De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 12 januari pagina 10

12 januari 1913 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 12 Jan. '13. No. 1855 deelen, die de gefailleerden ten gevolge van den Balkan-oorlog hebben geleden, want het tegoed van den Oostenrijksch-Hongaarschen tusschenhandel in de Balkan-landen is op meer dan 100 millioen kronen te ramen. De meeste faillissementen zijn in de tweede helft des jaars voorgekomen; toen begon het meer en meer te spannen en bedroeg het aantal 308 met 133,600,000 kronen passief, tegenover 141 met 47,900,000 kronen in het eerste semestre. In de kritieke maanden October, November en December kwamen 214 faillissementen van de hiervoren bedoelde beteekenis voor, met bijna 80 millioenen kronen passief. Van het totaal komen 160 met 70'« mil lioen kronen ten laste van Hongarije, 65 met circa 19 millioen op Qalicie, 66 met nagenoeg evenveel passief op Bohème, waar vooral de textiel- en de Ieder-industrie werd getroffen. 16 groote faillissementen van leder- en schoenfabrieken kwamen in Bohème voor met circa 6 millioen kronen, in Praag alleen ondergingen 7 lederfabrieken met een tekort van 4 millioen kronen dit lot. Het aantal firma's, die hare betalingen moesten staken en van ieder waarvan de passiva het cijfer van n millioen kronen bereikten of overschreden, was in OostenrijkHongarije 51 en wél met een totale schulden last van 81 millioen kronen, waarvan 29 met 45 millioen in Oostenrijk en 22 met 36 mil lioen in Hongarije. Behalve de textiel- en lederbranches, wer den ook vooral de bouwvakken in de mo narchie door. het ongunstige jaar getroffen. Niet minder dan 250 textiel-firma's met een schuldenlast van rond 78 millioen kronen moesten hare betalingen staken, in het bouw vak deelden 21 firma's met 16 millioen kro nen dit lot, terwijl in de lederbranche 43 faillissementen met ongeveer 15 millioen kronen passief werden uitgesproken ; voorts kwamen 9 firma's in de papierbranche met 9 millioen kronen en 8 in het machinevak met 5 millioen kronen in ernstige financieele moeielijkheden. De omstandigheid, dat 't onmogelijk bleek het bouw-krediet in hypotheek-krediet te converteeren, veroorzaakte in de bouwvakken een ernstige catastrofe. Daarentegen werden, vooral in de eerste helft des jaars, in Oostenrijk verscheidene niéuwe industrieele ondernemingen opgericht of van bestaande het kapitaal vergroot. De voornaamste daarvan waren de vereenigde Oostenrijksche Textiel-industrieMaatschappij, die met medewerking van de Bodenkreditanstalt" te Weenen tot stand kwam en waarvan het kapitaal 10 millioen kronen groot is, alsmede de Helios", die met een even groot kapitaal, eveneens door de hulp van groote banken, werd tot stand gebracht. In het geheel hebben 52 industrieele maat schappijen haar kapitaal met 94 millioen kronen uitgebreid, terwijl in 1911 slechts 33 ondernemings haar kapitaal met 72 millioen hebben vergroot. Het totaal der uitbreidingen en nieuwe ondernemingen bedroeg in 1912 313 millioen kronen, tegen 358 millioen in 1911 en 360 millioen in 1910. In dit opzicht was de be drijvigheid dus geringer. Maar in het laatste trimestre kwam daarin nagenoeg algeheele stilstand wegens den oorlog en de ernstige vrees voor internatio nale verwikkelingen. 