De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 26 januari pagina 5

26 januari 1913 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

26 Jan. '13. No. 1857 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Babies clinic te Londen De Babies Clinic De namen Margaret Mac Donald en Mary Middleton hebben voor een groep van Engelsche werkende vrouwen een djergelijken klank als de naam van Marie Jungius heeft voor een kring van Hollandsche. Ge"ne zoowel als deze bezaten een moederliefde die niet wachtte op eigen moederschap om zich te uiten, doch alles wat kind was in teederheid omvatte; en vór alles elk lijdend kind. Daar zijn er velen in het groote Londen, en de kindersterfte stijgt er voor de wijken der armen tot ijzingwekkende hoogte. Zoo hebben de vrouwen, die Mary Middleton en Margaret Macdonald in haar werken en streven hadden begrepen en lief gehad, geen beter middel kunnen vinden om haar nage dachtenis te eeren dan dit: het stichten van een Babies Clinic. Een zwart somber huis is het van waar uit in zoo menig arm gezin stralen van hoop worden gezonden; in een heel arm district van North Kensington. Het werd in November 1911 geopend. In het eerste jaar werden behandeld 1057 patiënten, ter wijl de kliniek zich heeft moeten beperken tot het gebied van n district (een halve Engelsche mijl in den omtrek). Of men ook in een behoefte voorziet! Doel is: al die kleine ongesteldheden der jonge kinderen door spoedig ingrijpen tot staan te brengen voordat zij, voortwoekerend, de kiem konden leggen voor ernstige kwalen. De dokters werken samen met andere in stellingen, zooals de Mothers' Welcomes", die de moeders van jonge babies met raad en daad helpt. Wordt bijvoorbeeld gecon stateerd dat verkeerde voeding oorzaak is UIT DE NA TUUR IIMIIIIMIIIIIIItllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIItlllllllllllll DXI. Professor Hugo de Vries De menschen van na '80 beseffen niet wat een .geweldige beweging de Darwinistische of moderne gedachte tusschen 1860 en 1880 in de wetenschappelijke wereld heeft ge bracht; een beroering, die overging op allerlei kringen, ook buiten de wetenschap; en die vooral in Engeland en Duitschland, zich als een golfbeweging voortplantte; bijna alle lagen van de maatschappij werden er door in beroering gebracht. Alle geesten, die konden en durfden denken, verhitten de idee tot zoo vurige geestdrift, dat de vlam er soms uit sloeg. De feitenmassa van Darwin, zijn bewijs materiaal, zijn wijze van betoogen brachten hem trouwe aanhangers en felle tegenstan ders ; een tusschenweg scheen er niet te zijn ; maar ten slotte bestonden zijn tegen standers bijna uitsluitend uit degenen, die niet wilden hooren wat hij te zeggen had, uit vrees zelf overtuigd te worden ; wie kennis nam van zijn werk, werd zoo goed als zeker een volgeling. Dat heeft bijna twintig jaar zoo geduurd. Toen begon de kalme kritiek zich te laten hooren ; en die kwam van bevoegde en on bevooroordeelde zijde. De feiten waren niet te weerleggen; de afstammingsleer stond vast, evolutie bestond en bestaat; hoewel een theorie als elke andere, kreeg zij al spoedig de graad van waarschijnlijkheid, die nu, als verklaring van dag en nacht, de theorie van de aswenteling der aarde bezit; ook deze is niet met directe bewijzen aan te toonen; toch is het er een, waaraan niemand twijfelt, die genoeg kennis bezit om over zoo iets te kunnen denken of spreken. Maar wat al spoedig en met nadruk o.a. door Weisman bestreden werd, dat was de verklaring, die Darwin van zijn leer gaf, en van wat hij als de oorzaken van de evolutie beschouwde. Was het wel zoo zeker, dat ook de tijdens het leven ver kregen eigenschappen erfelijk zijn ? Leveren de feiten, door Darwin bijeen gebracht, ook daartoe voldoende bewijsmateriaal ? En als dat niet voldoende blijkt, als daar geen nieuwe feiten bijkomen, geen bewijzen voor gevonden worden, dan heeft een wetenschap pelijk denker natuurlijk niet het recht te generaliseeren. Uit de gebleken en onbe twistbare erfelijkheid van de in de kiemcellen aanwezige elementen; mag hij nog niet besluiten tot de erfelijkheid van door reeds volwassen lichaamcellen verkregen eigenschappen. En, ofschoon door ieder voorstander ver wacht, de bewijzen bleven inderdaad uit; geen van de ijverigste aanhangers van Darwin kon onbetwistbare feiten ervoor bij brengen ; ondanks alle experimenten met dieren en planten kon door geen enkel feit aangetoond worden, dat tijdens het leven verkregen eigen schappen voorgoed en als zoodanig op de nakomelingen overgingen. De mogelijkheid kon niet betwist worden; maar Darwin zelf had het denken der menschen zoo gericht dat een mogelijkheid en een werkelijkheid uiteen werden gehouden. En de feiten schenen zelfs tegen te spreken. Hoeveel duizend jaar lang al worden heele volkeren besneden en toch wordt het kind steeds weer normaal geboren ; al leewiekt men tien geslachten van eenden of zwanen, nooit wordt n jong geleewiekt geboren. Een vader of moeder die met een buitengewoon geheugen, met een van baby's sukkelen dan zendt men de moeder naar degene die haar zullen leeren waarop zoo'n kleintje recht heeft. Geen patientjes worden aangenomen ouder dan 5 jaar; dan immers neemt de schoolarts \ de plaats in van de kliniek. In de kleine achterkamer waar 't zoo behagelijk warm was en waar Miss Ethel Benthem, de doktores, elke moeder en elke baby met een glimlach van herkenning ver welkomde dit waren allen oude patientjes heb ik ze alle acht en dertig gezien; mollige blanke lichaampjes en schrale verschrom pelde; kindertjes die lachten en kraaiend grepen naar het licht, en babies die zich schreeuwend vastklemden aan moeder. Why won't you let me play with my toys ?" zeide de vriendelijke doktores als kleine handjes haar ausculteerinstrumentje angstig wegduwden. En er waren ook geduldige kleintjes; kinderen, kijkend naar alles en ieder met stille oogen vol vergeving voor al het leed, dat de wereld hun al had ge daan en nog zou doen.... De schoppende, slaande kleuters zijn de gelukkigen; zij hebben het instinct tot verzet in zich. De moeders begrijpen voor het meerendeel volkomen, hoeveel hulp haar de Babies Clinic kan zijn. Bij ernstige ziekten is er de armen-doktor; maar juist dit sukkelen, deze kleine kwalen, maken baby zoo lastig, kun nen zoo fataal worden ... Arm waren ze allen, zij betalen alleen 5 cents voor een medicijnfleschje als zij er geen meebrengen ; medicijnen krijgen zij gratis; ook, zoo noodig, kleine operaties; en een lady-dentist" is er ook, tot schrik der babies. De meeste moeders luisterden aandachtig, intelligent. Eén was onverschillig verbaasd toen de doktores haar zeide dat het kleintje, sedert zij 't laatst hier was, twee tandjes had gekregen. Een andere had haar kindje niet voor de noodzakelijk geoordeelde kleine operatie teruggebracht; haar man had 't niet noodig gevonden. Does hèknow better than I do ?" vroeg de doktores; en zij legde uit, overtuigde, ril try," zeide de moeder geduldig; de moede oogen bewezen dat zij al vaak zulke pogingen had zien misluk ken ... Zij werken hard, deze vrouwen, de twee doktoressen, de dentiste, de nurse, de helpsters. Nurse heeft een wieg gemaakt uit bananen-kistjes met zaklinnen of grauw papier, een koningsbed voor de baby die anders op een stoel of in een lade wordt gelegd of, erger nog, bij vader en moeder...; een koningsbed voor nog geen ? 2.40 (3/11 Vs)Zij werken hard; zij kunnen niet meer gemist worden; ongeloofelijk schijnt 't dat daar in heel Londen slechts n dergelijke Babies Clinic is. Zij helpen; ook al raken zij niet den wortel van het kwaad. Die eene moeder die binnen kwam ... vijf en dertig was zij, maar zij leek vijftig. Slordig zeker; vuil zelfs; en dat wurm in haar armen: zeven pond woog hij toen hij vier maanden was; hij was haar tiende kind; vijf weken zoogde zij hem, toen moest zij weer aan het werk; twee kamertjes bewoont zij, waarvan n een kelderkamer Dit is een van velen. En de doktores kon haar ervaring van dit eerste jaar samen vatten in dat veelzeggende wij kunnen vél... wij kunnen niet alles! As long as there is poverty".... Maar toch, dat vele wordt gedaan! Mr. FLORENCE YZENHOED GREVELINK * * * De Aigrette" Amsterdam, 22 Januari 1913. Geachte Heer Redacteur! Het stukje getiteld Aigrette" voorkomende in uw blad van j.1. Zondag 19 dezer onderde rubriek Allerlei," is blijkbaar gebaseerd op de valsche berichten, welke indertijd door iemand zijn saamgeflanst, die belang had bij den handel in deze vederen. Het is van A tot Z onwaar en toont dui delijk aan, dat de persoon die het geschreven heeft van de geheele zaak totaal onkundig is. De kleine witte of zilverreiger, die zoowel in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Zuid-Europa, Egypte als in Azië en Australië voorkomt, krijgt eens per jaar in den bronstijd onder de vleugels be zijden den staart de fraaie vederen, waar mede sommigen zich zoo gaarne tooien. Deze vederen behoudt het dier zoolang het zijn jongen moet verzorgen, waarna ze, door het zoeken naar voedsel in bosch en moeras, hun frischheid en daarmede hun waarde verliezen. Daar het dier nu juist als het zijn jongen heeft bepaalde wegen volgt naar die plaatsen waar het zijn voedsel vindt, stellen de jagers zich daar verdekt op, schieten meedoogenloos elke vogel die zij zien neer, waarvan het gevolg is, dat geheele kolonies van deze dieren worden uitgeroeid, daar de jongen onverzorgd op de nesten achterblijven en van honger omkomen. Te recht heeft men in Engeland deze reigerpluim dan ook met den naam van The badge of cruelty" (Het insigne der wreed heid) bestempeld. Toen H. M. Koningin Mary, voor zij de groote feesten in Engelsch-Indie zoude gaan bijwonen, hare garderobe completeerde, werden haar verscheidene hoeden met Aigrettes versierd aangeboden, zij wees deze echter alle van de hand, daar zij zich niet met The badge of cruelty wilde tooien. Een zekere heer Grisol, voorgevende dat hij met eene zending voor het Musëe d'histoire Naturelle te Parijs belast was, hetgeen dit museum officieel logenstrafte, heeft reeds in 1911 een valsch rapport daaromtrent uit gebracht, waarbij hij juist hetzelfde beweerde als nu door Allegra werd naverteld, n.l. dat men deze vederen in den ruitijd opzocht. De ornitholoog Louis Fernier, lid van de SociétéNationale d'acclimatatipn te Parijs, hiertoe gemachtigd door den heer Guillaume Vasse, lid van de Ministerieele commissie voor de bescherming van dieren in de Fransche Koloniën, heeft bedoelden heer Grisol, agent der vederen-handelaars, ontmaskerd in een stuk getiteld La Vie au champs" in de Figaro van 7 Aug. 1911. Dank zij het prachtige werk der Audubon Societies wordt in Amerika aan deze schoone vogelsoort, die op het punt stond op ver schillende plaatsen totaal uitgeroeid te wor den, thans op zeer krachtige wijze bescher ming verleend. Men neemt daar geen halve maatregelen, in verscheidene Staten der Unie worden zoowel de handelaars in als de draagsters der Aigretten gerechtelijk vervolgd en zwaar beboet, terwijl recidive met gevangenisstraf wordt bedreigd. Op l September j.l. werd van overheids wege allen grooten modemagazijnen in de stad Denver aangezegd te zorgen dat dien zelfden dag vór des middags 4 uur alle Aigrettes uit de etalages verwijderd zouden zijn. In de Fransche Koloniën in Afrika is de jacht op den Zilverreiger totaal verbonden. T. VORSTIUS, Voorzitter der Sophia-Vcreeniging tot bescherming van Dieren te Amsterdam. Allerlei Modes. De mode heeft van oudsher steeds geducht te lijden gehad van den spot der caricaturisten. De grappen, die men thans lanceert over de reuzenhoeden, waaronder bij een regenbui een viertal personen staan te schuiCharles Darwin moreel defect, met een wipneus, met een hazenlip of een ook maar met een keep in het oor is geboren, zal enkele nakomelingen kunnen krijgen, die dezelfde eigenschap vertoonen. Chineesche-damesvoetjes zijn niet erfelijk, maar negerbloed is gebleken tot in het tiende geslacht tot uiting te kunnen komen in de nakomelingen; ook al was die eigenschap eenige geslachten lang niet te voorschijn gekomen maar latent," dat is zooveel als slapend" gebleven. De argumenten tegen de hypothese der erfelijkheid van somatogene eigenschappen werden steeds talrijker en sterker. Eerst in de laatste jaren zijn enkele experimenten, o.a. met rupsen en poppen van vlinders, iets gunstiger uitgevallen. Daardoor is de oor spronkelijke kwestie tot deze terug gebracht: Of een uiterlijk ingrijpen de wordende kiemcellen kan aantasten en wijzigen; en zoo ja, in welke richting? Is een bepaalde wijze afhankelijk van de aard der inwerking? Of in alle mogelijke richtingen, die met de oor zaak weinig of niets te maken hebben ? Maar dit laatste mag ons voor het oogenblik niet bezighouden, dat is de nieuwe geschie denis van het erferlijkheids-probleem. Wij zijn nog met de oude aan den gang. Dus nog tijdens Darwins leven kwam de strijd, die nu met Darwins eigen natuur wetenschappelijke wapenen tegen hem ge voerd werd; dat wil zeggen: tegen zijn theoriën tot verklaring van de evolutie der levende wezens, niet tegen de evolutie zelf. En het allereerst werd zijn Pangenesis aan getast; wat meteen de zaak in het hart tastte. Darwin had dit al lang te voren vermoed, zooals de vorige week gezegd is ; hij is er dan ook niet in het minst door gekrenkt of in zijn overtuiging door verzwakt; hij had de volkomen juiste verklaring niet gegeven, dat wist hij zelf wel. Liever had hij heelemaal geen verklaring gegeven; maar hij had veel vrienden die hem drongen tot zich uit spreken eer het te laat was." Vór hij zelf nog geheel overtuigd was, dat het tijd van spreken was sprak hij, daar men hem wees op zijn zwak lichaamsgestel. Dat anderen zijn ideeën aan eerlijke critiek onderwierpen, was hem eer welgevallig, dan dat het hem hinderde; mits hij maar te strijden had met onbevooroordeelde tegenstanders, wien het even als hem om waarheid te doen was. Maar zijn oude tegenstanders, die einde lijk gezwegen hadden, doch zich niet ver slagen achtten, kwamen nu opnieuw in het perk; en zij juichten, nu Darwins eigen geestverwanten hem aanvielen. Alsof de nieuwe strijd de evolutie-der-soorten zelf gold en niet alleen maar de theoretische studie Hugo de Vries van de oorzaken der soortenvorming, zoo riepen zij: dat het Darwinisme op het uiterste lag^, ja, het al had afgelegd. Zij hadden het altijd wel voorspeld dat het zoo gaan moest. En velen, die overtuigd waren, maar de discussie van beide zijden niet geheel hadden gevolgd, begonnen te wankelen. De Pangenesis was een dwaling en... de Natuurlijke Teeltkeus? Ook die wasén vergissing ! Hoor maar wat Darwins vroegere volgelingen zelf hier tegen inbrengen. Hoe kan een nieuwe eigenschap, die wordt opgebouwd uit kenmerken, welke, volgens Darwin in 't eerst zoo gering en nietig zijn, dat ze nauwelijks zijn aan te toonen, ooit eenigen vat geven aan de omgeving, om schiftend te werken. Als de nieuwe eigenschap die een nieuwe soort inleidt, niet dadelijk zoo sprekend voogden dag komt, dat er eenig nut voorden eigenaar zal ontstaan, hoe kan die dan aangroeien door een nuttig gebruik ? En het slot van de kritiek was: op de manier, zooals Darwin zich dat voorstelt, kan in de natuur nooit, of alleen als uit zondering, iets nieuws ontstaan zijn. Het feit blijft, dat elke nakomeling van zijn ouders verschilt en door die gradueele verschillen in gunstiger of ongunstiger conditie kan komen dan de broers of zusters, en zoo de len, of over de jupes, die zoo nauw zijn, dat men springen in plaats van loopen moet, indien men haast heeft, behoeven ons dus niet te deren, want toen de rokken wijd waren, en de hoeden klein, werden ze even goed bespot: de mode is nu eenmaal een dankbaar onderwerp en een onuitputtelijke bron voor de grappenmakers. Ja, die tijd, toen de rokken wijd waren, heel erg wijd, toen men crinolines droeg, dat waren eerst kostelijke dagen voor de spotters. Men teekende mevrouwen die met haar zeer wijde hoepelrokken omgevallen waren en niet meer op konden komen, men zag dames van de groote wereld in rijtuigen stappen, in welker portier ze halverwege bleven steken; men stelde een spoorweg-coupe voor, waarin een nieuwe passagier met hoepelrok zich tusschentwee dames moest doorwerken, die zich eveneens met dit kleedingstuk ge tooid hebben ; de geheele coupéis natuurlijk gevuld met een chaos van bollende en zwel lende rokken, en de nieuw-gekomene stapt met haar linkervoetje in een hoepel van een der rokken, waaruit ze zich niet meer be vrijden kan. Erger nog gebeurde (althans in 't caricaturisten-brein) met eene in buiten gewoon sjieke en buitengewoon wijde hoepelrok gekleede dame, die in een bosch liep te wandelen. Een hert, dat door honden en jagers achtervolgd werd, zocht in zijn doodsangsf een toevlucht onder de wijde crino line, de honden spoorden het wild in zijn schuilplaats op, en onder de rokken had een vreeselijke strijd plaats op leven en dood; het gewei van het hert drong door de zijden kleederen naar buiten, en de ongelukkige wandelaarster moest door den aansnellenden jager uit haar netelige positie verlost worden. * * * Fietsen. Een meester van een plattelandsschool te Diss in Engeland, waar verschillende kin deren uit den omtrek elke morgen per fiets arriveeren, heeft een statistiekje gemaakt van het aantal kilometers, dat deze voor hun schoolgang per jaar afleggen. Een kleine jongen van negen jaar, schijn baar een teer manneke, spande de kroon. Hij had 3970 kilometers getrapt in dat eene jaar om de wijsheid deelachtig te worden. Hij was slechts 3 maal te laat op school geko men en -had maar l dag verzuimd. Numero twee was een stevige, flinke kleine meid van acht jaar, die 3512 kilometer peddelde, slechts drie maal te laat kwam, en in 't ge heel niet verzuimde, ofschoon er den voorgaanden winter gedurende eenige dagen in deze streek een zeer hooge waterstand was, zoodat de kinderen soms tot aan de trappers door 't water reden. De onderwijzer houdt zijn pupillen voor kleine helden en heeft dit tweetal en nog enkele anderen aardige souvenirs geschonken als loon voor hun ijver en volharding. ALLEGRA eigenschap overplanten. Maar in de natuur worden zulke binnen bepaalde grenzen schommelende afwijkingen niet apart ge houden, gelijk door de opzettelijke kweeking van cultuurplanten en cultuurdieren geschiedt. Daar gaat het niet op, in vrijheid zal al spoedig een terugslag optreden. Door ver menging der individuen, die afwijking van den norm vertoonen, met zulke die minder of anders afwijken, zal het nieuwe ras zoo zich dit, door buitengewone omstandig heden, al heeft gevormd weer terug keeren naar den ouden vorm en tot den ouden norm; iets nieuws is er niet ontstaan. Maar daarmee was in het oog van de leeken de geheele Darwinistische leer ondermijnd. Wat bleef er nu nog over? Het grootsche gebouw, hoe breed en deugdelijk opgezet, dreigde in te storten onder de vereenigde aanvallen van enkele streng critische geest verwanten 'en van de talrijke tegenstandersquand-même van het Darwinisme. ^ En toen, op dat critieke moment, heeft Hugo de iVries er zijn schouders onder gezet, en het geschraagd tot hij zelf een nieuw, beter fundament had gelegd, dat hij in ge dachte al klaar had, maar dat hij nog in tastbaar materiaal moest afleveren. Toen alles dreigde, zij het tijdelijk, te verzinken, wat Darwin en zijn voorgangers en zijn volge lingen hadden opgetrokken, heeft Hugo de Vries het Darwinisme en daarmee deModerne Idee gered. Aan de Pangenesis had hij al nieuw bloed en leven gegeven, door ze te scheiden van Darwins transportatie-idee, die bleek op een dwaalspoor te kunnen leiden, en ze te vervangen door de eenvoudige.r en vruchtbaar gebleken idee der Intracellulaire Pangenesis. * De vastgeloopen en wrakgeslagen Natuurlijke-Teeltkeus-theorie met zijn kenmerken, die continu d.i. geleidelijk en onzichtbaar zonder sprongen aangroeiden tot zichtbare, en die dus in het begin geen effect konden hebben in den strijd om het bestaan, verving Professor de Vries door de Mutatie theorie. (Deze werkt met dadelijk zichtbare verschillen en nieuwe terstond erfelijke kenmerken, welke hoewel klein, groot genoeg zijn om aan de omstandigheden vat te geven tot beïnvloeding. De soorten vloeien niet over in elkaar, maar zijn trapsgewijze ge scheiden; daar de eenheden, waaruit de eigenschappen zijn opgebouwd geen over gangen vormen. DIE MUTATIONS-THEORIE von HUG o DE VRIES Professor der Botanik in Amsterdam. Zwei Bande. Veit und Co., Leipzig. 1901?1903. Door theorie en feit in samenhang, dus juist zooals Darwin zelf werkte, heeft Hugo de Vries diens taak volbracht. t. Over [die theorie en de feiten zelf, nog iets in; een slotartikel. E. HEIMANS CORRESPONDENTIE M Hartelijk dankjaan de vriendelijke zenders der beide mooie portretten. E. H.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl