Historisch Archief 1877-1940
No. 1853 29 Dec. '12.
DE AMSTERDAM M EK, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
B. C. B. ZWABT,
lid van de Prov. Staten voor N.H.; lid van
den Gemeenteraad, van de Kan er van
Koophandel <m<?te Amsterdam, die op l
Januari 1913 75" f-en-twintig jaar verbonden
ia aan de Naamlooze Vennootschap: der
Amst. Bosk- en Steendrukkertj, voorheen
Ellerman, Harms & Co., waarvan 21 jaar
ala directeur. Aan deze drukkery werd De
Amsterdammer van haar earate nummer
sf gedrukt.
«iliiiMiiiiiiiliiiiiMiiMiiiMMMimiiiiimmiMitiiiiiHumiiiiiiiiiiiiMuimM
De etsen m J. Israêls.
Het boek van Hubert over de etaen van
laraëla is om tweeërlei een aangenaam iets.
Het deed me hen zien, en her-zien, die etsen
verzamelen. In de voorrede van dit werk
?vindt ge den verzamelaar, hoe hy leeft en
?wat hy is, verborgen achter de zekert
wetenschappelijkheid die- van dezen
klaseeerenden tyl is. Het verzamelen van de,
met inkt gedrukte, soms tot schoonheid
geworden, voorstellingen die etsen heeten,
kan aanleiding geven tot dat, wat onze
grootmoeders eene folie" noemden. Ieder die
naar etsen en staten en drukken begaerig
werdt, krijgt iets van den kapellen-vangenden
geleerde in een der boeken van Jules Verne.
Het ia als kapellen vangen?geen dwaas
heid voor iedereen. Grove gaesten doen het
niet. Maar het is gevaarlijk; dat is toe te
geven. Ga begint met de gevoeligheid te
bezitten voor zwart-en-wit. Ge hebt het ge
mak om uit deze, meer dan schilderyen
abstract zynde, vondsten ziel en schoonheid
te lezen. Dat ia de eerste stap soms. Er
ia een andere mogelijk. Het wordt ieta ala
de behoefte om een postzegel album vol en
vol van zeldzame dingen te krijgen. Dat is
de tweede mogelijkheid. Maar hoe het begin
ook ontsta en met welk verschillend oog
de etsen dan nog bekeken worden, daarna
ontstaat tueechen beide soorten een zekere
overeenkomst in handelen. Da staten
beginETLNSCHAPPEI1JKE
LXXIII.
Indien de kat van de bnren over de schatting
?wandelt, aan het eind van den tuin, nemen
we geheel vanzelfsprekend een kieielsteen ter
hand en gooien mia. Hiervoor bestaan echter
twea methoden. De eene ia om te gooien
aeoals mannen het doen, recht toe, recht aan,
waarbij de steen over den korten afstand,
vrijwel langs een rechte lyn voortvliegt en
waarbij de kans groot ia dat wij toevallig
toch niet mia gooien, maar flink raak. De
andere methode ia om te gooien zooals
vrouwen gooien, n.l. omhoog, zoodat de steen
ala een bliksemstraal nit helderen hemel op
de kat neervalt. Da zekerheid om mia te
gooien ia nn veel secuurder. De eerste manier
van gooien doet denken aan schieten met
gewoon geschut, terwijl de tweede manier
gelijkt op het schieten met mortieren. Stel
nu de mogelijkheid dat de kat verscholen
xit achter een plank, dan zyn de twea
methoden van gooien niet beide bruikbaar.
Gooien we recht vooruit dan raken we
misschien de plank, maar stellig niet de
kat. De cenige marnier om de kat dan te
treffen ia de hooge gooi-methode, omdat
dan de steen over de plank heen de kat
bereiken kan. Met schieten gaat het evenzoo.
Wil men een schijf, bestaande nit een groote
houten kist op een afstand van eenige tien
tallen meters raken, dan ia een -zondag
schutter hiertoe zelfs wel in staat waaneer
hy direct op de kist mikt. Maar zelfa de
beste schutter zou in dat geval moeite hebban
de kist te raken ala by verzocht werd zy'n
geweer schuin omhoog te honden, zoodat de
kogel hemelhoog vliegend we ar juist op de
kist neerviel. Stel echter, dat de kiatzywanden
zoo met ijzeren platen beslagen zyn, dat de
kogel er tagen plat slaat zonder in te dringen,
terwijl dit binnendringen juist als voorwaarde
gesteld wordt, dan is zoo'n hemelschot
de eenige mogelijkheid om den kogel in
de kist te laten doordringen door den
ongepanteerden deksel. Een oorlogsschip ver
keert ongeveer in het g aval van dese kist
met ijzeren zijwanden en bonten deksel, want
de acheepaiijwanden zyn zwaar gepantserd
met dikke staalplaten, zoodat zy vrijwel
ondoordringbaar zijn voor kogels van het
allergrootste; geschut, zelf* op een \ry" be
scheiden vecht- distantie. De
dekpantsering ia echter veel swakker en icu
door deselfde kogels best doorboord
kannen worden als BÜmaar nit de
lucht" vieler. In flg. l ia op een dwars
doorsnede aangegeven, hoe de
vernen te tellen. En er sy'n etsen met vele
staten. Ik heb er gekend met zeven, maar
er moeten, naar mijne herinneringen, etaen
bestaan met nog veel meer van deze, op
kleine, uiterst kleine veranderingen soms
berastende verschillen. De verzamelaar wordt
hierop wakker. Hy loopt met de lonpe by
zich en gaat nit speuren. Hij vindt hier een
krasje, daar een doorgebeten plekje van dan
grond, dat niet op de andere stukken en
staten, in zyn bezit, voorkomt. Zyn ver
zameling is dus niet voltallig. Hy moet dezen
staat ook hebben; voor de letter, of met de
bandteekening van den schilder erop. Is er
nog een, die van dezelfde ziekte zijn ziel
liet bezitten, dan begint het scherpe bieden
tegen malkaar op ancties en er wordt te veel
betaald.Een andere mogelijkheid is er. Er wordt
een staat vermeld, in een afdruk, en die is, nie
mand weet waar, gebleven. Het wordt een glorie
wie die den zynen zal noemen. De verzamelaar
wordt tot een jachthond, op n eenzamen
haas, die in een grooten polder zooals dat
heat, moet zitten. De hanteering der katalogi
begint, en de nauwkeurige overweging van
allea wat sinds jaren op verkoopingen voor
viel. Er wordt gecollationeerd. Listigheden
van de ets-detectives ontstaan. Er ontstaat
een sport: wie in de rush" om dezen goal
te maken het eerst zal slagen. Ik heb hen
gekend, die aan deze dingen mêjdeden. Za
zyn tot veel in staat, waartoe ze, buiten
deze jacht op het eenig exemplaar, niet in
staat zonden zyn. En toch hoewel ik
zelf te scherp het gavaar gekend heb der
verzamelingen van etsen zyn deze
wedstrydende collectionneurs niet alleen voor
later, maar ook nu van cut. Za doen, by
voortduring, het geloof bétonden in som
mige zoete en ouderwetsche dwaasheden, die
wy dachten dat alle verloren zouden gaan
en wat verving ze in hun bedeesde
lieflykheid, en hun kleurigen hartstocht?...
En... grove geesten vindt ge zelden onder
deze zamel-gragen. Zyn ze daarom in Holland
zoo zeldzaam? IQ Frankryk vind ge
bibliophilen, die tot kenners worden en hoe veel
zyn er in Holland die etsen verzamelen, en
wetenschappelijk geordend ze in een boek,
als Hubert deed, pnbliceeren.
Want het tweede, wat ge in dit boek vindt,
ie, dat het een goed handboek werd. Meer
niet, maar minder ook niet. De qualificatie
der etsen blijft aan ons, kritici,
nainurlykerwyze overgelaten. En wat vinden we dan
in dese etsen van Israëls?
II.
Zyn ze alle, zooals Veth on-keurig (te veel
eendren klank opeenstapel end) schreef, zoo
byz Dader echt etserig", en zyn ze ten tweede
(en dit is van meer waarde voor later) be
langrijk, openbaringen? O/er het wezen van
een ets bestaan verschillei.de meeningen, die
ten opzichte van de schoonheid secundair
echter zyn. Esn dier meeningen is dat ge
in een ets gaarne het wir-war ziet van elkaar
anydende ly'nen en dat ze niet in een stonten
haal getrokken is, maar zoekend en vindend
groeide tot een licht-vol, atmospheer-ryk
schoon. Wellicht zyn er van deze soort onder
de etaen van Israëls. Een andere dier mee
ningen is, dat de ets meer een rank rijzen
(imiiMiillimMiilmiimiiiHitmlliMimi
iiiHiiiiiiiMuniiiiniimiiiiii
houding is tuscchen het zware zy wandpantser
en het lichte dekpantser.
Men ziet, dat het schieten met mortieren,
waarmede de kogel onder een grooten hoek
omhooggeschoten wordt, een groot voor leel
kan zyn by het beschieten dezer echepen
ala men maar de zekerheid kan krijgen, raak
te schieten. By het voordeel van het aanvallen
der meest kwetsbare deelen komt nog dat
het mortier slechts kort behoef c te zy o, daar
betrekkelijk geringe snelheden al voldoende
zijr, om grooten afstand te bereiken, welke
snelheid reeds door een geringere krnitlading
gegeven wordt. De projectielen kannen g'oot
zyn want de wanden van het mortier kunnen
gemakkelijk dik genoeg gemaakt worden om
weerstand te bieden aan den krnitgasdrnk
vin de betrekkelyk geringe kruitladiog die
voldoende is om ee»groot projectiel over
een grooten afstand voort te slingeren. Da
lengte-verhoudingen van het geschut, da ver
houding der krnitladingen en de grootte
verhoudingen der projectielen zyn in fl<. 2
aangegeven voor mortieren en voor geweoa
geschut.
De afatand, die een kogel of elk ander
voortgeworpen of voortgescboten voorwerp
bereikt, hangt, als alle orerige omstandig
heden dezelfde zyn, af van den hoek waar
onder het de lucht ingaat. In elk geval zal
de grootste afatand bereikt worden als deze
hoek ongeveer 45 graden i?. Wordt deze hoek
grooter of kleiner dan neemt in beide gevallen
de bereikte afstand af, terwijl by een hoek
van 90 graden de kogel recht omhoog en
weer recht omlaag gaat, enby een hoek van O
graden de kogel onmidde lijk in den groid
slaat, zoodat in beide gevallen de bereikte
afatand O Meter is. Elke afatand is dus be
reikbaar van nul meter tot de maximale,
door den hoek te varanderen van O tot 45
graden. Maar by gewoon geschut blykt dat
reeds by een hoek van 15 graden de grens
bereikt is, waarbij de kogel nog een zwaar pant
ser doorboren kan en dan nog maar alleen by
gunstige omstandigheden, die zelden voor
komen. De snelheid wordt by een grooter
hoek, dua by grooter bereikten afitand, zoo
verminderd door de luchtweeratand dat het
projectiel machteloos tegen het zware pantser
kletst
By mortieren ia een veel grooter hoek
bruikbaar, maar ook hier ia wel een grens,
n.l. by een hoek van 65 graden. Om ren
bewegend doel te raken is het natnurlyk
noodig dat doel en kogel op hetzelfde
oogenblik hetzelfde punt bereiken om elkaar daar
te ontmoeten". De tyl dat het projectiel
in de lucht is, mag dus niet veel langer
worden dan een minuut, want door haar
koers en snelheid te veranderen kan de
commandant binnen dien tijd zy'n fchip een
Ttiiers
(1871?1873)
Mac M-thon
(1873?1879)
Grévy Carnot Casimir Périer Faure
(1879?1887) (1887?1891) (1894?1895) (1895?1899)
UB EERSTE ACHT PRESIDENTEN VAN DE FRAN8CHE REPUBLIEK,
Lonbet
(V899?1906)
F*ll:èrea
(1906?1913)
imiiililtmiMinimiiiMllii
van lijnen is, een mild spel v*n gebogen en
rechte ijjnen; eer een omtrek teekening? met
alleen het noodigste er in, om het model
aan te geven.
Die dit toeken, zien da etsen verwant met
de strakker, meer styleerende buryngrarnre,
waarvoor Piet Dnpont, ze verbonden achtend
met andre kunsten, in koppige vastbesloten
heid leefde. Van deze soort vindt ge enkle
(en de laatsten van zya werk E ij n bet) by
laraële. Za ontstonden echter niet met de
gedachte aan de t>uryngravnre, zooals ge
weiiicnt meenen wondt, maar zijn bewysen
voor zjjn (in een la \t en lang leven) natuur
lijke zucat tot synthese.
Een derde manier in het voortbrengen van
etsen is met veel en velerlei spelen en han
teeren &e maken tot iets dat op een
sepiateekening lijkt, doorgevoerder alleen dan
gewoonlijk deze tu zijn. Van deze laatste
soort heb ik een instinctief optredenden
afke-r (dien ik echter zoo het moet ook
bewyzeii" kanl) en ik vrees ze, want ze
maakt >oms etsen die als photo'a aandoen,
en laat ze daardoor weer, te gemakkelijk
naar photo'd giy'pen en gebruiken?
De belangrijkste etsen van Israëïs zy'n 1. de
Oude Man" (No. 36, Hubert). Ga zoudt dese
verwant kannen noemen, by' minder sty'l,
met de teekt-ning der buryn. Za is meer
lineair dan de vroegere; ze geef c in het
tasten der hand eenzelfde gebaar, als
Kembrandt, toch grooter, gaf in zy'n, den weg
voelnnden, BI nde. No.-3l, de Nettenboetster,
en No. 29, Ais men ond wordt, hèoben beide
meer arceeriig, meer neiging tot lichtgjjel
tevens dan de Blinde, maar het loopend
schrift der ets ia op menige plaats, orer de
heele voorstelling als teekeaen, toch behouden
gebleven. Da K/oker en de Scöelpen'isscoer
zy'n van eend e voordracht. Bede hebben
den eeuvoud en de grootheid der profileering
tegen den acbtergrond als een eender bezit.
Op de Scielpenvistcher" kon wellicht het
wezen der zee vloeietder gegeven zyn, maar
op beide is ««en détail dat stoort. Anders is
dit op de Kinderen der Zee". Het achterste
been van het meisje is geteekecd op een
maiiar, die aan het geheel een zekere schade
doet. De houding van dit been is onjuist.
(Zoo is er eveneens een eigenaardig verschil
in omvang tnaBchen de twee beentjes van den
jonger). Het is een fout die meer byleraëls
te vinden is, wanneer hy' een figuur weer
geeft zich bewegende. Van No. 25
Aardapheel andere plaats doen bereiken dan de
vy'aiod berekend ad uit de vorige bewegingen
van het *chip, snodat het projectiel, dat goed
bedoeld was, in niet het ecnip vindt waar
het 't graag ontmoeten zon. Het biy'kt EU
dat by grooter hoek dan 65 graden het
mortierproj-c'i«l langer dan een minuut in de lucht
biijft, dus bet t-chot te onzeker word*.
Tarwy'i dnsdirec' geschutvuur a'.letn bruik
baar is bij een hoek van nul tot vijfden
graden, kan een mor ier gebruikt worden by
een hoec van vijfenveertig tot vijfenzestig
graden. De afstand, die by dezen laatsten aoek
bereikt wordt, is ec'ittr niet de
minimuaiafjtand waarvoor een mortier bruikbaar is,
want als m»n na de grens der hoekgrootte
bert-ik' te hebben, de krnitlading vernmdert
of het projectiel zwaarder maakt, komt dit
niet er, zoodat ook op kleiner f fit and
efi et bereikt kan wo der. Daar de grootere
afdtatden door allerlei bijkomstige
oixnanwkeuriuheden Reen groote trefkans opleveren,
is net 't beste mortieren te btmwen die sterk
genoeg zy'n om de zwaarste proj ectielen over
een middelmatige afstand voo.t te slingeren.
Eau betrskiely k licht projectiel (het kleinste
der mortier-projactielen in fi?. 2) wordt ge
bruikt om het verst te schieteo. Dit projectiel,
wegend ruim vierhonderd kilogram, wordt
onder een ho-«k van 45 giaden opgeschoten en
ongeveer 10 Kilometer ver geslingerd; ver
groot men den hoek, dan kan men elke kortere
afdtand 01 k beitrijkei>,*otdat,by een hoek van 65
graden de kleinste tf^and, n.l. bijna 8 Kilo
meter, bereikt ie. Dit gebi-d van 8?10
Kilometer afstand heet de buitenste z&ie.
aiert een oorlogschip dan wordt het
op 10 K.M. afstand onder vuur genomen, en
het blyfc onder vuur terwy'1 het nadert, daar
de mortieren onder voortdurend grooter hoek
omhoog schieten. Komt het schip binnen de
8 K.M., dan wordt het kleiner mortieroro.
jec'iel verraiieen door het grootere («ie fig.2F),
dat ruim 500 K.G. weegt en de kruit admg
wordt z90veel verminderd, dat dit projectiel,
als men onder een noak van 45 graden schiet,
iets verder valt dan bij den hoogsten hoek
voor het lichtere projectiel. Door den hoek te
vergrooter, vermindert men den afstand tot
ook hiervoor de binnenste grens der tweede
ióae bereikt is. Dan wordt de krnit'adirg
weer verminderd en by een hoek van 45
wordt da d-rde zone begonnen, eni. Zoo zyn
er een stok of acht töien achter elkaar,
waarbinnen men het naderend schip bestoken
pelen schillen ia het stille ren en het blanke
geb.ee! te roemen; (loe ond is het ventje
gezien 1) Zwak is de Timmerman die zyn
pijp aansteekt." Er zyn vele misteekeningen
in, die niet te aanvaarden zijn. De funur is
veel zwakker dan een vroege van Gogh, en
toch doet ze aan de.ien denken. De een e
hand is veel te klein; de armen zyn niet
geconstrueerd naar hnnne verhoudingen, en,
als dikwijls in het werk van den schilder,
zeer kort. Vol lichtspel zyn de Twee slaapsters,
kat en vrouw slapend. No. 22 De ets Het
kind in de Wieg overtreft gemakkelijk de
Siaapsters. In daze ets is dat onbeachryfoaar
en toch den geest aandoend spel van lyner,
dat ets verzamelaars steeds verhengt. Een
deel van de verhengiog er-in gevonder, is
wellicht dat het daimonisc'ie der ontroering
er met den vinger op ca te wy'zen is in
het, anders niet te beredeneeren spel, van
sommige lijnen. In het licht-en-donker kunt
ge tevens verwantschap met Rarabrandt weer
vinden. Er is hier-op geen vorm die stoort,
geen perspectivische plaatsing die hindert,
zooals sommige dingen wel op Binnenhuis"
(No. 21) doen. No 20 de Avondstond ia
zwakker dan 19 het Zittend Meisje. Beide
z'jn typische Israëls gevallen, maar niet tot
ware beteekenis opgevoerd. Aangenamer ia
de ets Kleine Jan", de jongen met de
slaapmuts op, waar het iogriffen voor het
byten der ly'nen met Inch te hand geschiedde.
Da portretten van de vrouw van den schilder
zyn noch ala licht-en-donker, noch als psycho
logie merkvaardijr. No. 11, Kind in den Stoel,
is verwant, ei sterk, met het schilderwerk
van den zelfden tijd ('A e steen en etc.). Soms
is het zwart van den in de schouw opgehangen
pot te krachtig, en komt daardoor deze te
veel n a ir voren. De 2 KatwykEche Oude
Vrouw" behooren tot de zeker niet alleen
in het werk van Israë's niet belangrijke
etsen; weinig ia dit ook Huiswaarts", te
wollig van diuk. No. 10 De wachtende
vrouw met hst kind" staande achter het
raam en ziende naar een landschap, heeft
Het lichtEchip West-Hinder", dat in dea storm van 13 op 14 December j.l. door
den hulpeloos rondJrijvenden zeelichter Mincie" werd aangevaren en met zyn
10 opvarenden oogenhlikkelijk zonk.
Fig. 4 ZONBN VAN MORTIEKVUUH. De zwaarste kogel kan, door verandering der elevatie
van 45 tot 65 graden, de zot,e l?2 bereiken; de lichtere kogel met geringere kruitlading
erachter b reikt hoogttens (in de volgende zone) 3, dut nog iets verder (X K.M.) dan de
kleinste afs'-and der- buitenste zone; tustchen 3 en 4 liggen nog verschillende andere
zonen, en 5?6 is dj binnenste bereikbare zone voor de kleins'.e kruitlading (5 voor de
kleinste en 6 voor de grootste elevatie).
Fig. 1. DlKTEVEBSCHIL TU8SCHBN
7IJPANT8BB EN DEKPANTSSR BIJ EEN
OOKLOQ88CHIP.
Fig. 3. KOGELBANEN BIJ HOOGSTE, GEMIDDELDE IN
LAAGSTE ELEVATIE, voor mortieren (ie 3 hooge banen) en
gewoon geschut (de 3 lage banen).
ca
Daaco
Fig. 2. MOKTIBR EN GBWOON GESCHUT. A en 6 geven
het bngteverschil aan bij dezelfde loopmiddellijn. C en
D geven het vertchil in btnoodigde kruitlading aan.
E en F tijn de projectiekn voor het mortier. G het
projectiel voor het gewone geschut.
kan en daar de buitenste greru van elke
zo ie iets verder ligt dan de binnenste grens
der volgende ió:e, heeft men bij elk
grensgabied tyd om de krnitladingen te vervangen
door de zwakkere soort. In &t. 3 zyn da
kogelbanen geteekend bij de grenshoeken
voor mortieren en gewoon geschut, zoodat
men duidelijk zien kan hoa by de mortieren
de kogel van omhoog komt. In tig. 4 zy'n
de kogelbanen geteekend voor de verschillende
zonen van mortiervunr. Het lichte projectiel
gaat op zijn verst naar l en op zyn minst
ver naar 2. De buitenste :óie ligt dus
tnsschen l en 2. Maar de volgende oje heeft
als buitenste greus 3, die nog verder ligt
dan 2, ent. Zoo is ook de eerste tó'.e ge
teekend voor de allerzwakste kruitlading
(van 5 tot 6), terwy'1 de binnenste grens der
tweeda : ie (4) nog binnen da buitenste
grens der eerste sö.e valt.
Van l tot 6 is ean schip dus
ste-ds oud<r vuur te houder,
dus van 10 kilometer tot onge
veer 2 kilometer. Op kleiner
afstand kan men niet echibten
daar het projectiel dan te weinig
stabiel i*.
Daar men de
nrcd:ge
correctietabellen bezit voor
den toestand «an
den dampkring,
wind, beweging
van het doel, enr.
is men in staat se' f t
? 1 op grooten afstand
een grcote
trefl a :s te verkrijgen.
By prot-fcemingen
bleek dat b.v. op
een afstand van 9
kilometer zelfs ze
ven van de acht
Echoten raak
warer>, dus
veelgnrstiger dan in bet
geval van de kat,
waarmee wy be
gonnen zyo.
Het fraaiste ia
echter nog, dat het
mortier geheel onzichtbaar opgesteld kan
worden in een diepe kuil, en g durende het
tchieten rnsichtbaar blijven kan, terwijl
gewoon geschut wel verdekt kan opgeateld
worden maar by het schieten toch boven de
vestingwal even moet verschy'neu. De vijand
wordt dus uit een geheel onzichtbaar punt
aangevallen. Er moet natnurlyk ergena een
obserratiepost opgeateld worden die de
gegevens verzamelt, die gebruikt moeten
worden by het vaststellen der hoekgrootte,
kruitlading e. d. In fij. 5 is een photo
afgebeeld van een mortier, staande op den
bodem van het verborgen fort op het
oogenblik, dat het projectiel den loop verlaat op
weg naar den van hieruit ontichtbaren vijand.
P. VAN OLST.
B
Fig. 5. EEN PBOJICTIEL VERLAAT HET MOBTIER. Opname
in n vijfduizendste seconde. Di lichte vlek om den kogel
bestaat uit krui tg at, dat langs den kogel in den loop ontsnapt
is. De bovenrand vttoh'.t fort ligt gelijk met den bcganengrond.