10/1-'12. v. D. S. Erratum. H. J. Fr., 's Hage. Dank voor uwe juiste opmerking betreffende het dis conto der Deutsche Reichsbank, dat in Dec. 11. tot 6 en niet tot 6>i pCt. is verhoogd geworden. v. D. S. llimillllllllllllllllMIIIIIMIIIIIIIIIIMHI HETSJES Het Trouwbeen (Een geschiedenis van vrouwenliefde) door PEET BOETSER Er was eens een jonge man, die zoo bui tengewoon mooi en beminnelijk was, dat hij vergood werd door alle vrouwen die een ander lief hadden, en gehaat werd door alle andere die hém beminden ; hij echter was even dom als elke andere mooie of leelijke man, en was wanhopig verliefd op een meisje, die echter niets van hem weten wilde. Ik word soldaat, en Iaat me doodschie ten', als je niet met me trouwt!" dreigde hij haar. Maar zij, zoet glimlachend als om het mooiste geschenk dat hij haar had kunnen geven, zag hem diep in de oogen, en zei kalmpjes: word dan soldaat!" En hij werd het, verloor een been in zijn eersten veldslag, en keerde terug in zijn oude woonplaats, een verminkte. Maar kort na zijne terugkomst ontving hij een bezoek: het was het meisje dat hem in den oorlog had gejaagd. Wat kom je doen ?:' vroeg hij, met een somberen blik op zijn been, en het hart als een rijpe druif zoo vol van wanhoop. Ik kom je mij zelf brengen, want nu kunnen wij trouwen," zeiden zij. Want zie je," ging zij voort, toen je je been nog had, kon dat niet, want alle vrou wen waren gek op je, en ik wil je alleen hebben als ik je trouw. Maar nu zien ze je niet meer aan, maar zeggen van je: och, kijk die stumperd daar," en dat be zwaar bestaat dus niet meer, en hier ben ik." En tegelijkertijd reikte zij hem een pak over: mijn huwelijksgeschenk," zeide zij. Het was een prachtig en kunstig bewerkt houten been. Mijn trouwbeen," zei de man, weenend en glimlachend. En zij trouwden en waren gelukkig, en met hun geluk keerden ook de schoonheid van den man en de bewondering der anderen weer terug. 't Is toch een pracht van een man," zeiden de vrouwen, als hij zoo fier en ge lukkig voortkloste, en telkens als zijne vrouw dat hoorde zag zij de sprekenden triompheerend aan, keek daarna vol voldoening naar het houten been van haar man, en glimlachte dan tevreden. Maar toen stierf zij, en de man bleef alleen achter. Doch nauwelijks was de rouwtijd voor den weduwnaar voorbij, of er werd op een dag aan zijne woning gescheld. Hij deed open en nam een pak in ontvangst: het was een sierlijk houten been, vergezeld van een vriendelijk briefje van een vrouw, die daarin een spoedig bezoek in het vooruitzicht stelde. Dien dag werd er nog verscheidene malen gescheld bij den weduwnaar, en telkens nam hij een pak in ontvangst, begeleid dooreen vriendelijken brief, en toen het avond was stonden dertien stevige houten beenen tegen den muur zijner kamer opgesteld, en de man zat er bij en dacht na. En den dag daarna en de volgende kwamen de schenksters der dertien houten beenen hem bezoeken, en vleiden en vertroostten hem zoolang en zóinnig, tot hij ze allen met n slag had dood kunnen slaan. En allen zeiden zij: u vindt het toch niet brutaal dat ik een been voor u heb ge kocht? Ach ziet u, ik zag u zoostumperen met dat oude been, dat u nu al zoo lang hebt, en ik zag zulk een mooi, en zoo be spottelijk goedkoop, een gelegenheid, weet u, en toen heb ik het maar gekocht, en nu moet u het eens dadelijk probeeren". En de weduwnaar hoorde dat alles aan, en verwenschte hen zoo erg, dat hij eindigde met bang te worden van die menschen, die op zulke verschrikkelijke plaatsen thuis hoorden. En hij vroeg zich af, hoe in duivelsnaam zij toch dien boosaardigen inval hadden kunnen krijgen, om zich juist aan zijn liefste aandenken vast te klemmen, en hem dat daarmee te bederven, maar niettemin want hij was een man der wereld was hij be leefd en zeide: o neen, ik ben u heel dankbaar, inderdaad! En nietwaar, een houten been kan men altijd wel gebruiken!" En dan paste hij ze aan en strompelde er op rond, tot zijn afgeschoten stomp ervan blauw zag. Hij liep op een eikenhouten en op een mahoniehouten been, op beenen met stalen veeren die slechts een bepaald aantal stappen per minuut veroorloofden, en op beenen met zelfstappers, die automatisch de knieën bogen en strekten, zoodat hij er in eens mee vandoor ging, en een rem moest gebruiken als hij wou stilstaan. Dan was er ook nog een cubisch been, n ook nog een futuristisch. Maar na elk been dat hij ge probeerd had schudde hij het hoofd en zette het zwijgend op zijde, en dan zeide hij met een zucht: het is een mooi been, dat is zoo, en het is door een kenner gemaakt. Maar voor mij gaat er toch niets boven mijn trouwbeen !" In den beginne, als hij dat zei, huichelden de dames allen een groote bewondering, en dan zeiden zij: ja, maar dat been is ook eenig! Zoo'n been heb ik nog nooit gezien. En wat staat het u goed ! Als ik u was ge bruikte ik het eiken dag. Spaar het maar niet. Alleen zoo af en toe kon u het dan eens met een ander probeeren, om er aan te gewennen voor het geval dat u met uw eigen been eens iets overkwam. Of eigenlijk zou dat toch ook zonde zijn. Zoo'n been krijgt u nooit terug. Neen, als ik u was gebruikte ik het alleen 's Zondags, want zoo'n been is een sieraad voor de straat. En met alle liefde wil ik het dan in de week voor u onderhouden en in de boenwas zetten." Maar toen dat zoo dagen lang duurde, en de man niet ophield met te spreken over zijn been, begon hun dat te vervelen, en eindelijk zeide een van hen: Is het eigenlijk niet een beetje ouderwetsch, dat been van u, als ik het goed heb ?" Dat been wordt nooit ouderwetsch", zei de weduwnaar. Het is bijna klassiek". Nu ja, maar ik vind het niets mollig. Kijk u dit been eens", en zij wees op haar eigen houten geschenk: wat 'n schoonheid van 'n kuit heeft dat! 't Is'n rijkdom, zoo'n been !" Maar de weduwnaar werd boos, en plechtig zei hij: dat been is mijn trouwbeen, juffrouw!" Dat weten we nou allang, dat dat je trouwbeen is !", riep toen de juffrouw, 't Is je trouwbeen hier en je trouwbeen daar, en niets is zoo goed als je trouwbeen. Is dat een manier om 'n fatsoenlijke vrouw, die je k 'n pracht van 'n been heeft ge geven, te behandelen ! Loop naar de weerga met je trouwbeen, dat zeg ik. En nou moet het ineens maar uit zijn ook: hier mijn been zeg ik je! 't Is zonde van het geld dat eraan is verknoeid voor 'n man die dat toch niet waardeeren kan." En met haar been onder den arm vertrok de vrouw. En nog denzelfden dag gingen nog twaalf andere vrouwen door de straat, allen eveneens niet een houten been onder den arm, en even opgewonden en rood als de eerste. Maar het was dan ook geen doen, zijn been zoo te zien beschimpen tegenover dat van een ander, al was het dan ook het been van een overledene. Doch den volgenden morgen wachtte den weduwnaar een droevige ontdekking: zijn trouwbeen was weg. Het was gestolen, en verruild voor een ander, onaanzienlijk, ge brekkig been, het slechtste van al de beenen die hij in zijn huis had gehad. Het was een wraakneming der vrouwen, natuurlijk. Acht dagen stumperde de man met zijn slechte been nu rond, en toen viel hij van