De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 9 februari pagina 7

9 februari 1913 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

9 Febr. '13. No. 1859 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Jhr. J. C. C. DEN BEER POORTUGAEL f gep. Luit.-generaal, Lid van den Raad van State, Oud-Minister van Oorlog IMIIIIIIIIIIIIHIIIIMIIHIIIIIIIIIIIItlimilltllllllllUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHHIIII veel melk? Zijn dat de portretten, die ons de ijle of snelle schaduwen doen zien, die de wimpers- waaien over den bovenwang ? Zijn dit de portretten der kinderen, waarvan ge het haar als stroo-gele ringen om de vin gers u windt, en is hier te vinden de huid dier wezens, in kleur benaderd, of beter, her leefd, waarin allergeschakeerdst spel van aèren blauw paarsch trekt door blauwende witten ? Want ook dit is vergeten: de schilder ziet, als alles, het schoon der kin deren als kleur" en daar-in wordt het psy chologisch wezen uitgedrukt; de schilder maakt licht-gedichten, zooals een dichter klank (woord) -gedichten maakt! En alle moederlijke verlangens en liefdes kunnen geen schilderij scheppen van voldoende schoonheid van verwen en dan van psycho logie voldoende, zoo niet de geest van-, wie schildert zich moet" uiten eerst in die serieën verscheidenheden, die graden van licht en donker zijn, of geharmoniseerde uit werkingen van licht-variteiten! PLASSCHAERT De geheven Hand des Zwijgers Lang heb ik hem gehaat, den groenigen Zwijger op het Plein. Niet omdat hij 't is. Hoe zou ik kunnen haten, omdat hij 't is de beeltenis, noest in het hard metaal gehouwen, des mans van wien mi] vele meesteren met kunstiglijk verholen verveling leerden, dat hij het is aan wien ik danken moet de vrij- en vele andere heden, die ik met mate en overleg natuurlijk mag genieten ter verlichting en veraangenaming des dagelijkschen levens, dat immers zonder die uit het beleid en de dapperheid des Zwijgers gesproten heden, niets zou zijn dan een sombere weg van de wieg naar het graf ? Het is dus niet den man die ik in de beeltenis heb gehaat. Ja, zelfs is 't de beel tenis niet, de groenig bronzen, die zoo miiiiiitimtiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiimiiiMMiHiii ETLNSCHAPPEÜJKE LXXVI Het lanceeren van vliegmachines vanaf schepen Een katapult is aan de meeste lezers (misschien slechts aan een deel der lezeressen) bekend als een straatjongens-aanvalswapen, bestaande uit een tweetandige vork met aan de tanden bevestigde elastieken, die samen hartstochtelijk een gevoelen in mij wekte. Integendeel, ik had die beeltenis kunnen beminnen met al het vuur der eerste liefde eens Prinzipiënreiters. Want de symboliek is mij dierbare levensbehoefte, en waar schuilt schoener, welsprekender symboliek dan in het stomme, groen verweerde bronzen beeld des Zwijgers? Zoo is het dus ook niet de beeltenis die ik heb gehaat, niet althans de beeltenis an und für sich. Neen, wat ik haatte, wat mij ergerde, wat mij was als een nimmer aflatend, plannen verstorend en pretbedervend ge weten, wat mij vervolgde, hanteerde inderdaad! als het, met en behalve het koelgebiedend oog, de ijzeren hand inder daad ! zijns vriends den dichter deed, de gart van mijn Sinterklaas, de pannekoek in mijn treurspel (dat eerlang zal ver schijnen, zou Querido zeggen), het geraspte broodje in mijn blijspel (dito), dat was noch de Zwijger zelf, noch de beeltenis, noch de groene kleur van die beeltenis, het was de hand, de geheven hand met vermanend opgestoken vinger. O, die vinger! Het pad mijns dagelijkschen levens leidt nu eenmaal over het Plein. Daaraan is geen ontkomen. Morning, noon and night moet ik bewandelen het Plein, móet ik gaan langs het beeld, het groene beeld des Zwijgers, langs de geheven hand, den vermanend op gestoken vinger. Het is mijn noodlot eiken dag, niet ns, maar vele malen en herhaaldelijk, te zien den Zwijger, zijn beeld (het groene), de hand, den vinger. Die vinger is mij dikwijls geweest groot als de vinger Qod's in het bundeltje gras sprietjes des kolonialen Paradijsdichters, zógroot, dat ik geen beeld meer zag, hoe groen het ook zij, geen Zwijger meer, geen roemrijk verleden, geen vrij- en andere heden, aan dat roemrijk verleden ontsproten, dat ik niets zag dan den vinger, in welks schaduw gansch het beeld, de Zwijger, het Plein, het verleden, ja sterker, het heden en de toekomst verdwenen, den vinger, die werd tot de groote, onontkoombare ver maning, het niet te ontwijken geweten. Wanneer ik 's morgens wat laat was opge staan, en dies wat laat het Plein overstak, dan, want in een stad zóvol ambtenaren is zelfs een groenig bronzen Zwijger man van de klok dan bestrafte mij dreigend de vinger van de geheven hand. Wanneer ik 's avonds wat laat want in een stad waar de café's om half een sluiten. is 't al vroeg laat huiswaarts keerde, en laat dus langs het beeld ging, dan dan, groenigde somber-bleek in het koude maan licht de vinger. Wanneer ik 's middags verdiept was in aanbidding voor vele, die aanbidding ten volle waardige, meiskes want in een stad zóvol ambtenaren (heb ik dat niet al eens gezegd?) zijn veel mooie meiskes, dan werd mijn blik afgeleid van al dat lieflijks naar den koel dreigenden vinger. Wanneer ik maar neen, laat ik niet deze kolommen ontwijden door de niet al te devote biecht mijner zonden, die vele zijn, laat ik slechts verklaren, en moge het ten bewijs strekken, dat ik toch nog niet een ganschelijk verstokt zondaar ben laat ik verklaren, dat ik nooit het Plein kon be wandelen zonder dat de vinger der hand komen bij een leertje, waarin een steentje of grove hagelkorrel of iets dergelijks wordt gelegd, dat na het uittrekken en loslaten der elastieken onzen eigen duim pijnlijk aan doet, als wij er pas mee oefenen, maar dat met een flinke vaart den vijand bereikt als wij wel geoefend zijn. Alhoewel katten er nauw verband mee houden, als een herhaal delijk voorkomend eindpunt der kogelbaan, is de naam van het werktuig toch niet van dat dier af te leiden zooals velen meenen, maar het moet herinneringen wakker roepen uit een tijd, dat de Romeinen ermee werkten als met een belegeringswerktuig. Eerst dus een middel om de wereld te helpen ver overen, later verzonken tot een straatjongens niveau, is de katapult weer in eere hersteld op de Amerikaansche vloot als een middel des beelds des Zwijgers uit het roemrijk verleden mij dreigde, vermaande, verbood, gé-bood, enfin, mij allerlei onpleizierigs deed. i Zoodat het Plein mij werd een purgatorio, ' waarin ik werd gereinigd tot de schoonheid die noodig is ter vervulling van den heerlijken dagelijkschen arbeid van berichtjes j knippen en opplakken, of van aanhooren en i ijveriglijk op papier brengen van veel dingen, die ik graag belangrijk zou noemen. En nu is het wel heel goed en schoon om het leven door te wandelen in gereinigden staat, maar het is niet leuk en buitengewoon l vervelend. De schoonheden der zonde i zelfs die der pekelzonden zijn te geestig j en te aanlokkelijk dan dat men ze zich zou j willen laten ontnemen door den opgeheven i bronzen vinger van welken zwijger ook. Ik heb mij dan ook verzet tegen dien vinger, ik heb mij aan zijn somberen invloed ontwor steld, ik heb hem uitgelachen, ik heb hem gene geerd, ik heb hem niet-gezien. En zoo goed j slaagde ik daarin, dat ik hem ten slotte | werkelijk niet meer zag, dat ik het heele beeld niet meer zag. Dit laatste was voor waarde van slagen. Want zie je het beeld, dan ook zie je, noodlottig, den vinger, omdat die vinger is het wezen, de ziel, de quintessens van het beeld. Maar het gelukte mij het beeld niet meer te zien; ik kon zelfs het Plein oversteken zonder dat verheven gedachten aan al- of niet bronzen Zwijgers, of aan roemrijke verledens verstoorden mijn luchtige vroolijkheid, geïnspireerd door des Pleins geestiggratievolle levende stoffeering. Zoover was ik, zóver ben ik nu. Ik heb mijn bronzen, groenverweerde geweten tot dieper zwijgen dan het zwijgen des Zwijgers gebracht. Ik kan staan op het Plein, in klaren namiddag, met mijn gezicht naar het beeld, en ganschelijk niet vrij van de zonde, vrij van begeerte, die keurende woog, zonder dat het beeld, ja, zonder dat deszelfs vinger 't mij ook maar in het minst lastig maakt. Ik zie het beeld niet meer. Het beeld is met het Plein vergroeid nu voor mij, het is er n mee geworden, het is als ware't" in 's Pleins grond verzonken. Maar helaas, helaas! Daar heeft mij al wat vroed is in den Haag 't is niet veel, 45 op ik-weet-niet-hoeveel in een oogenblik van zondig zelfvergeten tusschen veel schouw-burgerlijke bezadigdheid, daar heeft me de Raad met een R besloten, om het beeld op het Plein te omringen van een bloembed, waar graniums en rozen en bleek blauwe viooltjes en tulpen en clematis, en al wat er geurt en kleurt, zullen breken 's Pleins grijze deftigheid, en door die bre king zullen trekken weer mijn aandacht naar het beeld. Hoe zal ik ooit een dier wandelende rozen op het Plein kunnen wijzen op haar ge lijkenis met de rozen die daar groeien rond het beeld", zonder dat beeld zelf te zien' en zijn gestrekten, vermanenden vinger ? Ach, inein Ruh ist hin, nu zij bloemen zullen gaan zetten rondom het beeld dat ik met moeite had geleerd niet meer te zien, het beeld van den Zwijger met zijn vermanenden vinger aan de geheven hand! T. LANDR Fig. l. CHAMBERS' KATAPULT VOOR HET LANCEEREN VAN VLIEGMACHINES. A van boven gezien, B van terzijde gezien, l motor voor gecomprimeerde lucht, 2 katrollen, enz. voor het overbrengen der zuigerbeweging op kabel 3, die over katrol 5 en katrol 9 naar den wagen 8 loopt, die over rails 4 kan gaan en de drijfkamer 7 draagt van de vliegmachine 6. De katapult is getcekend boven op een gcschuttoren, waarvan de kanonnen ook nog zichtbaar zijn. W is de cylinder met voorraad samengeperste lucht, die door de buisleiding 11 naar den motor gevoerd wordt. om vliegmachines te lanceeren van het dek der oorlogschepen. Een paar jaar geleden zijn de proefnemingen begonnen om de vliegmachines ook op de oorlogsmarine in te voeren. De eerste proefnemingen gaven resultaten die veel bedenkelijke gezichten deden trekken aan de marine-autoriteiten. Het lakte wel onder vrij gunstige omstan digheden een vliegmachine van een scheeps dek de lucht in te krijgen, maar daarvoor was dan noodig een geweldige stellage met een enorme houten vloer erop, om de vlieg machine de ruimte te verschaffen voor de aanloop, die het toestel noodig heeft om voldoende vaart te ontwikkelen en te stijgen. In vredestijd is zoo'n stellage heel aardig, maar in oorlogstijd zijn er natuurlijk ernstige bezwaren tegen, om de helft van een scheeps dek te bedekken met een plankier en bijbehooren, dat iedereen en alles in den weg staat en niet in een vloek en een zucht opgeborgen en desnoods weer opgeslagen is. Een flinke stap vooruit werd gemaakt door lenn Curtiss' hydro-aeroplane, die ik reeds in vroegere artikels genoemd heb, en die door allerlei afbeeldingen al reeds een zekere populariteit begint te verkrijgen. Het is een normale vliegmachine, die echter niet op een chassis met wielen rust, maar op een of meer kleine lichte schuitjes: drijfkarners /ouden wij hen kunnen noemen, zoo gebouwd dat zij met hun scherpe voorzijde geen al te hinderlijker! tegenstand van de lucht ondervinden bij het vliegen, maar toch vol doende groot om het heele toestel op het water drijvende te houden. Deze machines heeft Curtiss geleidelijk verbeterd totdat het zeer goed mogelijk was om met deze vliegmachinc neer te dalen aan lei van het oor logsschip, dus in betrekkelijk kalm water, om vervolgens opgepikt te worden en aan boord gehe'schen met een Hertje. Maar om van het dek af te komen bij het begin van den tocht, was en bleef een moeilijkheid. Chambers heeft echter alle moeilijkheden aangepakt en als resultaat van zijn onder zoek maakte hij een half jaar geleden een toestel, dat bestond uit een cylinder met zuiger, waarachter gecomprimeerde lucht werd toegelaten. De zuiger bracht de kabel in beweging, die de vliegmachine voorttrok, die op een platte wagen voortgetrokken werd over rails van een 12 tal meters. Met een luchtdruk van een twintigtal atmospheren werd de zuiger in beweging gebracht, en op de betrekkelijk korte rails werd reeds voldoende vaart aan de vliegmachine gege ven om haar omhoog te doen gaan. Maareen groot bezwaar was, dat de kracht plotseling optrad, zoodat de vliegmachinejeen geweldige schok kreeg. Door ongtinstigen wind ging de vliegmachine wel omhoog, maar hij kantelde en viel in het water. De lanceer-schok bleek echter de onderdeden der vliegmachine niet beschadigd te hebben. Toch heeft Chambers zijn proeven voortgezet om ook deze schok buiten werking te stellen en als resultaat heeft hij een zeer practische lanceer-inrichting verkregen, die op de hierbij gevoegde figuren afgebeeld is. \ De beweegkracht is weer gecomprimeerde lucht, die aan boord van oorlogsschepen toch steeds in voorraad is, voor het lan ceeren van torpedo's of voor andere doelHoe een minister zijn dag besteedt VERGETEN PROZA VAN RAYMOND POINCAR . BENOEMD PRESIDENT VAN DE FRANSCHE REPUBLIEK Zoowel voor als na 1865 hebben wij veel ministeries gehad; misschien hebben we wel een weinig minder wat men noemt regeeringen gehad, en ik vraag me in waarheid af, wanneer en hoe de ministers meesters kunnen zijn in het regeeren. Sedert den tijd, dat J. J. Weiss zoo juist en met zooveel geest beschreef, hoe een minister zijn dag besteedt, heeft men die hooge gevangenen van den Staat niet veel mér vrijen tijd geschonken. Zij houden, zegt men, drie keer per week ministerraad en het is zonder twijfel, dat zij in die officieele bijeenkomsten de algemeene politiek en de zaken van groot algemeen belang behandelen. Het is onmogelijk, dat ze geen verheven begrip hebben van de missie, die hun is toevertrouwd door het toeval der politieke combinaties. Zij zijn hoog genoeg geplaatst om een overzicht te hebben; doch, tegelij kertijd, dicht genoeg bij de democratie om haar stem te vernemen. Vraag eens aan den officier, die het regimentsvaandel draagt, of hij niet, als zijn hand de stok omvat, in zich verzamelen voelt een soort van collec tieve waarde en vermenigvuldigde moed. De ministers weten, dat zij de supreme vertegenwoordigers zijn van den nationalen wil; zij zullen klaarblijkelijk, iederen keer dat ze elkander in vergadering ontmoeten, ge zamenlijk onderzoeken wat hun voorouders gewichtige zaken noemden, en, met de in nerlijke kracht van een gemeenschappelijke gedachte, de buitenlandsche en binnenlandsche daden van het Fransche gouvernement besturen.... Vergis u niet. Met de groote zaken zullen zij zich morgen bezig houden, maar vandaag zijn er tal van kleine aangelegen heden te regelen. De een of andere afgevaardigde, onte vreden over een voordracht tot benoeming van een ontvanger, zal in den namiddag interpelleeren; het is noodig, dat de inci denten, die het gevolg kunnen zijn van de debatten en de voorgestelde moties van orde, onder de oogen worden gezien. Een andere afgevaardigde verlangt voor een be schermeling een presidentszetel van een gerechtshof, maar een lid van den Senaat solliciteert voor een anderen candidaat. Ernstig conflict. Aan wie voldoening te geven? De senator is van beproefde trouw; de députéis onzeker. Men delibereert, en, zooals het behoort, de afgevaardigde draagt de overwinning weg. Het slaat tien uur, half elf, elf uur. De minister van Buitenlandsche Zaken heeft belangrijke mededeelingen ontvangen, die hij wenscht te bspreken in den Ministerraad; de minister van Financiën heeft groote hervormingen beraamd, die een langdurige bestudeering eisenen. Wat nu te doen. Het is laat; de minister van Binnenlandsche Zaken wordt verwacht door de journalisten, die gekomen zijn om inlichtingen. Hij moet vertrekken. Per slot van rekening, is de minister van Buitenlandsche Zaken zelf niet de persoon, die het best weet, welke partij hij moet opnemen? En is de minister van Financiën door zijn functies niet het meest competent in financieele zaken? Het beste is zeker hen hun gang te laten gaan. Men zal op een anderen dag over de algemeene politiek IHIIIIM1IIII11III einden. Samengeperst in een betrekkelijk kleinen cylinder (fiig J bij 10), ligt de noodige lucht op het dek, in de buurt van de kata pult, die zoo beknopt is, dat hij zelfs op den top van een geschuttoren geïnstalleerd kan worden, zooals in fig. 2 is afgebeeld. Hij kan ook gemakkelijk naar elk willekeurig deel vaa het schip verhaald worden en de zeer eenvoudige constructie maakt het mo gelijk het toestel vlug af te breken en op te bergen ais het geschut er last van zou kunnen krijgen. Aan de hand van fig. l, zal ik de onderdeelen beschrijven: ff is de vlieg machine waarvan het schuitje of drijfkamer 7 rust op een platte wagen 8, die door een kabel 3 voortgetrokken kan worden over de rails 4. Deze kabel loopt over de katrol 9 en gaat onder de rails door naar de katrol 5, waar de kabel nog eens ombuigt en terecht komt bij een stelsel katrollen en hefboomen 2, die bewogen worden door de zuigerstang van de motor l, die met gecomprimeerde lucht werkt, afkomstig uit 10, door middel van de toevoerbuis //. De zuigerslaglengte is ongeveer een meter en de ontwikkelde kracht doet het wagentje met de vlieg machine in anderhalve seconde de railslengte doorloopen. De schok, die bij de eerste spreken, een anderenMag zal men zich be moeien met Frankrijk. Dat is de uitvoerende Ymacht; de, wet gevende macht vertoont zich aldus: De zitting is geopend; de president kondigt het onderwerp aan, dat op de agenda staat. De agenda vermeldt: de begrooting. Hij kondigt tevergeefs aan. De Kamer antwoordt met een inval. Een fantastische gedachte is met groot vleugelgeruisch door de hersens van het parlement gegaan: een afgevaardigde heeft het woord gevraagd. Dat is zijn récht. Hij dient een voorstel van wet in. Dat is zijn recht. Hij eischt verklaring dat het ontwerp dringend is en verlangt onmiddellijke bespreking. Dat is zijn recht. Hij leest de motieven voor. Dat is zijn recht. De regeering wordt uitgenoodigd van advies te dienen. Zij weet niet waarover het gaat. De stemming is begonnen. De af gevaardigden loopen naar hun plaatsen: Wat is er te doen ? Waarover wordt gestemd ? De stemming is afgeloopen; de voorzitter maakt den uitslag bekend en begint weer aan de vergeten begrooting: eindelijk vindt zijn stem een zwakke weerklank in het parlement. Op het Hoofdstuk, waarin men den vorigen dag is blijven steken, zijn vier amendementen ingediend, waarvan twee aan het begin der zitting. Noch de regeering, noch de begrootingscommissie is voorbereid. Men redetwist en twist; men stemt. De uitgaven zijn vermeerderd met een millioen. Regee ring en begrootingscommissie zullen er wel in voorzien. Desnoods nemen ze hun toe vlucht tot een van die goochelarijen met cijfers, die hun in staat stellen op papier het financieel evenwicht te herstellen, totdat de Senaat er in slaagt hen tot de werkelijk heid terug te brengen, 's Avonds, wanneer de zitting is opgeheven, zonder dat meerdere millioenen zijn toegestaan, slaken commissie en regeering een zucht van verlichting. Het meest is echter de regeering opge lucht. Zij heeft geen slechten dag gehad, want er vond geen enkele interpellatie plaats. Maar morgen zal het gevecht scherper zijn: de agenda vermeldt de zestigste inter pellatie tot de regeering gericht sedert zes maanden. De toegangsbewijzen voor de. tribune zijn goud waard. Op de lijst van sprekers staan niets dan onbekende namen; maar men weet dat die namen dienen om andere te verbergen en dat alle leiders van fracties zich voornemen om het woord te voeren. Er zal een groot parlementair steek spel plaats vinden. ledere partij zal haar programma ontvouwen in schitterend mooi Fransch, elke groep zal haar reden van bestaan aantoonen en spreken van haar methode, haar ideaal; het zal de ontmoeting i zijn van de talrijke overtuigingen en de , verscheiden sentimenten, die in het land l omgaan zonder de diepe eenheid in gevaar te brengen. Helaas, het is de samenkomst van de eerzucht, de hebzucht en de rancune; het is de koorts en de krankzinnigheid van een openbare vergadering; het is het feest van de stoutmoedige middelmatigheden en de onder worpen rouw van de fijnere geesten. Boven mate gelukkig ministerie, wanneer het, aan 't eind der zitting, niet schaamteloos is in den steek gelaten door zijn teugellooze meerderheid. Het heeft weerstand geboden, nochtans; het heeft overwonnen; en nu moet de overimiMMiiiliiiiiiii Fig. 2. CHAMBERS' KATAPULT, MET VLIEGMACHINE, OPGESTELD OP DF. VOORSTE GESCHUTTOREN VAN EEN OORLOGSSCHIP. Voor de vliegmachine zijn de rails zichtbaar, die midden boven de kanonnen ein digen. Links voor de vliegmachine is de motor der katapnlt zichtbaar, terwijl de cylinder voor samenge perste lucht links achter de vliegmachine op het dek ligt. proeven gevaar opleverde is geheel ver dwenen; de wagen begint met een kalme gang, om hoe langer hoe grooter snelheid te bereiken. Dit is verkregen door de lucht toevoer uit den luchtcylinder automatisch te laten toenemen vanaf een betrekkelijk lage waarde, zoodat niet onmiddellijk de volle kracht werkt. Heeft het wagentje met steeds toenemende vaart het einde van de rails bereikt, dan valt het eenvoudig naar beneden. terwijl de vliegmachine die er los opstond de lucht inzweeft en verder zijn eigen gan getje gaat. Eindigen de rails buiten boord dan rolt het wagentje in zee, maar kan dan door den eraan bevestigen kabel gemakkelijk weer binnen gehaald worden. Bij de proeven op de werf was de bodem van de drijfkamer der vliegmachine slechts een zestal decimeter boven het watervlak, toen de katapult in werking werd gesteld; veel ruimte had de vliegmachine dus niet om nog even omlaag te zweven, maar toch gelukte de proef best: er was niet de minste neiging om omlaag te gaan. De windcondities waren wel zeer gunstig, maar er was toch geen reden om te twijfelen aan de goede werking als de katapuit aan boord van een schip werd opgesteld. De bedoeling is om nog een verandering aan te brengen. Staat n.l. de vliegma chine los op den wagen dan kan het gebeuren, dat zij reeds de lucht ingaat als de wagen nog maar een deel van zijn weg heeft afgelegd, en dat is nu wel fraai, maar secuur is beter", dus als de wagen nog meer vaart aan de vliegmachine kan geven, dan is dit te prefereeren. Daarom wordt de vliegmachine met een beugel bevestigd aan den wagen. Als nu het einde van de rails bereikt is. wordt daar door een een voudige inrichting een paal los geslagen, de beugel gaat los en de vliegmachine gaat ongestoord verder, terwijl de wagen valt. Het voordeel is dus, dat tot het laatste oogenblik toe de vliegma chine geniet van elke vaartver meerdering van het wagentje. Ook deze verbetering is bij proef nemingen bruikbaar bevonden. Chambers is vast overtuigd, dat door deze katapult het gebruik van vliegmachines voor oor logsdoeleinden zeer vergroot zal worden. Het verkennen van vij andelijke havens, het versterken van een blokkade, het zoeken van onderzeebooten, zal ermee mogelijk zijn, terwijl de vlieg machines als vlug communicatie middel met den vasten wal of met bevelhebbers van andere smaldeelen groote diensten kunnen bewijzen. En tegen den tijd, dat wij van onze daken afvliegen, is zoo'n katapult ook zeer bruikbaar als de schoorsteenen het platte dak erg klein maken! P. VAN OLST.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl