De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 9 maart pagina 1

9 maart 1913 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

NM863 Zondag 9 Maart Aö. DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ONDER REDACTIE VAN Mr. H. P. L. WIESSING Abonnement per 3 maanden /l. 50, f r. p. post/ 1.65 Voor Indië per jaar, bij vooruitbetaling mail 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . . 0.125 UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM Advertentiën van l?5 regels/1.25, elke regel meer .... ?0.25 Advertentiën op de finantieele- en kunstpagina, per regel . . , 0.30 Reclames, per regel 0.40 INHOUD F Blz. l: Red.: Parlementaire Oogst : Aanneming van Talma's wetsontwerp op invaliditeit en Ouderdom. Hessel Jongsina: Het Leger des Heils, II. 2: Feuilleton door Frederik van Monsjou. Frans Coenen over Oscar Wilde. 3: Matthijs Vermeulen over Symphonieën van Dopper en Brückner. Ingezonden over Infanterie-oefeningen. 5: Mr. Florence Yzenhoed Grevelink De Suffragettes. Mevr. N. Mansfeldtde W. H.: Tutti Frutti. Allegra. E. Heimans: Vleermuizen. 6: Het Huis Romanow, 300-jarig bestaan van het regeerende Tsarengeslacht, door Iwan. Honoréde la Baignoire over Freuleken" van H. C. J. Roelvink, en over de vol maakte criticus."" 7: Dr. P. van Olst: Ijsbergen. Portret Bramwell Booth. 8: Plasschaert ove.i Dirk Nijland, Laur. Verwey, Lizzy Ansingh en W. Noordijk. Charivari. Portret mr. J. A. Levy. 9: Fin. Kroniek door v. d. M. Turkije's financiën door v. d. S. 10: Ingezon den : Nosokomos contra Bernard Canter, en mevrouw Bakhuizen van den BrinkOzinga contra Honoréde la Baignoire. Damspel. //: Schaakspel. T Ckening van Joh. Braakensiek over Art. 357 Invaliditeitswet. Bijvoegsel van Johan Braakensiek over de Concentratie en dr. de Visser. PARLEMENTAIRE OOGST Het zit niet in onzen eigengerechtigden volksaard om van het parlementswezen veel te verwachten. Zij zijn onder ons groot .in getal, die of met de stembus niet te maken willen hebben of zich ten minste eenigszins schamen als zij er, op het laatste oogenblik, nog heengelokt worden. Wij hebben een groothandelaar gekend, die telkens den morgen van verkiezingen, bij wijze van telkens terugkeerenden spot, waar hij zelf het grootste vermaak in vond, op de zwarte deuren van zijn pakhuis tot stichting zijner werk lieden met groote krijtletters schreef: Of ge van den hond of van de kat ge beten wordt blijft hetzelfde." Voor de mannen in zijn dienst stak in dezen eerlijken humor zeker een scheutje galgenhumor k. Wat den patroon lach wekkend was, kon het hun niet zijn zonder een gemengd gevoel van bitter heid. Maar dat het geestelijke régime nu eens weggedacht de maatschappe lijke beteekenis van een Parlement niet groot is ... kon men het ooit nijpender ondervinden dan thans? Ziedaar: een Kamer met een overgroote gouvernementeele meerderheid, een eerzuchtig en zeer arbeidzaam mini ster, begeerig sociale wetten in te voe ren, een volkomen ongestoord vijfjarige periode van volstrekte macht in het land, een regeering, die gaarne met ten minste iets sociaals" in handen voor de kiezers verschijnt, en toch is het, als men, na de z.g. aanneming van Talma's wetsontwerp op Invaliditeit en Ouder dom, alle; op den keper beschouwt, .... niets geworden.Ja! Waarlijk! Een socia? listisch amendement werd ingediend, en dat socialistische amendement, door Talma overgenomen, wordt een sociale hervorming geacht, de rste, waarop men zich met eenig recht zou kunnen beroepen tegenover het volk. Aan alle behoeftige zeventigjarige arbeiders, men weet het uit de dagbladen, moet, zoo Talma's wet er komt, zes maanden na de afkondiging een pensioen worden uitgekeerd, een pensioen" (houd het woord ten goede) van 104 gulden. Nu is het zeer onzeker, dat Talma's wet van het in werking treden niet gesproken ooit wordt afgekon digd. Gebeurt dit echter wel, dan zal de Nederlandsche Staat, die aan H. M. de Koningin, allén voor haar en haar gezin, jaarlijks de door Heemskerk te klein ge achte som van een en een kwart millioen gulden besteedt, het dubbele van die som moeten opbrengen voor de ruim twintig duizend stakkers, die ervoor in aanmer king komen, gezamenlijk. Is dat geen ge weldige, geen kolossale Hervorming ? ! Dit is het dan feitelijk, waartoe de, onder Rechtsch regime nog meer dan anders onmachtige volksvertegenwoordi ging, voortdurend de zweep voelend van Troelstra en van Duys, het in vijf lange jaren heeft kunnen brengen! Het is een toer geweest! De Wet zelve op Invali diteit en Ouderdom, waarvan dat socia listisch amendement een artikel vormt, is aangenomen door de Tweede Kamer. Niemand die gelooft, dat de wet ooit, zelfs al ontfermt er zich de Eerste Kamer over, na de daarvoor drie noodige jaren nog in werking treedt. Ieder gevoelt, dat dit is uitgesloten, en het eenige werkelijke, dat voorloopig kans heeft, dank zij Talma en Troelstra-Duys, te geschieden, bestaat dus in die pensionneering" van een deel der zeventigjarige behoeftigen. Aan hun lot overgelaten blijven de tienduizenden, die vór dien leeftijd invalide werden, en de even nooddrultige kleine baasjes, die niet in loondienst" zich bevonden, toen ze het onverstand hadden oud te worden.. .. Men weet, dat Talma voor de inva liden had willen zorgen. Zijn ontwerp bevatte eene op Duitsche leest geschoeide regeling van zegeltjes-plakken en offering van veel. te groote premies uit minimale loonen. Oorspronkelijk zou bij een wekclijksch loon van ? 4.80, nog een dubbeltje zijn afgedongen van de luxe, die des arbeiders vrouw en kinderen zich van die ?4.80 gunnen mochten! Dat gaf dan vader, als hij oud of invalide werd, of dat gaf den zuigelingen of schoolplichtigen kinderen (tot de vader dood was en de kinderen 13 jaar werden) een pen sioen van 78 gulden! De wet, die thans aangenomen" heet, maar nooit wordt ingevoerd, heeft het bedrag van 10 cents op 4 teruggebracht, en dus wordt geen hél brood per week meer aan den ?4.80arbeider en zijn gezin ontnomen, maar een half toch wel. Is dit alles niet geschikt, zooals wij in den aanvang zeiden, om hen in hunne houding te sterken, die van het Parle ment geen maatschappelijke hervorming tegemoet zien, dat dien naam dragen mag? Een diplomaat heeft eens be grepen, en heeft het het eerst gezegd. dat de woorden zijn uitgevonden om er de gedachten mee te verbergen. Is soms aldus de Instelling, die sociale hervor mingen moet tot stand brengen, uitge vonden om sociale hervorming tegen te gaan ? Men heeft misschien niet geheel ongelijk het te gelooven! Wat gereed tot verandering is in de vrije maatschappij loopt dood in de wai reigangen van een veelledig parlement, en wat wil evolueeren in de samenleving verstikt men daar definitief. Het een zaam lootje, dat er opschiet, doet K' meer zien hoe kaal er alles is. Zoo schijnt het tenminste dikwijls. Zoo moet het tot zekere hoogte ook werkelijk zijn. Zij, die heerschen, beheerschen immers vanzelf ook de instellingen, die zij den beheerschten als gunst hebben toegedacht. En een behoudzuclitige burgerij,gelukkige meesteresse van al het kapitaal, van bijkans al het intellect, van bijna heel het perswezen en van alle andere duizende middelen van volks-bcgoocheling of overmeestering, kan het Parlement slechts willen handhaven, zoolang dit Parlement behoudt". Totdat het natuurlijk eens spaak loopt of dreigt spaak te loopen.... Maar wij in Nederland behoeven, anders dan de Franschen met hun revoluties, waarvan er tenminste ne voldoende geschikt bleek om er vlug mee in te halen wat er in vele jaren verzuimd was, voor spaak loopen niet te vreezen \ Wij kunnen de parlementaire comedie gerust voortzetten: Rose et Noir. * >ï< * Het Leger des Heils n Hl-T MAATSCHAIM'HLIJK YV'liKK <>N[>KR YK'ni'\VKN EX KIM>KRI-:N Steeds vraagt 'net Leger des Heils voor zijn maatschappelijk werk, dus voor /ijn Reddinghuizen, Kinderhuis, Meisjeslniis, Jongenshuis, Moederhuis, Barnihartigheidswerk, Landkolonie, Industrieele tehuizen, Metropools en Werkverschaffing. In de propaganda-boekjeswordt dan ook uitsluitend over dit werk ge schreven, en zelfs waar,.outsiders", als mevr. Nellie van Kol (lol!!)) en de heer T. Landr (1910), aan liet woord zijn in deze gesehriftjes, aarzelen zij niet om niet een gerust geweten geld voor dien arbeid te vragen. Mevr. Van Kol in dezen vorm: Het Leger schroomt geen oogenblik het publiek te vragen om steun tot dek king der tekorten en tot uitbreiding van zijn veelzijdig reddingswerk. Maar het wil geen parasieten-leven leiden, en zijn kweekelingen ook niet daartoe opleiden. O ja, voor de kinderen, de zieken, de ouden en de dood-armen vraagt het liefdegaven, die als 't ware spoorloos verdwijnen in den zinkput der maat schappelijke nooden : maar van al wat zich roeren kan eischt het a r b e i d die een deel der kosten dekt, hoe grooter hoe liever! Maar d:? onvermijdelijke uit gaven overtreffen nog altoos de eigen inkomsten ; en de ontzettende omvang der maatschappelijke ellenden schreit om steeds meer afdoende hulp..." De heer Landrésluit zich hier volkomen bij aan, want hij eindigt zijn hoekje: Dan geloot ik toch wel, dat men overtuigd zal zijn van de uitgebreidheid en groote maatschappelijke en moreele beteekenis van dien arbeid (het maatseh. werk, H. J.) van het Leger des Heils, en dat men zal in /Jen de noodzakelijkheid om dien arbeid te steunen niet het nu eenmaal altijd weer noodige geld, tel kens wanneer dat weer noodig /.al zijn. F.n als dit boekje daartoe nu maar kan meewerken, dan heeft 't toch ??hoe ook -- zijn doe! bereikt, wat ik van harte hoop, dat gebeuren zal." Beiden zijn ze te goeder trouw, maar ik hoop straks aan te toonen, dat hun conclusie absoluut fout en buiten hun schuld misleidend is, omdat de inrichtingen van maatschappelijk werk 7.00 goed als geen cent ontvangen en trouwens geen cent noodig hebben van het groofe fonds, dat jaarlijks voor Het Leger" wordt opgehedeid'. Dr. RFiiniNGSiinzFN Ofschoon de Haagsche inrichting voor gevallen" vrouwen en meisjes kleiner is dan die te Amsterdam, en de beide tehuizen ook nog andere punten van verschil hebben (doch dat betreft alleen het meer of minder hartclooze), kan ik ze zonder bezwaar ge zamenlijk behandelen. De vrouwen en meisjes, die in de reddingshuizen worden opgenomen, . zijn niet door het Leger zelf opgespoord, en uit haar minder geschikte omgeving weggehaald. Kr is absoluut geen werk voor gedaan, het huis is opengesteld (op kosten der gemeen schap') en politie, voogdijraden, ouders die hun gezag verloren hebben, zorgen wel, dat 'het steeds bevolkt blijft. Dat is het Leger niet onwelgevallig, want be halve dat het gelegenheid krijgt (en welk eene') om de/e vrouwen te bekeeren (en wanneer men door lezus' bloed gered is" bestaat aanleg noch erfelijkheid meer') en daar ook alle moeite voor doet, zet het deze vrouwen aan liet werk om de inkomsten van de inrichting op te drijven. Het L. d. II. schermt altijd met zijn prin cipe, dat het de in /ijn inrichtingen opgeno men mciischen niet laat parasiteeren, doch hun de opvoedende werking van den arbeid doet ondergaan. Zooiets klinkt goed, vooral wanneer blijkt dat het Leger zelf de para siet is, die ieei't op den arbeid van de be volking zijner inrichtingen! Nu vind ik het, afgezien van de minder nobele bedoeling, alleszins loffelijk om de vrouwen die alleen het vak" kenden, waardoor ze gevallen" heeten, te leeren de naald te hanteereu en de huishouding te voeren, om, in de maat schappij teruggekeerd, (na zes maanden), haar brood te kunnen verdienen, liet in lange arbeidsuren aanbrengen van de/c kundig heden zou i/ciiUr een belangeloozcr tint verkrijgen, wanneer een gedeelte van dien tijd aan de \ crstandelijke ontwikkeling werd gewijd. F.:i ik kan die toch werkelijk niet voldoende verzorgd achten door het zingen van Heilslieoeren en het aanhooren van bijbelle/ingt-n of toespraken. Beide reddingshuizeii danken het leeuwen deel hunner inkomsten aan de nijvere han den der pupillen, die daarvoor zeer tijdig uit de veeren (!) moeten en geen bezwaar mogen hebben tegen een langen werkdag. Het Amsterdamsen».' reddingshnis heeft een omzet van ? K1.''"O (volgens opgave van de leidster) aan nieuwe kleeren, handwerken, verstelgoed, enz. en het Haagsche gesticht ongeveer evenveel, hoewel daar 10 plaatsen minder zijn dan in dal te Amsterdam. Vol gens de balansen van het L. d. II. wordt gemiddeld per aanwezige verpleegde./ 372.50 uitgegeven, waaronder is begrepen het on derhoud van de officieren, het aanschaffen van fourr.imren voor de uaaikanier, de hunr. enz. Voor elk meisje, dat op de naaikamer werkt, ontvangt hef Leger des Heils echter / fiiïo,- , het ontvangt dus een belangrijke overwaarde en in plaats van lastposten zijn dus «Ie verpleegden mcikkoetjos voor het i cgcr. De inenschcM, die nu zoo moeilijk weer stand kunnen bieden-aan den onderdanigen glimlach en het knappi1 gezichtje van de l officier-verkoopster, mogen wei eens bedeuken, dat zij ecu zeer winstgevenden tak van Legcr-iiijvcrheid sleuren, waar onder heel slechte iirlh'idsvoont'iiurden gewerkt wordt en dikwijls onder pressie (voor zoover de werksters minderjarig zijn). Feu afmattende, zittende, veel te 'lang durende arbeid, afge wisseld door spel noch door behoorlijke ontspanning, is het deel van de vrouwen, die hier opgenomen worden Om Zijiientwil' . Behalve, dat het Leger, onder aanwending van een kostelijk ethisch principe, zijn pu pillen iu deze Reddingsliuizen onbehoorlijk uitbuit, verricht het de redding' op de wijze als meer in dergelijke tehuizen ge schiedt, wanneer ze van christelijk allooi zijn. De gemeenschap heef!, hoewel niet zonder tegenstribbelen, tegen de geheel of gedeeltelijk gevallen" meisjes, of zij die liet kunnen