Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAM ME E, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
29 Dec. '12. No. Ig53
Da gioote hal en portretjalerjj van het Kasteel Amerongen.
Vaderlandsche historie.
XVI.
OSZE BEROEMDE KA8TEELEN.
Nederlandsche kasteelen en hun
historie, door E. "W. MOES en K.
SLPYTERMAN, met ongeveer 900
illustraties enz. Amsterdam,
Eisevier (1912). Aflav. I-VI.
De geschiedenis des vaderlands is voor
een deel verbonden aan die zijner oude
geslachten, vooral in die tijden toen de
adel eigenlijk de geschiedenis maakte en
poorters en boeren nog in de schaduw
bleven. Wederom is de historie vaneen
geslacht saamgeknoopt met de lotgevallen
van het kasteel, den burg, de zathe, waar
zy als heeren troonden, kleine koninkjes
over hun landen, waar zij hun geërfde
of geroofde schatten verzamelden, die zij
versterkten en verfraaiden, waarbij elke
generatie er den stempel op zette van
naren eigen tijd. Van al die pracht is
veel verdwenen; oorlogen, partijschappen,
armoede, bij alles de befaamde en
meedoogenlooze tand des tijds, hebben het
sterke gesloopt en het hooge neergeveld
de droevige ondergang der meeste
Groningscke borgen is ons door Feith her
innerd en men behoeft maar te bladeren
in een Tegen wo^rdigen Staat" of in pen
Heerlijkheid der Vecht" of in een Ver
heerlijkt Amstelland'' om met dro fheid
vast te stellen, hoeveel statige sloten
e a sierlijke lusthoven gesloopt en van
den aardbodem verdwenen zijn. Wie be
denkt hoeveel gevaren zulk een kasteel
altijd hebben bedreigd, belegering en
verwoesting oudtijds, daarna
stedenuitbreiding, spoor- ea kanaalaanleg, stijging
van grondwaarde, waardoor bosschen
bollen velden werden, buitenlandswocen
of ver mogen rerk wisten van den.eigenaar
wie dat bedenkt moet zich liever ver
bazen en verblijden, dat er nog zooveel
bleef gespaard. Tegelijk zal hij met
vreugde een werk begroeten, dat hem
het ons restend bezit historisch beschrijft
en in foto's afbeeldt. Dit is het werk
door den wezenlijk on vermoeiden direc
teur van 'srijks prentenkabinet *) en door
prof. Sluyterman ondernomen.
Da zes eerste afleveringen, die voor
ons liggen, brengen Koppel, Well,
Amerorgen, Maurik, Biljoen, Etfsden,
Rachteren, Zuylen, Doorwerth en het begin
van Moermond. De geschiedenis der op
eenvolgende bewoners en eigenaars wordt,
nauwkeurig gedocumenteerd, gegeven,
daarna beschreven welke verbouwingen
het kasteel heeft ontergaanen vprduurd,
het artikel telkens ge
ëindigd, met eene
geslachtslijst. Prachtige
afbeeldingen van het geheel en de deelen,
van poorten, gevels, zijvleugels, van brug
en oprijlaan, van park en vijver; vam
het inwendige, hal en trap, zaal of toren
kamer ; van tombes, portretten, wapenen,
zegels... maken het boek tot een lust
voor de oogen.
Baredeceerde genealogieën zijn zeker
niet onderhoudend, schoon belangrijk.
Zij vergunnen o s dikwijls niet tot
het leven zelf door te dringen, wat
wij toch altijd in de geschiedenis het
meest begteren. Doch hier ontvangen
wij niet sldchts berichten van geboorte
en huwelijk en dood; maar wie oog en
hart heeft voor kleit e trekjes, die kleur
geven aan wat egaal grijs scheen,
frischheid aan wat dor leek, uitbeelding aan
wat ons dacht zot d-r lijn of omtrek te
wezen, -die vindt hier veel van zijne
gading. Deze oude ridders sterven zelden
op hun bed, meestal vallen zij in het
harnas te velde of, minder glorierijke
dood, zij vallen, als heer Frederik van
Eeppel in 1516, van den hoogen steiger,
om het half verwoeste kasteel opge
trokken. Zij zijn niet alleen strijdbare
mannen, maar ook landoeconomen, en
n beroemt zich bij ge val op vijf vet
ter vercken dye ick op mijnen troch
gemyst" heb. In bitteren geldnood nemen
zij op bij een lombardier (meest italianen
of joden), en de naam van heer Frederik
van Heeckeren komt in 1347 zelfs iu 't
Hebreeuwsch TOOT op eene schuldbeken
tenis aan zulk een geldschieter. Maar
belangrijk en aamtrekkelijk vcoral iszich
voer den geest te roepen, welke mannen
en vrouwen in deze kamers hebben ge
woond, uit deze vensters hebben uitge
zien over bosch en beemden, door deze
poorten zijn uit- en ingereden of in
deze kelders hebben gezucht. Op het
hooge huis te Keppel herbergt Johan
van Pallandt een geuzenpredikant,
heer Thomas, en Berend Hutinck, de
schoolmeester, leert den bewoners de
Duytsche aal men'' zingen. Dat was in
1556, toen de gereformeerde kerk nog
moest gesticht worden. Drie eeuwen later,
1853, overlijdt op hetzelfde kasteel die
andere baron van Pallandt, die 23 jaar
directeur-generaal van den hervormden
eeredienst geweest was. Hier is heer
Adriaan van Bylandt op het huis te Well,
insgelijks der hervorming genegen,
onderteekenaar van het verbond der edelen,
ijverig lezer van Maroix Bijencorf". Ja,
wie noemt de namen alle van wie binnen
deze muren hebben gelachen en geschreid ?
Hier, te Well, heeft graaf va»den Bsrgh
gewoend, de zoon van den verrader;
nier in de tweede helft der 18de eeuw
Willem Liedel, de O. I. scheepschirurgijn,
rijk naar patria teruggekeerd en nu aan
zienlij k slotheer. Aan Biljoen verbindt
zich de naam van Hendrik IY, den
tegenstander van paus Gregorius VII,
die in 1076 bij bisschop Willem van
Utrecht logeerde, zijn aanhanger op het
concilie te Worms (24 Jan. 1076), en
later, 23 Mei, te Worms als bijdrage in
den wederopbouw van de kerk vam
S t. Pieter aan het kapittel schonk zeker
landgoedgenaamdBruocke" thans Biljoen.
Het perkamenten charter dier schenking
berust nog op het rijksarchief. Op dit
kasteel hebben voorvaderen van de familie
van LenECp gewoond, hier heeft in 1850
de koningin-weduwe Anna Paulowna
een poos verblijf gehouden. En hoaveel
herinneringen verbinden zich niet aan
den naam Zuylen! Steven, heer van
Zuylen, is in 1F81 de huweiijksvriend
van Reinout van Gelder bij diens voor
genomen vereeniging met Alionora van
Engeland, wier droevig lot het onderwerp
geweest is van het aangrijpend
openluchtspel te Leiden in 1910. Door haar komt
de naam ook in het geslacht van Zuylen
en eeme Alionora van Zuylen huwde in
1372 Frank vin Borselen, den oudoom van
vrouw Jacoba's man. Zuylen heeft ook be
hoord aan Rennenberg, een geslacht z
vroom, dat Gad hun wondermacht verleend
heeft en, als zij een kleedingstuk tegen den
wand werpen, blijft het er zonder spijker
aan hangen! Wél ontaard was dan die
graaf van Renneuberg, na wiens berucht
verraad het huis te Zuylen gekomen is
(voor kort) aan de dochters van Lamoraal
van Egmond. Hier heeft gewoond Swana
van Ledenberch, dochter van den
Utrechtschen pensionaris, toen gehuwd met Adam
van Lookhorst: nog hangt haar bekoor
lijk portret op het kasteel; en Steve.n
van der Haghen, de roemruchte admi
raal; en, later, (sinds 1662), toen de van
Tuyll's van Serooskerken hier heer waren,
schilderde Quentin de la Tour in 1766
het portret van die Belle van Zuylen,
de latere mad. de Charrière, wier open
hartige brieven onlangs zijn uitgegeven
en zulk een aandacht getrokken hebben.
Van den Doorwerth slechts die ne
anecdote, die ons Maria van Engeland,
gemalin van Willem III, nog eens we er
doet kennen in haar beminnelijkheid.
Toen de bewoonster van het kasteel,
Antonia Augusta van Aldenbcrg, gehuwd
met Gyldenlüw, in droefheid nederzat
om het slechte gedrag baars echtgenoots,
kwam Maria de arme troosten en nam
toen, September 1686, haar kleine zoontje
Anton mede naar eene
poppenkastvertooning op de Arnhemsche kermis. Dit
is wel geheel haar lief karakter!
DJ lezer bespeurt cok uit dit weinige,
hoe rijk de historie onzer aude kasteelen
is. Wat nu hun uiterlijk wezen betreft,
met beving zien wij, hoe hun pracht en
schoonheid de eeuwen door telkens
worden bedreigd, hoe sommige den
reddeloozen ondergang nabij schijnen (zie
De stoep van den hoofJ'njang van het Kasteel Bechteren.
Het Kasteel Doorwerth alt het Westen gezien.
de foto van den Doorwerth vór de
restauratie op blz. 229), en het is met
een sterk gevoel van verademing en
kulmeerend welbehagen, dat wij dan
lezen van al wat de tegenwoordige be
woners, landgenoot of vreemdeling, heb
ban gedaan om de oude glorie te her
stellen. Zij hebben het niet om ons ge
daan, toch verdienen zij onzen dank,
omdat zij nationale schatten bewaren en
het schoone behoeden voor veelgeld,
want de fiscus is hun niet genadig. Met
verlangen zien wij de volgende afleve
ringen tegemoet. Helaas, dat het oog van
den diep betreurden eersten bewerker,
voor altijd gesloten, ze n\et meer zien zal.
'Leiden, 31 Oct. 1912.
L. KSAl'PEKT.
*) Zoo Echreef ik gisteren. Helaas, heden
morgen berichten de dagbladen bet plotseling
overlijden van den kundigen, hnlpvaardigen,
opgewekten man, die zoo talloosen aan zich
heeft verplicht en zulk een ruime plaats
had in veler hart een groot en diepge
voeld verlies.
Een stille iu ten Mi'.
D. W. VAM KïSNES
f
Dezer dagen stierf even kalm en gernchtloos
als hij leefde te Utrecht, de bekende Industrieel
D, W. van Rannep, een man die, indien het
zjjn wensch ware geweest, een veel voornamer
plaats in het maatschappelijk leven had
kannen erlangen dan hjj sic b, door eigen
kenze, ha i toebedeeld.
Eenvoudig men eb, peinzer en knutselaar,
hard wetker ala hjj was, gevoelde ky nimmer
de behoefte, ay'n arbeid en *yn weien te
plaatsen op het presenteerblad der persoonlijke
reclame, dat door velen met zoo groote virtuo
siteit gehanteerd wordt.
Lange, lange jaren bleef hjj in zjjn hoekje,
en dacht en werkte, en inmiddels schonk hjj
aan de wereld, die de vrooljjke, gemoedelijke,
prettige persoonlijkheid van dezen stille in
den lande1' amper kende, eeciga belangrijke
nitvindingen op mechanisch gebied, en eenige
eren belangrijke toepassingen van oudere
inventies, welke o.a. de gehe Ie evolutie van
de binnenvaart en het klein-fabriekswezen
ten gevolge hadden.
Hjj werd in 1836 te Utrecht geboren, ont
wikkelde zich nagenoeg geheel ala antodidakt
tot een knap werktuigkundige, en vestigde
zich in het huis Drakenbnrch op de Oade
Gracht als na'a ar kundig instrumentmaker.
Daar bracht hjj naaimachines van eigen vin
ding in den handel, pionier op dit gebied
voor Nederland, bouwde een flets van zeer
bizondere constructie met bc f boom-beweging
en tandrad-versnelling, welke in dien tjjd
furore maakte, en verbaasde ten slotte de
geleerden door de uitvinding der
heetelucht-motor", die voor eenigen tjjd de aan
dacht van de geheel e natuurkundige wereld
op hem vestigde.
Het was echter een volgende uitvinding,
een eigen systeem van vier-takt-motor, die
zjjn naam, ook in meer popnlairen zir, be
kend maakte. Toen in 1891 een oude trek
schuit, gedreven door een dergeljjken motor
zjjn eerste proefcocht met succes had vol
bracht, was daarmee de eerste stap gedaan
tot een geheeie omwenteling van de binnen
vaart. Het oude, magere jaagpaard met zijn
stuk-geschuurde, bloedende borst, schilder
achtige maar beklagenswaardige illustratie
onzer trekvaarten, verdween, en men zag in
den loop der jaren alle Nederlandsche kanalen
en rivieren zich bevolken met grootere en
kleinere vrachtscheper, nog steeds van den
klassieken kleur en vorm, maar snel door
het water gnjjdend door de drijfkracht der
petroleum-motoren; en dit beteekende tevens
een herleving dar benrtEchipperjj, die thans
aan veel grooter eisenen van snelheid kon
voldoen.
Het succes dezer inventie was coriaak eener
mime uitbreiding van het bedrijf des
nitvinderp, die thans zjjn zaak vestigde in een
groot nieuw gebouw in de Croeselaan. Hjj
beleefde nog de voldoenitg, dat zjjn motor
(een zuiggasmotor ditmaal) ook bjj zeeschepen
werd toegepast. En dit alles was te danken
aan de vindingrijkheid en het vruchtbare
initiatief van een stil werker, die, toen hij
dezer dagen op zes en zeventig jarigen leef tjjd
overleed, nagenoeg niet herdacht werd in de
pera. Zonder eeiigea ophef, met zjjn arbeid
als uitsluitende levenstaak, zich bjjna nimmer
in het openbaar bewegend, had hjj zjjn weg
ten einde gebracht, en geen ander loon
gewenscht dan zjjn eigen stille voldoening en
zfln bloeiend industrieel bedrijf.
Ik achtte het das een daad van eenvoudige
rechtvaardigheid", in het openbaar een enkel
woerd aan de nagedachtenis van dezen
tnerkwaardigen en talentvollen Utrechtenaar te
wjjdau, want hjj heeft voetstappen achter
gelaten op het strand van den tjjd".
J. D. C. VAN DOKKDV.