de trap en brak zijn andere been. Wekenlang lag hij in het ziekenhuis, en toen de tijd naderde dat hij het verlaten kon, kreeg hij bezoek: het was de vrouw die het eerst met hem had ruzie gemaakt. Wat kom je doen ?", vroeg hij. Ik kom je halen", zeide zij. Ik heb een wagentje meegebracht, en als je wil zal ik je rijden. En als je het goed vindt, wil ik je wel altijd rijden, en dan kunnen wij trouwen ook, wat voor jou, stakkerd, ook wel het beste is. Want zie je, alle vrouwen laten je nu alleen, en ze zeggen : de stum perd, nu moet hij gereden worden, en wie zal dat zijn heele leven willen doen!" en het hof zullen ze je dus nu niet meer maken. En je trouwbeen is nu ook van de baan, want als ik je rijd, zal je vanzelf wel moeten denken aan mij, en niet meer aan die andere, die je nog steeds voor den geest zweefde, en dat vind ik plezierig, want zie je, als ik je trouw wil ik je alleen hebben, en wil je niet deelen met een been". En zij trouwden en waren gelukkig. En in hun geluk fleurde de man ook weer heelemaal op, en als de menschen hen samen zagen, hij in een sierlijk wagentje, en zij trotsch als een koningin er achter, hadden zij ook volstrekt geen medelijden meer met hem, maar zeiden : wat een flinke, mooie man blijft dat toch ! En dat voor iemand die zichzelf niet redden kan !" En zijn vrouw, achter den wagen, kleurde van geluk als zij dat hoorde, en triompheerend zag zij de andere vrouwen aan, die ook om hem heen hadden gezwermd, en dan keek zij eens naar zijn beenen, en glim lachte zelftevreden. Maar ook zij stierf, en de man prees haar hemelhoog, totdat op een dag in een kast die haar had toebehoord een zonderling pakket werd gevonden, en daarin zat zijn trouwbeen. Zij was dus de dievegge. Het been was daar goed en teeder ver zorgd; er waren twee roode linten omheen gestrikt, en het rook naar lavendel en kam fer, en toen de man dat zag vergat hij alles wat met hem was gebeurd, het verlies van zijn eerste en dat van zijn tweede been, en toen zei hij: Zij was een engel! Zij doet mij denken aan Sofie, mijn eerste vrouw, en ik verlies alles aan haar, want zij had hart. Zij zou mij aan stukjes gehakt hebben als het moest, evenals zij, om het laatste brokje van mij maar te hebben, want zij zijn vreeselijk sleetsch zulke vrouwen, maar zoo is nu eenmaal hun liefde." En met een treurigen blik bekeek hij daarna zijn nog gezonde armen, zijn handen, en wat er verder nog van hem over was, en hij zuchtte: wie zal zich om mij nu nog willen bekommeren! Want zij hebben zoo vreeselijk veel noodig, zulke vrouwen!" * * * Een voorspelling voor 1913 Reeds dikwijls hoorden we in ons land het een en ander over de voorspelling van een waarzegster, in zijn jeugd aan den ouden keizer Wilhelm gedaan, maar, voor zoover ik weet, wist niemand er het rechte van. Dezer dagen nu vertelde een Duitscher me hieromtrent de volgende feiten, de oorkonde waarvan, naar men" zegt, in 't archief des Hohenzollerns moet bewaard gebleven zijn. In het jaar 1829 kwam de toenmalige Prins Wilhelm van Pruisen bij de beroemde Parijsche waarzegster Madame Lenormand en stelde haar vier vragen aangaande zijn eigen toekomst en die van Pruisen. De eerste vraag luidde: Wanneer zal ik strijden aan het hoofd van een leger?" Het antwoord van de waarzegster was: Tel de cijfers van het jaar, waarin we thans leven bij elkaar op, maar zoo, dat 't jaartal bovenaan horizontaal en daaronder vertikaal geschreven wordt, bij elkaar op. Dat was dus: 1829 l 8 2 9 1849 De toekomst gaf de waarzegster gelijk. In 1849 bedwong de prins den opstand in Baden. En wanneer zal ik ten tweeden male als overwinnaar uit een oorlog terugkeeren ?" vroeg de prins verder. De toekomst ligt in de herhaling van dezelfde magische cijferformule, te beginnen met het jaartal, dat we zoo even vonden," verklaarde de waarzegster. En Prins Wilhelm rekende uit: 1849 l 8 4 9 1871 Dat was dus de Fransen Duitsche oorlog, die Madame Lenormand voorspelde. Daarna wenschte Prins Wilhelm zijn sterf jaar te weten, en 't antwoord luidde als te voren: Tel de cijfers van het laatstgevonden jaartal, horizontaal en vertikaal onder elkaar geschreven, bij elkaar op." Dat gaf dus: 1871 l 8 7 1888 En waarlijk, in 1888 stierf Wilhelm als Keizer van Duitschland! Nu was de laatste vraag aan de beurt: Wanneer zal Pruisen bezwijken?" Alweer liet de waarzegsters hem de cijfers van het laatst gevonden jaartal horizontaal en vertikaal bij elkaar optellen en hij vond: 1888 l 8 8 8 1913 Als dit alles geen Fransche pluis-vrucht is, naar Duitschland overgewaaid . . . Het is in elk geval curieus, dat die daar grond vond om te gedijen. S. Ingezonden Dirk Gootjes Aan den heer Ma f f hijs Vermeulen. Wanneer de dingen er zijn, komt het er niet op aan of Jan of Piet ze verwekt heeft. Echter de vreugde van de verwekking is persoonlijk. Is dus persoonsverwisseling voor de massa schijnbaar onverschillig, voor de individuen zeer zeker niet. En hoe groot het genot van de weder-verwekking en verwer king bij anderen ook is, van dit persoonlijke wenscht gén afstand te doen. Ook ik niet. Uw juiste karakteristiek in uw praefatie bij het eerste optreden van den violist Dirk Gootjes heeft mij verheugd en heb ik ge waardeerd. Vergun mij echter in de geschiedenis van het vioolspel een nieuwe faze (wat boven bedoeld persoonlijke betreft) juister te stel len dan in uw stukje het geval is. Niet Dirk Gootjes is de inleider van deze nieuwe faze, maar zijn leermeester, Louis Sterk, bij wien hij zijn algeheele leiding gehad heeft. Indien zin is Gootjes allesbehalve een geïsoleerd" geval. Dirk Gootjes is zuiver een product van mijn school." De psyche is norm, In doel en wijze van het kunst-onderwijs als in kunst. Dat Gootjes in het nieuwe land, waarin hij gevoerd is, ook eigen wegen gaat, dat zal het geval zijn met het groot tal van leerlingen die onder mijn mentoraat nu wordende zijn. In de tendentie van dit schrijven mag ik niet nalaten aan te duiden dat beseffen om trent beteekenis en eisch en waarde van een instrument, dat het beginsel en violistiesch gebeuren van vroeger spraken de dingen, nu is de mensen aan het woord" van mij zijn, enz. Moderne denking en terminologie Heerscht hier. De algeheele opbouw van een nieuwe violistiesche uitvoeringskunst, psyche en materialitcit daarvan, staat kant en klaar. L l B E RTY M£TZ*CO L EIDSCMESTR A AT AMSTERDAM TAPVTEN VERLAAGDE OPRUIMING IIIIMIIII itimiiiitiMiiiiiiti iiiimiiimimi iiniiiiiin mum mimmiiiim mm mmmiiniimmii minimi MimiiMmumii mi nmn»m Zij dient mijn leerlingen. Meerdere uitweiding acht ik niet noodig. Met genegenheid, Louis STERK. Dit stukje werd geschreven direkt na het verschijnen van de praefatie van den heer Vermeulen. Ik meende reden te mogen heb ben dat in de kritiek na Gootjes' optreden een correctie in bovenbedoelden zin zou ge schieden. Nu geen kritiek gekomen is, acht ik achterhouden hiervan ongewenscht. Damspel 10e Jaargang. 12 Januari 1913. Redacteur: J. DE HAAS. Graaf Florisstraat 15*, Amsterdam. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. ONZE CURSUS" Dubbele Valzet Hierbij de laatste slag in deze serie. Na de uitvoerige uiteenzettingen bij de vorige voorbeelden behoeven wij aan het volgende niets anders toe te voegen, dan de raad geving, om deze serie goed te bewaren. Later zult gij het nut daarvan inzien. Nu alle schijven op het bord en gespeeld als volgt: Wit. Zwart. l. 33-28 20-24 2. 38-33 15-20 3. 34-29 16-21 4. 40-34 21-26 5. 44-40 18-22 6. 29-33 Gij ziet, het spel draagt hetzelfde eigen aardige, avontuurlijke karakter als in de vorige voorbeelden 6. 11-16 7. 42-38 6-11 8. 34-29? ZWART. WIT. Nu volgt de slag. (Zie diagram.) W. 29:20 35:24 23:14 33:24 Z. 25-20 25-30 14:25 9:29 22:35 Nu volgt een derde toepassing van den valzet. Bijzonder fraai en leerzaam om de wijze waarop op dezen slag gespeeld wordt. Bij de behandeling komen wij op het merkwaardige nog eens terug. Opnieuw alle schijven in den aanvangsstand geplaatst en als volgt gespeeld: Wit. Zwart. 1. 33-28 18-23 2. 39-33 12-18 3. 44-39 7-12 4. 49-44 Met dezen zet speelt wit op den slag, hetgeen bij 50-44 niet mogelijk is. Bij de voortzetting zult gij dit bemerken. 4. 16-21 5. 31-27 21-26 6. 36-31 Het spel van wit is zeer logisch en kan zeer goed in de partij gespeeld worden. 6. ' 20-24 7. 34-29 23:34 8. 40:20 15:24 9. 44-40 Niet 45-40, dan is het onmiddellijk spelen op dezen slag niet mogelijk. 9. 18-23? ZWART. '** ^S7?/' JF ?01*9*9 (Zie diagram.) Dit is de fout. Veel beter is 1-7, speelt wit dan 41-36 dan W.__?_?__33_: 24 35:24 27:18 Z. 24-29 Ï9:3Ö18-22 13:35 10. 35-30 24:44 11. 28-22 17:28 12. 33:22 44:33 13. 38:16 Wit heeft op fraaie wijze een schijf ge wonnen. Correspondentie. Beste Lucas. Een heel aardig idee. G- N. Als nieuwjaarsgroet wel bedankt. Ik heb 6ct. zorgvuldig bewaard. Van alles wat. Wederom vragen de prestaties van een franschen speler onze aandacht. Thans is het een jeugdig speler uit Lyon, Eyrand. De beide onderstaande standen toonen aan, dat hij een speler is van buitengewone aanleg en de voorspelling, dat wij van dit jongemensch wel eens meer zullen hooren, is zeker niet gewaagd. Dat belooft nog al iets in Lyon. Molimard, Bonnard en Eyrand. Een trio dat er zijn mag. ZWART. -o WIT. Diagram. Zwart 10 schijven op 8, K), 12 15, 17, 18, 22, 29. Wit 10 schijven op 24,27, 31, 33, 38, 43, 48, 49. Een heel gewone stand waarin zwart's laatste zet 23-29 is geweest en nu wint wit heel fraai, door 3 malen meerslag toe te passen als volgt. Wit. Zwart. 1. 26-21 17:37 2. 38-32 37:39 3. 42:23 18:20 4. 27:9 Dit is heel mooi. De schijf die onmiddellijk dreigt geslagen te worden, mag niet genomen worden doordat zwart 3 maal 2 moet slaan. Integendeel slaat schijf 27 nu 2 schijven. 4. 14:3 5. 25:5 Zeer fraai! De volgende slag is echter nog fraaier en moeilijker voor het voorstellingsvermogen. ZWART. 'f* WIT. Stand : Zvvarl 10 schijven op 3, 8, 10, 12 15, 18, 22, 26. Wit 10 schijven op 23, 27, 29, 33, 34, 37/40, 48. Wanneer men aanneemt, dat wit's laatste zet 42-37 is, om van zwart 17-22 uit te lokken, dan is de slag, die nu volgt, er te mooier om. Wit. Zwart. 1. 37-31 26:37 2. 38-32 37:19 3. 29-23 18:38 Ook hier wordt meerslag fraai toegepast. 4. 27:20 Mooi wordt hier schijf 14 verwijderd 4. ' 15:24 5. 39-33 38:29 6. 34:5 Voor liefhebbers een paar slagen om van te smullen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl