Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR
NEDERLAND,
^2 Maart '13._?No. 1862
de markt komen, belooft een langeren duur
dier geWsehaatsetrie- daw-allicM verwacht
werd.
In de Fransche hoofdstad echter is het
geld weer even overvloedig als ten onzent,
zoodat derhalve de chauvinistische gevoe
lens, die in den jongsten tijd min of meer
gekrenkt waren, wel spoedig door
materieele overwegingen terug worden gedron
gen en waarschijnlijk op grootere schaal
gelden in Duitschland worden uitgezet, tenzij
de Russen een beroep op Marianne's offer
vaardigheid doen, zooals thans verluidt,
waarmee dan de vrede tevens zou zijn ver
zekerd.
Wij laten hier thans de koersen der voor
naamste speculatieve Amerikaansche waar
den volgen:
20 Feb. 27 Feb.
Amalgam. Copper 70!4 697* na 68 pCt.
Amer. Can. Cy gew.
aandeelen 40'/4 36 '/2 33
Amer.£ar<£Foundry 50Vs 49:!8
Hide & Leather 26% 25^
Smelting &Ref. 70 69!8
Standard Milling 62 H 63 na 61^
United Cigars 50 50 47
States Steel 62 V»62 Vs 60
Rumely pref. aand. 94 92
Atchison Topeka 103Va 103^
Denver & Rio 21'A
21Erie 29^ 27%
Kansas City & South. 24H 24;s
Missouri K. Texas 265/8 26}4
Rock Island 23'A 23
Southern Pacific 101 101 na 99
Rails 26 2534
Union Pacific 157'4 155 na 192%
Pittsburg Coal 21H 21
Marine pref. 18!4 18
4^ bonds 65 64 U
Zoo wij zeiden, hielden locale waarden
zich flink; de bij voortduring gunstige staat
van zaken in de petroleum-industrie ver
oorzaakt telkens weer eene koersverbetering
in petroleumwaarden zoodra de hooge druk,
dien de politiek uitoefent, wat wordt ver
minderd.
Van Tabaksaandeelen, welke ook alle meer
of minder belangrijke koersverheffingen aan
wijzen, onderscheidden zich de aandeelen
Bindjey Tabak door eene ongewone koers
verbetering van ca. 25 pCt., in snel tempo,
in verband met het bericht, dat de Deli
Batavia Maatschappij deze" ...'onderneming
overneemt, waarbij vier aandeelen Bindjey
een aandeel Deli Batavia zullen bekomen ;
koers Bindjey s ca. 118 pCt. na 94 pCt.
Van scheepvaartwaarden liepen aandee
len Holland-Amerikalijn eenige knoopen
vooruit in verband met dividend-geruchten;
naar intusschen werd bekend gemaakt, zal
de maatschappij 15 pCt. dividend uitkeeren,
tegen l2Vg pCt. over 1911.
Rubber-aandeelen varieerden niet
noemenswaard; evenmin Mijn-en Cultuurwaar
den; ook voor deze was overigens de stem
ming iets beter.
Donderdag 6 Maart a.s. heeft de inschrij
ving plaats op f 2.000.000.?aandeelen der
Vereenigde Blikfabrieken b. 107 pCt. voor
aandeelhouders en a 110 pCt. voor de vrije
inschrijvers en Dinsdag 4 Maart op f 900.000
aand. L. E. Tels en Co's HandeKMaatschappij
al04pCt., met 8 pCt. dividendgarantie.voor
de vier eerste jaren.
Beide zeer bloeiende bedrijven.
De Holland-La Plata Hypotheekbank geeft
opnieuw f 500.000.?aandeelen a 135 pCt.
uit, waarop Vrijdag 7 Maart de inschrijving
zal plaats vinden.
28 Febr. v. o. M.
* * *
De goud-productie in de Oudheid en
in onzen tijd
Met de meerdere cultuur-ontwikkeling van
landen en volken, is de behoefte aan goud
eveneens toegenomen, aan welke omstandig
heid het wordt toegeschreven, dat Europa
spoediger arm was aan goud dan de andere
werelddeelen niet een minder talrijke en meer
verspreide bevolking.
Want er is een tijd geweest, dat ook ons
werelddeel groote goudschatten in zijn bodem
hield verborgen.
In de oude tijden schijnt het Pyreneesch
schiereiland het Californië van Europa te
zijn geweest. Men heeft berekend, dat in
het gebied tusschen Oporto, Salamanca, Gyon
en Coruna gelegen, ongeveer een half milliard
tonnen erts is verwerkt geworden, waaruit
niet minder dan 480.000 kilo goud werd
verkregen, terwijl in de Romeinsche
goudgroeven in Hispania vele tienduizenden slaven
werkzaam waren.
De mijnen aan de Tajo leverden in de
10e eeuw den Mooren nog een rijke
goudopbrengst, niettegenstaande uit de oude
provinciën Hispania en Lusitania reeds zoo
veel goud naar Rome was vervoerd, dat
gouden vaatwerk in de woningen van
welgeslelde burgers geen zeldzaamheid was en
Nero's gemalin Poppae, volgens de oude
schrijvers, zelfs de hoeven van hare muil
dieren met zuiver goud liet beslaan.
Vooral in het Oosten en Zuid-Oosten van
ons werelddeel schijnt de goud-rijkdom groot
te zijn geweest, waaraan reeds de Phoeniciërs
en na hen de Grieken en Romeinen hun
gouddorst konden lesschen.
Door deze laatsten werd ook in den
Eiffel niet zonder goed gevolg goud gegraven
en de sage van het Rijngoud in de
Nibelungen wijst op het aanwezig zijn van het
gele. metaal in de Rijnstreken in vroegere
eeuwen.
Van grootere beteekenis dan Duitschland,
was Oostenrijk-Hongarije als goud-producent
in vroegere tijden. In 1910 werd daar nog
148 kilo te voorschijn gebracht, maar in de
helft van de 16e eeuw produceerde het
gebied van Salzburg jaarlijks een goud
massa ter waarde van meer dan 5 millioen
gulden, terwijl in de tweede helft van de
14e eeuw Bohème eveneens een groote
goud-productie had en wel nabij Praag, die
in sommige jaren op een waarde van ruim
\Vi millioen gulden werd geschat.
Zuidelijk Frankrijk was in den tijd der
Romeinen een nog belangrijker schatkamer.
Na de verovering van Gallie door Julius
Caesar, werden zógroote hoeveelheden naar
Rome gebracht, dat aldaar de waarde-ver
houding van zilver tot goud van l: 12 tot
1:9 daalde. En alleen in den hoofdtempel
van Toulouse maakten de veroveraars voor
meer dan 4 millioen gulden aan goud buit.
Aan 't ongelooflijke grenzen de verhalen
van de schatten aan edele metalen, die de
Oostersche heerschers in de Oudheid van de
goudvelden van Azië, hetzij als schatting,
hetzij als oorlogsbuit, tot zich wisten te
trekken, -Zoo wordt vermeld, dat aan de
Babyloniërs bij de verovering van Ninive
50 mtHioen kilo goud en 500 millioen kilo
zilver in handen vielen, terwijl volgens
Plutarchus voor het vervoer van al het
goud en zilver, dat Alexander de Groote in
Persepolis buit maakte, 10000 muildieren en
500 kameelen noodig waren.
Eenigen tijd voor de ontdekking van
Amerika was de goudwinning inmiddels
belangrijk verminderd, daarna echter kwam
overvloed van het edele metaal in een mate,
als men in geruimen tijd niet had gekend.
Toen de enorme voorraden van
CentraalAmerika, Chili en Peru echter waren uitgeput,
kwamen de goudvelden van Brazilië aan de
beurt, waarvan in de eerste helft der 18e
eeuw meer dan 750.000 kilo goud werd
verkregen, doch welker opbrengst meer en
meer verminderde.
Toen trad weer een tijdperk van
goudschaarschte in, totdat in het midden der
vorige eeuw eerst Rusland en vervolgens
Californië en Australië als beteekenende
goud-producenten te voorschijn traden en
in een tijdsverloop van 30 jaren een op
brengst van meer dan 5 millioen kilo goud
opleverden.
Sedert dien is de wereld-productie niet
weder gering geworden. Wél waren er jaren,
als b.v. van 1880 tot 1890, waarin de
jaarlijksche opbrengst niet grooter was dan ongeveer
'}i millioen kilo, maar van het tijdstip af,
dat.Transvaal de voornaamste goud-produ
cent is geworden, is de productie van jaar
tot jaar toegenomen. In 1900 overschreed
deze reeds de waarde van 600 millioen
gulden en 10 jaren later was zij het dubbele
van dit bedrag.
In het vorig jaar werd voor een waarde
van S 473.383.543 aan goud gewonnen,
waarvan in:
Transvaal (Rhodesia) S 183.533.000
Noord-Amerike 96.233.528
Australië 61.072.409
Rusland 40.600.000
Mexico 19.500.000
Uit deze cijfers blij kt,dat Australië als goud
producent eerst de derde plaats inneemt,
maar eigenaardig is het, dat in dit wereld
deel de grootste klompen goud worden ge
vonden.
In 1869 werd bij Ballarat, ten westen van
Melbourne, de zwaarste goudklomp gedolven,
die ooit werd aangetroffen en die een gewicht
had van niet minder dan 190 Engelsche
ponden. In andere streken van denzelfden
staat Victoria werden stukken gevonden van
140, 137, 110 en 101 pond, terwijl reeds in
1851 2 stukken, elk van 74 pond, in New
South-Wales werden te voorschijn gebracht.
Dikwijls vindt men op naar verhouding
kleine uitgestrektheden belangrijke goud
voorraden opeengehoopt. Tusschen Ballarat
en Bunniong werd bijv. op een uitgestrekt
heid van l Eng. mijl voor ruim 12 millioen
gulden goud gewonnen.
Maar ook elders kwamen belangrijke
vondsten voor: in Russisch-Azië
(Preobaschenk) werden 2 stukken ter zwaarte van
71 en 60 pond gegraven.
In Klondyke bracht een gouddelver in 8
uren tijds voor een waarde van ?95.000.
goud te voorschijn en verkreeg men uit
een stuk grond van slechts 25 meter
breedte een bedrag van niet minder dan
l '/?-? millioen gulden..
tets dergelijks wordt vermeld van den
Mount Morgan, den gouden berg" aan de
westkust van Queensland, een heuvel van
ongeveer 180 meter hoogte, waar men in
1886 de' sporen van goud ontdekte en waar
uit behalve 66.000.000 kilo koper sedert
voor ongeveer 180 millioen gulden aan goud
is gewonnen.
Veel goud, aan den schoot der aarde ont
wrongen, is daarin teruggekeerd; men denke
slechts aan de onnoemelijke schatten, die bij
het vergaan van schepen op den bodem der
zee zijn terecht gekomen en daar te allen
tijde blijven rusten.
282 '13.
ItllllllllMltlllllllllmilMMIIIIII
V. D. S.
iiiiin min
Een beleefde papegaai.
Oudere Amsterdammers kunnen zich nog
wel herinneren de eerste dagen dat Carr
zijn circus bepeelde. De bureaulist voor 2en
en 3en rang had het 's avonds altijd zeer
druk, omdat de toeloop groot was en het
gedrang voor zijn loket soms bedenkelijke
afmetingen aannam. Men hoorde hem dan
ook onophoudelijk roepen: niet dringen,
heeren, n voor n als 't u belieft, u krijgt
allemaal een beurt".
Nu had hij al eenige jaren een papegaai,
die altijd in zijn bureau op zijn stok zat en
te verwonderen is het niet, dat lorre op 't
laatst ook de waarschuwing tegen het dringen
woordelijk uitschreeuwde", om de herrie
te overstemmen.
Op zekeren dag was lorre ontsnapt. Dade
lijk ging men zoeken en ja, de arme vogel
zat een paar huizen verder aan den Amstel
in een der kale boomen, omringd van een
groot aantal kraaien, die zich gedrongen
gevoelden dezen raren vogel" de veeren
uit te plukken, onder welk bedrijf lorre
maar steeds zat te schreeuwen : Niet dringen.
heeren, n voor n als 't u belieft, u krijgt
allemaal een beurt.''
(Het Volk.) S.
Nieuwe Uitgaven
Catalogus de monnaies, medailles et d
corations en or grecques et romains, Europe,
Asie, Afrique et Amerique avec 4 planches.
En vente aux prix marqués chez J. Schulman
numismatiste et expert. Amsterdam, Keizers
gracht 448. Staats- en particuliere betrekkingen
in onze overzeesche bezittingen. Werkkring
en vooruitzichten. No. 7. De vooruitzichten
van den Nederlandschen Arts in Nederl.
Indië. Uitgegeven door de Vereeniging Oost
en West," f 0.25. Verkrijgbaar bij Mart. Nijhoff
te 's-Gravenhage.
KARIN MICHAELIS, Jms Himmdrcich und
andere Erzahlnngen, 198 pag. Preis geheftet
2 Mark, Gebunden 3 Mrk. Munchen, Verlag
von Albert Langen.
MARIE VAËRTINU, Haszkamps Anna. Roman.
246 pag. Preis geheftet 3 Mrk., geb. 4.50 Mrk.
Munchen, Verlag von Albert Langen.
LEDEGOUWER, De Naakte Jongeling, Over
zedelijkheid aan den heer Eug. Clevers en
diens geestverwanten, 7 pag. Gent, Uitg.
Maatij. De Bliksem."
De Auteurswet en de Berner Conventie,
Practische handleiding, uitgegeven door den
Nederlandschen Uitgeversb., 96 pag. 's-Grav.,
Boekh. voorh. Gebr. Belinfante.
De Plant in Nijverheid en Handel, Onder
leiding van D. A. SOETHOUT, afl. III, f 0.45.
Amsterdam, Uitg. Maatij. Elsevier."
Ingezonden
Het vrije Huwelijk
Geachte Heer Redacteur,
In hoeverre het idialisterig' van de aan
staande Vereeniging van Moederbescher
ming en Sexueele Hervorming is, dat in
haar circulaire den voorstanders van het
zoogenaamde vrije huwelijk" eenige eere
geschiedt, kan ik niet beoordeelen, doch Uw
aanval op het vrije huwelijk zelf, dwingt
mij tot een wederwoord.
U wekt de veronderstelling dat deze vorm
van samenleving niets anders zou zijn, dan
het zich besparen van de moeite zijn huwe
lijksplannen maatschappelijk te doen inschrij
ven, en dus eigenlijk der peine niet waard
zou zijn. Doch U reduceert al den omslag
en. al de bezwaren eener wettelijke verbin
tenis tot de simpele formule maatschappe
lijk inschrijven der huwelijksplannen" terwijl
wij nog lang zoo ver niet zijn.
Ten eerste doet de Nederlander beneden
dertig jaar niet zelf zijn huwelijksplannen
inschrijven, doch het zijn feitelijk zijn (haar)
ouders, of bij ontstentenis van dier bewilli
ging: de kantonrechter. Doch er zijn verder
nog zoo vele formaliteiten en er worden
verklaringen en beloften gevergd, die niet
ieder wenscht af te leggen. Werkelijk, zoo
men inderdaad een huwelijk (of huwelijks
plan) eenvoudig registreerde, zooals men
aanteekening houdt van de geboorten, de
verhuizingen, enz., er zou immers niemand
bezwaar tegen hebben, ten gemeeentehuize
een mededeeling af te geven, waarin het
huwelijksplanter kennis wordt gebracht? Maar
thans is het de, voor vele menschen stuitende,
rompslomp, van wat u al te vergoelijkend
aanduidde met maatschappelijke inschrij
ving", die men allereerst wenscht te ontgaan.
En vind u den wettelijken grondslag (ik
mag mij er van ontslagen achten, de art.
van het B.W. te citeeren), waarop het bur
gerlijk huwelijk wordt gesloten zóaan
trekkelijk (voor de vrouw in 't bizonder)
dat u den menschen, die dien wettelijken
grondslag uit eigen eerlijke en ernstige
overweging willen ontberen, niet den be
scheiden triomf gunt, welke zij in de oogen
der opstellers van de circulaire mochten
behalen ?
Zou u, om een voorbeeld te noemen, zich
zelve willen wagen aan de huwelijksinze
gening van een Rotterdamschen wethouder,
die Gods bescherming voor de huwenden
afsmeekt ?
Natuurlijk is onder de vrij-liuwenden veel
pose en is sommigen het gebaar van een
begeerlijk martelaarschap niet vreemd, maar
mag u daarom het vrije huwelijk in 't alge
meen afkeuren? Vanwaar die heldhaftigheid
in eigen oogen? Omdat de Klatsch" van
nare, benepen provincie-stadjes, de onver
draagzame houding van alle in
conventionaliteit levenden, trachten de menschen, die
zich buiten een onvolkomen en noodeloos
vernederende wet plaatsten, tevens buiten
de samenleving te dringen. Wanneer
de gemeenschap eens begon hen, die een
vrij huwelijk sluiten, gewoon te beje
genen, dan zou het heldhaftige van een
dergelijken vorm van samenleven wel afgaan,
en .... zo~üte'ven^ïiet kroost, waarover u
zich werkelijk eeiïrgszins ten'Onrechte be
zorgd maakt (want de kinderen uit een vrij
huwelijk kunnen vanaf de geboorte den
naam des vaders dragen!), de door u ge
signaleerde narigheid niet ondergaan.
H. J.
* * *
Meende de inzender, dat wij met de expres
kleineerende uitdrukking inschrijving der
huwelijksplannen" wilden te kennen geven
niet te weten, dat in ons onvolprezen
Burgerlijk Wetboek het huwelijk voor den
burgerlijken stand uitvoeriger geregeld is en
eenige gevolgen heeft? Wij wilden daarmee
alleen zeggen: Voor de groote massa der
menschen, en in 't bizonder voor lieden niet
behoorlijk karakter (waaronder men in 't
algemeen zeker de idealisten van liet vrije
huwelijk rekenen kan) is de heele burgerlijke
huwelijksinzegening practisch een formaliteit,
zijn in elk geval de onbillijkheden van de
huwelijkswetgeving van geen verder effect. De
man en de vrouw, die zich nu, ten
aanschouwe van andersdenkende familieden enz.
enz., in vrij huwelijk begeven", en zich
daardoor in den beginne allerlei en van de
malste n pijnlijkste last op den hals halen,
worden aldus martelaars voor een zaak, die
temidden van de, van veel grooter zaken'1
vervulde wereld, een minime kleinigheid is.
M.a.w. zij maken van een kleine mug een
groote olifant en worden, geestelijk, door dit
laatste, zelfgefabriceerde beest gewoonlijk een
beetje gekneusd en soms onder den voet
getreden.. . Wij kennen
querulanten-van-hetvrije-huwelijk.
Hebben wij nu de vrije-huwelijk-idealisten
willen afvallen met het oog op de degelij
ker lieden, die diep geschokt worden door
het trouwen buiten den burgerlijken stand?
Neen. Ook mét den last, dien zij (in vele
gevallen, zooalniet in alle) hun kinderen
bezorgen, offeren dan toch deze idealisten
voor iuts geestelijks belangeloos ook zich
zelf. Wat wij veroordeelden, was dat men
hen uit naam van een nog op te richten
belangrijke vereeniging ging aanmoedigen.
RED.
Moederbescherming en Sexueele
Hervorming
In de circulaire, verspreid door het
dagelijksch bestuur van de op te richten ver
eeniging van Moederbescherming en Sexueele
Hervorming, die nader besproken werd in
Uw blad van den 23 Februari j.l, lees ik,
dat de vereeniging y.ich onder meer ten doel
stelt:
Op te komen tegen de heerscheiide ge
woonte om, enkel tegen overtreding van
vormelijke regelen, door Staat en Kerk voor
het geslachtsverkeer gesteld, een geboorte
buiten huwelijk op zich zelf als voldoende
motief te beschouwen om de moeder als het
ware buiten de maatschappij te plaatsen,
en het in elk geval geheel onschuldig kind
in de blaam en de achterstelling te doen
de e Ie n."
Het is vooral het laatste, door mij gecursi
veerde gedeelte, dat mijn bijzondere aan
dacht trok, niet omdat het nieuw, maar
omdat het zoo volkomen juist is.
Wel is de positie, die een natuurlijk kind
thans in de maatschappij inneemt, aanmer
kelijk beter dan vroeger jaren, toen het zich
uitgesloten zag van liet bekleeden van eere
ambten, met geen enkele wettelijke band
aan de ouders verbonden was, ja zelfs In.
rechtszaken als getuige tegenover wettige
werd geweerd, doch ook thans is die positie
weinig benijdbaar, en is in elk geval erken
ning van de moeder noodig om het kind
aanspraak te doen verleenen op familie
betrekking met de vrouw, die hem het
leven gaf.
De Romeinsche regel, later in het Hollandsch
recht overgenomen, dat een moeder geen
bastaard maakt, en dat dus natuurlijke kinderen
ten opzichte van de moeder met wettige
gelijk worden gesteld, is alleen dan op het
kind toepasselijk, wanneer het door de moeder
is erkend. Van die erkenning is evenwel nog
uitgesloten het kind, dat verwekt is in overspel.
Zoo'n wezen wordt, zonder genade, door de
wet buiten den familieband gezet. Nu moge
van die uitsluiting, met het oog op de maat
schappelijke orde, veel te zeggen zijn, maar
intusschen is het voor het kind ontzettend
wreed.
Het buiten echt geboren kind, dat niet de
minste schuld aan z'n geboorte heeft, moet
vaak het meest lijden, alleen omdat het zijn
geboorte dankt aan daden zijner ouders, die
nu eenmaal door de openbare meening ver
oordeeld worden.
Wanneer de ouders later door het aangaan
van een huwelijk, gepaard met erkenning
van het door hen verwekt kind, de fout
zooveel mogelijk hebben hersteld, en het
kind ten minste een regelmatige geboorte
acte hebben bezorgd, dan waakt artikel 25
van het Burgerlijk Wetboek er voor, dat het
feit der onechte geboorte niet aan de ver
getelheid wordt ontrukt en dwingt den armen
verschoppeling het schandteeken mee te
voeren, op zijn veelal zoo kleurloos bestaan.
De 3de alinea van dat artikel bepaalt:
Geene uittreksels uit de registers van
den burgerlijken stand zullen mogen worden
afgegeven, ten zij daarbij worden gevoegd
de aanteekeningen, welke zich op den kant
van de acten mogen bevinden."
En daar nu, zooals algemeen bekend is, op
den kant der acten aanteekening van de
erkenning wordt gedaan, kan aan het buiten
echt geboren kind nimmer een geboorte
extract worden afgegeven, tenzij met pijn
lijke juistheid uit dat stuk blijkt dat het zijn
geboorte dankt aan een sexueele gemeen
schap zijner ouders, buiten het huwelijk. En
hoe dikwijls wordt overlegging van zoo'n
extract niet gevorderd ? Bij de uitvoering
der arbeidswet, militiewet, bij
Justitieaangelegenheden, bij het stellen van voogden,
van het afleggen van examens, bij het aan
gaan van een huwelijk enz. enz., en telkens
weer over leest de verstooteling: Op den
kant der acte staat"
Het kind in nevenstaandc acte vermeld is"
enz.
Die aanteekening vervolgt het slachtoffer
dezer bepaling tot aan het graf.
Wie zal het leed beschrijven, dat het
gemoed van een kind beroert, wanneer het,
opgevoed in de volstrekte onwetendheid
van zijn te vroege geboorte, op later leeftijd
uit een voor eenig doel over te leggen
geboorte-extract te weten komt, dat zijn
ouders, die misschien voor hem het ideaal
van zedelijkheid op sexueel gebied zijn, zich
toch hebben schuldig gemaakt aan hande
lingen, die het kind zoo menigmaal door
hen zelf heeft hooren laken. Het onbepaald:
vertrouwen, dat een verstandig opge
voed kind aan de ouders bindt, krijgt
dan een gevoelige schok, terwijl de oor
zaak in zoo'n geval alleen te zoeken is
in de starre bepaling van een wetsartikel,
die, met betrekking tot de vermelding van
een kindserkenning, zonder eenig bezwaar
kan worden gemist.
Het is te hopen, dat bij een eventueele
wijziging van het Burgerlijk Wetboek op
het stuk van den Burgerlijken Stand, de
gewraakte bepaling, waarbij de wet zelf
(zij het dan ongewild) voedsel geeft aan
de gangbare meening dat een buiten echt
geboren kind minderwaardig is, zal worden
herzien en dat vermelding van die
kantteeking dan niet meer zal noodig zijn.
De wetgever zal dan een dankbaar werk
verricht hebben.
J. F. VAN ZWET,
Ambtenaar van den Burgerlijken Stand
Schalkwijk, 26 Februari 1912.
Damspel
10e Jaargang. 2 Maart 1913.
Redacteur: J. DE HAAS.
Graaf Florisstraat 152, Amsterdam.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
ONZE CURSUS
K a a t s i n g z e t
(Vervolg)
Thans volgt een Kaatsingzet volgens een
ander systeem, dan het behandelde. Deze
slag kwam dikwijls in partijen voor en wij
hebben hem zelfs vaak tegen sterke spelers
toegepast, hetgeen wel op de noodzakelijkheid
wijst, dat men dezen slag goed kennen moet.
Hier volgt de zet:
Wit Zwart
1. 33-28 18-23
2. 39-33 12-18
3. 44-39 20-25
4. 34-30 25 : 34
5. 40 : 29 23 : 34
6. 39:30 15-20
7. 31-26 20-24
8. 37-31 8-12
9. 41-37 2-8
10. 31-27?
Zwart kan nu de slag uitvoeren. Tracht
dezen slag nu eens zelf te vinden. Het loont
zeker de moeite (zie diagram).
ZWART
WIT
... 10.
11. -33:24
12. 26:17
13. 38:29
14. 27:18
24-29
17-21
11:33
18-22
12:25
Zwart heeft een schijf gewonnen en zal
ook wel schijf 24 winnen. Een fraaie slag,
nietwaar ?
EEN VRAAGSTUKJE
De volgende stand is uit een partij, door
den redacteur in het V. A. D. gespeeld.
Schrijver deed in dezen stand een zet, die
zwart noodzaakte tot het offeren van een
schijf of het gelegenheid geven tot het doen
van een damzet. Probeert nu eens of gij
den zet door den redakteur gespeeld kunt
vinden.
De vraag luidt dus:
Wit aan den zet speelt en wint een'sehijf
of de partij.
WIT
ZWART
OPLOSSING VAN HET VRAAGSTUKJE
Stand:
Zwart 7 schijven op 8, 9, 13, 18, 19, 36
en een dam op 15.
Wit 8 schijven op 22, 27, 33, 37, 41, 43,
47, 49.
Wit Zwart
1. 27-21 15:28
2. 47-42 36 : 38
3. 43:23
Wij stelden dit probleempje samen met
de bedoeling om goed te doen uitkomen,
dat men de schijven eerst na den slag van
het bord moet nemen. Zwart zou hier anders
doorslaan tot op 46.
Goede oplossingen ingezonden door:
J. F. G. Bouman, Lucas Smid te Amsterdam;
Frits Spoon, D. v. Nieuwkerk te Rotterdam.
VAN ALLES WAT
Zondag den loden Februari j.l. had de
ontmoeting plaats tusschen het eerste tiental
van het V. A. D. en Damlust" van
Zuidscharwoude, te Alkmaar. Deze eerste ont
moeting in de competitie was een groot
succes voor het V. A. D., want het versloeg
Damlust" met 18-2.
Uw redakteur speelde een vrij avontuurlijk
spel, waarbij het tot onderstaanden stand
kwam.
ZWART
WIT
Stand:
Zwart 15 schijven op 2, 3, 5, 6, 11, 13,19,
21, 23, 24.
Wit 15 schijven op 25 27, 32, 33, 35, 37/40,
41/43, 45, 48.
1. Wit aan den zet speelde terecht 41-36.
Indien wit
W. 40-34 33 : 24 35 : 24 24 : 22 26 : 17 37 : 26
Z. 24-29 19:30 13-19 17 : 23Ï1 : 31 28 : 5
Wel een leuke damslag.
1. 2-8
2. 33-28 15-20
Indien zwart 5-10 dan volgt
W. 27-22 36-31 28-22 26:17 35-30 38:20
Z. 18:27 27 : 36 17Ï28 11 : 22 24 : 33~15~: 24
W. 32 :5. Een fraai dubbele slag.
Na een aantal zetten, waarbij zwart uit
de opsluiting aan zijn korten vleugel geraakte,
kwam ongeveer de volgende stand voor.
ZWART
WIT
Stand :
Zwart 13 schijven op 3, 6, 8. 9, 11 14, 16,
19, 20, 29, 34.
Wit 13 schijven op 22, 25, 26, 28, 30, 32,
3638, 42, 43, 45, 48.
Tot goed begrip van hetgeen nu volgt
moet men schijf 9 verwijderen en voor wit
schijf 48. Dan eerst wordt het duidelijk dat
zwart een schijf gaat verliezen, hetgeen dan
ook gebeurde. Zwart speelde 12-18, doch
verloor na enkele zetten de zwarte schijf
die op 27 komt.
In het zoeken in de partij naar de redding
van die schijf kwamen wij tot de ontdekking,
dat de volgende schitterende slag mogelijk
was, indien de stand was als op boven
staand diagram.
W. 38:4028:1010:1925:14 14:3
Z. 29-33 19-23 9-14 13:44 3-9 12-17
W._ 3^2l_22-18 26:17
"~Z7~Ï6749 49-21 Tl :13
Een leerzame slag. Als men in 't nauw
gedreven is, dan werkt de fantasie zeer
sterk zooals men ziet.