yoga Orkest. Ariomardes, De Ont dekkingen op Kreta en haar Beteekenis. W. G. R., De Antbropogenie der Oude Ger manen, I. X., En «el en Demon, en?, nu ni i H i IMP iiiiiiiniiiiiii UMI 40 cents per regeL BOUWT TËTUNSPEET. Inlichtingen by het bouwbureau DE VELUWE", aldaar. PrimaAnthraciet,Gascokes, Brechcokes enz. FimHJi Ljjnbaansgr. 296. - Telef. N. 4276. M 17 7 A Pension MIRAMARE, "???*^« 89 Promenade des Anglais. Aan /ce. Zeer aanbevolen. Billijke prijzen. Men spreekt Duitsch, Engelsch en Fransch. Wintersport Pontresina. Schlosshotel Enderlïn. Voornaam Hotel Isten Rang. Prospectus gratis. Internationaal Verkeersbureau Kaadnuiasttaat 16, Amsterdam. N. V. EERSTE UHBBL. FABRIEK TAH ASBESTCEMENTPLATES flartinit". MAETINITPLATEN zgn: brand-, trek- en ___ i __ krimpvrfl. ^t^ARTlNjX Vraagrt prijzen ea monsters. ADRES: C'ruqiusweg 113, Amsterdam. 't Is 'n stedent, als ik 't goed begrepen heb," zei toen weer zijn vrouw, en in ieder geval heit-ie geld." Zoo!" zei haar man, zich meer en meer schikkend in de reeds uitgemaakte zaak. En toen eindelijk begrijpend dat hij er toch buiten bleef, en tegelijk aan zijn laatste ergernis lucht gevend, gromde hij: Weinou, laat ze dan trouwen en zich rijk maken met d'r schele heremiet l" En nog denzelfden dag had de eerste ontmoeting plaats tusschen de familie van Eika en haar heer. 't Was in de kraamkamer van het zieken huis. In 'n ledikant lag Eika, nog wat flauwtjes en witjes*, naast haar bed, op 'n stoel, zat de heer, en Eika's moeder verscheen op den drempel. Zoodra Eika haar zag, stiet zij haar aan staande aan, en zei zachtjes: dat is me moeder." De jonge man stond nu haastig op, raapte zijn hoed op, die op den grond lag, maakte een wellevende buiging, en bleef toen onhandig staan. Eika s moeder kneep in dien tijd hare lippen tot een dun, preutsch lachje tezamen en stak ze zoover vooruit, dat het leek of z\j hem zoenen wilde. Dag weheirl" zeide zij toen. Is uwes daar ook!" Haar stem liep, terwijl zij sprak, een halve octaaf de hoogte in, totdat zij schel en valsch was, en toen sprak zij op denzelf den toon voort tegen haar dochter. Soo kind, hoe maak jij het ?" En op deze vraag dadelijk zelf al een bemoedigend antwoord gevend, zeide zij: ach ja, hè, zooals 't gaat. Maar daar sal je mettertijd wel van opknappen " Eika zelf luisterde naar al die woorden, zonder eenig teeken van bevreemding over dezen nieuwen toestand. Ga zitten, moeder," zei ze. Wel ja, 'k sal maar gaan sitte. De stoele stane d'r voor l" Da's aardig van u, dat uwes me dochter zoo opsoekt," ging zij voort tot den heer. Jawel," zei deze, die er de aardigheid blijkbaar niet van inzag. D'r sijne d'r anders genoeg, die 'n raeissie dan maar soo late sitte." En toen het geval zelf besprekend, en op nieewarigen toon reeds verontschuldigend, ging zij voort: Ach ja, wat gebeuren most, most gebeuren, en nou 't eenmaal soover is, kan 'n mensen niet anders doen, dan 'r sich maar bij neer leggen." 'k Heb 'n aardig huissie voor uwes ge zien," zeide zij, plotseling van onderwerp veranderend. O ja!" zei de heer, die begreep dat nu het oogenblik was gekomen, om zich voor zulke dingen te interesseeren. Ja," ging zij voort, 'n aardig huissie met drie kamers. Achter 'n huiskamer, en an de straat 'n groote voorkamer, en daartusschen 'n mooie alkoof, en dan nog 'n kamertje ampart, als u eris slapers heb. Of u zou ook 'n slaapkamer motte wille hebbe." Och mensch, hou toch op, je lijkt wel mal!" viel Eika nu uit, doch de heer legde sussend de hand op haar arm en kalmeerde haar wat. Waarom sou ik dat niet magge segge! 'n Ouwer mot toch ommers opkomme voor 'n kind, want wie zal het anders doen!" keef nu moeder terug, daarbij met een blik van verstandhouding zich op de wereld wijsheid van den heer beroepend. En deze knikte maar weer vaagjes toestemmend, daarmee kalmpjas bevestigend, dat niemand anders, ook hij niet, de man was om dat te doen. En dan heb ik soo gedoch," ging moeder nu volijverig voort, dat je nou maar Mientje van den schoenmaker most nemen, om het werk voor je te doen. Want je ken nou natuurlijk niet meer zelf wasschen en de trappen dweilen." En tegelijk peilden haar oogjes slimmig in die van den heer, om te zien of de wasch en het trappen laten doen wel in het bereik zijner beurs was gelegen. Maar toen kwam Eika log. Ik zou ja lekker bedanken, om Mientje van den schoenmaker te nemen," zeide zij, en terwijl de heer, die reeds blijde was, te vernemen, dat geen goede bekende, die kind van een schoenmaker was, in hun echtelijk huis de vriendschap als dienstbode zou voortzetten, haar hooptol onsympathiek aankeek, zette Rika haar bezwaren uiteen. Verheel je!" zeide ze, en ze gebaarde diep beleedigd: dat kind draagt gelakte laarzen, en 'n pluuse mantel! Als je d'r ziet zou je heel wat van d'r denken, en A^at is nou 'n schoenmaker!" ' Wel, neem dan Annetje zoolang," pleitte Eik a's moeder verder. Dat is me andere dochter" legde zij uit aan den heer. 't Is nog wel maar 'n kind, maar ze is al wat handig." En terwijl voor den geest van den heer, door wiens hoofd nu vele gedachten warden, het beeld verrees van een morsig, zonnebloemharig wurm, dat met hare vingers haar neus doorwroette, somde baarmoeder haar deugden pp. En dan blijft het geld tegelijk in de famielje," zoo besloot zij, haar stem tot een vertrouwelijk gefluister doende dalen. Want wat heeft "het nou noodig dat 'n vreemd dat loon geniet, zoolang eigen er nog van kan profiteeren." Een paar maanden later, op 'n Zaterdag, verhuisde Eika's familie, en den Zondag daarop kwam Eika met haar heer, Eika thans duwend een kinderwagen, waarin het kind, om hare ouders te bezoeken. Al dien tijd was de verstandhouding met de familie, wier schoonzoo_n de heer in dien tijd geworden was, er niet op verbeterd, en ook thans scheen de verbroedering nog niet volkomen te zijn, want er heerschte een ruziestemming tusschen de jonge lieden om dit bezoek, en de heer, die bovendien 'n tikje dronken was, maakte zich zoo onaan genaam mogelijk. Er was een groote ver veling in zijne wezenlo9S glanzende dronkemansoogen. Af en toe, wanneer hij tegen Eika uitviel, schitterde er een schel, venijnig lichtja in, en verbrak de opkomende ergernis het effan glazige dronkemauswaas. Maar was de drift weer bedaard, dan vertroebelden zij weer tot den omneveMen, 81 rak ken blik, die zijn behagelijkste stemming uitdrukte. Zij liepen aan den huizenkant der straat. De trottoirs waren daags te voren geschrobt, en op de straatkeien lag nog een modderig, dun randje vuil, dat evenwijdig met de stoe pen was neergeslibt, en dat precies aanwees, boa ver de iiver der schrobbende vrouwen was gegaan. Daarachter, midden op de straat, lagen neergesmeten proppen papier, die voortgerold waren zoolang zij nog gang hadden, en stukken sinaasappelschil, die met een wijden worp over de straat waren ge keild, en die daar nu lagen uitgestrooid, als zaad, door een zaaier gezaaid, en die met den ouderen, in den modder vertreden afval het vuil uitmaakten waarvan geen enkele vrouw zich iets aantrok, daar het voor niemands deur lag, en van niemand dus gezegd kon worden, dat hu het had neergeworpen. En al dezen verwaarloosden rommel, die voor hem een voorproefje was van de have loosheid, welke hem straks wachtte, over zag de heer met zijn glazigen, wezenloozen blik. En ik zeg je, ze wonen d'r nog," zeide hij, met hakkelieen jenevernadruk. En toen plotseling eventjes wankelend, botste hij tegen een deurpost. Je kletst," zei Eika eenvoudig, al van jongs-af gewend aan zulke tooneelen. De ramen benne ommers al leeg." Dat zijn de gordijnen van je moeder," zei de heer, oogknippend tegen de zwarte, leege raamgaten. Die hebben immers altijd dat kleurtje." Je zal de kleur van je moeder d'r hemp bedoelen", antwoordde Eika giftig. Ga dan maar mee, dan zal je zien wie gelijk heeft," hield koppig-valsch de heer aan. Je zei je zin hebben," zei Eika, en van drift hobbelde zij den wagen, waarin de kleine lag, zoo hevig over de steenon, dat door de schokken haar bibberige hoed ging glijden en scheef over haar voorhoofd hing. Saggerijn!" schold Eika, woedend haar hoed beduwend. Maar de heer luisterde niet meer, en met beverige vingers de sigaar, die bij rookte, tusscben de lippen werkend, plakte hij 'n vinger op de electrische schel. Er verliepen nu eenige seconden. Zie js nou dat je zanikt," zei Eika. Ik zie nik?," zei de heer, en weer plofte zijn vinger op de schel. Door dit wachtende staan begon de wankele heer echter wat los op de beenen te worden, en toen er nog niet werd open gedaan, leunde hij met den rug tegen de deur en bearon een stevige ruzie. Ik zeg je dat ze zich zoek houwen, en als ze toch weg zijn, dan is dat met opzet gedaan," zeide hij. Hij praatte nu zoo hard, dat de menschen opmerkzaam begonnen te worden,en enkelen reeds bleven staan. Van den overkant kwam een meisje, dat aldoor op een stoep had gezeten, nu raet een ruk overnind, en liep op een drafje op hem toe. Zij bleef vlak voor hem staan, gaapte hem een oogenblik in het gezicht, en riep toen zoo hard zij maar kon: O, Jet, die vent is dronken!" Ga dan toch mee, de menschen kijken QELADNAY BELLEVILLE AUTOMOBIELEN. ???fd-Acott r«or Hedorlaat* J. LEONARD LAN6, 114, AMSTERDA GRANDS VINS DE CHAMPAGNE Perrier-Jouet Epernay. Concessionnaires, Sauter & Polis,Maastricht. Verkrijgbaar te Amsterdam bij: ATT Tinw MARPTTT?»Kalverstraat. AU BON MARCHE Reguiiersbreestraat. J. G. HERBERMAN, Damrak. JACOBSON & MANUS, Kalverstraat. H. MEYER, hofl., Koningsplein. ADR. SCHAKEL, hofl., Heiligenweg. SCHADE & OLDENKOTT, Nieuwendyk. WED. INDIE: Heeren Kleeding Mag. M. DE KONING, Batavia. Winkel-My EIGEN HULP", Batavia. W. 8AVELKOTJL, Soerabaja. Verdere adressen verstrekken wij gaarne. IIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIJI naar ons," zei Eika, en met een ruk deed zij al reeds den kinderwagen koeren. Laten ze kijken!" tergde de heer, en weer duwde hij zijn vinger op de schel. En toen vloog eindelijk de deur open, en da heer tuimelde achterover in het portaal. Oejj!" blèrden de kinderen op straat. Wie is daar?" riep een fijn meisjesstemmetje op twee_-hoog. Dat is 'n schooiersstreek!" riep de heer, en de kinderen antwoordden met een schal lend gelach. De heer scharrelde nu overeind en begon met zijn vuisten de deuken uit zijn hoed te stompen. Zijn boord was bij den val naar boven geschoven en zat nu halverwege zijn nek. Houwe jullie je snaters," schreeuwde hij tegen de kinderen, en toen begonnen deze te dansen, zoodat hij omringd werd door een golvende haag van gezichten. Op dit oogenblik stond plotseling Eika's vader voor hem. Hij zag er netjes gekamd en geschoren uit ea hij deed alsof hij niets van het standje bemerkte. Hij sprak heel bedaard, en zoo fatsoenlijk, als een onderdanig werkman tot zijn patroon, en hij was zoo verlegen, dat hij hem niet dorst aan te zien, maar bijna dwars voor den heer ging staan, zoo dat het leek of hij tot een ander sprak. Mot u misschien bij mijn wezeP" zeide hij, en toen tegen Eika doorpratend zeide hij gemoedelijk-grappig: je moeder waeht je al met de aff-kaat." Nu kwam ook Eika er weer bij. Ga nou mee," zeide zij. Jullie kenne,..." begon de heer, maar toen hij Eika zag, die door haar angst nu rozig bloosde, en vriendel'jk vragende oogen had, zweeg hij stil, en zag haar zoo verliefd aan, als, zag hij haar voor den eersten keer. Ja," zeide hij, dronkemansteeder en gewillig, mot ik gaan ?" Toen nam vader hem zacht bij den arm, en ongemerkt hem wat voortduwend, begon hij al vast te loopen. Wees u nou de wijste en ga mee," zeide hij. Nu begon ook Eika weer haar wagen te duwen, en achter hen hosten de kinderen mee. En met zijn glazige oogen wezenloos glimlachend tegen zijn vrouw, stapte de heer voort in hun midden.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl