Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
19 Jan. '13. No. 1856
Ook in Azië nam de verbetering niet
gelijkmatig toe. Terwijl Britsch- en
Nederlandsch-Indië lang niet te klagen hadden
en het afzetgebied belangrijke uitbrei
ding onderging, was de marktpositie nog
onbevredigend in China, dat zich eerst
langzaam van de jongste revolutie herstelt,
en in Japan, waar het hooge beschermend
tarief den invoer bemoeilijkt, terwijl de
financiëele toestand verbetering behoeft.
In de Vereenigde Staten van
NoordAmerika is de hoogconjunctuur duidelijk
te voorschijn getreden, wat te meer opval
lend is, daar men aan het jaar der presidents
verkiezing gewoonlijk de verwachting van
stremming in handel en nijverheid pleegt te
verbinden.
De vooruitstrevende richting ondervond
ditmaal zelfs, ondanks het bijna zeker voor
uitzicht op een ingrijpende tarief-hervorming,
weinig storing. De schitterende oogst gaf
zoowel de binnenlandserie markt, als den
exporthandel grootere levendigheid, vracht
en clearingverkeer verkregen een aanzienlijke
toeneming en de immigratie, de betrouwbare
barometer voor den economischen toestand
in de Ver. Staten, zal voor 1912 een
recordcijfer aantoonen.
Ook in Canada was de toestand, dank zij
een uitmuntenden oogst, zeer gunstig. Zoo
wel in- als uitvoer ondergingen een be
langrijke uitbreiding.
In Centraal-Amerika was de gang van
zaken over 't algemeen bevredigend, vooral
waf Cuba betreft, waar de suiker-oogst zeer
goed uitviel. Een minder gunstige uitzonde
ring vormt Mexico, dat onder binnenlandsche
woelingen gebukt ging, waarvan men de
juiste gevolgen nog niet kan nagaan.
De toestand in Zuid-Amerika was in 1912
gunstig en de vooruitzichten voor 1913
schijnen tot dusver zeer bemoedigend, vooral
wat Brazilië betreft, voor welk land de hooge
koffie-prijzen, speciaal in het zuiden der
republiek, een tijd van grooten bloei, leven
dige bedrijvigheid en flinken ondernemings
geest hebben doen aanbreken. Minder gunstig
ziet 't er in 't noorden des lands uit, dat
meer afhankelijk is van de richting der
caoutchouc-markt, voor welk product de
prijzen zich van de daling na de laatste
hausse nog niet voldoende hebben kunnen
herstellen.
In Argentinië heeft de tweede helft des
jaars veel goed gemaakt; de laatste
oogstberichten luidden zeer gunstig en wanneer
de voorgestelde verlaging der invoerrechten
spoedigjwordt aangenomen, kan Argentinië
in 1913 een belangrijke uitbreiding van zijn
importhandel tegemoet zien.
Even als voor alle Britsche koloniën en
bezittingen, is 1912 ook voor Australië vol
gens de officieele mededeelingen een goed
jaar geweest.
Omtrent Engeland's buitenlandsche
handelsbew.eging gedurende de laatste 5 jaren,
geven de volgende cijfers (in millioenen
ponden sterling) een denkbeeld:
Jaar. Invoer. Uitvoer.
1908 593.1 377.2
1909 624.7 378.4
1910 678.4 430.6
1911 680.6 454.3
1912 744.9 487.4
Het toenemen van den invoer met
64,700,000 in 1912 is dus grooter dan in
een der laatste 5 jaren. Wél bleef de ver
meerdering van den uitvoer met 33,300,000
bij die van 1910 ten achter, maar daartegen
over dient men te letten op de belangrijke
verhooging van het export-cijfer in 1911,
terwijl in dat jaar de stijging van den invoer
zeer bescheiden is geweest.
Een uitbreiding in 5 jaren tijds van
?151,800,000 voor den invoer en van
'£110,200,000 voor den uitvoer, zegt genoeg
voor de beteekenis van den Britschen
wereldhandel.
17/1-T3.
V. D. S.
"I" >ï<
Een geslaagde poging
Indien men de woonwijken van de
Amsterdamsche arbeiders doorkruist, dan zal
men gewaar worden, dat die woonwijken
iMiliiiliiliiiiilmiiiiHiiiiiiiiiimiiiimiiiiiiimMMMiiiHiiiiiiiMiiiiiMiHiii
BRIEVEN VAN DEN HEER
P. LUTIUS Jr.
n.
Waarde Heer,
Als gij dan denkt, dat uwe lezers er
zoo gebrand op zijn, kunt gij van mijnent
wege boven mijn brief het portret in
visiteformaat afdrukken, dat ik u laatst
leden herfst geschonken heb (mijn
Snob-hond staat er naast mij, de lieve
jongen!, en mijn grootmoeders deftige
conterfeitsel herinnert aan het verleden van
'mijn geslacht: zij heette, gelijk in onzen
ouden bijbel staat, Maria Anna en was
de vrouw, in tweeden echt, van mijn
grootvader Pieter Jr. Piet als ik, maar
bestaan uit zeer onsierlijk aangelegde woon
straten. Huizen, bestaande uit vier ver
diepingen, rijen zich in het onafzienbare
naast en over elkaar. Arbeidersgezinnen
wonen er vierhoog boven elkaar. Als koop
mansgoederen worden de gezinnen op en
naast elkaar gestapeld.
Des morgens giet zoo'n woonwijk de
gezinsleden de stad in, behalve de moeders
en wat klein grut, blijft er in de woonwijk
der met minder aardsche goederen
gezegenden, niet veel thuis". En 's avonds wordt
de woonwijk volgestampt. i}an leggen de
vermoeide lichamen zich te slapen in de
duistere, sinistere alcoven, dan herbergt
menig perceel een 20 a 25 man.
Ontstaan er in onze stad nieuwe woon
wijken, de huurkazerne met detraditioneele
vier tages eischt de woonwijk op.
De bouwverordening van 1905 heeft het
reeds gevormde vijf-verdiepingshuis onmo
gelijk gemaakt; ware dit niet het geval ge
weest, dan zouden de huurkazernes zeer
zeker in hoogte gegroeid zijn. Het
verdiepingshuis met op elke tage eene woning,
heeft zich ondanks verzwarende bepalingen
weten te handhaven. De bezwaren, die aan
zoo'n tagehuis kleven, zijn vele. De voor
drie gezinnen gemeenschappelijke trap, is een
bron van ongenoegen en ergernis. Behalve
de voor- en achterzijde van zoo'n tage
woning worden alle wanden begrensd door
andere woningen. Elke woning biedt den
bewoner vier buren. Voor die buren zijn er
geen geheimen. Van een familiekwestie ge
nieten op zijn minst vier andere gezinnen.
Alle ellende, die de huurkazerne aanbiedt,
behoeft hier niet uitgeplozen te worden. Elk
gezin, dat zich rekenschap geeft, hoe en
waar het woont, komt tot de erkentenis, dat
de huurkazerne met hare vier tages een
ellendige uitvinding is en dat het betrekken
van zoo'n heele of halve tage-woning een
noodzakelijk kwaad is. Er is waarlijk een
groot verschil tusschen een tuinstad en een
Amsterdamsche arbeiderswoonwijk!
De woningwet opent de gelegenheid, dat
arbeiders-bouwvereenigingen met rijks- en
gemeentehulp woningen kunnen oprichten.
Van deze gelegenheid is in Amsterdam ge
bruik gemaakt, maar steeds werden
vierverdiepingshuizen opgericht. De mee
ning, dat in Amsterdam geen andere
arbeiderswoningen kunnen worden opge
richt dan gelegen in perceelen met vier
tages, was vastgeroest. Er werd niet
eens getracht eene andere bebouwing te
ontwerpen. Een arbeiderswoonhuis bestaande
uit een beneden en een bovenwoning werd
als eene onmogelijkheid beschouwd.
De bouwblokken, de straatbreedten, werden
dan ook steeds ontworpen met het doel voor
oogen om op die bouwblokken en aan die
straten vier hoog boven elkaar woningen
te bouwen.
Aan de woningbouw-vereeniging Eigen
Haard, een arbeidersvereniging toegelaten
ingevolge de woningwet, is het echter ge
lukt, om nu wel niet een tuinstadwijk te
doen ontstaan, maar om twee bouwblokken
met 64 vrije benedenwoningen en 96 vrije
bovenwoningen te bouwen, zoodanig, dat
de huisjes slechts twee verdiepingen hoog zijn.
De omstandigheden waren gunstig, twee
bouwterreinen in de Indische buurt naast
de Derde Ambachtsschool waren ontworpen
met een breedte van 33 Meter d. i. 7 Meter
smaller dan gebruikelijk is in Amsterdam.
De Architect Leliman slaagde er in, aan de
door de vereeniging verleende opdracht te
voldoen, en wist na veel passen en meten op
elk terrein 80 vrije woningen te ontwerpen.
Die twee blokken, waarvan er een voltooid
is en eerlang zijne bewoners kan ontvangen,
en waarvan de andere de voltooiing nadert,
worden omgeven door bouwblokken bebouwd
met de aloude vier-verdiepingshuizen. Zij
vallen dan ook volkomen buiten den toon.
In totaal zijn er 80 kleine woningen en
80 groote woningen, waarvan 8 winkel
woningen.
De kleine benedenwoningen bevatten elk
een woonkamer, een klein keukentje en twee
slaapvertrekken. De kleine bovenwoningen
bevatten een woonkamer, een keuken, een
wij heetten toen nog geen Lutius, een
voudig Lut: In effecten, gelijk ik; hoe zet
zich zoo iets voort in een degelijk land!)
Gij wilt natuurlijk vernemen van mijn
nieuwste colloquia met mijn' vriend
Theodoor Heemskerk. Gij wilt dat alweer
bezigen in uw weekblad. Ik heb hem,
troost u, maar zeer terloops gesproken.
Het was op Mina's feest, dat hij mij
even in den arm nam om eene gunst:
het ernstig onderhouden van Kappeyne,
die in stilte schijnt te ijveren voor een
herkrijging door Amsterdam (gij hebt,
tot mijn schaamte meegedaan aan dat
lawaai) van het Dampaleis. Die quaestie",
vertelde, eenigszins opgewonden, Heems
kerk mij (terwijl Mengelberg nog steeds
op Mina speechte), heeft mij van Kap
peyne een beetje vervreemd! Hoe kan
hij nu, enkel omdat hij stadsadvocaat is,
zóhartstochtelijk verlangen naar een
verandering in den Paleistoestand!" Ik
heb Heemskerk toen beloofd wat hij
vroeg, en zal trachten Kappeyne tot
ernst te stemmen.
Welk een feest, mijn waarde heer, dat
feest van Mina, de huishoudster van
Willem Mengelberg, nzen dirigent! Geen
Hendrickje Stoffels is beter door haren
meester in kleuren gemaald dan deze
Mina door Mengelberg in schallende
dithyramben in den kring der
Toonkunstleden!
Laat ik er u een beschrijving van geven.
Gij weet zeker, dat de aanleiding om
deze trouwe hulpe van onzen grooten
dirigent, deze vrouw die door haar bij
zondere talenten deel heeft aan den
opbloei van het Nederlandsche muziek
leven, te huldigen, gevonden is in een
overigens on-exceptioneel feit van meer
intiemen aard, n.l. de herdenkingsdag van
Willem Mengelberg's twaalf en een half
jarig huwelijk, die bovendien als koperen
rouwdag voor alle Toonkunstdames, die
hem niet getrouwd hebben, eigenlijk niet
de geschiktste gelegenheid was om feest
te vieren. Echter: bind de vreugde eens j
in banden'. Op nauwkeurigheid, gelijk mij
slaapvertrekje en op zolder twee zolder
kamertjes.
De groote benedenwoningen bestaan uit
een voor en een achterkamer en suite, een
keuken en twee slaapvertrekken; de groote
bovenwoningen bevatten een voor en een
achterkamer en suite, een keuken en op
zolder twee slaapvertrekken.
Alle bovenwoninge»hebben een veranda,
de benedenwoningen een plaatsje en een
flinken lap grond. Elke woning is voorzien
van een W. C., terwijl dank zij de bemoei
ingen van de Gemeente electriciteitswerken
het electrisch licht in de woningen niet
ontbreekt.
De gemiddelde bouwkosten per woning
bedragen niet meer dan ?2000.?a ?2200.?.
De kleine woningen kunnen verhuurd worden
voor ? 3.10 a ? 3.35 per week, de groote
woningen voor ? 3.65 a ? 3.90 per week,
terwijl enkele gunstig gelegen woningen
alsmede de winkelwoningen een hoogere
huur moeten opbrengen.
Bijgaande afbeeldingen geven een indruk
van hetgeen bereikt is.
Met recht mag de poging van de vereeni
ging Eigen Haard" dank zij den
onvermoeiden arbeid van het bestuur en van den
architect geslaagd heten. Reeds tal van
huurders hebben zich opgegeven.
Wat is nu echter met deze proef aan
getoond? Dat is de ,vraag, die uit een
oogpunt van stedenbouw dient bezien te
worden. Welnu, ondanks de slechte bodem
gesteldheid van Amsterdam, die het bouwen
zoo kostbaar maakt, is het mogelijk bij goede
verkaveling van de bouwterreinen Amster
dam te bevrijden van de hooge huurkazernes
en kunnen de bewoners van Amsterdam,
die pi.m. ? 3.50 en meer per week huur
betalen, gehuisvest worden in lage woon
huizen. Dat is een stap naar een veel vrien
delijker en behagelijker wijze van wonen.
Maar dan is het ook noodzakelijk, dat bij de
te ontwerpen uitbreidingsplannen rekening
wordt gehouden met deze wijze van bebou
wing. Met deze proef is aangetoond, dat
tuinvoorsteden zooals Engelscheen Duitsche
gemeenten, die reeds kennen ook voor ons
Amsterdam mogelijk zijn.
Het voorbeeld van Eigen Haard heeft
reeds navolging gevonden. Verschillende
bouwvereenigingen zijn reeds bezig met het
oprichten van lage huisjes terwijl door
andere plannen zijn ontworpen.
Zoo, daagt, al is het nog maar zwakjes,
een betere volkshuisvesting voor een deel
der arbeidersklasse.
A. KEPPLER
Damspel
10e Jaargang. 19 Januari 1913.
Redacteur: J. DE HAAS.
Graaf Florisstraat 15'2, Amsterdam.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
ONZE CURSUS"
Valzet '
(Derde serie)
Deze serie bevat de beste van de tot nu
toe behandelde typeslagen. Deze slagen
worden toegepast in logischen spelgang in
tegenstelling met heel veel, die hiervór
behandeld werden, doch die volledigheids
halve dienden vermeld. Nu alle schijven
op het bord en gespeeld als volgt:
Wit. Zwart.
1. 33-28 18-23
2. 39-33 12-18
3. 44-39 7-12
4. 49-44
In het voorgaande voorbeeld wezen wij
reeds op de beteekenis van dezen zet.
4. 20-24
5. 34-29 23 : 34
6. 40:20 15:24
7. 44-40 18-23
8. 31-27 10-15
9. 36-31 13-18?
belieft, en op geschiktheid, gelijk past,
let men dan niet. Eene aanleiding moet
er wezen! en, nu de blikken bruiloft was
gepasseerd, en de tiende verjaardag van
Mengelbergs inschrijving als lid van de
New-Yorksche kegelclub Our William"
k, nu moet het groote nut, dat zijn
twaalfjarig huwelijk de Nederlandsche
Muziek heeft gebracht, een onschuldige
aanleiding wezen voor Mina's, voor
Mina's triomf!
Ik heb mijzelf trouwens ik ben com
missaris van het Concertgebouw wel
willend geëxecuteerd. Ik ben er heen
gegaan. De aandrang van zoovele
vereerdsters van onzen grooten Musicus" en van
zijne Hulpe, en een briefje van mijn ouden
trouwen enthousiast Charles Boissevain
(eeuwig jong!) hebben mij mijn krant
en mijn gemakkelijken fauteuil doen ver
laten, en zoo heb ik mij onder de
Toonkunstenaren geschaard, die het, dit mag ik
wel zeggen, erg hebben op prijs gesteld.
Later merkte ik, waarom het Charles,
den leeperd, te doen was geweest, dat
ik kwam! Hij had een gedicht ver
vaardigd, niet op Mina, dat zou niet in
stijl wezen, maar, alles voor den vorm,
op het Bruiloftsfeest, op onzen Musicus
en op zijn Vrouwtje.
Mengelberg-Cantate heette het.
Het is weer Paaschen:
De groote stilte
Van kathedralen
Vindt ons vergaard
Daar, waarheen Neêrland
Van alle zijden
Nu op kwam trekken
In bedevaart."
Gij weet, dat we net Kerstmis gepas
seerd zijn en hij heeft het over Paaschen".
Uit zulk een dichterlijke vrijheid kent ge
dadelijk mijn vriend Charles, en ik heb
mij, eerlijk gezegd, nooit aan die eigen
schap in hem kunnen gewennen; die
toomelooze verbeelding doet mij altijd
vreezen voor zijn, door mij
hooggeapprecieerde nuchterheid, die hij toch van
dag tot dag noodig heeft, en gelukkig,
tot heden toe tenminste, niet mist.
ZWART.
WIT.
Loopt in de val (zie diagram.)
10. 35-30 24:44
11. 28-22 17:28
12. 33:24 44:33
13. 38:7 l :12
Een aardige verwikkeling.
ZWART.
WIT.
Nu een eenvoudig maar aardig probleempje
(zie diagram).
Stand :
Zwart 5 schijven op 8, 16, 18, 19, 29.
Wit 5 schijven op 21, 28, 38, 48, 49.
Wit speelt en wint.
Oplossing van het vraagstukje.
Stand:
Zwart 2 schijven op 20 en 36.
Wit l schijf op 35 en een dam op 5.
Wit. Zwart.
1. 5.10 20-24
2. 10-15 24-30
3. 35:24 36-41
4. 15-10 gewonnen.
Want speelt zwart 41-46 dan wit 10-5.
Speelt zwart 41-47 dan wit 10-15.
Goede oplossingen ingezonden door
Thomas en Dirk Struik; D. v. Nieuwkerk;
Frits Spoon te Rotterdam, Lucas Smid te
Amsterdam.
Van alles wat
Gedurende de Kerstdagen hadden wij het
genoegen kennis te maken met een amateur
uit het Oosten van ons land, den heer
N. de Vries Czn. De achterhoek heeft ons
tot nu toe geen sterke dammers opgeleverd.
Met te meer genoegen plaatsen wij daarom
hier een stand in een partij waarin de heer
V. een aardigen slag uitvoert.
de Zwaan.
ZWART.
WIT.
N. de Vries.
Geen woord staat in 't bovenstaande
over Mina, zooals ge ziet.
Toch heeft Boissevain aan haar ge
dacht. Hoor maar:
Welk een drijvende macht
Maakt den Meester zoo sterk,
Vanwaar krijgt hij de kracht
Voor zijn eindeloos werk?"
Dat is Alina, gelijk gij straks bemerken
zult.
Maar terstond heeft hij die Hulpe weer
met den mantel der verhevenste poëzie
bedekt. Luister weer:
Heil U, o Bruidspaar. Gij brengt hand aan hand
Vooral uw vrienden den zomer in 't land,
Vroolijk, ja vroolijk, stemt ons uwe vreugd,
Tweetal, dat uitblinkt door liefde en door
[jeugd!
Blijve wat jong is steeds n met uw aard,
Mint al de schoonheid van hemel en aard
En dat des kunstenaar's hoog ideaal
U w houde als dienaar, maar tevens omstraal!
Dat U Gods zegen, o bruigom blijv' bij
En dus uw kunst naar het hoogste steeds lei.
Blijf een bezieling voor 't dierbare land,
Voer ons omhoogals ge wenkt met uw hand.
Gaat samen opwaarts! Maak liefde en genie
Van uw twee levens een pracht-symphonie.
Ik vind dit laatste gedeelte het minst
duidelijke uit de cantate. Maar in mijn
omgeving vond men het algemeen een
pracht-gedicht.
Toen kwam Mengelberg aan 't woord.
Stralend van een geluk, dat ieder hem
gunnen moest, stond hij daar te spreken,
te spreken, ik heb, moet ik zeggen, nooit
iemand zoo lang hooren spreken met
zooveel voldoening, hij sprak een
beetje (maar met warmte) over zichzelf,
veel, vél hartelijks zei hij over zijn
vrouw, uitbundig, geestdriftig was hij
over Mina. Het gansche aanwezige pu
bliek hing hem aan de lippen bij de
verklaring van de détails. In menig
vrouwenoog, dat wel gaarne alle dag op
hem rusten mocht, glinsterde een traan.
Toen hij vertelde hoe een stut en steun
van zijn gezins- en Kunstleven deze Mina
was: kokkin, bibliothecaresse, admini
stratrice, telefoonjuffrouw, directrice der
Stan'd:
Zwart 14 schijven op 4, 5, 8/10, 14/16,19,
21, 23, 24, 26, 27.
Wit 14 schijven op 25, 28, 30, 32, 34*38,
40, 41, 43, 45, 46.
Wit aan den zet deed den volgenden
aardigen slag.
Wit. Zwart.
1. 25-20 14:25
2. 36-31 27:47
3. 38-33 47 : 29
4. 37-31 26 : 37
5. 32-41 23:32
6. 34:12 25:34
7. 40:20 15:24
Een aardige zet. De heer De Vries won
deze partij.
Het doen van een slagzet in een partij is
nu wel geen bewijs, dat iemand een sterke
speler is, doch in een vijftal partijen die wij
met genoemden heer speelden, hebben wij
waargenomen, dat deze jonge man bij ernstige
oefening een zeer sterke speler belooft te
worden.
De volgende stand is uit een partij, door
den redakteur gespeeld.
ZWART.
WIT.
Stand:
Zwart 13 schijven op 6, 8, 10, 12, 14,16, 18,
19, 20, 22, 23/25.
Wit 13 schijven op 27, 31, 33, 34, 36/42,
47, 49.
Wil men dezen stand goed in zich opne
men, dan zette men wit's laatsten zet 32?27
even terug.
Het is eigenaardig; dat zwart na dezen
zet nu slechts n zet heeft die goed is en
wel 12-17. Ieder andere zet brengt zwart
verlies. Zie maar:
Op 10-15, 20-24, of 19-24 wint wit een
schijf door
W^27-21_34-29_37 : 17_31_|_11
Zri6:27 23:32 Ï2:21 6:17
Op 6 of 7-11 speelt wit 27-21, 33-28,
31:4 dam.
Op 23-28 eenvoudig 31-26.
En nu de zet waarbij de slag het aar
digst is.
Zwart 13-18.
W. 27-21 34-29 37_:8J1_:5 dam.
Z. 16:27 23:32~13~:2
Alleen de zet 12-17 voorkomt al deze
gevaren, doch deze zet wordt allén dan
gespeeld, als men al deze slagen doorziet,
want 12-17 maakt de stand schijnbaar nog
losser.
Simultaan-Séance
Morgen zal de heer Ph. L. Battefeld in
hotel de Roode Leeuw", Damrak alhier, een
simultaan-séance geven.
In hoofdzaak voor personen, die nog niet
bij een damclub zijn aangesloten. Aanvang
des middags 2 uur precies. Voorde winnaars
zijn prijzen beschikbaar.
Correspondentie
D. v. N. te R. Dat is volkomen juist.
R. G. te A. Uw oplossing is fout. U speelt
voor wit 35-30 en daarna voor zwart 20-25?
Zwart moet echter 20-24 spelen, wit 30:19,
zwart 36-41. Den moed niet laten zinken.
Een volgende keer beter.
D. en T. S. te R: Wel bedankt voor uw
vriendelijke wenschen. Aan uw verlangen
lioop ik te voldoen.
* * *
garderobe! toen hij verhaalde van haar
potloodlijstjes, met slingerende maar be
kwame hand vervaardigd, bevattend de
menu's, die het meest geliefd zijn bij
Mengeibergs differente loges en vrien
den l)... toen was het een ovatie. De
heele zaal keerde zich naar het balcon,
waar, blozend, de gehuldigde zat. Zij
stond op en boog. De roos op haar hoed
knikte trillend met hare buigingen mee.
Het was gejubel!
Neen, op dat oogenblik, waarde heer,
voelde ik iets in mijn oude knoken van
de geestdrift, die mij zelfs (omdat ik van
nature van het stemmige houd) in jonger
jaren niet dikwijls bezielde. Er is, dacht
ik, iets hoogers dan het alledaagsche!
Wat mij sterkt, als ik, nog steeds be
wogen, over dit Toonkunstfeest nadenk
(gij moet wél onderscheiden: Willetn
Mengelberg is drie malen, naar het heette
om zijn koperen bruiloft, gehuldigd dezer
dagen; ik spreek nu over het Toonkunst
feest), dan is het dit: om zijn kunste
naars te eeren grijpe men nur hinein in
hun volle leven! Is er geene passende
Mina, of ontbeert men een gedenkdag
van 12i;2 jaar huwelijksleven, zoo krijgt
wel een jongstgeborene de eerste tand
of woont een artist vijf jaar in de
Roemvisschers-straat, of is hij 6l/4 jaar in de
belasting aangeslagen. Hulde, hulde, hulde!
Wij, Nederlanders, worden koudbloedig
gescholden door den vreemdeling. Maar
weten wij niet tenminste te rechter tijd
te gloeien? ?
Ik geef u dit ter overdenking, waarde heer
en vriend, en blijf met oprechte achting
Uw dienaar,
PIETER LUTIUS Jr.
1) Uit het notitieboek van Juffr. Mina:
Mijnheer zelf: lof, op alle wijzen toebereid".
Mhr. Flesch: kalkoensche haantjes".
Toonkunst-dames: baisers a la crème". Orkest
leden: zoetzuur". Mhr. Charles E. H.: vol
au vent". Mhr. Schaf er: parfait d'amour".
Mhr. Richard Straus: trommelkoek". Mhr.
Röntgen: boerejongens".