worden, langzamerhand een mildere houding aangenomen, vooral nadat er studie is ge maakt van de oorzaken van verschillende vormen van ontucht en men er in geslaagd is van sommige sexueele onlaardingen of afwijkingen zelfs een tamelijk scherp be grensd ziektebeeld vast te stellen. Doch in den kuischen boezem van het L. d. tl. hoorde men daar nooit van ; de dames, die aan het hoofd der reddinghuizen staan, maakten zelfs niet de allergeringstc studie van het maatschappelijk en ethisch vraagstuk, waarmee ze dag en dag in a;-.naanraking komen. Ze leerden enkel de schep selen, die, wie weet ouder welken strijd (zalig zijn /.ij, die geen strijd en geen bezoekingen des vleesches en des hongers hebben), het pad der zonde" opgingen of dreigden op op te gaan, beschouwen als slecht'. De leidster van het Haagsche huis .vroeg ik lang en nadrukkelijk over haar zelf en haar ondergeschikten, over lectuur, voorstudie, enz., en ik was genoodzaakt aan het einde van het onderhoud te noteeren : In dit geval bleek mij overtuigend, dat de olficieren voor haar t.iak als leidster van gevallen vrouwen en meisjes, uit een ziel kundig oogpunt niet berekend zijn. /V/c/ de minste voorbereiding en zoo goed tils geen lectuur verlicht haar taak''. Van den fizieken toestand van haar pupillen zijn cie leidsters dan ook absoluut niet op de hoogte; op de slaapzalen houden toezicht jonge, en onervaren officieren, die weten van masturbatie noch van homo-sexualiteit. In den Haag laat men met gerustheid zelfs twee van die gevallenen' op n kamer slapen! Het is haast te naïef om waar te zijn: niettemin versterkt het de meening, dat het L. d. H., wat deze branche van arbeid betreft, schuldig staat aan onvoorzichtigheid en nalatigheid. Redenen om het L. d. H. voor dezen r e d d i n g s-arbcid, welke uitsluitend bestaat in huisvesting geven aan en zoo veel moge lijk profijt trekken van gevallen" meisjes en vrouwen, om de maatschappelijke en moreele waarde van het werk te steunen, wanneer de Nationale aanvrage in het land is, zijn er dus in 't geheel niet. Doch buiten dien: De reddingshuizcn v.\\n financieel sterk, ze dekken hun eigen uitgaven en hebben dus uit de Nationale Aanvrage voor armen, luhoeftigcn, gevallenen, enz. geen geldelijke steun noodig! Kixni-Rnn/FN Buiten een klein herstellingsoord ie Berg en Dal, heeft het L. d. II. een kinderhuis ie Naarden, een meisjeshuis te Maarssen en een jongenshuis te Amersfoort. Het kinderhuis is eenigszius als het mid delpunt te beschouwen, omdat het meisjeshuis en het jongenshuis voor een deel bevolkt worden uit de oudere inwoners van het kinderhuis. De leidster van het kinderhuis, die het voor haar opvoedkundige kennis als een zeer gunstig antecedent beschouwt, dal zij vroeger kindermeisje was, is ook werkelijk niet anders dan hoofdkindermeid over de andere officie ren, die als kindermeisje, wat hun technisch werk betreft, wellicht wel zijn te appreciceren. Ofschoon men den euvelen moed niet zon durven hebben, om hier, evenals in de reddingshu'zeu, een stelselmatig uitbuiten t;' verwachten, heeft het L. d. II. met zijn ge wone vindingrijkheid de middelen gevonden. om van zijn pupillen te profiteeren. Om half ~cs staan de kinderen boven Hen jaar op en verrichten lichte huiselijke bezig heden, [-"en dergelijk in de hand komen" van jonge meisjes mag voor sommige huisvrouwen /eer profijtelijk zijn. in het kinderhuis ver wacht men een opvoedkundige inlichting, die in geen gevnl nog schoolgaande kinderen anderhalf uur te vroeg m.ig laten opstaan, waar het buitendien van zijn bevolking al de meest mogelijke financieele voordeelen trekt. Voor alle kinderen in het Idnderhuis, van de :ii/gi'/ingen nj, ontvangt hel L. il. /.'. ver goeding! Het neemt geen enkel kind op. of het moet op een behoorlijke geldelijke tegemoet koming kunnen rekenen, en het ontdoet zich met voortvarendheid van de kinderen, zondra de vergoeding uitblijft. Bij mijn bezoek waren er in hel kinder huis ~D voogdijkinderen ; voor die beneden Ij jaar wordt 33 cent per dag vergoed, voor die van (> tot 14 jaar ?'() cent en voor die van Li tot IS jaar nO cent. Niet ;.llccn dat voor aile andere kinderen wordt betaald, soms dom- ongehuwde moeders, wieu het heel bezwaarlijk valt, het Leger acht het zelfs niet beneden zich, pogingen in ht-t werk te stellen, om een moeder die lijdelijk minder geregeld betaalt, uit de voogdij te doen ont/e'tt'n, om zoodoende de fokprem'ie van het Rijk machtig te worden. Het kinderhuis staat dus in niets hoogcr dan een ge/in, dat tegen vergoeding het kind van een ongehuwde moeder of een pupil van een voogdijraad verpleegt. Alleen drijft 'net Leger des Heils de affaire in het groot! Men stelle zich eens voor, dat een huisgezin, dat aldus, tegen vergoeding, even als 'net Leger des Heils, eenige kinderen verzorgde, in de buurt ging collectceren voor het onderhoud dier kleinen! Dat het ging bedelen om kleeren en voedsel! Dat toch doet het kinderhuis /elf in 't klein en het Leger des Heils voor het kinderhuis en zijn andere filantropische (!) instellingen in het groot. Van het kinderhuis zelf, interieur en exte rieur, kreeg ik geen onaangenamen indruk. Wel blijkt ook hier, dat het meer het streven van het Leger is bekeerlingen te maken, dan maatschappelijke nooden te lenigen, want niet de godsdienstige opvoeding wordt reeds in het 3e jaar een begin gemaakt, en de oudere meisjes mogen zich laven, eerst aan bijbellezingen, later aan miniatuur Leger-bijeenkomsten in het huis zelf. De meisjes, die tot hun 18e jaar blijven, of eerder naar Maarssen overgaan, hebben geen ander uitzicht dan dienstbode of naai ster te worden, omdat de legerprincipes zich verzetten tegen opvoeding en ontwik keling (!) boven stand". F.n het is zoo ook wel zoo goedkoop! liet kinderhuis is geheel zelfonderhoudend, waartoe vaste contributie, en andere inkom sten liet in staat stellen. Het L. d. H. be hoeft dus niet te snoeven over zijn kinder verzorging, welker kosten voor het grootste deel gedragen worden door het Rijk en door arme ongehuwde moeders! En per Nat. Aanvrage ook geld voor het kinderhuis vragen is pure misleiding, want het heeft verder geen geld noodig\ Het L. d. H. is voorstander van coëducatic tot.... vijfjarigen leeftijd. Dan worden in het kinderhuis jongens en meisjes gescheiden, en gaan de eersten naar Amersfoort, de laatsien als er plaatsgebrek is in het kin derhuis naar Maarssen. Het jongenshuis was, toen ik het bezocht, nog niet vol. Het bestond ook pas. Doch als de speculatie op de vrijgevige voogdij raden gebikt, zal deze instelling ook dra zich zplf onderhouden, zoo geen winst op leveren. Want ook in het jongenshuis wordt geen kind geplaatst, of er moet behoorlijk voor betaald worden ! Welke eisenen het Leger stelt aan de leiders van zoo'n jongenshuis, en van hoe veel inzicht het blijk geeft bij de keuze, blijkt wel uit liet feil, dat de vorige bevel hebbers (dat is eigenlijk het goede woord!), adjudant De Pree en vrouw, hooglijk ge prezen in propaganda-boekjes, zoo harte loos zijn opgetreden, dat het departement van Justitie het Hoofdkwartier een zachten wenk heeft moeten geven, waarna genoemde adjudanten ontzet werden. Evenals de meisjes in het kinderhuis te Bussum en in het meisjeshuis te Maarssen, worden de pupillen van het jongenshuis niet boven hun stand" opgevoed en het L. d. H. besteedt vooral niet meer geld aan de jon gens dan ze zelf gemiddeld opbrengen. Het eenige waaraan geofferd wordt is de ijdel heid. Het jongenshuis, dat zoo weinig doet voor de geestelijke vorming, heeft... een muziekcorps, waarmee het roem voor de instelling oogst. Dat /anderen daar zware instrumenten bespelen, komt er minder op aan. l'AR,\niARïi<;HFI!iSI><iSTH,\ Ofschoon ik het werk van de slum-posten wellicht nog het meest apprecieer, omdat werkelijk in eenige, hoewel uiterst geringe, mate armenzorg beoefend wordt, kan mijn lof toch niet van harte zijn, daar de leni ging van de maatschappelijke nooden niet begonnen is om der menschen leed en misere te verzachten, doch alleenlijk ter wille van den bekeeringsarbeid. Dit is j geen conclusie van mij, doch deze opvatting ! is in alle legervoorschriften neergelegd en werd mij nog eens uitdrukkelijk bevestigd i door majoor Sypkens, de secretaresse van l het vrouwelijk maatschappelijk werk, en j door de leidster der Haagsche slum". | In het openbaar wordt immer en immer l geld gevraagd voor socialen arbeid, doch iiet werk van een barmhartigheidspost wordt l niet beoordeeld naar vreugde, die in arme l gezinnen gebracht is, of armoede die verI licht werd, maar naar het aantal bekeerlin| gen, het aantal geredden"! Wanneer lief J l.eger geen knus op bekeering in uitzicht i lind, zon liet zieli van het li>t van armen en \ behoeftigen niets aantrekken / j Het L. d. 11. heeft er zeer den slag van om reclame te maken en het doet sommige ; dingen ook uitsluitend om de reclame, doch j hoezeer liet zijn bnrmhartigheidsposlen moge l prijzen en zich beroemen op het geven van | gratis ontbijt in den winter aan behoeftige kinderen en onderstand aai: armen, dit ver andert niets aan liet treurige feit, dat de budgetten van de barmhartigheidsposten waar d;'.n, zooals het Leger zoo trotseh zegt, om niet geholpen wordt", zóklein zijn, dat het doen van armenzorg zooals het behoort voorloopig een fictie blijft. Aan zijn negen siumposteu in den lande legde het centrale bestuur van het L. d. H. in het boekjaar HHO-?11 ;';; '/ geheel j 'J037.'^5 ten koste, volgens eigen ge woonlijk geflatteerde opgave, ledereen kan begrijpen, dat het achterbuurtswcrk dan ook van zeer beperkten omvang is. Vooral ook omdat de achterbuurt-zusters een zeer be langrijk deel van den haar toegemeten tijd moeten besteden aan het bijeenbedclen van huur en het verkoopen van het leger-orgaan De Strijdkreet. t 'it de beantwoording van een aantal vragen door het Burgerlijk Armbestuur van DOT Haag bleek ook overtuigend, dat het barnihartighcidswerk in 't geheel niet van zoo groot belang is als het Leger immer doet voorkomen, en dat de waardeering bij autori teiten maar matig is. In de Amsterdamsche siumpost heb ik eens een bijeenkomst meegemaakt, een zoogenaamden moederavond", waarop het dikwijls w/barmhartige karakter van dit

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl