Historisch Archief 1877-1940
19 Jan. '13. No. 1856
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Ontwerp afd. 1913 van de Vrouw 1813/1913, door G. Molenaar te Zaandam.
Ontwerp afd. 1913 van de Vrouw 1813/1913, door G. Molenaar te Zaandam.
1913 behalve van Industriescholenons spreken
van kook- en huishoudscholen,
vrouwenarbeidscholen, kweekscholen voor onder
wijzeressen, vroedvrouwenscholen, handels
cursussen, opleidingscursussen voor ver
pleegsters, voor onderwijzeressen bij het
fröbelpnderwijs, voor kinderjuffrouwen en
wat niet al.
De moeilijke vraag, of de gehuwde vrouw
al of niet in de school mag worden geduld,
eene vraag, waarover de Onderwijsafdeeling
1913 zeker nog wel eenig licht zal laten
schijnen, was in den Franschen tijd, waar
heen déschoolwereld in de historische
afdeeling ons zal terugvoeren, in het geheel
geene vraag. Bij de oprichting der Open
bare Werk- en Leerschool werd daaraan
Allerlei
Kingen
Ringen zijn niet altijd zoo onschuldig, als
ze er uitzien: de Fransche Apaches maken
er gevaarlijke wapens van.
Men vervaardigt in Parijs ringen, waarvan
het versierde bovenstuk een roos is, van fijn
en artistiek bewerkt platina. Elk der blaad
jes echter is zoo scherp als een mes en wie
een vuistslag krijgt met de hand, welke dit
sieraad aan den vinger draagt, kan daarmee
ernstig en zelfs doodelijk verwond worden
in 't gelaat. Deze gevaarlijke ringen, waarvan
er enkele in 't bezit zijn der Parijsche politie,
zijn ware meesterstukken voor
goudsmidskunst.
* * *
Veeren-vrees
Eenigen tijd geleden ontving ik een
schrijven van een trouwe lezeres", die zich
beklaagde dat ik met al te veel geestdrift
de veerenmode op den winterhoed had aan
geprezen. Ik voelde mij aanvankelijk bij deze
klacht als een groote zondares, want ik had
werkelijk met lyrisch enthousiasme geschre
ven over de prachtige pleureuses, die ik in
verschillende winkelkasten uitgestald zag.
Ik bracht mij echter spoedig te binnen dat
de pluimen, die ik bewonderd had,
struisUIT DE NA TUUR
IIIIIIIIIIIIlUllllllllillllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIHI
DX.
Professor Hugo de Vries
Er wordt mij gevraagd, of ik kans zie,
de beteekenis van het wetenschappelijk werk
van Hugo de Vries, in het kort voor de
lezers van de Groene, bevattelijk uiteen te
zetten.
Nu ligt er voor mij in zulk een opgaaf
iets bekoorlijks en daardoor iets verleidelijks.
Het is al doende voor mij een levenstaak
geworden, dat populariseeren van de biolo
gische wetenschap, en, ik ben voor geen
kleintje vervaard, dat lieb ik wel getoond;
ook zelfs niet bang voor kans op een flater,
als ik er mijn doel door kan bereiken.
Maar hier sta ik toch voor een aller
moeilijkst geval. Ik moet iets doen, dat door
een meester in de kunst van populariseeren
tevens doctor in de betreffende wetenschap
voor ondoenlijk is verklaard: Om de denk
beelden van Prof. de Vries goed te volgen
is overigens zooveel kennis van
plantenanatomie, histologie en physiologie noodig,
dat wij het als boven onze krachten be
schouwen daarvan een populaire, algemeen
bevattelijke uiteenzetting te geven." Dit
schreef dr. H. Hartogh Heys van Zouteveen
in een aanteekening bij zijn zeer goede
en populaire Darwin-vertaling.
Mijne krachten zijn zonder eenigen twijfel
veel geringer, en hoezeer ik steeds tot doen
geprikkeld wordt, juist door zaken die boven
mijn krachten liggen, ik zou op het verzoek
der redactie een briefkaart met bovenstaand
citaat gezonden hebben, indien het geciteerde
nu en niet... voor het vorige geslacht
geschreven werd.
We zijn nu meer dan 25 jaar verder dan
toen Darwins werken" verschenen, en sinds
dien tijd is er heel wat aan natuurkennis
gedaan en over natuurkennis geschreven
in ons land; ik zelf ben in ons populaire
Weekblad mijn 500ste opstel al voorbij.
Indien ik daarmee eenig nut heb gesticht
dan moet het allicht dit wezen, dat het publiek,
althans mijn publiek van de Groene, nu wel
zooveel van natuurkunde weet, dat het de
denkbeelden van Prof. de Vries wél kan
volgen, ook al zouden ze niet in bepaald
gepopulariseerden vorm worden aangeboden.
Ik heb het trouwens al meer dan eens
met u gehad over studies, die de grenzen
der menschelijke kennis naderen, en dan
juist bleek het mij, door vragen der lezers
om nadere inlichtingen of litteratuur, dat
zij wel degelijk goed gelezen en begrepen
hadden.
De zaak is, onder ons gezegd, zoo heel
moeielijk niet, als wij maar bij de hoofdzaken
blijven. Ik heb eigenlijk maar twee begrippen
wat ruim uiteen te zetten, Intra-cellulaire
Pangenesis van Hugo de Vries en zijn
Mutatie-theorie in hun verband met Darwin's
ideeën; dan zijn wij klaar.
Eerst het eerste:
INTRACELLULARE PANGENESIS
von
HUGO DE VRIES
Professor der Botanik a. d. Universitat
Amsterdam.
Gustav Fischer. - Jena 1889. - Preis4Mk.
benoemd tot hoofd Grietje Krijgsman, huis
vrouw van Leendert Brandenburg; en het
was in die dagen zoozeer eene stilzwijgende
overeenkomst, dat de onderwijzer zich in
de school liet bijstaan door zijne vrouw,
dat hij, wanneer hij weduwnaar was of
ongehuwd, eene onderwijzeres in het breien
moest bezoldigen uit eigen kas. Er werd
ook op gerekend, dat de onderwijzer bij
ziekte of ouderdomsgebreken zich liet ver
vangen door zijne vrouw, want aan pensio
neering werd toen nog niet gedacht, voor
den onderwijzer zoo min als voor de onder
wijzeres. In de lijvige notulenboeken van
het College van Curatoren der Stads Armen
Scholen te Amsterdam kan men dan ook
lezen, hoe daar in behandeling kwam het
in iiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiini minimin iiiMiiiminmi
veeren waren, en dat de struisvogel om zijn
pluimen nimmer gedood wordt. Als ver
ontschuldiging schreef ik toen, wat ik van
de Struisvogel-farms wist, en ik vermeldde,
dat de veeren op zekere tijden van het jaar
op volstrekt niet pijnlijke wijze werden uit
getrokken. Bij nadere inlichtingen evenwel
is mij gebleken, dat dit laatste onjuist is...
de zaak is n.l. nog onschuldiger: de struis
vogel lijdt in 't geheel niet onder de
veerenplukkerij, want zijn pluimen worden niet
uitgetrokken, maar stuk voor stuk zorgvul
dig afgeknipt. Het schaap wordt geschoren
om zijn wol, de struisvogel geknipt om zijn
pluimen. De zachtzinnigste dierenvriend
zal er geen bezwaar in vinden, om een
Jagerhemd te dragen en de fijngevoeligste
dierenvriendin behoeft zich dus niet te
schamen om haar hoed met de prachtige
struisveeren te sieren.
* * *
Aigrette
Een veer, die evenals de struisveer de
bezondere gunst geniet van al wat sjiek en
modieus is, die reeds langer dan een eeuw
prijkte in het kapsel der dames van de hoogste
aristocratie op hofbals en diners, is de zoo
genaamde Aigrette, afkomstig van den zil
ver of aigret-reiger, die speciaal om deze
pluimpjes gezocht wordt. De aigret-reiger
Tusschen haakjes lezer, bestel het boek
maar niet; het is sedert lang uitverkocht; en
antiquarisch" worden fantasie-prijzen ge
vraagd, die iemand doen schrikken. Herdrukt
wordt zoo'n boek niet, het is een monument,
een historische gebeurtenis met een be
paalden datum en die herhaalt zich niet.
Een herdruk zou een heel ander boek
worden. Maar in 1909 is het door een
Professor aan een Amerikaansche Univer
siteit C. Stuart Gage, ten behoeve van
Engelschen en Amerikanen die geen Duitsch
kunnen of willen lezen, in het Engelsen ver
taald, en nu kost dat beroemde 4
markboekje 12 shillings netto. Engelsche boeken
zijn duur.
Denk nu niet, als het u belieft, dat tot in
1889 prof. de Vries in de wetenschap een
onbekende zou zijn geweest. Hij was al
lang te voren weltbekannt" door zijn talrijke
publicaties, zijn kweekproeven met planten,
met stengelwringing vooral, en door zijn
geniale studie over de osmotische spanning
in de plantencellen. Maar dat zijn dingen
die al weer oud zijn en zoo overbekend,
dat de ontdekker al weer vergeten wordt!
Daarvoor zou professor niet naar Engeland
en Amerika geroepen zijn. Wat voor Hugo
de Vries en, door hem, voor Amsterdam en
Nederland een blijvende roem is gebleken,
dat is zijn grootsche denkwerk in verband
met het Darwinisme.
In 1859 werd voor goed, door Darwins
genie, door zijn geweldige werk- en zeggings
kracht, in den menschelijken geest de idee
gedreven, dat de tallooze soorten van levende
wezens, de mensch incluis, niet altijd bestaan
hebben zooals zij nu zijn; maar dat de
onderscheiden families, geslachten en soor
ten uit elkaar zijn ontstaan; dat er namelijk
een geleidelijke ontwikkeling, een evolutie
heeft plaats gehad, waarbij uit de eenvou
digste, de weinig of niet gespecialiseerde
wezensflangzamerhand de meeringewikkelde,
de meer en beter of rijker georganiseerde
te voorschijn kwamen; terwijl als uitzonde
ring ook gevallen bekend zijn, waarin een
hooger ontwikkeld wezen door eenzijdige
specialiseering tot een lager of althans een
voudiger georganiseerd wezen kon worden;
zooals bij parasieten het geval kan zijn;
vele dezer dieren zijn tot een enkele- eet en
Jean Baptiste de Lamarck,
schrijver van de Philosophie Zoölogique 1809
verzoek van eenf82jarigen, half blinden, half
verlamden onderwijzer om ontslag behou
dens eene kleine toelage, omdat hij anders
wel genoodzaakt zoude zijn, zich opnieuw
in het huwelijk te begeven," ten einde name
lijk zijnen post te kunnen behouden door
den schoolarbeid af te schuiven op zijne
vrouw. Uit welke beweegredenen men in
den loop der tijden al niet in het huwelijk
is getreden!
In de Afdeeling Onderwijs 1913 zullen wij
zeker ook wel vinden plannen en modellen
voor schoolgebouwen en hoe zullen die af
steken bij de kamertjes en keldertjes, waarin
men eertijds ook de deftige schoolkinderen
onderbracht. Wie dacht toen aan scholen
bouw ? Een woonhuis was immers
gemakis een Europeesche vogel, die aan poelen en
meeren leeft in Hongarije. De legende heeft
zich verbreid, dat deze vogel, om de enkele
kleine veertjes, die mode en pronkzucht van
haar eischten, gevangen en gedood werd, en
men heeft er ons dames een grief van ge
maakt, dat we geen afstand konden doen
van de sjieke en onvervangbare aigret, die
evenals de paarlen collier onafscheidelijk is
van groot toilet," terwijl daarvoor toch on
schuldige dieren gemarteld en gedood moes
ten worden !... Ook dit evenwel blijkt een
fictie. Voor het verzamelen der aigretveeren
is het volstrekt niet noodig de reiger te
dooden, zelfs niet haar te pijnigen of te
kwellen, want ze laat tweemaal in 't jaar
in den ruitijd de gewenschte pluimpjes
vallen, en de Hongaren zoeken ze tusschen
het riet op. De kostbare vogel geniet na
tuurlijk volop bescherming, want het dooden
van dezen poelbewoner zou het uitsterven
van het ras ten gevolge kunnen hebben....
Niemand behoeft er dus een gewetenskwestie
van te maken de aigret te dragen... de
vogel die u dit sieraad leverde, stapt ver
moedelijk nog vroolijk rond door haar poeltje,
waar zij in gezelschap van een groot aantal
harer natuurgenooten de spartelende vischjes
uit het troebele water grist. Wellicht zal ze
in goede gezondheid nog honderd en zooveel
eierzak gereduceerd; soms is alleen in den
larve-toestand of anders in den
voortplantingstijd hun afkomst kenbaar.
Door het bijeen brengen eener overstel
pende macht van onloochenbare feiten, is het
Darwin gelukt, op eens aan duizenden en
duizenden de overtuiging te geven, dat in
derdaad alles wat leeft aan elkaar verwant
is; en dat het uit n of meer oerwezens zijn
oorsprong heeft genomen. Al was Darwin
niet de eerste die deze idee verwerkte,
zijn voornaamste voorganger was de La
marck hij is er de vastlegger en
uitbreider van geworden.
Maar daarmee, met de logica der feiten,
hield Darwins werk niet op. Nadat vrijwel
algemeen in de kringen der natuurkundigen,
was aangenomen dat de soorten ontstaan
moesten zijn door ontwikkeling uit elkaar,
rees, na den langen strijd en de finale over
winning van de nieuwe idee, uitteraard de
vraag: Hoe ging dit dan? Waardoor en wan
neer verandert een soort in een andere?
Dit nu kon niet door directe waarneming
worden nagegaan. De soorten waren er; van
vele bestaan de naast-verwante en
verderverwante ook nu nog; van de uitgestorven
soorten gaf de palaeontologie elkeiulag meer
voorbeelden; vooral van de schelpdieren,
zoodat hun aantal fossiele soorten toen al
grooter was dan dat der levende. Maar hoc
de eene soort verdween en de ander ver
scheen, dat moest nog beredeneerd worden.
Darwin nu gaf daarvoor de bekende ver
klaring, dat in den strijd om het bestaan
de meest geschikte individuen blijven bestaan,
terwijl de andere ten onder gaan. Bezit een
individu een eigenschap, die de andere van
de zelfde soort niet bezit, en die van voor
deel is, dan zal in vele gevallen de bezitter
allicht daardoor in gunstiger conditie komen;
zich beter kunnen voeden, hij zal sterker en
gezonder worden, zich gemakkelijker kunnen
Charles Darwin
in zijn laatste levensjaren.
handhaven tegen zijn vijanden en mededin
gers, hij zal zich voortplanten en...
zijn'nakomeiingen erven de nieuwe eigenschap. De
nakomelingen van deze komen weer in beter
conditie. De eigenschap is bij elk volgend
geslacht wat sterker, daar zij gunstig werkt.
Ten slotte verdringen de aldus steeds meer
begaafde wezens de misdeelden; en deze soort
is uitgestorven: een andere, die er echter
kelijk genoeg tot een school in te -richten;
en toen Curatoren der Stads Armen Scholen
te Amsterdam, bij hun optreden in het jaar
1797, eene hoog noodig geworden reorgani
satie ter hand namen, brachten zij met groote
zelfvoldoening de kinderen, die huns inziens
al te gebrekkig gehuisvest waren, over naar
eene verlaten suikerraffinaderij, naar eene
oude manege, naar eene buiten gebruik ge
stelde bierbrouwerij. Zij waren daarbij zelfs
bedacht op zorg voor eene goede verlichting
en lieten zich door den schilder Pieneman
op het vernuftig denkbeeld brengen om de
ruiten der vensters, waar het zonlicht al te
fel binnen viel, te besmeren met krijt, waarin
wat groene verf was gemengd." Voor de
avondverlichting, rekenden zij, moesten
worandere dames met een aigret-pluim gelukkig
maken.
* * *
Mof j es
Een kenmerkend verschijnsel voor de mode
van dezen winter zijn de moffen. Welk een
stijven, burgerlijken indruk maken de ronde,
knusse, boersche handmofjes van een jaar
of zes geleden tegenover de geweldige
gevaartes, die madame Mode ons thans in
de hand geeft.
Tot nog toe zijn ze steeds gegroeid, steeds
slapper en losser geworden; steeds meer
hebben ze de vorm aangenomen van een
afhangende portiêre, een draperie, die
veeleer bestemd schijnt tot een eenigszins
vreemde versiering van het toilet, dan om
de koude handen te warmen.
De moffen hebben thans niet zelden een
breedte van een halven meter en hangen
in zwierige plooien en rimpels wel zestig
centimeter naar omlaag. Het sjieke gevaarte
wordt gedragen met naar omlaag gestrekte
armen, zoodat het somtijds niet meer dan
een centimeter of vijftien van de voeten
verwijderd blijft. Wellicht hebben we over
eenigen tijd wel moffen.... met een sleep.
Gelukkig voor de arme pelsdragers zijn
deze reusachtige wintersieraden
nietuitsluiteed van bont maar doorgaans van peluche
maar zeer weinig van verschilt, is ontstaan.
Dit nu is aannemelijk. Er is echter een
maar". Een sprekend en waarneembaar geval
ter illustreering van zoo iets, was niet te geven.
Natuurlijk niet. De nieuwe eigenschappen
die tot soortvorming leiden, zijn volgens
Darwin in den beginne niet merkbaar; zoo
weinig is het verschil met den ouden vorm;
alleen door opeenhooping wordt de eigen
schap ten slotte zichtbaar, of op andere wijze
bemerkbaar.
't Is een uiterst langzaam voortgaand proces,
een gestadige overgang van het een uit
het ander; iets, als voor een kind het voort
gaan van de uurwijzers is; dat ziet het
niet en het gebeurt toch, want het feit bestaat
dat zij zich na eenige oogenblikken werkelijk
verplaatst hebben. De oorzaken van de
evolutie zouden dus liggen in de kweekende
macht, de uitkiezende en wegvagende werking
der omstandigheden; evenals een
paardenkweeker een bepaald ras opzettelijk kan te
voorschijn roepen door alleen de dieren tot
voortplanting toe te laten, die de gewenschte
eigenschappen bezitten, evenzoo zou de
natuur de soorten kweeken. Deze onder- i
stelling sluit een andere in, namelijk, dat
een tijdens het leven verkregen eigenschap
of beter gezegd een wijziging door de
lichaams-cellen opgedaan, over zou gaan
op de geslachts-cellen, daardoor op de kiem
van het nieuwe leven ; waardoor de nieuwe
eigenschap erfelijk en standvastig zou
worden.
Deze onderstelling nu eischte weer een
aanschouwelijke verklaring. Hoe kan dat?
Ook hiervoor gaf Darwin een meening, een
hypothese: de Pangenesis. Het woord
beteekent zooveel als: waar alles uit ontstaat."
Darwin stelde de zaak zóvoor: Evenals
uit den zaadkorrel of het bevruchte ei alle
deelen van het lichaam ontstaan, zoo bevat
elke oorspronkelijke kiemcel, hetzij
stuifmeelkorrel of eicel, zelf weer deeltjes,
(gemmulae) heel kleine onzichtbare stoffelijke
partikels, die de vertegenwoordigers of de
dragers zijn der erfelijke eigenschappen van
het individu. Deze gemmulae" vermeerderen
zich door deeling, op de wijze van eencellige
wezens, amoeben, bacteriën of zoo; en wan
neer de bevruchte eicel zich deelt, gaan zij
op de kindercellen over; van deze weer op
Hugo de Vries
omstreeks 1889.
den gebruikt, op zes leerlingen ëéne kaars,
voor de borden vier, en voor den gang, het
portaal en den trap twee kaarsen, van zes
in een pond, welke gedurende twee avonden
behoorlijk licht geven". Nu heeft men in
schoollokalen electrisch licht en zoekt dit
nog zoo te plaatsen en te verdeelen, dat
nergens hinderlijke schaduwen vallen. Maar
wie dacht toen aan schoolhygiene, aan
schoolverwarming, aan schoolartsen, aan
schoolverpleegsters, aan schoolbaden, aan
schoolvoeding en wat dies meer zij ?
(Slot VOlgt) JOHANNA W. A. NABER
met een smallen bonten rand, soms ook van
satijn met langharigen peluchen rand. Het
allernieuwste is bruin of zwart bont met
randen van pointe de Venise. De combinatie
schijnt zonderling, maar voldoet niettemin
schitterend.
't Levend portret
In eenige Parijsche modemagazijnen heeft
men een snufje ingevoerd op het gebied
der Mannequins". Of 't de Printemps, of
La Bourse, of de Louvre" was, die 't uit
vond weet ik niet, maar succes had 't. Bij
de show" der nieuwe modé's van 't seizoen
komen de genopdigden namelijk in een ver
trek, waarvan de achterwand bestaat uit een
effen veld van paon-zijde. In 't midden
daarvan hangt een groote ovale Louis-XVI
portretlijst van verguld. Als alle gasten
gezeten zijn wordt het op eens hel-licht in
het donkere middenvak van de lijst, die nu
de omranding is van een fijn gemeubeld
boudoir. En te midden van dit fijne intérieur
staat een modieus gekleed dametje dood
stil als een fraai geschilderd vrouwenportret
in de omlijsting van goud. Het effect is
buitengewoon !
ALLEGRA
de beide kleinkinder-cellen van de pas ont
stane cellen; van de kleinkinder-cellen, na
deeling, op de achter-kleinkinder-cellen, en
zoo voort en zoo voort; zoodat het geheele
individu uit ontelbare cellen opgebouwd,
toch in al zijn deelen of cellen de gemmujae
bevat, waaraan het geheele individu zijn
eigenschappen kan ontleenen.
Hieruit zou moeten volgen dat elke cel
voorzoover die niet door een of andere
oorzaak voor verdere deeling ongeschikt is
geworden, alle gegevens bevat om tot een
volledig individu uit te groeien. En dit nu
is niet in strijd met de feiten gebleken;
tegen deze hypothese is nog maar weinig
ingebracht.
Maar Darwin maakte zijn hypothese twee
ledig en dat moest hij, hoewel schoorvoe
tend, wel doen, om te verklaren, hoe tijdens
het leven verkregen eigenschappen invloed
konden oefenen en daardoor andere soorten
doen ontstaan. Hij voelde zeer goed, dat hij
nu weinig vasten grond meer onder zich
had; en, meer geschoven" dan schuivend",
gaf hij de onderstelling, dat ook lichaams
cellen (groeiende of al volwassen deelen)
beinvloed en gewijzigd door de uiterlijke om
standigheden, zulke deeltjes konden afschei
den en verder transporteeren ; deze gemmulae
stroomden dan met het bloed of de sappen
naar de geslachtscellen en droegen zoo nieuwe
of ontbrekende eigenschappen op de
kiemcellen over. Dit deel van Darwins Pan
genesis, de transport-hypothese, die een
verklaring moest zijn voor de erfelijkheid
van tijdens het leven verkregen eigen
schappen, de zoogenaamde somatogene eigen
schappen, was een zwakke plek. Dat werd
een bres in de vesting door de verdediger
zelf veroorzaakt.
Darwin zelf trachtte herhaaldelijk door
beperkingen en door wijzigingen van zijn
woorden aan te toonen, dat hij er persoonlijk
weinig gewicht aan hechtte; en dat de onder
stelling wel een waarheid bevatte (... at the
bottom of my own mind l think it contains
a great truth) maar dat hij, Darwin, niet de
juiste formuleering had kunnen vinden. Hij
zelf schreef ervan : Wat ik Pangenesis heb
genoemd, zal door anderen voor den droom
van een krankzinnige worden gehouden (a
mad dream)": en later: Ik ben er zeker
van, dat, al lijkt Pangenesis nu een dood
geboren wicht, het in de verre toekomst,
als 't God belieft (thank God), zal herrijzen.
opnieuw geboren uit een anderen vader,
gedoopt met een anderen naam."
Die andere vader is onze Hugo de Vries,
maar deze heeft de piëteit gehad niet te
herdoopen, al was zijn geesteskind van 1889
in zijn aard en wezen niet gelijk aan dat van
Darwin; hij voegde er echter een adjectief
aan toe intr a-cellulair e, een alwording die
in de cel besloten ligt." Waarom ? Dat zal ?
ik den volgenden keer trachten aan te geven.
E. HEIMANS.
*
*