De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 2 februari pagina 5

2 februari 1913 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

2 Pebr. M 3. No. 1858 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND VRCffiWENRUBRlEK ifiiiiiMiiMiiiuiliiiriiiilliiliiiiniimi iiuiiiliiuiiuitiiiiiiiimtfiiiiiiiiiti HARRIËT -BLOUW In de eerste week van Februari zal mejuffrouw Harriët Blouw, een jonge jour naliste uit Helsingfors, in de afdeelingen Amsterdam, den Haag, Rotterdam, Utrecht en Apeldoorn der Vereeniging voor Vrouwen kiesrecht een spreekbeurt vervullen, met het onderwerp: Social and Political Rights of the Finnish Wprhen". Daar in Finland de vrouwen sinds 1865 het gemeentekiesrecht, sinds 1906 het actieve en passieve kiesrecht voor het parlement bezitten, en in het parlement 13 vrouwen zitting hebben en zij bovendien ondanks de Russische overheersching, steeds blijven opkomen voor hare rechten, zullen zeker velen van deze gelegenheid gebruik maken, om deze jonge Finsche vrouw te gaan hooren. Mejuffrouw Blouw spreekt in het Engelsch. Daar zij van vaderszijde Nederlandsch (Groningsch) bloed in déaderen heeft, was zij er zelve zeer op gesteld, om juist hier te lande eens iets van de Finsche vrouwen beweging te komen vertellen, aan wier hoofd barones Qripenberg staat. N. MANSFELDT?DE WITT HUBERTS De Vrouw 1813?1913" Toen dit voorjaar twee vergaderingen werden gehouden, waarin de plannen der vrouwen voor 1913 zouden worden bespro ken, meenden wij aanstonds, het plan eener tentoonstelling, geheel opgezet dór en ge wijd aan de Nederlandsche vrouw, ten sterkste te moeten ontraden, omdat de tijd van voorbereiding veel te kort was, en die tentoonstelling dus een werk zou worden, allerminst geschikt om den eerbied voor vrouwenarbeid in Nederland te vestigen of te verhoögen. Niet alleen toch, dat men in de korte spanne tijds van // maanden zonder ëénige voorafgaande voorbereiding een tentoonstelling wilde inrichten, maar llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltMMIIIillllllllllllllllll UI T DE NA TUUR DX11. Professor Hugo de Vries De theorie de Intracellulaire Pangenesis schijnt voor ons leeken, in vergelijking met de Mutatie-theorie, niet de meeste in waarde; wel voor de wetenden, voor de ingewijden. Intra (niet inter) is binnen-in; aan zijn gemmules", die Darwin tusschen de cellen liet uitwisselen, die dus van de lichaams cellen naar de kiemcellen of geslachtscellen werden getransporteerd om daar ook het nieuws te kunnen brengen dat ze van buiten hadden ontvangen, heeft De Vries een anderen naam gegeven. Ze heeten bij hem Pangenen ; omdat hij de gedachte aan transport, die nu eenmaal Darwin's gemmulae aankleeft, weg wilde werken. Zij blijven binnen de cel; elke cel bezit het volledig stel van alle pangenen of groepen er van. Het zijn dus hypothetische deeltjes grooter dan moleculen, daar het combinaties er van zijn die elk een speciale eigen schap vertegenwoordigen en de stoffelijke dragers er van zijn. Hoe het verband is tusschen zoo'n partikel of pangeen of groep van pangenen en b. v. de roode kleur van een roos of het erfelijk scheelzien in een familie, of de knob bels op een reeën-gewei, dat is geen zaak van bespreking ; dat zou voor het oogenblik een onvruchtbare bespiegeling blijven. De gedachte is eenvoudig deze : in de kiemcel zijn alle stoffelijke dragers van de eigen schappen van een individu aanwezig, elk vertegenwoordigd door talrijke pangenen; in de bevruchte cel is derhalve minstens het dubbele stel present. Door de verschillend sterke vermenigvuldiging der groepen van pangenen in de cel, ook door de verschil lende groepeeringen, kunnen variaties in het organisme ontstaan, maar alleen door de verandering in den aard of constructie der pangenen zelf, ontstaan de nieuwe erfelijke eigenschappen. Bij de deeling der cel in twee dochter cellen en de verdere vermenigvuldiging door deeling of splitsing, worden al de verschil lende pangenen in meerder of minder groote hoeveelheid overgebracht;-zoo bevat ten slotte elke cel van een organisme eenige com plete stellen; nu zal door de overwegende tal rijkheid van een of andere pangeengroep, deze ook een overwegende rol spelen in het tot uiting komen der eigenschappen van die cel. Dat elke cel onder bepaalde omstandig heden inderdaad een geheel individu kan vertegenwoordigen, blijkt o. a. uit het feit dat uit een cel b. v. van een varen en van een Begoniablad een nieuwe bloem- en vruchtdragende plant kan ontstaan; ook door een uitwendige oorzaak, het deponeeren van haar ei door een galwespje, kan een cel tot iets anders uitgroeien, dan zonder die inwer king gebeurd zou zijn. Deze theorie bevat en omvat inderdaad .alles wat tot verklaring kan dienen voor alle tot nu toe bekend geworden feiten ; en dat is geen praten après coup. Toen deze men meende zelfs zóweidsch een [ten toonstelling 4e kunnen organiseeren, dat ze omvatten zou het werken en streven der Nederlandsche vrouw van 1813 en 1913". Een werk tot stand te brengen, dat be antwoordt aan den titel De Vrouw. 1813 1913", zou jarenlange studie van de initiatiefneemsters eischen. Want alleen wanneer dezen het ten toon te stellene ten volle haar geestelijk eigendom kunnen noemen, zijn zij in staat, een plan te maken, dat eenerzijds uitvoerbaar is, en anderzijds er op is inge richt, de op vrouwenarbeids-gebied onge schoolde bezoekers en bezoeksters een nietverwarrend inzicht te schenken in feiten en toestanden, die immers juist te hunner lee ring werden in beeld gebracht. Is het plan eenmaal doorwrocht, dan hangt het in hoofdzaak af van het aantal mede werkenden, hoeveel tijd de uitvoering zal kosten hoewel men toch altijd aan zeker tijds-minimum gebonden blijft. De tentoonstelling van 1898 was beschei denlijk genoemd: Tentoonstelling van Vrou wenarbeid". De toenmalige initiatiefneemsters wisten wel zeer goed, dat in de ??'/ jaar tijds, die zij voor de voorbereiding be schikbaar hadden, gén tentoonstelling zou tot stand te brengen zijn, die den, d. w. z. allen vrouwenarbeid in Nederland zou om vatten. Thans wil men een tentoonstelling op veel weidscher basis: belovend in beeld te bren gen niet alleen het streven, maar ook het werken der vrouw van 1913, waaromtrent men nog betrekkelijk weinig, en der vrouw van 1813, waaromtrent men nagenoeg niets weet. Uit de verslagen, door het tentoonstellings-bestuur nu en dan in het licht gegeven, valt dan ook voor den oplettenden lezer op te maken, dat de tentoonstelling in questie niet zal zijn n groot samenhangend ge heel, dat welbewust op systematische wijze is ingedeeld, maar een conglomeraat van een willekeurig en voortdurend aangroeiend aantal rubrieken, die te zamen geacht zullen worden, een geheel te vormen. Wat nu zal het resultaat zijn dezer on derneming? Wellicht zullen enkele onderdeelen, die aan «/rf-onbevoegde handen werden toever trouwd, slagen en zal het geheel een aardigen indruk maken, zoodat de oppervlakkige be schouwer, alleen lettend op het mogelijk aantrekkelijke uiterlijk, misschien niet ge waar wordt de innerlijke leemten en het ontbreken van groote lijnen; doch bij den oordeelkundige moet o. i. deze tentoonstel ling zooals trouwens tijdens de voorbe reiding reeds herhaaldelijk gebleken is de meening wekken of versterken, dat vrouwen arbeid uit zijnen aard plan-loos is, en dat Nederlandsche vrouwen geenszins schuwen, werk te leveren van luttel gehalte, en niet beantwoordend aan den titel dien zij er aan geven! Het behoeft voor de meesten onzer leden wel geen betoog, dat ons bureau, dat de belangen van den Nederlandschen Vrouwen arbeid heeft te behartigen, en dien arbeid op hooger peil tracht te brengen, alle mede werking aan een dergelijke onderneming principieel moest weigeren, niettemin voor een ieder die dit wenschte de gelegenheid openstellende, alle op ons bureau berustende gegevens zelve te komen consulteeren. Wij kunnen hieraan toevoegen, dat van die gelegenheid herhaaldelijk werd gebruik theorie werd opgesteld was er nog maar weinig bekend van de feiten, die er later door verklaard zouden worden. Merkwaar dig in dit opzicht en verband, is een uitlating van Strasburger, de beroemde cel- en kern draad-onderzoeker van de Bonnsche univer siteit: Het is merkwaardig", zegt deze , dass Hugo de Vries, auf Grund theoretischer Erwagungen Vorgange konstruierte, die sich zwar nicht an Zustande, die er sich dachte, wohl aber an spater entdeckte Structuren so gut anknüpfen Hessen. De Vries heeft met zijn Intracellulaire Pangenesis getoond een profetischen blik te bezitten ; wat in den regel niets anders is dan een voor ons onbegrijpelijke massa verwerkte en beschikbare feitenkennis. Anders, «f misschien schijnbaar anders, is het gesteld met zijn Mutatie-theorie. Daar mee is hij eerst voor den dag gekomen, nadat er een ongelooflijke hoeveelheid practisch werk door hem was verricht in den vorm van het experiment. In dit geval bebestaande in het voortkweeken van duizen den en duizenden planten van n soort, die uit vele andere na talrijke proefnemingen gekozen werd. Jaar op jaar, tien, twaalf jaar achtereen, werd het moeilijke werk voort gezet; om, zooals ook Darwin dat deed, proefondervindelijk te kunnen staven, wat hij meende voor waarheid te moeten uitgeven. En dit geweldig geest- en lichaamsinspannend dag- en nachtwerk is niet gedaan door iemand, die niets anders deed of te doen had , neen, onder het college geven, Hortus beheeren, medici-examineeren, leeken-doceeren en publiceeren door, is het uitgevoerd, dat ontzaglijk stuk menschenarbeid, daar in een verscholen hoekje in de Plantage te Amsterdam. Daar is aanschouwelijk gemaakt en voor ieder deskundige bewezen, dat thans nieuwe soorten van planten kunnen ontstaan, plotse ling niet door continue verandering, maar met sprongen, al zijn het heel kleine. Natura non facit saltum bleek niet heelemaal waar te zijn; alleen maakt ze geen groote, soms wel vreemde sprongen. Niet uit de omgeving komt het nieuwe, maar in de kiem zelf van het wezen ligt het. Een plant of dier deze uitbreiding is tegenwoordig geoorloofd, zij het onder reserve, daar het nog slechts bij enkele planten en dieren is aangetoond kan nakomelingen voortbrengen met nieuwe eigenschappen, welke direct erfelijk zijn; zoodat alle verdere nakomelingen alle zonder onderscheid de nieuwe eigenschap bezitten. Deze nieuws-vorming zonder tot nu toe bekende oorzaak, waarbij een soort tege lijkertijd een aantal nieuwe soorten kan geven, is door professor de Vries mutatie genoemd. Ook al een woord door Darwin in eenigszins andere beteekenis gebruikt. Dit is Prof. De Vries al wel eens verweten; misschien was zijn vereering voor Darwin de oorzaak, die hem bij het kiezen van dit woord zoo weinig mogelijk deed afwijken van den grooten meester. Nu is er niet meer noodig, het onbegrijpe lijk verband te zoeken tusschen een verschijn sel in de buitenwereld dat een gelijksoortig verschijnsel binnen in een plantencel of dierencel zou te weeg brengen. Hoe zou HENRIETTE POINCARÉBENUCCI de echtgenoote van den nieuw-gekozen president der Fransche Republiek, eene Italiaansche van geboorte. gemaakt, terwijl arbeidende vrouwen die inzendsters wilden worden, en voor wie de tentoonstelling dus persoonlijk voordeel zou kunnen opleveren, steeds, indien zij zich met een verzoek om inlichting tot het bureau wendden, naar het tentoonstellingsbestuur verwezen werden. Nog op 3 bedenkingen (wij kunnen alleen aart de beantwoording der voornaamste be denking plaats geven. Red.) tegen de houding van ons bureau ten opzichte der tentoon stelling geopperd, willen wij hier kortelijk antwoorden. In de eerste plaats waren sommigen van oordeel, dat wij, nu de tentoonstelling toch in ieder geval zou plaats hebben, onze me dewerking niet er aan mochten onthouden. Het zou integendeel onze plicht zijn, het echec" wij veroorlooven ons, hier de uitdrukking te citeeren van een warme tentoonstellings-vriendin zoo klein mogelijk te maken". Dat wij deze opvatting geenszins deelen, bleek reeds uit onze handelingen. Indien wij de overtuiging hadden gekoes terd, dat, door medewerking van ons bureau, die tentoonstelling van een ondeugdelijk een deugdelijk stuk vrouwenwerk zou worden, dan hadden wij, nadat tot het houden dier tentoonstelling eenmaal besloten was, voor déze keuze gestaan: f ons aan de tentoon stelling wijden, maar dan ook gedurende 11 maanden nagenoeg al ons eigen werk stop zetten, waaronder onder meer k te verstaan is, dat het Vrouwenjaarboekje 1913 niet l$d kunnen worden bewerkt, zoodat in die*serie een nooit meer aan te vullen leemte ware ontstaan; 'en dat de Beroeps keuze-Leidraad voor Amsterdam een jaar had moeten worden uitgesteld, met alle nadeelen, ook wat het onbruikbaar worden van het reeds daarvoor verzamelde materiaal betreft, aan, dat uitstel verbonden; of ons eigen,*werk rustig en gestadig voort zetten, en'de tentoonstellingilaten voor wat zij was. Wij zouden niet kunnen zeggen, naar welke zijde de balans ten slotte ware overgeheld. het ook mogelijk zijn, zich voor te stellen, hoe het afknippen van den staart van een fox-terriër ooit op de geslachts-cellen van dit dier een zoodanig effect zou hebben, dat na paring uit diens ei of sperma een afgeknotte staart zou rcsulteeren. Toch zijn dergelijife proeven heusch ge nomen. Eerder zou 9 verwachten zijn dat als resultaat van een dergelijke voortgezette verminking of mishandeling of een die een beetje dieper ingrijpt ten slotte het geheel organisme werd aangetast... en daarmee ook de geslachtscellen van het dier of zijn jongen, zoodat er een ziekelijk verschijnsel uit voort komt; bijv. hondjes met drie en een halve poot'; met een kefhoest, met verbazend lange ooren of haren of geheel zonder haren. Tus schen uiterlijk ingrijpen en innerlijk vervor men is geen vooraf te bepalen verband denkbaar. Bij de mutatie-theorie, die een uitbreiding, een generaliseering is van de bijzondere en niet te miskennen of te ontkennen feiten, door Prof. De Vries, bij het jarenlang kweeken van Teunisbloemen waargenomen, is van zoo iets natuurlijk geen sprake meer. Door een tot nu toe onbekende oorzaak, die wél uiterlijk kan zijn, bijv. klimaat-verandering of overbrengen naar een andere luchtstreek of grondsoort.of honger-periodeof overvloed tijdperk, worden de dragers der eigenschap pen in de nog niet volwassen geslachts cellen beïnvloed ; de soort levert pu een aantal nieuwe, die op allerlei wijzen met de oude kunnen verschillen. Het is bij de proef neming door Hugo de Vries, na pijnlijk nauwkeurige en jarenlang voortgezette waar nemingen gebleken, dat deze nieuwe planten soorten volmaakt standvastig zijn met eigen stuifmeel. Daaruit blijkt, dat het geen ge wone afwisselingen zijn, die bijna alle planten vertoonen. Ook zijn het, blijkens hun gedrag bij verschillende kruisingsproeven, geen atavismen of producten van bastaardeering. Bij mutaties zit het verschil met de moeder soort dieper n.l. in den aard der eigenschapaangevende pangenen zelf, niet in de groe peering. Verkeert nu een plant, door welke oorzaak dan ook, in een mutatie-periode, dan kunnen er allerlei nieuwigheden ontstaan, die vol strekt niet nuttig behoeven te zijn; vaak zullen ze zoo schadelijk zijn, dat de plant geen levensvatbaarheid bezit; geen of slecht stuifmeel bijv. of geen of weinig bladgroen in de bladeren. Is er echter een nieuweling bij, die wat mee ter wereld heeft gekregen, dat onder bepaalde omstandigheid van nut kan zijn, en dat hem een voorsprong geeft in den strijd om het bestaan, dan zal hij zijn minder gunstig gemuteerde verwanten kunnen overvleugelen; zelfs onder zeer gunstige om standigheden zijn onveranderde ouders en voorouders kunnen verdringen. Door die drie factoren: mutatie gunstige omstan digheden en de strijd om het bestaan van de nieuwe soort tegen de bestaande of anders gemuteerde kan de nieuwe soort stand houden; hetzij naast de bestaande; of anders deze verdringen en alleen het veld houden. Dat dit niet alleen denkbaar is, niet alleen als logische gedachte waarde heeft, maar Intusschen wij hebben niet voor die moeilijke keuze gestaan. Immers de tentoon stelling in questie is door gén hulp van buiten af te maken tot een werk, dat staat op het peil waarop het behoorde te staan. Want de kwaal, die het tot ondeugdelijkheid doemt, schuilt van binnen: men wil in beeld brengen datgene wat men niet kent. ANNA POLAK (Op verzoek van eenige lezeressen over genomen uit de Mededeelingen van het Nat. Bureau voor Vrouwenarbeid van Jan. 1913). Allerlei Kapsels. Een niet minder dankbaar onderwerp clan de crinolines waren voor de spotters een zeven tig jaar vroeger, in het einde der achtiende eeuw, de geweldig hooge kapsels, die toen de modemarkt beheerschten. Draagkoetsen, waarin de dames van dien tijd (de satire is hier natuurlijk aan 't woord) naar de soirees werden gebracht, waren bovenaan open, om ruimte te laten voor het kapsel, dat binnenin niet geborgen kon worden. Stapte zulk een dame in een rijtuig, onder alle omstandig heden een open rijtuig, dan moest een der lakeien haar kapsel steunen, omdat men vreesde, dat anders bij het achterover buigen haar hals zou breken. De allersjiekste kap sels waren zelfs zoo hoog, dat de vogels aanleg vertoonden om er boven-op hun nest te bouwen. Ging een mondain juffertje uit wandelen, dan moest ze steeds een lakei achter zich hebben met een geweer, die haar tegen de aanvallen van het vliegende pluimgedierte beschermde... Ik behoef u niet te zeggen dat dit alles charge was van de ondeugenste soort, en dat zoo min de hoepelrokken als de kapsels dergelijke buitensporige afme tingen bereikten. Merkwaardig is het, dat in het begin van de negentiende eeuw ook reus achtige handmoffen de caricaturisten in spireerden, en hun dames deden teekenen, die geheel achter deze handwarmers schuil gingen, zoodat ze n wandelende bont massa leken. Ge ziet, er is niets nieuws onder de zon. # * * Hocdcnspelden. Dezer dagen, op een mooien, zonnigen middag, had ik een verblijdende ontmoeting. Ik zag namelijk in de Utrechtschestraat een jonge dame voor mij uitloopen, die er een paar zeer fraaie en zeer praktische hoedenspelden op nahield. Er was in deze spelden werkelijk het principe gevolgd, dat de be schermers, welke ze onschadelijk maakten voor de omgeving, tevens dienden tot sieraad van den hoed. De spelden, iets korter dan gewone spel den, waren^amelijk beide voorzien van een beschermend dopje van mooi zilver filigraan werk, en elk dezer dopjes was aan den hoed bevestigd met een fijn schakelkettinkje, zoodat de beschermers, indien ze van de speld losraakten, toch nog steeds aan den hoed bleven hangen. De twee in een bocht aan den achterkant van den hoed neerhangende chaines de suretéen de precieuse knopjes gaven tegen het fond van donker haar aan het kopje een niet te miskennen charme. Ik vermoed, dat deze instrumentjes, die met een veiligheidsspeld aan den hoed be vestigd worden, hier en elders wel reeds in vele winkels te koop zullen zijn, en ik raad DE EERSTE VROUWELIJKE VOLKSVERTEGEN WOORDIGER IN AMERIKA De vrouwen in den Amerikaanschen staat Washington hebben niet alleen het recht om te kiezen, doch t>ok om gekozen te worden. Mevrouw dr. Nena Jolidon-Croake is thans gekozen tot volksvertegenwoordiger en zal de eerste vrouw zijn die in de Vereenigde Staten deelneemt aan den wetgevenden arbeid. Aan haar verkiezing waren veel moeiten verbonden, want zij had op haar verkiezings veldtocht niet minder dan zes mannelijke concurrenten te bestrijden. al mijn lezeressen, ze zich zoo spoedig mogelijk aan te schaffen. * * * Aigrette. Ik ben een beetje ontdaan, van dat booze artikeltje in zake de Aigrette. Ik putte mijn wijsheid (onwijsheid, zegt misschien de heer Vorstius) uit een nummer van The Sketch" en vond in Brockhaus, dat de Aigret-reiger voornamelijk in Hongarije voorkomt. Wan neer ik soms wat al te goed-geloovig" de mededeeling van The Sketch" heb op genomen, dan is het, omdat ik steeds ge neigd ben waarde te hechten aan dingen, die een pleitrede zijn voor de sierlijkheid en schoonheid in 't toilet! * * * Vrouwen! Canada, beweert een Engelsch blad, is het beloofde land voor huwelijks-candidaten. Er schijnt in sommige deelen van dit reus achtige land groote schaarschte van vrouwen te zijn. Het is nog niet lang geleden, dat in een der Britsche Couranten de merkwaardigste huwelijks-advertentie verscheen, die ooit het licht zag en die luidde: Tire thousend English girls wanted to become the wives of young Canadian farmers". Deze noodkreet der trouwlustige Ca'nadeezen (ik constateer het tot eer der vrouwen) had desalniettemin slechts een matig succes, want slecht zes honderd Engelsche meisjes ondernamen een eenzame huwelijksreis naar The far West". Er wordt thans geschat, dat er in Canada nog 10,000 mannen zijn, die niet de minste lust of roeping gevoelen om oude-vrijers te worden, maar die geen vrouw kunnen vinden. Tragisch wel! ALLEGRA De proeftuin in den plantentuin te Amsterdam. Culturen van verschillende soorten van Teunisbloem; eenige zijn opgesloten in zakken voor de kunstmatige bestuiving. Illustratie uit Het Veredelen van Kultnurplanten, door Hugo de Vries. Haarlem, H. D. Tjeenk Willink en Zoon. door de feiten kan worden bevestigd, heeft Prof. Hugo de Vries door zijn kweekproeven bewezen; zoodoende de zaak uit het rijk der bespiegelingen in die van het experiment overgebracht. Dat is de mutatie-theorie die Darwinontwikkelings-leer draagt en voedt; er is genoeg critiek op geoefend maar tot nog toe niets wezenlijks tegen in gebracht; al kan ook deze theorie misschien nog niet alle verschijnselen zonder uitzondering en ten volle verklaren ; feiten die er in strijd mee zijn werden tot nog toe niet bekend. En al mocht dit in de toekomst wel zoo zijn, dan zal ook deze theorie het lot deelen van alle theoriën die vruchtbaar zijn geweest, dan zal er mettertijd een andere staart of een ander beentje aangezet worden; de grond van de zaak blijft waar; al maken nieuwe ontdekkingen wellicht eenige wijziging in den vorm of formuleering noodzakelijk. Wat nooit meer weggenomen kan worden, dat zijn de gevolgen, die*Ée Intracellulaire Pangenesis- en Mutatie-theorie al vast gehad hebben. Beide hebben ze talrijke onder zoekers een weg gewezen, waarheen zij hun speurzin- en onderzoekingsgeest rich ten konden; de eerste, de zuivere theorie met de onzichtbare pangenen heeft, even als de Evolutie-leer en vroeger de Moletulair-theorie, in délaboratoria tot zicht bare en tastbare resultaten geleid. Er zijn geheel nieuwe werkwijzen door ontstaan, andere takken van wetenschap zijn er uit voortgesproten ; en verrassende ontdekkingen zijn de vrucht geweest van het gedachte zaad door Hugo de Vries in zijn Intra cellulaire Pangenesis uitgestrooid. Ook zijn Mutatie-theorie is het sein ge worden tot zoeken en bewandelen van nieuwe wegen en tot het keuren van de oude. En niet weinig heeft de vader dezer theorie er toe bijgedragen, om de kunst van het kweeken van cultuurgewassen, van beetwortels en granen, maïs vooral, vooruit te brengen; de methoden bij den landbouw en vruchtenteelt in gebruik en op jarenlange ervaring gegrond, kregen door de Mutatie-theorie een wetenschappelijken bodem. Ze kunnen nu verbeterd worden, wat van een groote sociale beteekenis kan zijn. En vooral dit is iets wat in de eerste plaats de praktische Amerikanen schijnen te kunnen begrijpen en waardeeren. Wie uitvoeriger ingelicht wil zijn alvorens nog aan de hoofdwerken van Hugo de Vries zelf te beginnen, kan te recht in zijn populair gehouden uiteenzettingen. De beste volgorde is deze: Naar Californ'ië' (2 dln.) 1906. Experimenteele Evolutie |(bij Yellowstonepark) Wereldbibliotheek" 3e dr. 1912. Hoc soorten ontstaan. (Album der Natuur.) Het veredelen van Kuituur planten (Nederl. Vert.) 1908. Die Mutationen in der Erblichkeitslehre 1912. Soorten en Variëteiten (Nederl. Vert.) 1906. Intracellulaire Pangenesis 1889 (Eng. Vert. 1910). Die Mutations-theorie (2 dln.) 1901?1903. Aangekondigd is, het nieuwe groote werk'. Gruppenweise Artenbildung. E. HEIMANS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl